WordPress.com



-1123950-9918702319655-9759952738755-918845 Stageplek ISW Gasthuislaan Derdejaars docent in opleiding 4449021982120-11220457585075-11220455266055323532569462655221605637476520537647637244352298057524653024505444436536061656781165-70294569462658242308095615-614045522859043631543249858310343967207429904026935792026158570865-5092704523740402463021710658242301561465-11188702094865Door Sandra Bakker 0784090InhoudsopgaveOnderwerpInhoudBlz.InleidingWaarvoor heb ik voor deze school gekozen?3StageplekInformatie over ISW Gasthuislaan4 - 7Afwezige lessenLessen die ik niet kon geven.8Inleiding gegeven lessenKorte inleiding over de klassen die ik les heb gegeven. 9Vwo 5Groeplijst10PTA11Studierooster12De opdrachten13 - 18Gegeven en gemaakte lessen19 – 26Havo 5Groepslijst27Studierooster28De opdrachten29 - 30Gegeven en gemaakte lessen31 - 48Havo 4Groepslijst49PTA50Studierooster51 - 52De opdrachten53 - 66Gegeven en gemaakte lessen67 - 78Havo/vwo B1GGroepslijst79Studierooster80De opdrachten81 - 93Gegeven en gemaakte lessen94 - 109Beoordelingschema’sHoe beoordeel ik?110 - 112ReflectieEvaring met de klassen113Stage114 - 116Hoe ben ik als docent?(competenties)117 - 118Evaluatie van begeleider Tineke van CappellenEvaluatie in de lessen van begeleider 119 - 120ExtraStudiedag ‘Onderwijs en ICT’ 121NOT 122Excursie Blijdorp Klas B1G 123Bijgewoonde vergaderingen 124BijlageGemaakte opdrachten door de leerlingenInleidingIk heb gekozen voor een stageplek op het ISW Gasthuislaan. Dit is vroeger mijn middelbare school geweest en daar heb ik altijd veel geleerd en met plezier op gezeten. Een bekende school dus, waarvan ik dacht dat ik daar veel zou kunnen leren. En inderdaad, ik heb veel geleerd van de verschillende klassen waarvoor ik les heb gegeven. Ik heb klassen als vwo 5, havo 4, havo 5 en de eerste klas lessen mogen geven. Tevens was ik elk les aanwezig bij vwo 6, die onder leiding stond van Tineke van Cappellen. Het onderwerp bij het lesgeven stond dan wel vast, maar ik mocht zelf mijn lessen invullen, maken en bewerken. Deze lessen vind je terug in het stageverslag met daarbij nog meer activiteiten die ik bij mijn stage heb gedaan. Mijn hoofdvraag voor deze stage was; hoe verdeel je, je aandacht aan iedere leerling?Het rooster voor de eerste en tweede periode. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 1 A6a. BV32 002 A4a. bv2 002 2 3 B1g bv 002 4 5 H4a. bv5 002 A3b foto 106 6 7 A5c CK2_2 106 H3d foto 106 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 1 A6a. BV32 002 A4a. bv2 002 A6b.CK261112 3 B1g bv 002 4 Vv1Fo15 H4a. bv5 002 A3c foto 106 H5a Ck2_5 0036 7 A5a CK2_5 106 H3d foto 106 G3d foto 1068 H3d foto 106 Het rooster voor de derde en de vierde periodeStageplek ISW GasthuislaanInleidingOp 1 augustus 1978 werd de huidige opleiding voor havo en vwo te ’s-Gravenzande als Zandevelt College opgericht. Sinds de fusie per 1 augustus 1995 is de school onderdeel van de Interconfessionele Scholengroep Westland. De school valt onder het bevoegd gezag van de SCO Lucas te Voorburg. ISW West staat onder leiding van de directeur, dhr. N.R. Rot. De havo - vwo opleiding in West kan verder beschikken over een locatiedirecteur, vijf teamleiders, meer dan 70 docenten en een aantal leden van het onderwijsondersteunend personeel. Zij werken samen in goed geoutilleerde gebouwen om de leerlingen van de school zo veel mogelijk kansen te bieden zich op intellectuele en sociaal-maatschappelijke wijze te ontwikkelen.VisieDe visie van deze school ontleent zich aan de normen en waarden van de Bijbel. Zij streven daarom naar een ‘veilige’ scholengroep waarin plaats is voor iedereen die zich volledig wil inzetten voor de school en voor allen die binnen de school werkzaam zijn. Zij willen dat de leerlingen centraal staan, omdat het immers om hun toekomstmogelijkheden gaat. Volgens hen komt dit door goede communicatielijnen tussen docenten, leerlingen, ouders/verzorgers. Anders huisvestingSinds januari 2001 maakt de havo – vwo opleiding gebruik van de locatie aan de Gasthuislaan. Het gebouw is voorzien van alle faciliteiten die nodig zijn om modern onderwijsop maat te kunnen geven. De havo – vwo school beschikt o.a. over veel computers die alle zijn aangesloten op Internet, een fraaie mediatheek, een prachtige aula die ookals overblijfruimte en theaterzaal dienst doet, een tweetal sportzalen die alssporthal kunnen worden gebruikt. Om deze school in een goede staat te houden, bevinden er in lokalen en op de gangen de 10 Gouden Gasthuisregels. Aantal leerlingenIn het gebouw aan de Gasthuislaan kunnen ongeveer 800 leerlingen geplaatstworden. De laatste jaren tellen zij meer dan leerlingen en om diereden moeten de leerlingen van klas 1 t/m 3 uit Monster sinds augustus2001 in het gebouw aan de Madeweg worden geplaatst. In onderwijskundigopzicht is er voor hen geen verschil met leerlingen uit het gebouw Gasthuislaan.Stage docentMw. T.G. van Cappellen,beeldende vorming, CKV 2 cpn@Culturele en kunstzinnige vormingOp het ISW Gasthuislaan wordt er veel gedaan aan het cre?ren van een zo’n breed mogelijk scala van culturele en kunstzinnige vormgeving en activiteiten. Binnen deze school vind je de vakken drama, muziek en beeldende vorming. Er wordt dus genoeg content geboden in verschillende disciplines van culturele en kunstzinnige vorming.De vakken komen samen door drie activiteiten die binnen de school worden georganiseerd. Ten eerste werkt muziek en beeldende vorming samen aan de vieringen. De vieringen bedoel ik mee de christelijke vieringen, zoals kerst, Pasen, Pinksteren enz. Beeldende vorming maakt het decor bij de vieringen. Zoals bv. een kerstfilmpje die door leerlingen wordt gemaakt. Meestal wordt er ook door leerlingen muziek gespeeld, waardoor het vak muziek ook bij de vieringen betrokken wordt. Ten tweede werkt muziek en beeldende vorming samen aan het popconcert. Dit wordt ieder jaar gehouden en staat onder leiding van muziekdocent Martin Verheesen. Hij zorgt voor de muziek. Tineke van Cappellen staat aan het hoofd van de decor en eventuele aankledingen van de leerlingen die optreden. Ten derde werkt beeldende vorming en het vak drama samen aan het toneel. Dit wordt ook elk jaar opgevoerd. Ameli Mooij zorgt voor de toneelspelers en beeldende vorming, Tineke van Cappellen, zorgt voor het decor. Er wordt dus genoeg content geboden aan leerlingen om zich te ontwikkeling in deze vakken.Ouders, familieleden, vrienden enzovoort, kunnen naar het toneelstuk en of het popconcert bezichtigen. Het wordt dus erg serieus genomen. Er wordt dan ook niet voor niets audities gedaan en vanaf een halfjaar van te voren geoefend voor deze speciale activiteiten.Daarnaast wordt er zowel voor het vak beeldbendevorming, kunstalgemeen, drama en muziek zoveel mogelijk buitenschoolse culturele en kunstzinnige activiteiten aangeboden. Zo gaan leerlingen bij het vak beeldbendevorming en kunstalgemeen naar museums en toneelvoorstellingen. Bij het vak drama wordt er veel aangespoord om naar ballet en theatervoorstellingen te gaan en bij het vak muziek wordt er aangespoord om naar festivals en bandjes te gaan. Aldus er wordt veel gestimuleerd om de leerlingen aan te moedigen om ook naar buitenschoolse culturele en kunstzinnige activiteiten te gaan.Je kunt dus wel zeggen dat leerlingen voldoende kunnen ontplooien in deze vakken en dat de school voldoende content biedt voor hen.Exameneisen beeldende vakken.De beeldende vakken worden afgesloten door de ‘oude stijl’. Hieronder wordt vwo 6 en havo 5 examenonderdelen getoond. De leerlingen sluiten de beeldende vakken af door op 1 dag 300 minuten schetsen en een eindwerkstuk maken van een van tevoren onbekendeaanleiding, in samenhang met het thema. Vervolgens moet er in 30 minuten een werkproces worden toevoegt.Vak: kunst praktijk Beeldende vorming Havo 5 Profiel: Cultuur & MaatschappijTheoriePerOpdrachtCodevoortCodeHerWeekExCijferTijdHer1Kunst algemeen 11de/14de eeuw en 20ste eeuw toets 1601701B2dec100ja2Schoolexamen vaktheorie: Onderdelen: kleur, compositie, kader, fotografie, vormgeving,technieken.602702B2dec50ja3Kunst algemeen 11de/14de eeuw en 20ste eeuw toets 2603703B3dec100jaPraktijkPER Stofomschrijving CodeExaWeek Ex Cijfer Tijd HerH4 Gemiddelde praktijk opdrachten HAVO 4 6511decnee1/2Onderzoek en opdrachten n.a.v een van de thema’s: kunst en vermaak, kunst intercultureel.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.652Zie studiewijzer1dec400nee2/3Onderzoek en opdrachten n.a.v een van de thema’s: kunst en vermaak, kunst intercultureel.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.654Zie studiewijzer2dec600nee2/3Werkproces en eindwerkstuk n.a.v een van de thema’s:kunst en vermaak, kunst intercultureel.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.655Zie studiewijzer3dec1800nee3Op één dag in 300 minuten schetsen en een eindwerkstuk maken van een van tevoren onbekende aanleiding , in samenhang met het thema. Vervolgens in30 minuten een werkproces toevoegen.656B4dec330neeHet schoolexamencijfer wordt berekend volgens de formule(2x801+2x 802+3x 803+1x 851+1x 852+2x853+2x854+3x855+4x856) : 20Het cijfer wordt gemiddeld met het cijfer van het centraal schriftelijk kunst algemeen.Vak: CKV3 – Beeldende vorming vwo 6Profiel: Cultuur & MaatschappijTheoriePerOpdrachtCodeWeekVoCijferTijdHer2Schoolexamen vaktheorie: Onderdelen: kleur, compositie, kader, fotografie, vormgeving,technieken.607B4dec50jaPraktijkPER Stofomschrijving CodeExaWeekExCijferTijdHerV5Onderzoek en opdrachten n.a.v een van de thema’s: kunst en opdrachtgever.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.6012decV5Werkproces en eindwerkstuk n.a.v een van de thema’s: kunst en opdrachtgever.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.6023decV5Onderzoek en opdrachten n.a.v een van de thema’s: kunst en techniek.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.6032decV5Werkproces en eindwerkstuk n.a.v een van de thema’s: kunst en techniek.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.6043dec1/2Onderzoek en opdrachten n.a.v een van het thema: modernisme in het begin van de 20ste eeuw.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer605Zie studiewijzer4dec600nee1/2Werkproces en eindwerkstuk n.a.v een van de thema’s: Cultuur van het moderne in de 20ste eeuw.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.606Zie studiewijzer6dec1800nee2/3Onderzoek en opdrachten n.a.v een van het thema: kunst en vermaak.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.608Zie studiewijzer4dec600nee2/3Werkproces en eindwerkstuk n.a.v een van de thema’s: kunst en religie, kunst en macht, kunst en opdrachtgever, kunst en techniek, kunst en vermaak, kunst intercultureel.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.609Zie studiewijzer6dec1800nee3Op één dag in 300 minuten schetsen en een eindwerkstuk maken van een van tevoren onbekende aanleiding, in samenhang met een thema dat deafgelopen 2 jaar behandeld is. Een werkproces maken in 30 minuten.610B6dec330neeHet cijfer wordt gemiddeld met het cijfer voor CKV-2Het schoolexamencijfer wordt berekend volgens de formule(2x801+3x 802+2x 803+3x 804+4x 805+6x806+4x807+4x808+6x809+6x810) : 40Het verkregen cijfer wordt gemiddeld met het cijfer voor CKV 2Er is voor dit vak geen centraal examen.Voor meer informatie kun je terecht bij de jaargids 2008/2009: lessenDit zijn de dagen waarop ik geen les heb gegeven. De redenen staan hierbij.23 september 2008Geen stage, vanwege excursie stagedocent.14 oktober 2008Geen stage, vanwege projectweek op school.21 oktober 2008Geen stage, vanwege vakantie. 11 november 2008Geen stage, vanwege ziekte.23 december 2008Geen stage, vanwege kerstvakantie.25 november 2008Geen stage, vanwege studiedag30 december 2008Geen stage, vanwege kerstvakantie.17 februari 2008 Geen stage, vanwege door mijn enkel gegaan.25 februari 2008Geen stage, vanwege vakantie.28 April 2009Geen stage, vanwege vakantie.5 Mei 2009Geen stage, vanwege Bevrijdingsdag.12 Mei 2009Geen stage, vanwege projectdag op een andere school. Gegeven lessenVwo 6: Ik heb hieraan geen lessen gegeven, maar wel tot het eindexamen gevolgd. Daarbij hielp ik wel met begeleiden, maar de meeste dingen deden zij al zelfstandig. Ik heb veel gekeken naar hoe mijn stagedocent les geeft en hoe zij begeleid. Vwo 5: Ik heb deze klas een blok gehad. De stagedocent geeft kunstgeschiedenis lessen. Ik heb lessen gegeven over Comedia dell Arte, Lodewijk XIV, Moliere, Lully en daarbij komende disciplines muziek en dans. Bij deze onderwerp hebben Tineke en ik twee opdrachten verzonnen, die de leerlingen moesten presenteren. Zie vwo 5 voor de lessen en opdrachten.Havo 5: Ik heb deze klas in de laatste periode gehad. Voor de examen. Ik heb over de popmuziek gesproken doormiddel van powerpoint en een spel. Daarnaast heb ik hen ieder een subcultuur laten uitwerken.Zie Havo 5 voor de lessen en opdrachten.Havo 4: Ik heb deze klas het gehele jaar gehad, maar ik heb deze leerlingen enkele lessen gegeven. De stagedocent doet het grote gedeelte en ik doe delen van de lessen. Ik geef hun bijvoorbeeld een theorieles of ik maak een praktijkopdracht. Zie havo 4 voor de lessen en opdrachten. Havo – vwo B1G: Ik heb deze klas het gehele jaar gehad. Ik heb na de eerste les eigenlijk al meteen les gegeven. Alle lessen moest ik wel aan het onderwerp houden dat vast stond in de jaarplanning, maar ik mocht van de docent eigen invulling eraan geven. Ik heb zowel de opdrachten bedacht als de theorielessen. Zie B1G voor de lessen en opdrachten. De lessen die in dit verslag staan, zijn enkele lessen die ik heb gegeven. Dit als voorbeeld om te laten zien, hoe mijn lesopzetten eruit zien. 5358130-13970Vwo 5OnderwerpGroepslijstDit is de geleverde groepenlijst die ik van de Tineke van Cappellen heb gekregen. Actief op 29/08/2008 Lesperiode 2008-2009 Gesorteerd op achternaamLesgroep GAG5CK2_2 KlassenmentorVak: CKV 2Docent: Cappellen, T.G. vanHoofddocentStamnr.Volgnr.NaamGeboortedatumDatum 1e insch105241Shelley Beekman28/11/199101/08/2004102802Linsey van Berkum07/02/199201/08/2004106043Naomi van den Beukel16/07/199201/08/2004104264Kristianne van Blanken14/01/199201/08/2004102795Lisanne van der Caaij05/01/199201/08/2004105996Annette van Delden03/12/199101/08/2004102727Evelien van der Eijk23/02/199201/08/200485398Manon de Koning12/05/199101/08/2003108359Denise Poortman04/12/199101/08/2004870410Zizi Rico Neves25/08/199201/08/2003896011Bo Tetteroo21/01/199101/08/20035348605-13970Vwo 5OnderwerpPTADit is de geleverde toetsten en opdrachten omschrijving. Een kort overzicht voor leerlingen om te weten hoelang zij over een toets hebben en of dit herkansbaar is enz. VAK: kunstalgemeen vwo-5 Profiel Cultuur en MaatschappijToetsen en OpdrachtenPERStofomschrijvingCodeVoortCodeExaCodeHERWkVoCijfTijdHer2Toets 1: Hofcultuur in de 17e eeuw. Burgerlijke cultuur van het moderne en massa in de 20ste eeuw201B10decJa2Opdrachten ingeleverd op de datum zoals vastgelegd in de studiewijzer en / of op de opdracht behorende bij toets 1.202710decNee3Toets 2: Hofcultuur in de 17e eeuw. Burgerlijke cultuur van het moderne en massa in de 20ste eeuw203B10decJa3Opdrachten ingeleverd op de datum zoals vastgelegd in de studiewijzer en / of op de opdracht behorende bij toets 2.204710decNee4Toets 3: Hofcultuur in de 17e eeuw. Burgerlijke cultuur van het moderne en massa in de 20ste eeuw205B10decJa4Opdrachten ingeleverd op de datum zoals vastgelegd in de studiewijzer en / of op de opdracht behorende bij toets 3.206810decNeeHet rapportcijfer voor de bevordering wordt als volgt berekend:(201 + 202 + 203 + 204 + 205 + 206):6Het cijfer wordt gemiddeld met het behaalde cijfer voor Muziek of Beeldende vorming (kunstpraktijk)De toetsen die meetellen voor het eindexamen zijn: Geen53581305080Vwo 5OnderwerpStudieroosterKunstalgemeen vwo 5Drama en Film 2008/2009Opdrachten uiterlijk inleveren vlak voor de les van die week. Ook bij lesuitvall!! Ditigaal cpn@ maar liever op papier in grote lettes (voor een dyslectische docent)PuntenOpdracht nr.Titel opdracht / lesstofData inleverenLesweek1Opdracht 1Inhoud H1, Klassieken1.21Opdracht 2Inhoud H2, Kloosters en Romaans1.31Opdracht 3Inhoud H3, Romaans en Gotiek1.51Opdracht 4Inhoud H4 Renaissance1.61Opdracht A1Begrippen, Hof en hoveling14-101.71Opdracht A2Vragen14-101.71Opdracht 5Homo Universailes en Commedia dell’ arte 28-101.81Opdracht 6Reformatie, contrareformatie en Moliere11-112.11Opdracht A3Stelling, feesten en Vatel18-112.24Opdracht BPresentatie hof25-112.31Opdracht 7Inleiding Nederland 17de eeuw02-122.41Opdracht 7BCommedia dell’arte2.41Opdracht C1Vondel enz.09-12 concert2.52Opdracht C2Stellingen en vragen19-122.64Opdracht DPresentatie 17de eeuw Nederland05-012.71Opdracht 8Oefening examen13-012.8Schoolexamen in bufferweek 2.Opdracht 1 t/m 7 inclusief A,B,C en D vormt je verslag dat aangevuld wordt met: dit geheel wordt compleet getoond uiterlijk op 13 januari. Dan krijg je 1 punt extra. Deel dit door 2 en je weet je cijfer. Opdracht A: Begrippen en vragenDinsdag 14oktober/ 18 novemberOpdracht B: PresentatieDinsdag 15 novemberOpdracht C: Begrippen en vragenDinsdag 19 december / 5 januariOpdracht D: PresentatieDinsdag 5 januari53581305080Vwo 5OnderwerpDe opdrachtenDeze opdrachten zijn gemaakt door Tineke van Cappellen. De opdrachten moesten de leerlingen gedurende periode 1 en 2 maken. Elke les ongeveer 1 tot 2 opdrachten. Kunstalgemeen vwo 5Drama en Film 2008/2009Opdracht 1Duo.Vragen naar aanleiding van de esthetica en H1. Beantwoorden en inleveren (ongeveer een ? A4)Geeft een korte omschrijving van de basis van de idee?n van Aristoteles wat betreft kunst.Wat zijn de basis principes van het klassieke dram volgens Aristoteles? Waarom is dit zo belangrijk volgens hem?Stel dat Aristoteles in deze eeuwe mee kijkt wat vindt hij dan van een soap? Verklaar je antwoord!!Geef een korte omschrijving van de basis van de idee?n van Plato wat betreft kunst.Welke huidige kunstvorm zou Plato gewaardeerd hebben? Verklaar je antwoord!!Wat is de basis voor het klassieke idee over schoonheid van de Grieken? Waarom is dit voor iedereen die toen leefde zo duidelijk?Opdracht 2Solo.Vraag n.a.v. H2. Beantwoorden en inleveren.Waarom heet Hoofdstuk 2 goddelijke orde? Verklaar je antwoord (ongeveer een ? A4) n.a.v. Hoofdstuk 2.Opdracht 3Duo.Vraag n.a.v. H3. Beantwoorden en inleveren (ongeveer een ? A4).Wat is de functie van de stad in de middeleeuwen en hoe heeft dit de kunsten be?nvloed?Stelling: De kunsten ontwikkelde zich in de Gotiek op een zelfde soort manier. Dit is te zien en te horen. Verklaar deze stelling wat betreft de beeldende kunst, architectuur en de muziek.Opdracht 4Solo.Vraag n.a.v. H4. Beantwoorden en inleveren (ongeveer ? 4).Wat is het verschil in denken tussen de Middeleeuwen en de Renaissance wat betreft de kunsten, de geestelijken en de adel. Opdracht A. Deze opdracht bestaat uit 3 delen. Je maakt de opdracht in duo of 3-tallen.1AWelke termen horen het beste bij elkaar en waarom:MoliereA Louis seize StijlHumanismeBSterk licht/donker contrastMonteverdieCTheatrale onderbrekingMecenasDLineairConcilie van TrenteEReformatieRubensFL’Etat c’est moiLodwijk XIVGAllegorieBalletkomedieHBegunstiger van kusntanars en wetenschappersBerniniITartuffeLeonardo da VinciJCommedia dell’arteCharles le BrunKSint-Pieter in RomeINtermediLHomo UniversalesLutherMVolmaakte schoonheid door levensechtheidCaravaggioNAandacht op het individu Mona LisaOSixtijnse kapelMagere PantalonePL’orfeoCatharina de MediciQLe bourgeois GentilhommeBallet de la NuitRMadrigaalMichelangeloSPicturaalOrlando di LassoTContrareformatiePoussinULe Ballet Comique de la Reine Louise123456789101112131415161718192021A2In deze opdracht worden er acht (deel)vragen gesteld over de hofcultuur en drama.Per drietal gaan jullie enkele vragen beantwoorden, gebruik hiervoor je boek. Je krijgt van de docent te horen welke vragen!! Na ongeveer tien minuten omschrijf je mondeling per drietal aan jullie klasgenoten jullie antwoord. Omschrijf kenmerken van hoffeesten ten tijde van de Renaissance.Omschrijf welke functie de triomftochten hadden voor de hovelingen ten tijd van deRenaissance en benoemd twee kenmerken van de triomftochten. Wat voor functie had ‘ Basse danse’ ? Noem twee kenmerken van de ‘Basse danse’ .Omschrijf de term ‘ deus ex machina’ en waar werd dit in of voor gebruikt? Welke functie had de ‘peripterie’ (ommekeer) in een tragedie?Benoem een verschil tussen de ‘commedia erudita’ en de Commedia dell’ arte. Geef drie kenmerken van de Commedia dell’ arte.IN welk opdacht kan je een overeenkomst zien tussen de Commedi dell’Arte types en figuren uit ‘ Goede Tijden, Slechten Tijden?’.Geeft drie betekenissen van het woord hof. Omschrijf de functie van de hoven ten tijde van de Renaissance in Itali?.De zon werd als vignet (logo) door Lodewijk XIV gebruikt. Wat wilde Lodewijk XVI hiermee benadrukken?Opdracht 5 Duo.Hoofdstuk heeft als titel HOMO UNIVERSALIS. Bedenkt een meer passende titel voor dit hoofdstuk en verklaar waarom die beter de lading van het hele hoofdstuk dekt. Geeft een korte samenvatting (opsomming) wat er in dit hoofdstuk over theater staat vermeld en te maken heeft met de informatie uit voorgaande hoofdstukken. Vermeld het verband.Opdracht 6Duo. Wat was de functie van de reformatie en de contrareformatie voor de kunsten en voor de kunstenaars? ‘ Gebruik’ in je antwoord de woorden/begrippen vrijheid, opdrachtgever, regels, nieuwe ontwikkelingen, vorst en geloof.A3Stellingen.In 1616 deed Gallilei de volgende uitspraak:‘ Dat de zon in het middelpunt van het heelal staat en de aarde en ander planteten er omheen draaien’. Is de stelling van Gallilei waar of niet waar?Antwoordt in 1616 niet waar, want het argument was: ‘ deze stelling is niet alleen dwaas en dom is, maar ook onverenigbaar met de waarheid van het geloof’ . Antwoord in 2009: Deze stelling is waar, omdat bewezen is dat het heelal veel groter is en dat de zon een van de vele onderdelen hiervan is.Schrijf met je groepje 4 stellingen op naar aanleiding van de teksten in het lesboek. Deze stellingen worden door de rest van de klas gelezen en beoordeeld of ze wel of niet waar zijn. Uit je stelling moet je kennis over deze periode blijken. Je gebruikt dus zowel muziek, dans als drama. Beeldend kunst en architectuur mag je buiten beschouwing laten. Je krijgt hiervoor 15 minuten. Je levert een vel in met daarop de 3 stellingen erop geschreven met daarbij een verklaring voor hun waarheidsgehalte. Voor de klas schrijf je elke stelling op een A5 vel.Stellingen worden klassikaal beoordeeld en moeten tot gebruik geheim blijven.De stellingen worden door de docent beoordeeld op:Bruikbaarheid voor een examen.Inhoudelijke kennis van de periode hofcultuur.Het vermogen verbanden te leggen tussen de verschillende disciplines.Originaliteit.Opdracht BDe opdrachten B en D zijn onderzoeksopdrachten met als doel de les inhouden makkelijker te onthouden.B12413034925Maak met een groep van 4 personen de volgende opdracht:Patty Brard (BNN) geeft een groot feest. Zij wil dit doen in de stijl en geest van Lodewijk XIV op zijn hoogte punt. Zo als te zien is op onderstaande foto heeft zij dringend advies nodig. Dit zijn de onderdelen die zij op het feest wil terug laten komen:The place to beTopact (niet een band, maar iets anders)Catering Styling, decoratie en de uitnodiging Kleding advies, sieraden advies en gedrag advies (voor haar)Wie moet zij zeker uitnodigen?Welke dj moet de muziek regelen?Indeling van de avondCadeaulijstBeschrijf waarom Patty jullie adviezen op zal volgen. De motivatie hiervoor komt uit jullie kennis van wat je heb onderzocht over hoffeesten in de 17de eeuw. Met de nadruk op Lodewijk XIV. Maak van deze informatie een hand-out voor je klasgenoten, waar de belangrijkste dingen (Die nog niet in de les zijn behandeld. ) op 1 A4 worden gezet. Maak van al je tips, een visuele voorstelling met afbeeldingen en/of fragmenten. Presenteert dit aan je klasgenoten, op 2 december zodat zij begrijpen waarom jullie de adviezen hebben gegeven.B2Maak met een groep van 3 personen de volgende opdracht:Er schijnt een feest door Patty Brad (BNN) georganiseerd te worden voor haar nieuwe lover. De leerlingen willen daarvoor een docenten cabaret maken. Dit doen zij op de manier van commedia dell’arte uit de 17de eeuw. Welke rollen zijn er te vergeven en wat zijn de karakters daarvan.Welke docent vragen zij voor welke rol? Wat is de overeenkomst van de docent en de rol?Wat voor kleding past bij de rol/docent?Hoe wordt Patty Brad neergezet in commedia dell‘ arte?Welke maskers worden overdreven gemaakt?Hoe ziet de schoolposter eruit? (de aankondiging) 2413019050Beschrijf waarom jullie deze keuzes hebben gemaakt, op basis van wat je al weet en wat je heb onderzocht over de commedia dell ‘arte.Als jullie deze informatie hebben opgezocht, maken jullie een hand-out voor je klasgenoten, waar de belangrijkste dingen op 1 A4 worden gezet. Die nog niet in de les zijn benoemd. Maak van al je tips, een visuele voorstelling met afbeeldingen of fragmenten.. Presenteert dit aan je klasgenoten, zodat zij begrijpen waarom jullie dit hebben gekozen."Het is de zoveelste keer dat ik trouw", zegt de 52-jarige divaOpdracht 7Duo.Alle vragen gaan over Nederland in de 17de eeuw.Waarom had Nederland niet een hof van pracht en praal zoals Frankrijk of Itali? in de 17de eeuw?Waarom werd het de Gouden Eeuw genoemd?Welke kunsten floreerden vooral in de 17de eeuw en waarom?Bekijk enkele historiestukken (schilderijen) van Rembrandt en verklaar waaraan je kunt zien dat hij be?nvloed s door zijn theater bezoeken.7BDuoWelke karakters spelen erin commedie dell’arte? Leg uit wat voor types zij waren en hoe zij eruit zagen. Benadruk de kenmerken met plaatjes. In commedia dell ‘arte verandert het verhaal bij elke optreden, maar de karakters blijven hetzelfde. Leg uit waardoor dit komt.Zijn er verschillen in het volkstoneel en klassiek toneel? Leg je antwoord uit, Leg uit waardoor zestiende eeuw het theater steeds meer een belangrijke rol gaat spelen voor toneelgezelschappen. Opdracht CC1Duo.Welke termen horen het beste bij elkaar en waarom:VermeerASchouwburgMoraalB Sterk licht/donker contrastVergankelijkheidCOrgelSpecialisatieDVondelVan CampenE’t kan verkerenStadhuis op de dam FNieuwe Schouwburg1665GBeelden groepen VierschaarH GenreRetoricaIKunsthandelSamuel CosterJDelftVondelKRederijkersSweelinkL1ste Amsterdamse schouwburgBrederoMRepubliekRembrandt v RijnNDe mens is vergankelijk80 Jarige oorlogOPorseleinWillem van OranjeP VanitasstilevenNoordelijke NederlandenQSalomonsoordeelTablaux vivantsR Tomaat en TulpDelftSStedenmaagdVOCTStadhuis op de damGijsbrecht van AmstelUBelgi?123456789101112131415161718192021C2Duo.Schrijf met je groepje 4 stellingen op naar aanleiding van de teksten in het lesboek. Deze stellingen worden door de rest van de klas gelezen en beoordeeld of ze wel of niet waar zijn. Uit je stelling moet je kennis over deze periode blijken. Je gebruikt dus zowel muziek, dans als drama. Beeldend kunst en architectuur mag je buiten beschouwing laten. Je krijgt hiervoor 15 minuten. Je levert een vel in met daarop de 3 stellingen erop geschreven met daarbij een verklaring voor hun waarheidsgehalte. Voor de klas schrijf je elke stelling op een A5 vel.Stellingen worden klassikaal beoordeeld en moeten tot gebruik geheim blijven.De stellingen worden door de docent beoordeeld op:Bruikbaarheid voor een examen.Inhoudelijke kennis van de periode hofcultuur.Het vermogen verbanden te leggen tussen de verschillende disciplines.Originaliteit.DVoor het examen moet je:Kunnen beschrijven wat de positie is van de kunstenaar in relatie tot vraag en aanbod in het kunstbedrijf en de historische context.Van de functies en doelstellingen van kunst in dienst van politieke idee?n in relatie tot de kunsthistorische context beschrijvingen kunnen geven en de meest kenmerkende middelen kunnen noemen.Weten welke inhoud (boodschap, propaganda, verzet) hierbij uitgedrukt wordt.Voor het onderdeel drama moet je dit kunnen toepassen op de stadsschouwburg in Amsterdam, de rederijkerskamers, neoklassieke kluchten en tragedies, spektakelstukken.De onderwerpen die hiervoor van belang zijn:Visies op de geschiedenis; religieus en wereldlijk.Diversiteit van christelijke geloofsovertuigingen.Protestantse visies op de kunsten.Aristoteles principes in het theater.Ter lering en vermaak.Kunst en vliegwerk (Toneel machines).Vermaak als medicijn (klucht).Maak met een groepje van 3 personen de volgende opdracht:Leerling Bredero heeft van mijnheer Kagie en mevrouw Helder de opdracht gekregen om een klucht te schrijven voor de docenten toneel voorstelling van het ISW met de Aristoteles principes erin verwerkt. De klucht moet ter lering van de docenten en ter vermaak ven docenten en leerlingen worden volgens Bredero. ISW Directeur Vondel moet de klucht goedkeuren en heeft daarbij te maken met de leider van de protestantse kerk uit ’s- Gravenzande. Hou als groep voor de klas de discussie over dit onderwerp waarbij de volgende rollen vervuld moeten worden:Leerling Bredero probeert het werk te verdedigen, hij heeft duidelijke idee?n over de Aristoteles principes. Bredero vindt de inhoud van klucht erg belangrijk. Directeur Vondel moet zowel de kerkvader als de leerlingen als de docenten tevreden stellen. Bovendien is hij de eigenaar van de “Aula” waar de klucht opgevoerd moet worden.Mijnheer Goede de leider van de kerk is tegen het toneel en vooral natuurlijk kluchten en zal dit als uitgangspunt hebben.Mijnheer Kagie (docent engels) wil dat het een mooi spektakel wordt ter lering en vermaak van iedereen. Hij stelt hoge eisen aan de uitvoering.Na ongeveer 5 minuten moet de klas erbij betrokken worden en is het de bedoeling dat jullie per persoon proberen met argumenten leerlingen mee te krijgen voor jou visie. Zorg ervoor dat de leerlingen de antwoorden op hebben: Wat wordt er precies met een klucht bedoeld in de 17de eeuw in Nederland? Geef een voorbeeld dat ter lering en vermaak is en leg uit waarom de mensen dat toen zo zagen. Maak een vergelijking met een huidig TV programma / film (die de meeste klasgenoten zullen kennen) op grond van de argumenten uit de 17de eeuw. Wat zijn Aristoteles principes in het toneel van de 17de eeuw in Nederland? Waarom werden ze toegepast.Lever je antwoorden op de volgende vragen in op een A4 uiterlijk op de eerste dinsdag in januari 2009 kopieer klaar voor je klasgenoten bij de docent. Je presenteert de opdracht aan de groep op 29 november 2009 in maximaal 10 minuten. Als de vragen direct goed zijn kopieert de docent de antwoorden voor de groep voor de les.De opdracht wordt als volgt beoordeeld: 50 % Presentatie voor en met de klas.50 % A4 met informatie voor je klasgenoten.Zie bijlagen vwo 5 voor de gemaakte opdrachten door de leerlingen5339080-4445Vwo 5OnderwerpGegeven & gemaakte lessenDatum28/08/08OnderwerpCommedia dell’Arte4577080-403860KlasVwo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Kennis bijbrengenBeginsituatie: De leerlingen weten niets tot weinig van Commedia dell’ArteDoelen:De leerlingen kennis overbrengen.De leerlingen kennis doormiddel van opdrachten laten verwerken. Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit15 minIntroductieAan de hand van filmpjes (hieronder) wil ik de leerlingen introduceren met Commedia dell’Arte. vraag naar hun toe is vooral na het zien van de filmpjes: wat valt je op?20 - 30 minTheorieDe docent vertelt de leerlingen over Commedia dell’ Arte, Elizabethaans theater en Shakespeare.De informatie-3302053340 Commedia dell’Arte:Commedia dell’arte is een toneelgroep dat op straat optreed. Het volkstoneel trekt rond van dorpen tot steden, om zo hun geld bij elkaar te verdienen. Commedia dell’arte houd zich niet aan vaste regels, het klassiek theater uit die tijd houd zich juist wel aan vaste regels. Commedia dell ‘arte speelt in op de roddels en verhalen van die stad of het dorp. Voor de karkaters is er voldoende ruimte om te improviseren. Meestal eindigt het toneel dat twee geliefdes elkaar terug hebben gevonden. Commedia dell’arte is een groep dat bestaat uit karkaters. Deze karkaters zien er spectaculair uit met hun maskers en vermommingen. Sommige karkaters staan vastgesteld aan hun maskers of kostuum. Zodat er enigszins nog herkenbaar zijn voor toeschouwers. Zo kunnen karakters verschillende modellen aan nemen. Zoals jullie hebben kunnen lezen staat Pantalone niet alleen voor vrek, maar ook voor oom of schoonvader media dell’arte is populair. Ze treden ook op aan het hof, maar hebben regelen zelf hun financi?n. Elizabethaans theaterIn Engeland ontstaan aan het einde van de zestiende eeuw toneelgezelschappen, die net als Commedia dell’arte zelfstandig opereren. Zij optreden liever aan vaste theaters. In Londen onstaan er verschillende gezelschappen, dat deze in theaters optreden. Waardoor mensen kunnen kijken naar verschillende optredens. Zakenlieden zien hier een zakcentje in en zorgen ervoor dat zij een theater bouwen met daarin spelers die een bepaalde loon krijgen. Deze theatergezelschappen zijn financieel niet meer afhankelijk.In 1576 werd het eerste simpele theater gebouwd genaamd the ‘Theatere ‘ . Al snel volgen er in het meer theaters door het land, vanwege het grote succes. Deze theaters worden ook wel Elizabetaanstheater genoemd. Helaas zijn hier niets meer van over gebleven. Wat ik wel kan vertellen is hoe de theater eruit ziet. Het was een openbare theater zonder dakEr was een verhoogd toneel met een reling, waardoor toeschouwers niet op het podium konden komenDaarvoor waren er staan plaatsen voor de toeschouwersBoven waren zitplaatsen met stoelen Achter de staan plaatsen waren ook zitplaatsenEr waren gordijnen voor de toneelspelers. (daar kwamen de toneelspelers vandaan).Het theater was versierd met felle kleuren en veel pracht en praal. Zie stukje film Shakespeare in love.ShakespeareToch zijn er gezelschappen die liever hun eigen financi?n beheren, zoals Shakespeare. Hij bouwde samen met zijn gezelschap ‘Lord Chamberlain’s Men’ een theater. Dat ook wel in het algemeen Elizabethaans theater wordt genoemd . In zijn voorstellingen deden er geen vrouwen mee en moesten de mannen niet alleen kunnen acteren, maar ook kunnen zingen, instrumenten kunnen bespelen en dansen. Zijn stukken bestaan uit historiestukken, tragedie en komedie. Daarnaast worden erin Shakespeare stukken ge?mproviseerd en is het zelfs opmerkelijk dat tragedie en komedie door elkaar lopen. Het verloopt net als een echt mensenleven. Daarom was het Elizabethaans theater belangrijke plek, omdat het theater steeds meer realistische werd. De gebaren werden kleiner en het decor belangrijker. Er ontstond een ‘vierde wand’, de toeschouwer zagen de toneelspeler, maar konden niet tegen hem praten.Shakespeare is beroemd geworden door zijn dichterlijke taal, die wordt aangevuld door beelden en als je het opleest klinkt het als melodie in de oren. Zijn thema’s zijn tijdloze thema’s in elke eeuw dan ook.5 minReflectieZijn er nog vragen?Als dit niet zo het geval zou zijn kunnen de leerlingen beginnen met de opdracht.OverigeOpdrachtenIk heb nog een extra opdracht bij de opdrachten gemaakt over Commedia dell’Arte. Deze kunnen ze nu gaan makenOpdracht 7BDuoWelke karakters spelen erin Commedie dell’ Arte? Leg uit wat voor types zij waren en hoe zij eruit zagen. Benadruk de kenmerken met plaatjes. In Commedia dell’ Arte verandert het verhaal bij elke optreden, maar de karakters blijven hetzelfde. Leg uit waardoor dit komt.Zijn er verschillen in het volkstoneel en klassiek toneel? Leg je antwoord uit, Leg uit waardoor zestiende eeuw het theater steeds meer een belangrijke rol gaat spelen voor toneelgezelschappen. 5 minAfsluitingDe docent sluit af wat er volgende week op het programma staat en wat zij vandaag hebben gedaan.Materialen:BeamerComputerYou TubeProgramma Word Potlood / penAantekeningen schriftjeDatum11/11/08Onderwerp4577080-403860Verleiding door pracht en praalKlasvwo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Kennis bijbrengenBeginsituatie: De leerlingen weten niets tot weinig van het onderwerp Lodwijk XIV, Moliere, Lully en het dansen in die tijd.Doelen:De leerlingen kennis overbrengen.De leerlingen kennis doormiddel van opdrachten laten verwerken. Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit5 minIntroductieBegin zestiende eeuw ontstaat de Renaissance, die de nadruk legt op het verstand, nadenken en studeren. Aan dit alles komt een eind, als in eind zestiende eeuw de strijd in Rome wordt aangebonden tegen de Reformatie en de leegloop van de katholieke kerk. Met veel pracht en praal proberen de katholieke kerken de gelovigen te imponeren en terug te winnen. Het sleurt je mee en doet een beroep op je emoties en gevoel. De Barok is geboren.Wie kon nou niet zo goed zijn pracht en praal laten zien als Lodewijk XIV?20 – 30 minTheorieDe docent vertelt de leerlingen over Catherina de Medici, Le ballet comique de la reine Louise, Lodewijk XIV en Lodwijke XIV danst.De informatieCatherina de MediciHet begint in 1553 als Catherina de Medici uitgehuwelijkt wordt aan Hendrik van Louis, ook wel de vader van Lodewijk XIV. Catherina de Medici verhuist naar Frankrijk. Ze nam heel haar hofhuishouding mee inclusief dansers en musici. Zo introduceert zij de Italiaanse stijl aan het Franse hof.Le ballet comique de la reine LouiseIn 1581 organiseert Catherina de Medici Le ballet comique de la reine Louise, verhalend ballet van de koningin, een feest ter gelegenheid van het huwelijk van Margaretha Lotharingen en hertog Joyeux. Het diende eigenlijk vooral om de gasten te imponeren met de pracht en glorie van het Koninklijke hof van de Valois. In dit ballet werd er voor het eerst duidelijk gebruik gemaakt van een inhoudelijk verhaal. Hierdoor wordt Le ballet comique de la reine gezien als de eerste hofballet van de geschiedenis en wordt Catherina de Medici beschouwd als de grondlegger van de westerse theaterdans.Le ballet comique gaat over de legende van Circe uit de Griekse mythologie.Tijdens zijn omzwervingen brengt Odysseus met zijn mannen een bezoek aan het eiland waar Circe woont. Hinderlijke gewoonte van die tover – mens is, dat ze alle mensen direct in dieren omtovert. Alleen Odusseus hefet een kruid ingenomen, zodat hij geen zijn wordt, zoals al zijn kameraden. Het hele verhaal nu, gaat over de moeite die Odysseus moet doen om uit de handen van de Circe te blijven. De voorstelling werd uitgevoerd in het Bourbon- zaal van het Louvre-Paleis in Parijs. De koningin deed zelf mee in het 5 uur durend spektakel . Het publiek zat vanuit een verhoging neer te kijken op de dans. Veel dansers met kleine tussen dansjesDure decors en aankledingEenheid van tijd plaats en handelingEenheid van alle andere zaken (muziek, voordracht dans en zang)De uitvoering van ‘Het verhalende ballet van de koning’ had op een dermate hoog artistiek niveau plaast gehad, dat het nog jaren zou duren voordat er weer zo ’n uitvoering zou terugkomen bij Lodewijk XIV ‘Ballet de la nuit’Lodewijk XIVLodewijk XIV werd koning van Frankrijk op vijfarige leeftijd. Hij regeerde van 1643 t/m 1715. 72 Jaar. Lodewijk XOV is een absoluut vorst, alle macht ligt in zijn handen die beroemd staat om zij uitspraak : Lestat cést moi. Door huwelijken met de De’Medici familie uit Florence en het Spaanse hof van Filips V kwam hij in aanraking met de Italiaanse en Spaanse hofcultuur. Hij moest en zou deze pracht en praal overtreffen, wat hem zeer snel zou lukken. De luxe dient niet alleen voor zichzelf, door de uitbundige hoffeesten en zijn geldverslindende bouwprojecten. Hij wist zoveel aanzien voor Frankrijk en zichzelf te verwerven, dat rond hem een bijna vergoddelijkte persoonsoverheerlijk ontstond. Versailles wordt een totaalkunstwerk waarmee de macht van de koning optimaal ge?taleerd kan worden.Daarnaast gebruikt hij entertainment aan het hof en in de tuin Versailles om:Zijn grootheid te bevestigenHij heeft beter controle over het doen en laten van hovelingenDe aandacht van de notabelen af te leiden van alles wat hij in Parijs uit laat voeren aan economische veranderingenDe rangen en standen duidelijk te maken (plaats in de dans maakte je plaas aan het hof duidelijk)Lodewijk en balletAls absoluut vorst staat Lodewijk aan het hoofd van een ‘theaterstaat’. Door zich te spiegelen aan Apolo verschaft Lodewijk XIV zichzelf een haast goddelijke status. Alles in het openbare leven van de vorst is van te voren geregisseerd en vindt plaats volgens vaste, bestudeerde rituelen. De koning beweegt zich in het openbaar altijd langzaam, met dezelfde gebaren en een flauwe glimlach. Overige minOpdrachtenDe leerlingen gaan aan de slag met het maken van de opdrachten.5 minAfsluitingDe docent sluit af wat er volgende week op het programma staat en wat zij vandaag hebben gedaan.Materialen:BeamerYou TubeComputerAantekeningen schriftenPotlood/PenDatum18/11/08Onderwerp4577080-403860Verleiding door pracht en praalKlasvwo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Kennis bijbrengenBeginsituatie: De leerlingen weten niets tot weinig van het onderwerp Lodwijk XIV, Moliere, Lully en het dansen in die tijd.Doelen:De leerlingen kennis overbrengen.De leerlingen kennis doormiddel van opdrachten laten verwerken. Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit5 minIntroductieWat hebben we vorige week behandeld?Ophalen van informatie, wat weten de leerlingen nog?20 – 30 minTheorieDe docent vertelt de leerlingen over Ballet de Nuit, Academie Royale de Danse, Moliere en Lully.De informatieBallet de la NuitDe enige andere rollen die Lodewijk aanneemt zijn in dansvoorstellingen, zoals in Ballet de la Nuit uit 1653. Tijdens deze voorstelling was Lodewijk nog maar 14 jaar en mede dankzij deze dans kreeg hij een krachtig, bovenmenselijk en bijna goddelijk imago waardoor hij vanaf zijn 22e alle macht zou hebben.In deze voorstelling verdrijft de dag de nacht, de zonnegod Apollo verdrijft de draak en Lodewijk verdrijft zijn tegenstanders. Bij alledrie de onderwerpen verdrijft het ‘goede’ het ‘kwade’. Lodewijk speelt onder andere, in het laatste bedrijf, de rol van zonnekoning. Hij wordt hierna ook wel Le Roi soleil genoemd en de gelijkenissen met Apollo komen vaak terug. Hij kon zijn perfect beheersing tonenHet is een solo, dus aandachtDans is formeel, dus reglementair, strengDans laat evenwicht zien, dus standvastigheid zijn kwaliteiten als danser worden een vast onderdeel van zijn roem. Zelfs op het staatsieportret van Rigaud van de dan al ruim zestigjarige Lodewijk verwijst de houding van de vorst nog naar het balletverledenIn de handhaving van deze absolute macht speelt kunst een belangrijke rol: ruiterstandbeelden, graveerde munten en portretten. De vorst kan niet gelijktijdig aanwezig zijn op al die plekken waar zijn macht tot uitdrukking moet komen. De portretten vervangen de afwezige vorst en worden met hetzelfde respect benaderd.Academie Royale de DanseIn de loop van de 17de eeuw worden er steeds hogere eisen gesteld aan de dansers. Aan het hof van Lodewijk XIV komt het steeds minder vaak voor dat de hovelingen nog zelf aan de dans meedoen. De gezelschapsdans aan het hof verandert in theaterdans, waarbij het hof toekijkt. Omdat dansen nu een vak wordt, sticht Lodewijk XIV in 1661 de Academie Royale de la Danse . Deze academie heeft toezicht op de kwaliteiten van dans. Charles Louis Beauchamp legt op de academie basisprincipes van het klassiek ballet vast. basisprincipe is het buitenwaarts en binnenwaarts draaien vanuit de heupen, benen en voeten. Dit heeft als voordeel dat de benen hoger opgetild kunnen worden. Een ander belangrijk basisprincipe zijn de vijf voetposities, die ook allemaal uitgedraaid zijn. (Als het goed is kennen ze de 5 basis posities en de bedoeling van Lodewijk hiermee. Dat behandeld Emmeline altijd bij CKV, Vraag het haar anders even morgen) Het voordeel hiervan is, dat je met soepele en effici?nte manier allerlei beenbewegingen in verschillende richtingen gemaakt kunnen worden. Het academische ballet ziet er sierlijk uit, maar oogt wat onnatuurlijk.Moliere - Ballet komedie Blijspelen zijn al bekend in de klassieke oudheid. Molière (P5 en 5) steekt deze theatervorm in een nieuw jasje. Hij verwerkt daarbij ook de invloeden van commedia dell’ arte. Aan het hof van Lodewijk XIV werkt Molière (1622-1673). Samen met Lully ontwikkelt hij voorstellingen waarin, in tegenstelling tot het thematische Ballet de la nuit, het als een doorlopend verhaal wordt verteld. Het meest bekende resultaat van de samenwerking tussen Lully en Molière is le bourgeois gentilhomme (1670). het stuk worden gespeelde en gesproken scènes afgewisseld met liedjes en dans. Het verhaal gaat over een man dat kostte wat het kost hogerop wilt komen. Hij bezit over voldoende geld, maar hij mist elke vorm van beschaving, die bij een gentlemen hoort. De dansmeester en muziekmeester willen hem helpen om zijn doel te bereiken. Via deze personages worden dans en muziek samengevoegd en ge?ntroduceerd aan het publiek.In tegenstelling tot de Italiaanse spektakelstukken stelt le bourgeois gentilhomme weinig eisen aan decor en theatrale effecten. Het stuk verwijst niet naar de mythologie of het klassieke drama, maar wortelt in de traditie van de veel minder abstracte klassieke blijspelen. Molière verwerkt daarbij invloeden ook uit Frankrijk, afkomstige commedia dell’ arte. Molière haat de gegoede burgerij en de latere adel, waardoor hij in zijn blijspelen vooral deze mensen onderuit haalt. Velen van zijn stukken worden verboden, toch blijft Lodewijk XIV zijn stukken ondersteunen. Waardoor de positie van de vorst nooit onderwerp van spot of kritiek wordt. ère baseert zijn stukken vrijelijk op de komedies zoals die zijn overgeleverd uit de Griekse en Romeinse beschaving. Andere toneelschrijver waaronder Jean Racine (1639 1699)zorgen voor een opleving van de klassieke tragedie. In deze tragedies staan veel regels vast. Zo bestaat een tragedie altijd uit een proloog gevolgd door drie tot vijf bedrijven. De inhoud is altijd gebaseerd op de klassieke mythologie of geschiedenis. Verder is het een vereiste dat er in navolging van de Griekse tragedies, er eenheid van tijd plaats en handeling is. Dat betekent: het verhaal speelt zich af binnen een etmaal, op een vast plek en er zijn geen extra verhaallijnen. In een tragedie of treurspel worden de personages door passie en noodlot geconfronteerd met belangrijke levensvragen.Jean Baptiste Lully – Ballet opera – klassiek BalletEen van de dansers in Ballet de la Nuit is Jean Baptiste Lully. Na deze voorstelling wordt hij echter al snel componist en choreograaf en onder Lodewijk’s bescherming is hij van groot belang in het ontwikkelen van het ballet de cour(hofballet). Het ballet vertelt meestal een mythologisch verhaal Karaktereigenschappen worden gepersonifieerd of gesymboliseerdGaat over helden en goeden met bovenmenselijke eigenschappenKonden gespeeld worden door eigentijdse personenActuele politiek situaties konden indirect aan de kaak gesteld wordenEn wordt door veel instrumenten en zang begeleid en het decor is heel erg decoratief. (enz) zijn succes als componist, werd Lully het hoofd van de Koninklijke academie. Deze academie stelt regels vast, die de basis zijn voor de ontwikkeling van het klassieke ballet. Kenmerkend voor Lully’s ballet opera’s waren:De muziek nam steeds meer deel aan het ballet, gesproken tekst verdween.In plaats daarvan gezongen of spreek gezang.De stijleenheid. Lully had één componist, ontwerper en choreograafDestijds gebruikelijk: meerdere, verschillende stijlen in een balletstukDe zang. Hij gebruikte de zang voor decoratie (extra) of op een esthetische manier. Destijds gebruikelijk: de zang was er om gevoelens uit te drukken.Het decor: (dankzij de Italiaanse ontwerpers) spectaculaire en het gaf magische effecten.Destijds gebruikelijk: ingetogener. Zo ontstond balletopera. Hieruit ontwikkeld zich in de 18de eeuw twee theatervormen opera en het ballet.Overige minOpdrachtenDe leerlingen gaan aan de slag met het maken van de opdrachten.5 minAfsluitingDe docent sluit af wat er volgende week op het programma staat en wat zij vandaag hebben gedaan.Materialen:BeamerYou TubeComputerAantekeningen schriftenPotlood/Pen52565302540Havo 5OnderwerpGroeplijstDit is de geleverde groepenlijst die ik van de Tineke van Cappellen heb gekregen. Actief op 29/08/2008 Lesperiode 2008-2009 Gesorteerd op achternaamLesgroep GHA4BV_5 KlassenmentorVak: beeldende vormingDocent: Cappellen, T.G. vanHoofddocentStamnr.Volgnr.NaamGeboortedatumDatum 1e inschMarléne v/d BosAn BuiEsther EileringPascalle de GreefEsther HaringDesirée HekesenJudith KesterSabina KnezevicMonica LoojeAlex van LuijkAliece MulderJamie MunierValerie NielManon v/d PloegSharif SantoeMarissa SchutAngela SpanjeNeline van SpronsenKim VerkadeMyke VrijlandEva v/d WaterMelissa Westen5348605-13970Havo 5OnderwerpStudieroosterWeekDinsdagDonderdag 5de uurDonderdag 6de uur3.4Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 2Dans begin 20ste eeuwOpdracht muziek afmaken.Examen oefenen in mediatheek3.5Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 3Herkansingen?Herkansingen3.6Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 4Vervolg Dans begin 20ste eeuw en wat later in de eeuwExamen oefenen in mediatheek3.7Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 5Dans 2de helft 20ste eeuwDans afronding.Herhaling algemeen belangrijke items.3.8Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 6Herhaling middeleeuwenExamen oefenen in mediatheekBuffer4.1Muziek 2de helft 20ste eeuw deel 7 (?)4.2Examen oefenen in mediatheek4.3Examen oefenen in mediatheek53581305080Havo 5Onderwerpde opdrachtenOpdracht Jeugdculturen/subculturenJullie hebben al veel dingen gehoord over de muziek uit de jaren 40, 50, 60, 70 enz. Alleen er ontbreekt nog 1 belangrijk element en dat is de jeugdcultuur. Jullie gaan in een groepje van 2 werken aan een jeugdcultuur. Er zijn verschillende jeugdculturen:Jaren 40 CountryJaren 50 - 60BluesEsther ESoulNelineNozemsSharifIndorockersManonHippiesNelineProvoAlexSkinheadsPascalleJaren 70RastaMonica & KimHardrockJamie en ValerieDiscoEsther EPunkMarleine & ElizeNew waveMarleine & ElizeJaren 80Hip hopMarissa & An & Monica & KimGothicDesireeStraight edgeJudithAlto Jamie en ValerieHouseAngela & AlexJaren 90GrungeEvan v/d WaterSkateMyke VrijlandGabberSabina & EstherJaren 2000BreezercultuurSabina & EstherUrbanMarissa & AnEmo’sDesireeJullie onderzoeken de jeugdcultuur op :Uiterlijk. Hoe ziet de subcultuur eruit als je kijkt naar kleding, haar, make – up enz.De levensstijl. Hoe leven de subculturen?Idealen. Waar staat de subcultuur voor?Dansen. Hoe dansen de subculturen en leg deze dans ook uit.Muziek. Welke muziek en wat is het verband tussen de muziek en het uiterlijk/dans/levensstijl?Jullie leveren deze onderzoeksopdracht in, in week 3.8. Minimaal 4 bladzijdes. (Dit mag natuurlijk ook meer zijn.).Let op: inhoudsopgave, inleiding, vormgeving en bronnen.Jullie mogen het onderzoek ondersteunen met plaatjes, fragmenten enz. Neem deze opdracht serieus, omdat dit op de ELO wordt gezet. Iedereen krijgt dit te zien en is belangrijk voor je examen.Zie bijlagen havo 5 voor de jeugdculturen opdracht die door de leerlingen gemaakt is5339080-4445Havo 5OnderwerpGegeven & gemaakte lessenDatum10 februari 2009OnderwerpCountry muziek4577080-403860KlasHavo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: PresenterenBeginsituatie:Zij weten nog niets over de Country muziek.Doelen:Leerlingen nieuwe kennis overbrengen.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minWelkomst woordWie ben ik en waar beginnen we mee?40 minpresentatieIk presenteer aan de hand van een PowerPoint de Country muziek.Powerpoint met inhoudelijke informatieWat ik zwart heb beschreven wordt door de docent in de les vertelt.InhoudDe oorsprong van de countrymuziekDe Jaren’20 : commercialisering van de countrymuziekDe jaren ‘30 en 4043180-897255De jaren ‘50, ’60Be?nvloed Fragment 1.De oorsprong van de countrymuziek19de eeuwVerschillende culturen komen bij elkaarVerschillende instrumenten komen bij elkaarKenmerkenMuziek is simpelEenvoudige ritmesDrie akkoordenZo kon iedereen meezingen en138430-1026795meespelenDe oorsprong van de countrymuziekDe oorsprong van de countrymuziek ligt in de negentiende eeuw. Immigranten uit verschillende landen komen in de nieuwe wereld bij elkaar en gaan al snel samen muziek maken. De Ieren komen met de viool (een instrument waarvan de oorsprong waarschijnlijk in India ligt), de Spanjaarden nemen de gitaar mee, de Italianen de mandoline en uit Afrika komt de Banjo. De Tsjechen introduceren de wals en de polka en, erg handig in grote schuren in een tijd zonder versterking, de accordeon.Tot de jaren’20 van de twintigste eeuw is er nog geen sprake van commerci?le countrymuziek. Men speelt in schuren en danszalen ter vermaak van de lokale bevolking. Deze eerste countrybands noemen we stringbands. Dit omdat men bijna alleen maar snaarinstrumenten gebruikte. De structuur van de muziek was vaak simpel omdat iedereen moest kunnen meespelen. Eenvoudige ritmes en vaak niet meer dan drie akkoorden.Fragment 2.De Jaren’20 : commercialisering van de countrymuziekVeranderingCommercieelEerste opname, hillibilly opnameFamily CarterFamily Carter : Can the circle be unbroken Nieuw Dobro en Pedal SteelGrand Ole Opry De Jaren’20 : commercialisering van de countrymuziekIn het begin van de jaren’20 is er voor het eerst sprake van commerci?le countrymuziek, en dus ook voor het eerst opgenomen countrymuziek. Deze muziek werd in deze tijd hillbilly genoemd. De eerste bekende hillbillyopnames kwamen van de Carter family. Dit trio, gevormd door het echtpaar Alvin en Sara Carter, en haar nicht Maybelle Carter. De muziek werd gevormd door gitaar, autoharp en zang, waarbij de strakke harmonie?n rechtstreeks uit het kerkkoor kwamen.In de jaren’20 worden ook enkele nieuwe instrumenten ge?ntroduceerd. Uit Hawaii kwamen de dobro en de pedal steel. Beide instrumenten worden bespeeld met een zogenaamde bottleneck, en glazen of metalen buisje waarmee over de snaren geschoven wordt. De Dobro is een gitaar met een resonator erin, de pedal steel een ingewikkeld apparaat met pedalen. Ook worden in deze tijd de akoestische bas en het drumstel ingevoerd, hoewel veel mensen vinden dat drums de muziek verzieken. Op de Grand Ole Opry, het populaire countryradioprogramma zijn drums dan ook niet toegestaan.Fragment 3.De jaren ‘30 en 40Economische crisisGing juist goed met country muziekWestern film in HollywoodCowboy imagowestern swing Bob Wills Bob Wills – Honky Tonk 14605-1344930Hank Williams De jaren ‘30 en 40In de jaren’30 is er allereerst sprake van de Grote depressie, de wereldwijde economische crisis. Een direct gevolg hiervan is uiteraard dat er minder muziek verkocht werd. Toch ging dit niet ten koste van de populariteit van de countrymuziek, integendeel. Door de westernfilms die uit Hollywood kwamen was de cowboy weer helemaal in, zeker zingende cowboys. Veel countryartiesten haakten hierop in door zich een cowboyimago aan te laten meten (tot dan toe traden zij meestal op in pak). Begin jaren ‘30 wordt ook de western swing populair. Dit is een samenvoeging van country en jazz. Een van de belangrijkste personen in de western swing is Bob Wills. Opvallend in zijn band is het gebruik van een drumstel.Een ander subgenre in de countrymuziek, de honky-tonk ontwikkelt zich in de jaren ‘40 in bars. Deze muziek is wilder (qua klank maar ook qua tekst) dan wat men tot dan toe gewend was. Het is de countrymuziek voor dronkemannen. De koning van de honky-tonk is Hank Williams, die nog steeds als een van de meest invloedrijke figuren in de countrymuziek wordt gezien. Hij leefde zijn liedjes en overleed op 29-jarige leeftijd.Fragment 4.De jaren ‘50, ‘60PopmuziekDe country muziek wordt meer popmuziekChet Atkins ontwikkelt de Nashville soundRockabilly, een kruising tussen rock&roll en hillbilly. Uit deze stroming komen Elvis Presley en Johnny Cash.Ray Charles: Modern sounds in country & western. Country muziek wordt mainstream.Nashville sound lijkt op elkaar.O.a. Waylon Jennings en Willie Nelson verlieten Nashville.Waylon Jennings Willie Nelson Nashville sound kenmerkenCountrymuziek toegankelijker maken. Enkele violen worden vervangen door strijkorkestjesDe vocale harmonie?n worden vervangen door zangkoortjes.14605-635000Hierdoor ontstaat een soort popversie van decountrymuziek. De jaren ‘50, ‘60De jaren ‘50 en ‘60 kunnen worden getypeerd als een tijd waarin countrymuziek meer op popmuziek gaat lijken en popmuziek meer op countrymuziek gaat lijken. In Nashville ontwikkelt Chet Atkins de Nashville sound, dit is een formule om countrymuziek toegankelijker te maken voor het grote publiek. Enkele violen worden vervangen door strijkorkestjes en de vocale harmonie?n worden vervangen door zangkoortjes. Hierdoor ontstaat een soort popversie van de countrymuziek. Op hetzelfde moment ontstaat de rockabilly, een kruising tussen rock&roll en hillbilly. Uit deze stroming komen Elvis Presley en Johnny Cash.Begin jaren ‘60 gooit Ray Charles een bom op de muziekmarkt: Modern sounds in country & western. In zijn eigen stijl brengt hij countrymuziek ten gehore, en zorgt ervoor dat een veel groter publiek naar country gaat luisteren. Eind jaren ‘60 zijn enkele artiesten de Nashville sound zat. In de studio krijgen ze weinig vrijheid en alle muziek gaat op elkaar lijken.? Ook was het de artiesten vaak niet toegestaan met hun eigen bandleden te spelen, zij werden gedwongen met sessiemuzikanten te spelen. Mensen als Waylon Jennings en Willie Nelson verlieten Nashville en gingen hun eigen gang. Zij werden al snel outlaws genoemd. Thematisch grijpen zij vaak terug op de honky-tonk muziek en op het gebied van instrumentatie zijn zij veel meer beinvloed door pop en rock.Fragment 5.De invloedBands als the Byrds, Buffalo Springfield, CSNY, Poco en the Eagles. Gebruik gemaakt van zowsel pop/rock en countryinstrumentenDeze muziek wordt vaak getypeerd als country-rock, softrock of folkrock.Aan het eind van de jaren ‘60 en begin van de jaren ‘70 wordt de popmuziek ook meer beinvloed door de countrymuziek, bands als the Byrds, Buffalo Springfield, CSNY, Poco en the Eagles. Er wordt hier bebruikgemaakt van zowel pop/rock instrumentatie als countryinstrumentatie en ook de simpele structuur van de countrymuziek wordt gebruikt. Deze muziek wordt vaak getypeerd als country-rock, softrock of folkrock.Fragment 6.5 minAfsluitingHoe zij graag les willen hebben, dit mogen zij op een papiertje inleveren en afsluiting van de les.Materialen:PowerpointComputerMuziek / YoutubeSchermDatum17 februari 2009OnderwerpDe jaren 50, Rythm en blues, blues, gospel e4577080-403860n Rock ‘ n rollKlasHavo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: PresenterenBeginsituatie:Doelen:Leerlingen weten al wel iets over Blues, dus daarom vertel ik bijna niets over de blues, alleen de kenmerken. Daarnaast weten zijn niets tot nauwelijks iets van Rock ’n roll.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minWelkomst woordWie ben ik en waar beginnen we mee?40 minpresentatieIk presenteer aan de hand van een PowerPoint de blues, rythm and blues, rock ’n Roll enz.Powerpoint met inhoudelijke informatieWat ik zwart heb beschreven wordt door de docent in de les vertelt. 88Een belangrijk nummer voor de ontwikkeling van de Rock ’n Roll is het liedje “Rocket 88” uit 1951 gespeeld door de band van Ike Turner. De belangrijkste kenmerken van de rock ’n roll zijn de uit de blues geleend.De drie-akkoorden schema, maar dan sneller gespeeld.Een pakkende melodie.128905-751840de backbeat. De backbeat is het verlengde accent in een muziekmaat. Normaalgesproken ligt het accent op de 1e tel en minder op de 3e. Bij de Rock ’n Roll krijgen de 2e en de 4e tel een accent.Simpele tekst. Als je naar de tekst van het lied Rocket 88 kijkt, heeft het weinig inhoudelijks, het gaat over een auto en meisjes versieren,vrij simpel lied dusDoor de tijd heen is Rocket 88 vele malen gecoverd en is een inspiratiebron voor verschillende liedjes geweest zoals het beroemde Rock ’n Roll nr “Rock around the Clock” door Bil Haley. Die echt doorbraken in de eerste Rock ’n Roll film ‘ Round up tot Rhythm 1954’ en ‘Rock aroun the clock 1956’.Fragment 1.Be?nvloeding van Rock ?n RollJump blues vanaf 1945Kenmerken:1 De stijl is hevig be?nvloed door de bigbands en de gospelFragment: Billy Ward & TheDominoes: Fragment: Gospel? 2 snelle dansbare ritme, 3 grappige teksten 4 bijzondere blazerssectie. Voorloper Belangrijke artiestenLouis Jordan en Wynonie Harris Fragment: Louis Jordan - Choo choo ch'boogie - Buiten de scene van R&BCommercieelFragment 2.Beinvloeding van Rock ’n Roll vervolgGecoverd Inspiratiebron voor bv. “Rock around the Clock” door Bil Haley. Fragment: Bil Haley - Rock around the Clock. Rocket 88 1951 Fragment - Rocket 88 Oorsprong blues liedjeKenmerken die terug te vinden zijn in Rock ‘n Roll:1. De drie-akkoorden schema, maar dan sneller gespeeld.2. Een pakkende melodie.3. De backbeat 4. Simpele tekstover eenFragment 3.De maatschappij Na de oorlogEconomische groeiWilde vrolijke muziekGeen zware onderwerpenAfschaffing slavernijNog steeds onderscheidRosa Parks 1955Soul lied aan haar opgedragen: ‘thank you sister rose’.147955-1292225Ook muziek was gescheiden. Country muziek bij de blanken , blues etc. bij de zwarten.Rock ‘n roll; vermenging.MaatschappijOm te weten waar de Rock ’n Roll beweging vandaan kwam is het ook belangrijk om te weten hoe de maatschappij in die tijd in elkaar zat.??Na de tweede wereld oorlog keert de zorgeloosheid terug in de maatschappij. De economie in Amerika maakt een enorme groei mee, ze hadden aardig verdient aan de oorlog en plukte daar nu de vruchten van. De Amerikaanse burgers werden steeds welvarender. Dat merkte je in allerlei sectoren, zo kwamen elektrische huishoudelijke apparaten veel vaker voor en men kon zich die luxe ook veroorloven. De goede economische situatie zorgde er voor dat veel mensen zich goed voelde, en daar hoorde dan ook luchtige vrolijke muziek bij. De bevolking wilde na de jaren van onzekerheid weer gewoon lol maken. Het moest allemaal niet te zwaar zijn en makkelijk te verteren. Dat hoor je terug in de songteksten die meestal niet over zware onderwerpen gaan, maar meer over liefde of andere leuke dingen van het leven. Ook de melodie?n liggen makkelijk in het gehoor. Er was nog wel veel onderscheidt tussen blank en zwart, slavernij was afgeschaft maar er bestond nog steeds veel discriminatie. De jaren 50 waren zeer belangrijk in de strijdt tegen het racisme. Het bekende verhaal van Rosa Parks die niet wilde opstaan in de bus vond bijvoorbeeld plaats in 1955. De blanke en zwarte bevolking waren duidelijk nog apart en ze gingen nog niet veel met elkaar om. Ook de muziekstromingen waren gescheiden. Zo had de blanke bevolking Country & Western en de zwarte bevolking de Blues en Jazz.In de muziek bestond ook een duidelijke scheiding tussen blanke en zwarte artiesten. Ze bleven vooral bij hun eigen stromingen. Doordat de zwarte bevolking in grote getallen van het platteland naar de stad kwam om werk te zoeken kwamen de verschillende muziekstromingen bij elkaar. Ze gingen zich vermengen en zo ontstond een nieuwe stroming: Rock ’n Roll.Fragment 4. Jeugd309880-139065 -Beginnende jeugdcultuur-Afzet tegen ouders-Werden wat losser-Dachten vrijer over bv. sex.-Dit ‘losse’ uitte zich ook in de Muziek-leeftijd- Manier van dansenFragment: Billy Ward & theDominoes – sixty minute man Fragment: Jerry Lee – Great balls of fire JeugdcultuurIn de jaren ’50 was er ook sprake van een beginnende jeugdcultuur. Voor dat deze zich begon te ontwikkelen was er eigenlijk geen eigen “plek” voor jongeren. Je werd geacht je goed te gedragen en altijd te luisteren naar wat ouderen zeiden. Maar zo langzamerhand wilde de jongeren ook iets voor zichzelf, ze gingen ze steeds meer verzetten tegen het gezag van de ouderen en werden wat losser. Ze ontwikkelde andere waarde en normen dan hun ouders. Ze dachten vrijer over dingen als seks. Die alles uitte zich ook in de muziek en de manier waarop er werd gedanst. De muziekteksten werden bijvoorbeeld wat gewaagder en de dansen werden meer seksueel geladen.?Met name nummers als “Sixty Minute Man” van Billy Ward & the Dominoes en “Great Balls of Fire” van Jerry Lee Lewis shockeerden ouders over heel Amerika. Ook de heupbewegingen van Elvis zorgde voor veel opspraak.Fragment 5.De begin jaren1952Doris Day Fragment: Doris Day - A Guy is a Guy 1954Bill Haley Country muziek met western swing te vermengenFilms Round up of Rhythm 1954 en Rock around the clock 1956, werd deze muziek ongekend populair. 1956 werd hij populair door zijn rock ‘n roll lied Rock around the clock.?14605-1196340Fragment: Bil Haley - Rock around the Clock. In 1952 was Rock ‘n roll nog niet uitgebroken. De muziek was nog liefelijk zoals Doris Day en de teksten fatsoenlijk te noemen. De blanken en zwarten muziek waren nog gescheiden, maar de ontwikkelingen kwamen steeds dichterbij elkaar. In 1954 verscheen Bill Haley als een van de bekendste artiest in de beging jaren van Rock ’n Roll. Hij werd ongekend populaire door country muziek samen met de western swing te verbinden. Dankzij de films Round up of Rhythm 1954 en Rock around the clock 1956, werd deze muziek ongekend populair. En in 1956 werd hij populair door zijn lied Rock around the clock.Fragment 6.Elvis1954 ‘that’s alright mama’Kenmerken van Elvis: Vermengde gospel, rhythm & blues en country muziek met elkaar.Trok blanken en zwarten.Heupbewegingen, verwijzing naar sensueel.Groeit uit tot King of Rock ‘n roll ‘Don’t be cruel’ en 1956 ‘hounddog’Fragment: Elvis Presley –thats alright mama Fragment: Elvis Presley –Don’t be Cruel Fragment: Elvis Presley - hounddog Elvis PresleyKwam op vanaf 1954 met het lied ‘thats alright mama’. Hij vermengde de gospel, Rhythm & blues en countrymuziek met elkaar. Zijn succes had te danken dat hij blank was, dit trok de blanken publiek en omdat hij zwarte muziek maakte die ook de zwarte bevolking waardeert. Hij groeit uit tot de King of Rock ’n roll, door de hoofden van meisjes op hol te laten slaan met nummers als ‘don’t be cruel’ en ‘ hounddog in 1956’ en zijn sensuele heupbewegingen. Fragment 7.Little RichardVanaf 1955 Eigen typsiche rock ‘n roll nummers.‘Long tall Sally’.Eigen teksten schrijven.Bijzonder piano gebruik.; Jerry Lee Lewis en Fats DominoInvloed: door grote nadruk te leggen op uiterlijk vertoon en hoge uithalen wordt hij gezien als voorloper van de glamrock.146052540Fragment: Little Richard – Long Tall Sally Fragment: Jerry Lee Lewis – whole lotta shaking going on Fragment: Fats Domino – Blue Berry hill Little RichardKwam in 1955 met zijn eigen typsiche rock ’n roll nummers zoals ‘Long Tall Sally ‘. Opvallend was dat hij zijn teksten zelf schreef en het was opvallend wildere stijl. Door het gebruik van de piano vertoont zijn rock enerzijds overeenkomst met die van Jerry Lee Lewis, anderzijds met die van Fats Domino.Invloed: door grote nadruk te leggen op uiterlijk vertoon en hoge uithalen wordt hij gezien als voorloper van de glamrock.Fragment 8.Chuck BerryVader van de Rock ‘n’ Roll. Hij speelde als eerste verschillende stijlen muziekEigen tekstenSprak zowel zwart als blank aan. ?én van zijn bekendste nummers is Johnny B. Goode.Fragment: Chuck Berry – Johnny B, Goode. Invloed: Rolling Stones en John Lennon, Angus Young van AC/DC. (voornamelijk door zijn teksten)Chuck BerryChuck Berry wordt gezien als de vader van de Rock ‘n’ Roll. Hij speelde als eerste verschillende stijlen muziek door elkaar voor publiek. Hij was één van de eerste zwarte artiesten die zowel blanke als zwarte mensen aansprak door zijn eigen geschreven teksten. Door zijn stijl had hij zeer veel aanhangers. ?én van zijn bekendste nummers is Johnny B. Goode.Invloed: Rolling Stones en John Lennon, Angus Young van AC/DC. (voornamelijk zijn teksten)-42545-1422400Fragment 9.146053810Alan FreedGrondleggers van Rock ‘n Roll.Introduceerde de naam Rock ‘n Roll Ontleend aan; ‘Baby rocks me with a steady roll’. Invloed grootDoor hem is rock ‘n roll doorgebrokenAlan Freed wordt gezien als een van de grondleggers van de Rock ’n Roll. Hij was in de jaren ’50 een zeer belangrijker DJ op de radio. Zijn invloed was groot omdat hij zowel blanke als zwarte muziek liet horen in zijn programma. Op deze manier kon de blanke meerderheid kennis maken met de zwarte muziek. Alan Freed kreeg op deze manier zeer veel aanhangers. Door zijn werk kon Rock ’n Roll ontstaan, zonder hem was het waarschijnlijk nooit zo groot geworden of het had in iedergeval veel langer geduurd voor de stijl echt was doorgebnroken. Alan Freed werkte op de radio onder de naam Moondog. Hij was ook diegene die Rock ’n roll als naam introduceerde. Hij ontleende de naam aan het nummer "My Baby Rocks Me with a Steady Roll". De naam werd in elk geval in 1947 al gebruikt en moet al in de jaren '20 zijn opgedoken in het 'slang' van de zwarte Amerikanen: de term stond toen voor de geslachtsdaad.Fragment 10.Bo DiddleBenoemingswaardig: Bo Diddley. Zijn stijl, kenmerkend door de metaalachtige gitaarriffs en de voortstuwende ritmes, is vaninvloed geweest op talloze muzikanten, hoewel zijn werk zelden de hitlijsten heeft weten te bereiken. De ontwikkeling van zijn eigen ritme, wordt ook wel jungle ritme genoemd. Het ritme is in diverse nummers gebruikt:U2 – Desire The Who – Magic BusThe Roling Stones – Not Fade Away Fragment 11.1959 eind in zichtBuddy Holly – verongeluktElvis Presley – militaire dienstplichtJerry Lee Lewis – schandaal rondom zijn huwelijk met zijn 14 jarige nichtjeChuck Berry – GevangenisOp de tv wilde men ‘nettere muziek’. Daar ging de muziek op in. Fragment 12.Kenmerken rock’ n RollDe drie-akkoorden schema, maar dan sneller gespeeld.Een pakkende melodie.De backbeat. Simpele tekst. Vrije uitingen van gedachten kwamen terug in de dans. Bv. de heupbewegingen had alles te maken met seksuele uitingen.Zang, vaak meerstemmig.Instrumenten die worden gebruikt zijn elektrische gitaar, saxofoon en bineert invloeden uit boogiewoogie, jazz, r&b, folk, gospel, country en blues.Rock ’n roll artiesten de leeftijd dicht bij de fans lag.Rock ‘n roll was voornamelijk mannelijke aangelegenheid. Er waren weinig vrouwen die het ‘swingende’ van rock ’n roll konden spelen. Meestal werd het bij de vrouwen te liefelijk. Bekende vrouwelijke rock ’n roll zangeressen: Wanda Jackson ‘let’s have a party, Brenda lee ‘Sweet nuthin’s en Janis Martin. Fragment 13.5 minAfsluitingHet hebben over de extra informatie en de ELO*.*Niet slim geweest om te zeggen, omdat ze nu zoiets hebben, dan hoef ik niets meer op te schrijven.Materialen:PowerpointComputerMuziek / YoutubeSchermDatum10 maart 2009OnderwerpQuiz de jaren 60 en 70.4577080-403860KlasHavo 5DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: BegeleidenBeginsituatie: De leerlingen hebben al van de jaren 40, 50 en begin jaren 60 les gehad. Nu komen steeds dichterbij de jaren, die zij kennen. Doelen:De leerlingen op een andere manier leren omgaan met de stof.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minIntroductieUitleg van de Quiz30 minQuizDe docent geeft de leerlingen doormiddel van een powerpoint de quizvragen.Leerlingen zijn actief bezig met het maken van de quiz.Powerpoint quizAlles wat in het zwart staat beschreven, staat niet in de powerpoint.De leerlingen krijgen dit keer bij kunstalgemeen een popmuziek quiz. Wat voor materialen heb je nodig?Aan het begin krijgen de leerlingen een groen, rood, blauw, geel, oranje en een schrijf blad. De verschillende kleuren betekenden allemaal iets anders;Groen staat voor waar.Rood staat voor niet waar.Blauw staat voor A.Geel staat voor B.Oranje staat voor C.Het schrijfblad moeten de kinderen de openvragen beantwoorden.Daarnaast zijn er twee punten; een punt en een min punt.De minpunt is een huilebalk en een punt is een joker.Hoe werkt de quiz?De docent verdeeld de leerlingen in 2 tallen of de leerlingen kiezen zelf met wie ze gaan. De docent laat de fragmenten zien van verschillende artiesten uit de jaren 60 en 70. Aan de hand van de filmpjes worden er vragen gesteld. Dit kunnen open, gesloten en ja en nee vragen zijn. Diegene die de vragen goed hebben krijgen een joker en diegene die de vragen fout hebben beantwoord krijgen een minpunt. De leerlingen met de meeste punten hebben gewonnen en krijgen van de docent iets lekkers.1460580010 Categories: de jaren 60& 70 Fragment 1.1319530996951460599695 Bob Dylan Fragment 2.Waardoor is Bob Dylan in Amerika beroemd geworden ? Als songwriter.Als protestzanger.Als een leider van een beweging, die geloofde in de Vietnamese oorlog.Fragment 3.2. Wat is de stijl Bob Dylan’s stijl muziek? A. Folks en bluesB. Folks C. Country, folks en soul.Fragment 4.3. Wat is Bob Dylan’s echte naam? Robert Allen Zimmerman.Bob Zimmerman.Bob Dylan Junior. Fragment 5.4. Bob Dylan is ge?nspireerd door Woody Guthrie, wat hoor je terug van Guthrie in de muziek van Bob Dylan? Fragment 6.Blowin’ in the windHow many roads must a man walk downBefore you call him a man?Yes, ‘n’ how many seas must a white dove sailBefore she sleeps in the sand?Yes, ‘n’ how many times must the cannon balls flyBefore they’re forever banned?The answer, my friend, is blowin’ in the wind,The answer is blowin’ in the wind. 5. Wat is de achterliggende gedachten achter de eerstetwee regels van de songtekst? Fragment 7.Het keerpunt van Bob Dylan’s leven was in 1965 Newport Folk Festival. Fans waren geschokt, want hij niet op met een versleten bloesje met akoestische gitaar, maar met een leren jas en hele band achter zich.Wat was voor Bob Dylan de reden om te veranderen?6. Waar of niet waar: Hij werd voor zijn gevoel te veel een kant op geduwd waar hij niet op zat te wachten en besloot iets compleet anders te gaan doen. Fragment 8.Op wie heeft Bob Dylan invloed gehad? 7. Waar of niet waar: Op de jongeren die zich bij het protest en de burgerrechtenbeweging aansloten.Fragment 9.Rolling Stones Fragment 10. 8. Wat voor stijl muziek maken de Stones?Rock’ n roll, rock, blues, country, hardrock, reaggae en punk. Rock’ n roll, rock, soul en country. Rock’ n roll, rock, country, hardrock en punk. Fragment 11.Na 1966 was er een omslag in het maken van de muziek van de Rolling Stones. Dit was ook te merken aan de volgende albums.9. Waardoor kwam dit? Fragment 12.Jeugdcultuur 10. Hoe noem je deze jeugdcultuur ook wel? Fragment 13.11. Benoem 3 kenmerken waaraan je kan zien,dat deze film een voorbeeld is van de hippiecultuur.Fragment 14. Jimi Hendrix Fragment 15.-42545571512. Hoe noem je het grootste festival in 1969 met het motto ‘ three days of peace and music’ ? Fragment 16.-425453556013. Waardoor is Jimi Hendrix beroemd geworden?Door zijn gitaarspel.Door zijn hevige drugsgebruik.Door zijn live optredens. Fragment 17.14. Wat voor vernieuwingen bracht Jimi Hendrix in het gitaarspelen?Akkoorden, feedback en vernieuwende opnametechnieken.Akkoorden en de feedback.Akkoorden, feedback en vernieuwde dansmoves.Fragment 18.15. Wat is een feedback?Fragment 19.16. Wat voor soort stijl muziek speelt hij?Waar of niet waar: Zijn stijl is een samensmelting van rock, blues en jazz.Fragment 20.17. ABBA wint in 1974 met het nummer …?… het Eurovisie songfestival, welk nummer was dat?Fragment 21.18. In 1974 behaalde the rubettes een nummer 1 hit. Welk nummer was dit? Fragment 22.19. Wie won in 1975 het Europees songfestival met het nummer dingedong?Fragment 23.20. Wie introduceerde voor het eerst hard rock/heavy metal Fragment 25.10 minAfsluitenDe leerlingen krijgen de huiswerkopdracht mee. Dit wordt uitgelegd.Zijn er nog vragen? Daarna mogen zij naar huis.Materialen:ComputerWordGeluidsapparatuurPenVerschillende kleuren papierSchrijf papierPowerpoint5348605-13970Havo 4OnderwerpGroepslijstDit is de geleverde groepenlijst die ik van de Tineke van Cappellen heb gekregen. Actief op 29/08/2008 Lesperiode 2008-2009 Gesorteerd op achternaamLesgroep GHA4BV_5 KlassenmentorVak: beeldende vormingDocent: Cappellen, T.G. vanHoofddocentStamnr.Volgnr.NaamGeboortedatumDatum 1e insch137651Danielle van Baalen12/05/199301/08/2005134102Nikie Bartels09/06/199201/08/2005132363Esmee Dekkers23/02/199301/08/2005107254Jarrold Jeommanbaks11/03/199201/08/2004132815Wendy ten Kate22/01/199301/08/2005101426Mrijam Luken09/03/199201/08/2004133957Anouk Riekert29/04/199301/08/2005161868Ingrid van R. G. Rojas01/08/199101/08/2007100759Vera Spruijt25/05/199201/08/20041029710Eva Valstar07/10/199101/08/20041087211Karin Valstar20/02/199201/08/20041364312Femke Voois20/09/199201/08/20055348605-13970Havo 4OnderwerpPTADit is de geleverde toetsten en opdrachten omschrijving. Een kort overzicht voor leerlingen om te weten hoelang zij over een toets hebben en of dit herkansbaar is enz. Vak: kunstvak havo-4Profiel: Cultuur en MaatschappijPraktische opdrachten/handelingsdeelPerOpdrachtCode voortWeekVoCijferTijdHer4Vergelijkend onderzoek n.a.v theorielessen, ervaringen uit de eigen praktijk n.a.v. thema.In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht401IV:72dec1200Nee4Schetsen en eindwerkstuk n.a.v. thema leerling werkt aan voorschetsen en eindwerkstuk. Een visie op het thema komt tot uiting. In te leveren in onderdelen op de datum zoals genoemd in de studiewijzer en / of op de opdracht.402IV:93dec1600NeeHet rapportcijfer voor de bevordering wordt als volgt berekend:(2x401 + 3x402):6Er zijn nog geen toetsen die meetellen voor het schoolexamen. 5348605-13970Havo 4OnderwerpStudieroosterPeriode 1Havo 4Data en bijzonderhedenSchoolThuis1.1Introductie tekenen bovenbouw vlagAfmaken1.2Vlag presentatie 1ste opdracht MiddeleeuwenPlaatjes1.3Theorie kleurAfmakenKleur symboliekAfbeeldingen zoeken1.4Geen les1.5Kleur afgemaaktAfbeeldingen letters Zoeken1.6Theorie typografieTypografie naam makenInfo verslagAfmakenVerslag makenHerfstvakantie1.7DecoratieTypografie afmakenVerslag maken1.8Presentatie typografieBufferweek 12.1GroepswerkVerslag af2.1GroepswerkVerslag inleveren.Eindwerkstuk2.2Presentatie groepswerkEindwerkstukEindwerkstuk2.4Eindopdracht presenteren aan de groepBeoordelingen voor besprekenIntro P2 17de eeuwOpdracht kerst beginnenPeriode 2 Havo 4Data en bijzonderhedenSchoolThuis2.7 Introductie periode 2 eindopdrachtenDuo opdracht fotografieGenresPotlood CompositieZelf portret maken 2.8 Zelf portret presenterenFotograferen duo opdrachtFotografie / montage Foto’s verwerken en afrondenLeren voor de toetsBufferweek 2Toets vaktheorieLeren voor de toets3.1 Portret klasgenoot presenterenDoorkijkjes op schoolLijnperspectiefDoorkijkje Onderzoek 17de eeuw3.2 StillevenHoutskool/ KrijtStilleven Onderzoek 17de eeuw3.3 “Hollands licht”Krijt/verfLandschapOnderzoek 17de en 20ste eeuw3.4 Opdracht VVVVerfOpdracht VVVOnderzoek 20ste eeuw Voorjaarsvakantie3.5 Opdracht VVVOpdracht VVVOnderzoek 20ste eeuw 3.6 Opdracht VVV presenterenEindopdrachtEindopdrachtVerslag afronden3.7EindopdrachtInleveren verslag 17de en 20ste eeuwEindopdracht3.8Presentatie opdracht 17de eeuw NL.Introductie Romantiek en Realisme19de eeuwPeriode 3Havo 4Data en bijzonderhedenSchoolThuis4.1Endopdrachten periode 2PresenterenStilleven inleverenOpdracht 1 spotprentOpdracht 1 afmaken4.2Opdracht 1 presenterenOpdracht 2 beginnenOpdracht 2 verder afmaken4.3Opdracht 2 afrondenOpdracht 2 verder afmakenMeivakantie4.5Opdracht 2 presenteren als groepje.Theorie voor SO. en of onderzoek 19de eeuw.Onderzoek 19de eeuw4.6Theorie voor SO. Onderzoek 19de eeuw.Onderzoek 19de eeuw4.7Inleveren verslag 19de eeuw.Schetsen voor eindopdracht 19de eeuwTheorie voor SOOnderzoek 19de eeuw afronden4.8Schetsen voor eindopdracht 19de eeuwTheorie voor SO.Eindopdracht4.9EindopdrachtTheorie voor SO.Eindopdracht4.10Presentatie opdracht 19de eeuw NL. Laatste theorie voor SO.Leren voor de SO.Bufferweek 4SO. 2 beeldend53581305080Havo 4Onderwerpde opdrachtenTekenen Periode 1 Havo 4HAVO4 KUNST BEELDENDTekenen Periode 1 Havo 4De boeken voor de kunstvakken.Tekenen en kunstalgemeen hebben een samenhang zij vormen het vak kunst. Kunst algemeen heb je vanaf de 5de klas.Voor tekenen heb je dit jaar het boek: Beeldende begrippen van Bert Boersma.Dit is een boek waarin termen in korte bewoording worden uitgelegd en ge?llustreerd zijn met tekeningen en voorbeelden. Ook staat hier een tijdbalk voor de beeldende (foto’s, schilderijen, sculpturen, enz.) kunst in. In dit boek kun je snel even iets opzoeken of nakijken.Neem het elke les mee.Wat kun je verwachten.Dit leerjaar moet je drie “eindopdrachten” afronden. Deze kunnen uit meerdere of verschillende onderdelen bestaan. Daarnaast maak je ook een aantal oefeningen om je technieken en inzichten te verbeteren.Elke praktijkopdracht wordt beoordeeld op verschillende punten zoals techniek, inzicht, creativiteit, doelen die bereikt zijn en voortgang.Bij elke eindopdracht hoort een onderdeel theorie hiervoor maak je een procesverslag en je doet een theoretisch onderzoek. In de 2de en de 4de bufferweek krijg je toets die 50 minuten duurt. Het doel van de lessen.Je weet meer van en kunt praktisch meer met beeldende vorming dan voorheen. Je leert meer van de technieken en inhouden van het vak.Je scoort een voldoende. Je hebt er plezier in.Hoe kun je behalve door hard te werken de doelen bereikenLees de specifieke doelen van elke opdracht goed door en controleer of je werkstukken hieraan voldoen. Zo niet dan is het nog niet klaar of neem contact op met de docent en maak duidelijk welk doel voor jou niet haalbaar blijkt te zijn. Maak een keuze uit de eindopdrachten en als blijkt dat je een verkeerde keuze heb gemaakt doordat het saai is of te moeilijk of gewoon stom, kies dan een andere opdracht in overleg met de docent i.v.m. de tijd die er nog over is.Maak aantekeningen van dingen die je tegen komt en die je hebt gedaan zodat je zelf heel goed weet welk proces je hebt door lopen. Onderzoek voor de theorie alleen de dingen die je interessant vindt of die je kunt gebruiken voor je werkstukken. Als je dingen onderzoekt omdat je denkt dat het moet en er niets mee doet dan vergeet je ze toch weer en dat is zonde van je tijd.Als je ontdekt dat je geen voortgang maakt neem contact op met de docent om uit te vinden waar dit door komt.Zorg ervoor dat je begrijpt hoe je werk beoordeeld zal worden.Zorg dat de docent je email adres heeft. Het adres van de docent is de afkorting@ bijv. cpn@ is van Tineke van Cappellen.Wat is een kunstdossier bij tekenen.Een kunstdossier bestaat uit meerdere onderdelen. Het theoretische deel:Een titelpagina met daarop je naam, je leerjaar en je leerling nummer.Alle afbeeldingen die je denkt voor je werk te kunnen gebruiken of die je tegen komt en “waar je wat mee hebt” bewaar je zodat je er altijd bij kunt. Dit onderdeel van je kunstdossier is je eigen beeldenbank die kan van papier zijn maar ook digitaal of een combinatie hiervan. Zet bij de afbeeldingen zoveel mogelijk gegevens zoals: bron (boek, internetsite enz.) titel van het werk en de maker als die bekend zijn, de techniek, het formaat en jaar dat het gemaakt is.Een procesverslag. Hierin vermeld je heel precies wat je doet of wat je van plan bent. Je schrijft op wat wel en niet gelukt is en wat je wilt bereiken. Dit procesverslag is een belangrijk onderdeel bij het beoordelen van je vooruitgang.Alle theoretisch informatie die hebt opgezocht en hoe je dit verwerkt hebt of waarom je dit hebt opgezocht of wat je eraan hebt gehad enz. Je kunt in (beperkte) mate kopi?ren en printen in de mediatheek je naam staat op de lijst van “kunstleerlingen”. Voor kleurenafdrukken moet je even een briefje halen bij je docent.Alle informatie die bij de opdrachten hoort die je op school of via de mail ontvangt. Deze stencils dus!!!Het praktische deel:Een persoonlijke omslag met daarop je naam, je leerjaar en je leerling nummer.Alle schetsen en oefeningen die je voor een bepaalde opdracht hebt gemaakt in logische volgorde.Alle eindwerkstukken of wat daar voor door mag gaan.Verdere relevante informatie voor de opdracht.In de studiewijzer kun je zien wanneer je een onderdeel in moet leveren. Te laat is funest, onmogelijk, bestaat niet!Opdrachten bij de periode kunst en religie 11de tot de 15de eeuw.Maak één keuze uit de volgende eindopdrachten.Maak een beeldverhaal (verhaal dat bestaat uit meerdere beelden die samen één geheel vormen) op de manier waarop in de middeleeuwen de verhalen duidelijk werden verbeeld aan de niet geletterde burgers. Je onderwerp is een volkssage (bijv. zoals uit “Een broodje Aap”).Illustreer een (volks)verhaal (of een gedeelte hieruit) waarin fantasiefiguren een belangrijke rol spelen op een manier zoals dit in de middelleeuwen gebruikelijk was.Illustreer een volkssage (of een gedeelte hieruit) in decoratieve technieken zoals de illustratoren in de middeleeuwse kloosters dit deden.Maak een kalender voor de verschillende jaargetijden n.a.v. een stijl die in de middeleeuwen gebruikelijk was. Met de groep maak je een opdracht die volgt later. Bij de lessen krijg korte oefeningen in materiaal verwerking, technieken, enz.Doelen van de opdrachten:Er is gebruik gemaakt van de fantasieEr is een verhalend element verbeeldEr is gebruik gemaakt van de kennis van de kleurenleerEr is gebruik gemaakt van lichteffectenDe toegestane ruimte is goed verwerkt en logisch gebruiktHet werkstuk ziet er representatief uitHet werkstuk is op het niveau van een 1ste opdracht tekenen havo 4Er is voortgang in het proces De technieken zijn goed gebruikt en onderzochtDe leerling heeft zijn eigen opdracht ge?valueerdOefeningen bij deze opdracht:Kleur RuimteVervormingLettersSamenwerkenSpecifieke technieken die iedereen moet doen:Verf Pen en inktTekenen Periode 1 Havo 4Opdracht:SpelJullie gaan met deze opdracht met z’n allen samenwerken. Het is de bedoeling dat jullie een Middeleeuws variant maken van de Party en Co XXX (zie blad 3). Jullie beslissen aan de hand van de voorwerpen/onderdelen voor het spel, wie wat gaat doen. Min. 2 personen per voorwerp/onderdeel. Zowel de vorm als de uitvoering is tot in de details Middeleeuws.Het spel is opgebouwd uit minimaal 10 verschillende onderdelen. Deze onderdelen zijn VERPLICHT. Jullie mogen in de uitvoering, zelf nog extra onderdelen enz. toevoegen.Speelbord met Startpunt en Eindpunt4 tot 6 pionnenTekenopdrachtenMeerkeuzen vragenBeeldende opdrachtenPunten die spelers letterlijk kunnen vasthoudenSpelregelsVerpakking/doos met de titel van het spelDe bedoeling is, dat jullie een leuk doorlopend spel maken. Daarin zijn jullie vrij in het uitvoeren, vormgeven en de materiaal keuze voor de uitvoering van het spel. Je houd persoonlijk bij wat je doet of bijdraagt aan het spel. Achteraf moet jij een klasgenoot behoordelen.Je wordt beoordeeld als groep, maar ook beoordeeld per leerling:Per groep:Hoe hebben jullie als groep samengewerkt?Hoe is het proces verlopen?Hoe is het spel afgewerkt. (hoe ziet het eruit, er wordt gekeken naar vormgeving)Kan het spel gespeeld worden?Zijn de vragen inhoudelijk genoeg?Wat voor materialen en hoe zijn die gebruikt?Is het spel duidelijk te volgen (snapt de speler wat er van hem/haar wordt verwacht?)Originaliteit van de uitvoering.Per leerlingWat heb jij bijgedragen binnen de groep?Hoe heb je binnen de groep gefunctioneerd?Je persoonlijke evaluatie en beoordeling. Duur : week 21 en 2.2. presentatie week 2.3. -4445106045 Party & Co Junior(maar je heb verschillende uitvoeringen hiervan.)Doel van het spel: In elk van de 5 hoofdvakjes 1 opdracht correct uitvoeren om punten te kunnen behalen en vervolgens doorgaan naar het eindvak om de eindopdracht te vervullen. Er worden teams gemaakt.Het grote speelbord toont een parcours dat een beetje lijkt op het bord van Trivial Pursuit. De pionnen van de spelers (teams) starten in het centrum (start) en al dobbelend verplaatsen ze zich over de verschillende vakjes. Het symbool op het vak waar de pion eindigt, bepaalt welke soort opdracht door het team aan de beurt moet uitgevoerd worden. Er zijn 400 kaarten met 2000 verschillende opdrachten voorzien.Er zijn 5 categorie?n en regels: Meerkeuzevragen: bij een meerkeuze vraag moet je een van de vier gegeven antwoorden kiezen.Open vragen: bij een open vraag moet je met je team een antwoord bedenken.Stellingen: bij een stellingen kan je kiezen uit twee antwoorden: ja of nee.Tekenen: je tekent op een bord (o.i.d.) wat op het kaartje staat, de zandloper geeft aan hoelang je er over mag doen.Uitbeelden: je beeld zonder iets te zeggen een woord uit, de zandloper bepaalt ook hier hoelang je er over mag doen.Tekenen Periode 2 Havo 4Opdrachten bij de periode kunst en opdrachtgever 17de eeuw burgerlijk cultuur in Nederland.Maak een keuze uit de volgende 5 opdrachten.IN het begin van de 20ste eeuw ontstond de stroming het surrealisme. Twee belangrijke Spaanse kunstenaars uit deze stroming Dali en Miro waren zeer ge?nteresseerd in het werk van de 17de eeuwse Nederlandse meesters. Zij verwerken letterlijk schilderijen van Vermeer in hun eigen werken. Bestudeer daarvoor hoe Dali en Miro dit deden. Verwerk zelf een ‘ schilderij’ van een 17de eeuwse meester of een moderne afbeelding. Je eindresultaat is ‘realistisch’. Jouw werk heeft (o.a.) de titel van het originele schilderij. De Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw specialiseren zich in een vijftal schilderkunstige genres: historiestuk, portret, stilleven, landschap en portret. Zoek uit wat deze genres inhielden en waarom ze waren ontstaan. Bedenk nu een nieuw genre wat meer past bij deze tijd of past bij jou als persoon. Verwerk het door jouw bedachte genre in een afbeelding en geef deze een passende titel. Een voorwaarde is dat het eindresultaat realistisch is.In deze zeventiende eeuw werd er door Nederlandse schilders veel symboliek gestopt in hun schilderijen, o.a. in stillevens. Onderzoek welke symbolen er veel gebruikt werden in die tijd en waar ze voor stonden. Verzin nu zelf nieuwe diepe betekenissen voor bestaande voorwerpen. Maak een realistische afbeelding waarin deze voorwerpen voorkomen. Geef je werk een passende titel.Maak een realistische afbeelding of serie afbeeldingen van verschillende ruimtes die je achter en in elkaar ziet, de zogenaamde doorkijkjes. Onderzoek eens hoe Vermeer of Jan Steen of andere genre schilders uit de 17de eeuw dit in hun werk deden. Zorg dat wat als doorkijk te zien is een extra lading geeft aan de opdracht, dus bijv. verrassend, iets verduidelijkt, er in iets verborgen blijkt enz. geef je werk een passende titel. IN de 17de eeuw waren de schilders ‘ wereldberoemd’ door het gebruik van een speciaal licht in hun werk. Dit wordt ‘ Hollands licht genoemd’ . Eigenlijk is dit licht niet echt Hollands. Onderzoek waar dit licht wel vandaan komt en hoe ze dit toepasten. Maak ene realistisch landschapschilderij waarin je het Hollands licht verwerkt zoals de 17de eeuwse meesters dit deden. Geef je werk een passende titel.Bij alle opdrachten is de materiaalkeuze vrij!Maak met een ander klasgenoot de volgende 2 opdrachten:Maak een sfeer portret van een medeleerlingen door middel van fotografie met gebruik van extreme licht effecten. Bedenk dus wat voor sfeerbeeld je wilt bereiken, je kan bijvoorbeeld het karakter van je medeleerling proberen weer te geven.Bekijk schilderijen van Rembrandt van Rijn of Caravagio een Italiaanse schilder uit de 17de eeuw. Beide probeerden ook een sfeer bereiken met het licht. Zoek ook naar schilders en/of fotograven van nu en probeer een portret van een van hen te evenaren in fotografie. Tijdens de lessen krijg je opdrachten.Doelen van de opdrachten (tijdens de lessen, huiswerk opdrachtne en gekozen einopdracht):Er is gewerkt naar de aanschouwing.Er is gebruik gemaakt van ruimtewerking en ruimte suggestie.Er zijn ge?xperimenteerd met standpunten.Er is gewerkt met veel oog voor detail.De toegestane ruimte is goed verwerkt en logische gebruikt. Er is ge?xperimenteerd met licht effecten.Het eindwerkstuk(ken) is realistisch.Elk werkstuk ziet er representatief uit.Het eindwerkstuk is op het niveau van een 2de opdracht tekenen Havo 4.Er is voorgang in het proces.De technieken zijn goed gebruikt en onderzocht.De leerling heeft zijn eigen opdracht goed ge?valueerd.Oefeningen bij deze opdracht:KleurTonaliteit, Hollands lichtRuimteDoorkijkjes, stilleven, lijnperspectiefVormwerkingLineair, picturaalSamenwerkenVerfFotografieOefening thuis:Maak een zelfportret en presenteer dit aan de groep.Maak een doorkijk van meer dan 2 ruimtes en presenteer dit aan de groep.Maak een stilleven en presenteer dit aan de groep.Maak een landschap en presenteer dit aan de groep.Maak een promotioneel voorwerp voor de VVV presenteer dit aan de groep.Oefeningen op school:PotloodFotografieVerfKrijtHoutskoolTheoretisch onderdeelDeel 1 toetsenMinimaal kennen uit ‘Beeldende begrippen’: Blz. 19 Barok.Bijna heel hoofdstuk 3 Voorstelling blz. 30. 31, 32, 33, 34, 35, 36, 38 en 39.H4 Vorm blz. 43, 44, 45 en 46.H4 Ruimte blz. 64, 66, 67, 68, 69, 70 en 71.H4 Licht blz. 74, 75, 76 en 77.H5 Technieken blz. 85, 86, 87, 89, 91 en 92.H6 Fotografie helemaal (4 bladzijden)CompositiePerspectiefGenres 17de eeuwDit deel wordt schriftelijk getoetst in de 2de en 4de bufferweek. Deel 2 OnderzoekWat moet heiruit blijken:Inzicht in en kennis hebben van kunst uit Nederland in de 17de eeuw.Inzicht in en kennis hebben van hebben in fotografie van portretten enz. aan het eind van de 20ste eeuw.Hoe komt de docent achter jou kennis en inzicht.Dit wordt duidelijk uit wat je mondeling weet te melden en je over je eigen werk en andermans werk.Dit wordt duidelijk uit wat je schrijft in je kunstdossier over je werk (les, huiswerk opdrachten, je schetsen en oefeningen voor je eindwerkstuk en je inspiratiebron).Je etaleert kennis voer de 17de eeuw Nederlandse kunst en fotografie in een geschreven onderzoek dat relevant is voor eindewerkstuk. Je onderwerpen zijn gekozen in overleg met de docent. Tekenen Periode 2 Havo 4Hollands licht kijkopdracht Jullie krijgen allemaal een boek voor je met een kunstenaar. Al deze kunstenaars (ook van jullie klasgenoten) zijn be?nvloed door het ‘Hollandse licht ‘of werken met het ‘Hollandse licht’. Je mag een willekeurig werk uitzoeken van de kunstenaar, die te maken heeft met het Hollandse licht. De kijkvragen die jullie moeten beantwoorden zijn:Wat is het onderwerp?Wat voor kleuren worden gebruikt?Waar word je oog naar ‘toegenomen?’Welke compositie wordt er gebruikt?Hoe wordt de lucht geschilderd?Hoe schildert de kunstenaar? Dikke strepen, dunne strepen enz.Wat valt je op aan het schilderij? Hoe komt dat denk je?Werk 3 werken van verschillende kunstenaars of dezelfde kunstenaar op deze manier uit.Tijdsduur: 30 minDoel: Leren kijken naar een schilderij Anders naar een schilderij kijkenTekenen Periode 2 Havo 4Teken nu zelf Hollands licht! Je mag op een A4 of A3 formaat tekenen. De keuze is aan jouw. Het is de bedoeling dat de jij uit de verschillende kunstenaars, één kunstenaar kiest die jouw inspireert. Vervolgens gaat jij naar buiten of voor het raam zitten en probeert op de manier van de gekozen kunstenaar het ‘Hollandse licht’ te tekenen. Materiaal: vrije keuzeTijdsduur: 1 lesuurDoel: Inspiratie verwerken in eigen stijl van tekenen/schilderen Nauwkeurig leren natekenen/ naschilderen. Details herkennen. Anders naar een schilderij kijken.Tekenen Periode 3 Havo 4Lesopdracht 1Maak een spotprent van 1 bij 1 van de volgende verhalen:Alleen in het donker Jane en Melissa deelden samen een studentenflat op de campus van een Amerikaanse universiteit. Rond 9 uur 's avonds herinnerde Jane zich dat ze haar bibliotheekboek nog terug moest brengen. Ze vertelde haar huisgenote dat ze naar de bibliotheek ging en waarschijnlijk nog even de kroeg in zou duiken. Ze vroeg Melissa of ze meeging, maar die vertelde dat ze vroeg ging slapen. Ze vroeg Jane of die de lichten uit wilde doen als ze naar buiten ging. Jane deed dit en ging op weg naar de bibliotheek. Onderweg kwam ze een vriendin tegen, met wie ze even bleef praten. Opeens realiseerde ze zich dat ze het boek was vergeten. Ze ging terug naar huis om het op te halen. Om haar huisgenote niet wakker te maken, zocht Jane in het donker naar het boek. Met het boek onder haar arm ging ze vervolgens opnieuw naar de bibliotheek, waarna ze met een paar vrienden de kroeg inging. Toen Jane midden in de nacht terugging naar huis, stonden voor haar deur een ambulance en een politie-auto. Een agent nam haar mee naar haar studentenflat. Daar zag Jane twee dingen die ze haar hele leven niet meer zou vergeten: de matras van haar huisgenote zat onder het bloed, en iemand had met lipstick op de muur geschreven: "Ben je niet blij dat je het licht niet hebt aangedaan?" Engelenglimlach De metro is in Belgie een niet al te veilige plek. Zeker 's avonds niet. De laatste tijd hebben jonge vrouwen helemaal reden om ongerust te zijn. Een stel jongeren achtervolgt vrouwen, bedreigt ze met een mes en stelt ze voor de keuze: groepsverkrachting of engelenglimlach. Alle vrouwen kiezen natuurlijk voor de engelenglimlach. Hierna wordt het gezicht van de vrouw van oor tot lip aan beide kanten opengesneden. Om er zeker van te zijn dat er een litteken achterblijft dat niet meer weggaat, wordt er zout in de wond gestrooid. De verdwenen bruid Op een oud kasteel in Schotland wordt een bruiloft georganiseerd. Gegrepen door de sfeer en de ambiance, spelen de bruiloftsgasten spelletjes in de eeuwenoude gangen en zalen. Dan doen ze verstoppertje. De bruid verstopt zich in een grote oude kist. Maar als ze het deksel sluit hoort ze hoe de deksel in het slot valt. Ze kan er niet mee uit. Niemand hoort haar hulpgeroep. De bruiloftsgasten zoeken, maar kunnen haar niet vinden. Tenslotte wordt aangenomen dat de bruid het kasteel ontvlucht is op haar huwelijksnacht. Jaren later vindt men haar gebeente in de kist, tussen de vergane resten van de bruidstooi.. Tekenen Periode 3 Havo 4Lesopdracht 2Maak met een groepje van 3 à 4 personen de volgende opdracht:Maak met je groepje een storyboard van foto’s aan de hand van een krantenkop.Les 1:Vorm een groepje van 3 à 4 personen. Zorg dat je in de les een krant hebt meegenomen. Kies daaruit in overleg met elkaar een krantenkop die jullie interessant vinden. Laat je door deze kop/titel inspireren. En verzin een nieuw verhaal met deze titel.Het is de bedoeling dat je met je groepje een storyboard gaat maken met als titel de krantenkop die jullie hebben uitgekozen. Dit storyboard wordt gemaakt met eigengemaakte foto’s.Overleg met elkaar wat je wilt laten zien op de foto’s en wat je wilt overbrengen aan de kijker. Denk ook aan de spullen die je eventueel nodig hebtLes 2: In deze les gaan we de foto’s maken. Denk bij het maken van de foto’s wat je wilt laten zien, kader, standpunt, lichtval enz. De foto’s laten we afdrukken en in de volgende les plak je de foto’s samen met de titel in een mooi geheel op. Tekenen Periode 3 Havo 4Opdrachten bij de periode kunst in de 19e eeuw, Romantiek, Realisme en Impressionisme 19de eeuw.Maak een keuze uit de volgende 5 opdrachten:422910020955A.In de Romantiek nam voor de gegoede middenklasse (de bourgeoisie) de welvaart toe. Tegelijkertijd ontwikkelde zich ook de kennis- en informatievoorziening in rap tempo. De krant speelde daarin een belangrijke rol. Een van de manieren om via de krant politieke uitingen te doen was de karikatuur en meer speciaal de satire (=spotschrift). Dit werd toen echter niet als kunst gezien. Neem een krant van deze week. Kies een artikel, voorzien van een foto, dat je aanspreekt. Maak ter vervanging van de foto een 4-tal karikaturen (of spotprenten). Doe dit in Oost-Indische inkt. Kies de beste uit, verklein die en monteer hem in de krant i.p.v. de originele foto. Onderzoek de karikaturen en spotprenten uit de 19de eeuw en van nu. Maak hiervan een verslag.B.De romantiek ontstond tijdens een periode van industrialisatie, verstedelijking en toenemende armoede van de arbeider die verdwijnt in de anonieme massa. Kunstenaars vluchten in een denkbeeldige wereld van sprookjes, mythen en sagen. Ze verheerlijken het verleden en exotische, niet westerse culturen. De natuur wordt ge?dealiseerd (=boven de werkelijkheid gezet of geromantiseerd) en de aandacht voor gevoel en sentiment neemt toe.Zoek een tekst (lied, gedicht, verhaal) waarin een verlangen wordt gewekt bijv: verlangen naar andere tijden, naar verre oorden en naar onbereikbare of verboden romantiek. Laat je inspireren door dit deze tekst en maak hier een illustratie, fotoserie, film, schilderij, enz. bij. Doe een onderzoek naar afbeeldingen van het onderwerp van je tekst in de romantiek in de 19de eeuw en afbeeldingen van nu. Maak hiervan een verslag.3886200104140C. In het Realisme streefde kunstenaars er naar de realiteit (=dagelijkse werkelijkheid) zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. De onderwerpen die Realisten kozen werden vaak niet geaccepteerd door de massa. Men moest taboes doorbreken. Men liet de menselijke samenleving zien zoals die was. Het ging over de man van de straat, over boeren, arbeiders en prostituees. Waarom moet je alles mooier maken dan het is? Het bestaan is hard en overal is ellende, oorlog en dood. Eigenlijk kun je zeggen dat dit een Journalistieke benadering is. Maak een fotoreportage van 10 foto’s. Iedere foto laat een ander kenmerkend onderwerp zien van het gewone dagelijkse leven van jongeren in jouw woonplaats. Het moet als het ware een journalistieke werkelijkheid worden. Presenteer de beste 3 foto’s. Doe een onderzoek naar de afbeeldingen van de realisten uit de 19de eeuw, wat beeldde ze af en waarom dat. @de eel is een onderzoek naar het volgende, wat wordt er tegenwoordig gemaakt voor afbeeldingen over dit onderwerp? Maak hiervan een verslag.480060027305D.Japanse kleurenhoutsneden vormden een inspiratiebron voor de impressionisten. De impressionisten zijn de eersten die de prenten gaan verzamelen. Ze zijn niet alleen onder de indruk van de afwijkende composities, maar ook van de vlotte tekenstijl met grafische contourlijnen en hard kleurgebruik. Voorbeelden van zulke prenten tref je aan op . De invloed van de Japanse prenten en de fotografie is te zien en duidelijk aanwijsbaar in het werk van Edgar Degas, Vincent van Gogh en Henri de Toulouse-Lautrec. Laat je net als hen inspireren door een Japanse prent die jouw aanspreekt. Maak naar aanleiding van deze prent een eigen verhalende afbeelding (=illustratief) of filmpje. Doe een onderzoek naar de prenten die in de 19de eeuw populair waren en wat ervan gebruikt werd en naar de soort prenten die nu nog gemaakt worden. Maak hiervan een verslag.Wereldtentoonstellingen zijn grote internationale exposities die sinds 1851 in verschillende landen gehouden zijn en waar de deelnemende landen een beeld kunnen geven van hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling. In 2010 zal de Wereldtentoonstelling (Expo) Shanghai aandoen. Samen met het WK voetbaldat in 2006 was en de Olympische Spelendie in 2008 in Beijing waren, is dit een zeer prestigieus evenement, dat de ogen van de wereld op China gericht blijft houden. De economische crisis van dit moment zal daar ook zijn invloed op hebben. De Chinese overheid heeft als thema van de Expo gekozen “Better City, Better Life”. Om dit thema handen en voeten te geven is de Expo 2010 nu al een duidelijke factor in het overheidsbeleid, met als uiteindelijk doel van Shanghai de meest moderne, internationaal ge?rienteerde en schoonste metropool van China te maken. De Expo-organisatie heeft aangekondigd dat de nadruk zal liggen op groene technologie, duurzame ontwikkeling en recycling.In deze opdracht is het de bedoeling dat je, je laat inspireren door het thema “Better City, Better Life”. Jij gaat een verhalend werk maken voor de Wereldtentoonstelling die in Shanghai gehouden wordt in 2010. Dit kan een schilderij zijn, maar je kan ook denken een reeks afbeeldingen of een filmpje. Doe een onderzoek naar welke soort kunst er in de 19de eeuw bij een wereld tentoonstelling werd getoond en wat er tegenwoordig wordt getoond. Maak hiervan een verslag.Doelen van de opdrachten:Er is een verhalend element verbeeld.Er is gebruik gemaakt van de kennis van de vormgeving.Er is gebruik gemaakt van de kennis van de kleurenleer.Er is gebruik gemaakt van lichteffecten.Er is ge?xperimenteerd met standpunten.Het werkstuk zit er representatief uit.Het werkstuk is op niveau van een 3e opdracht tekenen Vwo 5/Havo 4.Er is voortgang in het proces.De technieken zijn goed gebruikt en onderzocht.De leerlingen kunnen samenwerken met elkaar. Ze helpen elkaar, stimuleren elkaar en geven kritiek aan elkaar.De leerling heeft zijn eigen opdracht goed ge?valueerdOefeningen bij deze opdracht:KleurLichtvalInktMontage FotografieImpressieAssoci?renSamenwerkenBewaar al je schetsen en proeven goed en neem deze mee op de eindpresentatie. Lever met het eindwerkstuk ook je procesverslag in. In het procesverslag komen de volgende zaken aan de orde:Onderwerpkeuze en de keuze van de beeldelementen om je onderwerp zo goed mogelijk weer te geven (Wat wil je vertellen).Onderbouwing van je materiaalkeuze, opbouw van jouw compositie, vlakverdeling, kleurgebruik, vorm, ruimtesuggestie/plasticiteit en tonaliteit en formaatkeuze.Verder benoem je de dingen die volgens jouw goed zijn gegaan in je proces en welke een volgende keer anders zouden kunnen (verbeterpunten).Tijdens de eindpresentatie moet je tegenover de rest voor de klas iets over je werk kunnen vertellen, over de keuzes die je gemaakt hebt in je proces en in het kort uitleggen hoe je werk is tot stand gekomen.Theoretisch onderdeelMinimaal kennen uit “Beeldende begrippen” (BB):H 2Stijlen en stromingen:blz 20,21 H 3Voorstelling:blz 30, 33, 34, 37, 38, 39H 4Beeldende aspecten:Vorm: blz 43, 44, 45, 46, 49Kleur: blz 54, 55, 56, 57, 58, 59Ruimte: blz 64, 66, 67, 69, 70, 71Licht: helemaalH 5 Technieken:blz. 85, 86, 87, 88, 89, 100, 101H 6Fotografiehelemaal (4 blz)H 7Filmhelemaal (4 blz)Aanvullend uit “Hardop kijken” (HK):H 1Materialen & Techniek1.1a, 1.1b, 1.3dH 2Afmetingen & Kader2.1, 2.4H 3Ordening3.2H 4Ruimte4.1, 4.2a, 4.2bH 5Licht5.1, 5.2, 5.3H 8StandpunthelemaalHet theoretische onderdeel wordt getoetst door middel van een SO in de 4de bufferweek. Deze staat in het PTA.Wat wordt er van je verwacht?Inzicht hebben in kunst uit West-Europa in de 19de eeuw. (Haal voor je opdracht inspiratiebronnen uit boeken en internet uit de 19e eeuw. Kijk ook op de volgende powerpoint-presentaties op de schijf ckv, in de map CKV:Romantiek, Avant-Garde van het modernisme, Architectuur van 19e) Je kennis wordt duidelijk uit het cijfer van je SO en wat je weet te melden over je eigen werk en andermans werk en uit wat je schrijft in je procesverslag.Je maakt een theoretisch verslag naar aanleiding van je keuze van de eindopdracht. en wordt hierop beoordeeld met een cijfer dat in het PTA verslag/onderzoek genoemd wordt.Je krijgt een cijfer voor je proces verslag enz.Het verslag:Een verslag bestaat altijd uit de volgende onderdelen:Titel pagina met ook jou naam.Inhouds opgave.Inleiding waarin de onderzoeksvraag rmatieve gedeelte met illustraties. Totaal in eigen woorden.Conclusie (de antwoord op je onderzoeksvraag).Bronvermelding.Alle bronteksten.Havo 4OnderwerpGegeven & gemaakte lessenDatum09/09/2008OnderwerpVlaggen bespreken4577080-403860KlasHavo 4DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Begeleiden en interactief met de klas houdenBeginsituatie: De leerlingen hebben allemaal een persoonlijke vlag gemaakt, waarin je hen herkent en wat zij leuk vinden.Doelen:Elkaar beter leren kennenWat vinden de leerling persoonlijk leukLeren om te presenteren voor de klasLeren om eigen werk te onderbouwenLesverloop:TijdOnderwerpActiviteit20 minIntroductieBespreken van de huiswerkopdracht.Vragen stellen over de vlaggen aan de leerlingenInspiratieHeb je voor de indeling of inhoud inspiratie ergens vandaan gehaald, zo ja waar?InhoudelijkBeschrijving van wat erop de vlag staat.Zijn de onderwerpen, die je hebt gebruik belangrijk voor je, zo ja waarom?Zien de andere leerlingen herkenning terug in de vlag? Passen de beelden bij haar/hem.VormHeb je nagedacht over de vorm? Oftewel hoe heeft de leerling gedacht?Probeer je er spanning in te maken of juist het onderwerp duidelijk naar voren te laten komen?Tips en topsWat vinden de andere leerlingen er leuk aan?Hebben de leerlingen zelf nog tips en tops naar de andere leerling toe?Mevrouw Tineke van Cappellen gaat vervolgens verder met de les geven.Materialen:Gemaakte vlaggen door de leerlingen.Datum16/09/2008OnderwerpKleurenleer4577080-403860KlasHavo 4DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: uitleggen en begeleidenBeginsituatie: De leerlingen hebben wel eens gewerkt met verf, maar zijn misschien vergeten wat je voor kleuren kan krijgen als je mengt.Doelen: De leerling nieuwe informatie overbrengen. De leerling er toe aan zetten om niet alleen de basiskleuren te gebruiken.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit5 minInleidingDoor Tineke van Cappellen wordt er een korte inleiding gegeven15 minTheorieDoor de docent (Sandra) wordt de kleurcontrasten uitgelegd. Het is de bedoeling dat de leerlingen mee schrijven.De voorbeelden laat ik zien aan de leerlingen. (die laat de docent afdrukken).Theorie KleurcontrastenKleuren Kleuren hebben een bepaalde betekenis/symbool.Bv. Rood staat voor liefde.Groen en bruin staat voor legertanks.Blauw staat voor lucht.Maar kleuren kunnen ook voor de sier zijn, oftewel decoratie.In mode vind je decoratie. Je kunt heleboel verschillende kleuren combineren, zoals je in de mode-industrie ziet.Kleur is ook praktisch.24130-1985645Zo kan je bv. bepaalde uniformen herkennen aan bepaalde kleuren.Denk bv. aan NS Blauw/Geel en bv. sportverenigingen.Kleurenleer.De kleurenleer is door Johannes Itten uitgevonden.Hij maakt onderscheid in kleuren en maakt ook onderscheid in de sterkte van de kleuren. Hierdoor ontstaan kleurcontrasten.Primaire kleuren: zijn de zuiverste kleuren.Rood, blauw en geel.Secundaire kleuren: het vermengen van primaire kleuren met elkaar.Oranje, groen en violet.Tertiaire kleuren: ontstaan uit primaire en secundaire kleuren.Vermening met zwart = de kleuren worden vermengt met zwart, ontstaat er donkere kleuren, die warmer over komen.Vermening met wit = de kleuren worden vermengt met wit, ontstaat er lichter kleuren, die kouder worden.De zeven kleurcontrasten van Itten zijnHet kleur-tegen-kleur contrast Dit bestaat uit de zuiverste kleuren: rood, geel en blauw. Zet twee van deze kleuren naast elkaar. Voorbeeld 1 Licht tegen donker contrast Dit ontstaat tussen het contrast tussen zwart en wit of tussen twee kleurcontrasten of nuances.Voorbeeld 2Koud tegen warm contrast Een warme kleur naast een koude kleur zetten. De warme kleur overstemt de ‘andere kleur’. Het lijkt dan of de ‘andere kleur’ koeler is. Zet je deze andere kleur voor blauw, dan lijkt deze kleur warmer. Het gaat erom dat de koude of warme kleur overheerst en daardoor bepaalt of de ‘andere kleur’ warm of koud is.Voorbeeld 3 Het complementair contrastRood en groen, geel en paars en oranje en blauwZie voorbeeld 4 Het simultaan contrastAls een bepaalde kleur sterk aanwezig is, lijkt het of de ander kleur de complementaire kleur wordt van die bepaalde kleur. Maar dit speelt af in het hoofd, het is niet wat in werkelijkheid wordt waargenomen.Voorbeeld 5Het kwaliteitscontrastDe kleur wordt steeds minder, waardoor er heldere kleuren tegenover verzadigde kleuren komen te staan en matte kleuren tegenover troebele kleuren. Terwijl het in feite uit dezelfde kleur bestaat. Voorbeeld 6Het kwantiteitcontrast De contrasten worden als spannend ervaren. Dit komt omdat er een verschil is in de hoeveelheden die van de kleuren worden gebruikt.Voorbeeld 75 minUitleg Opdracht kleurengammaDe docent legt uit wat de bedoeling is van de opdracht.KleurengammaDe leerlingen gaan een kleurengamma maken. De leerling pakt een witfel en verdeeld dit in 16 stukjes. Ze kiezen een secundaire kleur en proberen met deze kleur, zoveel mogelijk nuances (bepaalde tinten) te maken. 55 minMaken Opdracht kleurengammaDe leerlingen gaan actief aan de slag.5 minHuiswerkopdracht opgevenDe docent geeft de volgende huiswerkopdrachten op:-Kleurengamma afmaken -Symbolen van kleuren opzoeken.-Keurcontrasten maken met eigen ingeving. (dit betekend dat de leerlingen zelf mogen kiezen wat voor materiaal en beeld erbij gebruiken).5 minAfsluitenDe docent sluit de les af.Waar zo nodig: de klassendienst de troep op ruimt.Materialen:PenPapierVoorbeeldenTheorie tekstDatum10/02/2008OnderwerpKleurenleer4577080-403860KlasHavo 4DocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Docenten, begeleiden, klassengesprek.Beginsituatie: Leerlingen weten niets over het Hollands licht.Doelen: Kennis bijbrengen over het onderwerp.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minInleidingWat gaan we vandaag doen.Introductie over de rmatie filmMythe of werkelijkheid?De mythe is eeuwenoud, maar is nooit eerder serieus onderzocht. Het fenomeen ‘Hollands licht’ zal zijn ontstaan in de 17de eeuw, maar de mythe van het Hollandse licht ontstond pas in de 19de eeuw. Vanaf 1850 werd Nederlands door steeds meer buitenlandse schilders en schrijvers bezocht. Zij wilde allemaal het Hollandse licht met eigen ogen zien. Volgens de Duitse kunstenaar Joseph Beuys heeft het Hollandse licht halverwege de vorige eeuw zijn specifieke helderheid verloren. Daarmee kwam volgens hem een einde aan een eeuwenoude visuele cultuur. Joseph Beuys zou aan die cultuur van kijken dus halverwege de 20ste eeuw definitief een einde zijn gekomen.DVD Hollands licht wordt de mythe voor het eerst in de geschiedenis onderzocht in beeld gebracht. Een internationaal gezelschap van vooraanstaande kunstenaars, kunsthistorici en 'harde' wetenschappers geeft antwoord op de vragen die de stelling van Beuys oproepen. Wat is Hollands licht? Is het anders dan het licht elders in de wereld? Speelde het echt zo'n belangrijke rol in de schilderkunst én in de wetenschap vanaf de 17de eeuw. En: is het inderdaad veranderd. Is het verdwenen? 10 - 15 minDocumentaire ‘Hollands licht’Leerlingen bekijken een stukje documentaire over ‘Hollands licht’ 10 min TheorieWat hebben de leerlingen gezien? (klassengesprek)De leerlingen krijgen theorie over enkele kunstenaars die met licht werken.De voorbeelden die worden laten zien zijn op papier afgedrukt.TheorieKunstenaars die onder ander met het ?Hollandse licht ?werken of door het ?Hollandse licht? zijn be?nvloed zijn Johannes Vermeer, Claude Monet, Edouard Manet, Jan van Goyen, Jacob Maris, Paul Gabriel, jan Hendrick Weissenbruch,Barend Cornelis Koekoek, James Whistler, Philips Koninck en William Turner.Ik zal een 3 voorbeelden laten zien van deze kunstenaars. Hoe hij met het ?Hollandse licht? heeft gewerkt.Johannes Vermeer (1632-1675)Johannes Vermeer is tegenwoordig één van de beroemdste Nederlandse schilders uit de 17de eeuw. Hij werd ook wel de Jan Vermeer van Delft genoemd. Hij is echter eeuwenlang nauwelijks bekend geweest. Het kleine aantal werken (door zijn korte leven en perfectie) dat nu van hem bekend is werd toen aan andere schilders toegeschreven. Dit kwam doordat zijn werken niet waren ondertekend en andere wel. Totdat iemand kan aantonen dat het van een andere kunstenaar is. Pas in de jaren '70 van de 19de eeuw werd hij 'herontdekt' en werden zijn schilderijen als 'Vermeers' erkend. Over het leven van de schilder is dan ook weinig bekend. Hij woonde en werkte zijn hele leven in Delft. Over zijn opleiding tot schilder is weinig informatie. In 1653 schreef hij zich in bij het Delftse schildersgilde (gilde een groep die dezelfde doel en opdracht hebben). Hij is ge?nspireerd door de architectuurschilders Gerard Houckgeest en Emanuel de Witte besteedden aan het perspectief en het daglicht. Zijn vroegste werk had te maken met historystukken en soms religeuze stukken. Naderhand is hij zijn meeste schilderijen met burgelijke en interieurs uit met vrouwen en mannen die lezen, huishoudelijke taken verrichten of musiceren.. Opmerkelijk is, dat hij vooraf geen schetsen maakte.Vermeer heeft nooit hoeven werken in opdracht, hij kon dus naar zijn eigen smaak met schilderen verder gaan. Vermeer onderscheid zich van andere kunstenaars door zijn subtiel kleurgebruik, bijzondere lichtgehalte, materiaal uitdrukking ideale ordening, waardoor er een ruimtelijk illusie ontstaat. Snelle penseelvoeringWerkte met effe kleurenDik opgebrachte vlakkenAlle werken zijn op gemaakt van olieverf op doek en zijn werken te vinden in Nederland, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en de Verenigde Staten. Opmerkelijk niet in Delft.Jacobs Maris (1838 - 1899)Jacobus Hendricus Maris is geboren in Den Haag en was een Nederlands impressionistisch kunstschilder van de Haags School. Jacob was naast kunstschilder ook etser en lithograf. In het begin van Maris kunstenaarschap waren de positieve kritieken en verkoopsuccessen nog schaars. Wist wel enkele werken te verkopen en werd opgemerkt bij de tentoonstellingen van de Levende Mesters.Vanaf 1861 besprak men zijn werk voor het eerst met duidelijke waardering.Hij groeide uit zelfs in Frankrijk en Duitsland.1871 terug in Den Haag. Werd door vele kunstenaars bewonderd. De positieve geluiden van enkele collega kunstenaars waren echter niet representatief voor hoe er in deze eerste Hollandse jaren door het grot publiek en de gevestigde kunstrecensenten werd gedacht over Maris kunstwerk.De eerste periode na terug keer in Den Haag.Zijn werken verliepen stroef1876 werd De Hollansche Teeken opgericht. Met nog twee andere kunstenaars. Doel was het verbeteren van de status van de aquarel als zelfstandig kunstwerk in Nederland. De Hollandse teeken hielp mee aan de wording van de Haagse School tot gevestigde kunststroming. Nog altijd waren er behoudende critici die niets of weinig van die werk moesten hebben. Opmerkelijk waardering in Nederland kwam veel later dan in het buitenland. Zijn werk was al bekend in groot Britannie , Canada en Verenigde Staten., Engeland. en pas in de jaren 70 en 80 werd zijn werk gewaardeerd. De bekendheid In Nederland steeg rond 1880 de waardering van Maris werk. Nederland was te laat met het verzamelen van schilderijen. De prijzen waren flink gestegen van 384 euro gulden nar 4500 gulden. Nog altijd was er kritiek op Maris werk; indruk dat het nooit voltooid was. Echter in de jaren 90 verstomd al de negatieve tijd. De prijzen waren te hoog en naar het buitenland ging het meeste heen. 1899 as na zijn dood de groots te roem er werden herdenkingstentoonstellingen georganiseerd. Het was nu ook voor het publiek. Schilderde voornamelijk landschappen stadsgezichten en bomschuiten aan het strand.Opmerkelijk: De landschappen en stadsgezichten worden door Maris, groot voorstander va het werken naar de natuur als hij was, toch niet altijd even waarheidsgetrouw uitgevoerd. De steden van Maris zijn gedurfd combinaties van stukjes Amsterdam, Dordrecht, Rotterdam en Delft. De horizon in zijn landschappen is nu een stuk lager dan in zijn vroege werk, waardoor er meer ruimte is voor de wolkenlucht. Wat hem onderscheid van andere kunstenaars:Doorgedrongen grijstonenBrede penseelstreekKleurgebruikVerfgebruikGlorie van het lichtDe Haagse school in zijn schilderijen terugDe Haagse school speelt een grote rol in Maris leven. Om jullie wat meer over de Haagse school te vertellen, zal ik jullie enkele kenmerken benoemen. Kunstenaars komen voornamelijk uit Den Haag. Halen hun inspiratie uit het polderlandschap en het alledaagse leven van vissers en boeren in de omgeving.De term werd het eerst gebruikt door Jacob van Santen Kloff voor kunstenaars die in de tweede helft van de 19de eeuw in hun werk duidelijk gemeenschappelijke trekken ontwikkelen.Kunstenaars zetten zich af tegen de traditionele en conservatieve o.pvattingen die op een kunstacademie golden.Benaderen het onderwerp met impressionistische en symbolische stijl. Wijde zich voornamelijk aan het Hollandse landschap, waarbij zij voornamelijk letten op het grijze van het licht.Zij probeerde het ?felle zonlicht? te pakken, terwijl de Franse dit voornamelijk deden door kleine vlekjes van primaire kleuren.Grijze tintenWilliam Turner (1775 – 1851)Joseph Mallord William Turner was een Engelse romantische kunstschilder uit Londen, die vooral landschappen en zeegezichten schilderde. Wordt daarom ook wel de grondlegger van de Engelse aquarel landschap schilder genoemd met als bijnaam schilder van het licht.Turner was begonnen met aquarellen. Hij kon bestaande landschappen goed weergegeven. Zijn carriere verliep op rolletjes en werd zelfs in 1799 als lid gekozen van de Royal Academy. Hij maakte veel natuurstudies. Zijn schetsen werden niet in olieverf gemaakt. Het eindwerk wel en veranderde daarom compleet van zijn studie. Dit kwam doordat deze landschappen op een geheel vrije manier werden weergegeven. Hij schilderde voornamelijk bergen en zee en historische gebeurtenissen. Met thema’s literair of historische thema. Gebruikte voornamelijk ook dichtertaal dat hij van dichters had.Kenmerkend:Door de vervloeiing van de vormen versmelten met het licht. (voorloper van het impressionisme)SymboliekKleurgebruik , vervloeiingMensen overgeleverd aan de natuurkrachtenBedoeling de toeschouwer verheven gevoelens op te roepen.5 minUitleg opdracht ‘Kijk opdracht’De docent legt uit wat de bedoeling is van deze opdacht.De leerlingen krijgen een boek van verschillende kunstenaar voor zich en moeten de kijkopdrachten beantwoorden.KijkopdrachtHollands licht kijkopdracht Havo 4 Jullie krijgen allemaal een boek voor je met een kunstenaar. Al deze kunstenaars (ook van jullie klasgenoten) zijn be?nvloed door het ‘Hollandse licht ‘of werken met het ‘Hollandse licht’. De leerlingen mogen een willekeurig werk uitzoeken, die te maken heeft met het Hollandse licht. De kijkvragen die jullie moeten beantwoorden zijn:Wat is het onderwerp?Wat voor kleuren worden gebruikt?Waar word je oog naar ‘toegenomen?’Welke compositie wordt er gebruikt?Hoe schildert de kunstenaar? Dikke strepen, dunne strepen enz.Wat valt je op aan het schilderij? Hoe komt dat denk je?Werk 3 werken van verschillende kunstenaars zo uit.Tijdsduur: 30 minDoel: Leren kijken naar een schilderij Anders naar een schilderij kijken15 minHet maken van de ‘Kijk opdracht’De leerlingen krijgen een boek v5 minUitleg ‘Teken nu zelf Hollands licht’ opdrachtDe docent legt de opdracht uit.Teken nu zelf Hollands licht!Teken nu zelf Hollands licht! Havo 4 De leerlingen mogen op een A4 of A3 formaat tekenen. De keuze is aan de leerling. Het is de bedoeling dat de leerling uit de verschillende kunstenaars, één kunstenaar kiest die hem/haar inspireert. Vervolgens gaat hij/zij naar buiten of voor het raam zitten en probeert zij/ hij op de manier van de gekozen kunstenaar het ‘Hollandse licht’ te tekenen. Materiaal: vrije keuzeTijdsduur: 2 - 4 lesuurDoel: Inspiratie verwerken in eigen stijl van tekenen/schilderen Nauwkeurig leren natekenen/ naschilderen. Details herkennen. Anders naar een schilderij kijken.55 minHet maken van de ‘ Teken nu zelf Hollands licht’ opdracht De leerlingen gaan actief aan de slag met het maken van deze opdracht.Als deze opdracht niet af is, wordt dit een huiswerkopdracht.5 minAfsluitingDe leerlingen mogen opruimen.Zijn er nog vragen?Materialen:PenA4 PapierA3 PapierVoorbeeldenTheorie tekstVrije keuze materiaalBoekenFilmOpdrachten uitgeprint voor de leerlingen5348605-13970B1GOnderwerpGroepslijstDit is de geleverde groepenlijst die ik van de Tineke van Cappellen heb gekregen. Actief op 29/08/2008 Lesperiode 2008-2009 Gesorteerd op achternaamLesgroep GAG5CK2_2 KlassenmentorVak: CKV 2Docent: Cappellen, T.G. vanHoofddocentStamnr.Volgnr.NaamGeboortedatumDatum 1e insch165291Alex van den Berg23/10/199601/08/2008167382Marijke Bos29/12/199501/08/2008168983Manon Botbijl02/08/199601/08/2008167364Lisanne Bruggeman07/06/199601/08/2008170535Michelle de Bruijn05/01/199201/08/2008163146Frank Dubbelman16/11/199501/08/2008163407Cathelijne Gevers09/08/199601/08/2008170678Remon Gram31/05/199701/08/2008155539Crispijn de Koning08/06/199501/08/20071633410Thimo Koppers10/12/199501/08/20081711311Charlotte Leune27/10/199501/08/20081687612Emma van der Linden14/10/199601/08/20081691113Bobby Otto30/05/199601/08/20081632814Marc Overvoorde16/03/199601/08/20081705915Jorn Persoon10/07/199601/08/20081687916Judy Prins30/01/199601/08/200817114 17Stanzi Stuyt30/09/199501/08/20081688018Quintus Ton02/09/199601/08/20081631019Menno van der Toorn04/04/199601/08/20081690120Anthony Tran17/12/199501/08/20081642221Eloy Uwumarogie17/12/199501/08/20081633022Remy Verkade28/02/199601/08/20081688123Sem Vermeer07/10/199501/08/20081674624Madelon van Vught01/04/199601/08/20081705525Tim Weber19/05/199601/08/20081688226Anne Westra12/09/199601/08/20085348605-13970B1GOnderwerpStudieroosterKLAS 12008-2009ARTITEK. I.ZOPDRACHTKERNDOELENS.O/REPHUISWERKVAKANTIETEKENING in penleren beoordelenstructuren makenS.OH. 1Blz 2 (8+9)Blz 4 (afb)Blz 18(verhaal)Blz 108/109Afb.31-3684-86 -3 VOORWERPEN inhoutskool-3 VOORWERPEN in potlood- 1 groot STILLEVEN uitwerken in houtskoolplasticiteitlicht&donkerhoutskoolkneedgumeigenschaduwslagschaduw S.OREPKNUFFEL in grijzenBlz 76KleurgebruikMondriaanVBVan Gogh laten zienH 1.3H1.424-28-KLEURENCIRKEL --reeks mengen-opdr. kleurcontrastenBijv. TRUT &TROEL, met warm/koudcontrast-Tegenstelling/contrast-fruitstilleven(verh./ verd.)primaire/ secundaire/ tertiaire kleurenverhelderen/verdonkerengammakleurenfamilieS.OREPZoeken van reclame met kleurcontr. Opdrachten uit het boekH 1Blz 17H 1.2Blz 16-20Vb op Blz. 66/67Blz110-reeks licht/donker met penseel-reeks struct./text. met pen-figuren maken uit vlekken-verzin een STRIPVERHAALwerk uit in structuur en textuur en gewassen inktstructuurtextuurOostindische inktpengebruikgewassen tekeningS.OS.OREPStipboek meenemenStrip-opdr. makenBlz 147-149Afb Blz 152H 1.1H1.2-ontw. Voor je EIGEN NAAM m.b.v. een aantal druktechnieken (max. 2 kiezen) Voor en achternaam uitwerken.een sjablooneen linosnedeplak en rolCompositieGraf. OntwerpenDruktechniekenS.OREPSchetsen maken voor je ontwerpNieuw( nog uit te werken)THEORIE / KUNSTKENNISPresentatieLeren praten over kunstIn groepjes werkenREPS.OWerkstuk maken theorieSTUKJE VERDER TEKENEN/SCHILDERENFantasie stimuleren/ materiaalkennis laten zienFantasieMateriaalkennisKleurgevoelREP5348605-13970B1GOnderwerpDe opdrachtenStilleven periode 1Opdracht voorwerpen 9 septemberDe leerlingen gaan in de les ongeveer 3 voorwerpen tekenen. Er wordt gelet op het volgende:Diepte (ruimtelijk)Schaduw op de grond en in de voorwerpen.Opdracht Houtskool 16 septemberLeerlingen gaan met hun eigen meegenomen voorwerp (vb. knuffel), opnieuw een eigen tekening maken. Daarbij worden 2 extra voorwerpen bij gezet. Er wordt gelet op het volgende:De tekening wordt in houtskool gemaakt.Meer dan een voorwerp op heeft tekenpapier.In de voorwerpen wordt met donker en licht gewerkt.Diepte, ruimtelijke voorwerpen.Er worden goede schaduwen (eventueel slagschaduw) getekend.In de schaduwen wordt donker en licht gebruikt.Opdracht groot stilleven 30 septemberLeerlingen gaan met houtskool een stilleven natekenen, dat uit meerdere voorwerpen bestaat. Dit is een oefening voor de repetitie, die de leerlingen over één week hebben.Er wordt gelet op het volgende:De tekening wordt in houtskool gemaakt.De gehele stilleven moet op het papier komen.In het voorwerp wordt met donker en licht gewerkt.Diepte, ruimtelijke voorwerpen.Er worden goede schaduwen (eventueel slagschaduwen) getekend.In de schaduw wordt donker en licht gebruikt.Er wordt op de vorm gelet van het voorwerp. (Klopt de verhouding van het voorwerp)*Wat bijzonder aan deze opdracht is, is dat er vooral gelet wordt op de vorm van het voorwerp. Klopt de verhouding van het voorwerp ten opzichten van het andere voorwerp?Repetitie stilleven met houtskool 7 oktoberDe leerlingen maken het stilleven dat voor hun staat. Er wordt gelet op het volgende:De tekening wordt in houtskool gemaakt.Alle voorwerpen op het blad.In de voorwerpen wordt met donker en licht gewerkt.Diepte, ruimtelijke voorwerpen.Er worden goede schaduwen (eventueel slagschaduw) getekend.In de schaduwen wordt donker en licht gebruikt.Er wordt gelet op de verhouding van het voorwerp.Er wordt gelet op de vorm van het voorwerp.SO. hoofdstuk 4,5 en 6 14 oktoberSO Hoofdstuk 4, 5 en 6.Klas 1G 14-20-08Naam:Wat is een ritmische compositie? Leg je antwoord duidelijk uit.14605102870Zie afb. 1. Hoe wordt de gebruikte lichtbron genoemd?Zie afb.1. Hoe heten de verschillende schaduwen die je ziet in het schilderij?1460520955Afbeelding 2.Zie afb. 2. Hoe wordt de gebruikte lichtbron genoemd?Zie afb. 2. De voorwerpen in dit schilderij zijn, door middel van het donker en licht, ruimtelijk gemaakt. Noem nog 3 voorbeelden, waarmee je een schilderij ruimtelijk kunt laten lijken.1460529210Afbeelding 3. Zie afb. 3. Hoe wordt deze compositie genoemd? Teken het schematisch en leg je antwoord uit.Zie afb. 3. Leg aan de hand van 1 voorbeeld (noem dit ook) uit , waardoor het schilderij plat lijktAfbeelding 4.-33020-1112520Zie afb.4. Hoe wordt deze ruimtelijke suggestie genoemd? Zie afb. 4. Zorgen de kleuren voor ruimte in het schilderij? Leg je antwoord uit.Waar let je op als je een tekening maakt? Noem de 5 basisprincipes. Structuren Periode 2Opdracht fantasie dier in het woud 28 oktoberLeerlingen maken een fantasie dier in het woud. Het dier bestaat uit allerlei structuren. Zij mogen wel eerst het dier schetsmatig tekenen, voordat zij met het Oost Indische inkt gaan tekenen. De schets tekening moet in de les af zijn en ingeleverd worden.Het wordt als een SO beoordeeld.*De leerlingen mogen ook even de kroontjes pen op schetspapier uit proberen.Opdracht 8 structuren 4 novemberDe leerlingen maken op een A4 8 verschillende vierkanten, hierin maken zij verschillende structuren.Opdracht toonladder 11 novemberDe leerlingen maken een toonladder van inkt met water. Zij beginnen met het A4 papier in 8 stukken te verdelen en beginnen daarna van licht naar donker te werken.Repetitie fantasie dier uit het woud 18 novemberDe leerlingen zijn bezig aan een vernieuwde versie van de fantasie dier in het woud of zijn hun oude ‘versie’ mooier aan het maken.De leerlingen moet het deze les inleveren, omdat dit de laatste les is voor Oost Indische inkt.Kleur Periode 2 - 3 Opdracht kleurencirkel 2 decemberDe leerlingen krijgen een kleurenschema voor hun. Zij gaan met kleurenschema ‘naschilderen’.zij krijgen de 3 kleuren in een mengselbakje. Vervolgens gaan zij de rest van de kleuren zelf mengen. Er wordt benadrukt dat de leerlingen bij het begin van het maken allemaal een 10 voor de SO. hebben. Maar als zij niet uitkijken bij het vakjes schilderen of een kleur niet goed hebben vermengt, dat het cijfer dan omlaag gaat.Gelet wordt op:In de vakjes schilderen.Buiten de vakjes krijgen ze een lager cijfer.Leerlingen krijgen de drie primaire kleuren. De rest gaan de leerlingen mengen.Het is een SO.*De leerlingen moeten goed kijken dat er ook vakjes ‘wit’ blijven.Opdracht kleurencirkel en kleurencirkel met één kleur. 9 decemberDe leerlingen maken de kleurencirkel en de kleurencirkel met één kleur af. Zodat de docent volgende keer de cijfers kan geven. Dan beginnen de leerlingen met een nieuwe opdracht; Trut&Troel.Repetitie Trut & Troel 6 januariDe leerlingen maken van het kleurcontrast warm tegen koud contrast een grote tekening. ?én is er koud deze kleuren staan voor de trut en de warme kleuren staan voor de troel. Aan de hand van voorbeelden laat de docent zien wat de bedoeling is.*Voorbeelden van Trut&Troel laten zien.Als de leerling klaar is, moet hij/ zij het eerst aan de docent laten zien.Opdracht Werkstuk Kleurcontrasten 13 januariWerkstuk KleurcontrastenB1GJe maakt van je antwoorden, die je hebt beantwoord bij je huiswerkopdracht, een werkstuk. Het woord leg je eerst uit en vervolgens geef je hiervan een voorbeeld. De voorbeelden van de huiswerkopdracht mogen niet gebruikt worden !Docente voorbeeld:Complementaire contrast = Contrast gaat het om de kleuren die in de kleurencirkel recht tegenover elkaar staan. Dat is bijvoorbeeld rood tegen over groen. Als je die kleuren naast elkaar zet dan versterken ze elkaar wederzijds. Dit heet een complementaire contrast. Ik neem bijvoorbeeld rood - groen en blauw - geel in een plaatje. Dit plaatje is complementaire en voldoet dus aan het voorbeeld.138430-622300Waaraan het werkstuk kleurcontrasten moet voldoen is:Voorkant met naam.Inhoudsopgave.WoordUitleg wat het woord betekend.Bij de uitleg van het woord één voorbeeld plaatje laten zien. (Dit mogen allerlei plaatjes zijn, vanuit mode magazines tot aan auto’s in bepaalde kleuren enz.). Ben je dus in vrij in!Bronnenlijst. (je mag dus op internet zoeken, maar ik wil wel dat je daarbij een bronnenlijst toevoegd!)Minimaal 6 pagina’s. (mogen er dus meer zijn) Leuke Lay-out.Inleveren 27 januari 2009. Succes!!Extra opdracht: 27 januariLeerling mag een eigen kleurcontrast kiezen. Vervolgens maakt de leerling een schetstekening, van iets wat hij/zij leuk vind. Zij/hij schildert dit volgens de gekozen kleurcontrast in. Dit wordt geschilderd op een groot A3 blad.1814830257810Vb. plaatje:Gekozen Complementaire contrast100330-1715770Dieren tekenen Periode 3*Opdracht dieren schetsen 24 maartDe leerlingen gaan aan de slag met de opgezette dieren. De opgezette dieren worden op verschillende posities neergezet. De leerlingen krijgen in de gehele les 2 verschillende dieren voor zich.De leerlingen maken verschillende ‘fases’ van schetsen, wanneer zij telkens een nieuwe dier voor zich krijgen. Eerst maken de leerlingen het dier in 5 min, dan in 10min en in 20 min. In totaal krijgen de leerlingen2 verschillende dieren in een stadium van 5 min.2 verschillende dieren in een stadium van 10 min.2 verschillende dieren in een stadium van 20 min. Deze dieren kunnen door de docent veranderen van positie. Excursie Blijdorp opdracht voor tekenen 31 maartOmschrijving opdracht tekenen: Maak 3 uitgewerkte schetsen van verschillende diersoorten, verdeeld over 3schetsvellen met potlood.Tijd: Minimaal half uur de tijd voor 1 tekening.Problemen: Je kunt de docent opzoeken op het tijdstip 11.00 en 13.00 bij het restaurant vlakbij Oewanja Kinderjungle. Inleveren:Lever je 3 tekeningen aan het eind van de dag in bij je tekendocent. Er is geen excuus mogelijk.Volg de werkwijze en tips om te kunnen beginnen met het diersoort te tekenen.Tip: Begin met het heel dun opzetten van het grote geheel in eenvoudige lijnen. Werk er steeds dikker overheen.Werkwijze:Kies van je biologieopdracht 3 diersoorten uit, waarvan je een uitgebreide schets gaat maken. Voor jullie groepje is dat een reptiel, aap, olifant, neushoorn of giraffe.Ga niet uren zoeken naar jouw lievelingsdier, want de docent heeft liever 3 schetsen die echt allemaal af zijn, zodat we het ook echt goed kunnen beoordelen. Hoe staat het dier? Je begint eerst goed te kijken hoe het dier staat. Staat het dier schuin? Recht van voren of juist van achter? Teken het diersoort op de positie die je ziet.Wat is de vorm van het dier? Vervolgens ga je het dier tekenen. Begin eerst met het dun opzetten van de vorm van het dier. Is de dier groot, is de dier klein? Is het dier dik of juist dun? Teken het diersoort in de goede verhouding.Tip: Begin met het heel dun opzetten van het grote geheel in eenvoudige lijnen. Werk er steeds dikker overheen. Zie de vos.Staat het dier goed op je tekenvel? Als je de vorm van het dier op het tekenvel hebt getekend, klopt dit dan in verhouding? Dus is de bv. de olifant ook groot getekend, zoals het dier ook echt is? Zo niet, verbeter jouw fouten door eroverheen te tekenen.Tip: eigenlijk hoef je dus niet te gummen.Teken de details van het dier. Als het grote geheel klopt, ga je verder de schets uitwerken: Teken het dier met ogen, staart, vin, enz. Maak het soort duidelijk, door de huid harig, glad of glimmend te maken.Werk de tekening uit door diverse grijstinten, licht en donker aan te brengen.Klaar met de tekening? Je bent klaar met deze tekening, als je zelf tevreden bent over jouw tekening en aan de werkwijze hebt gehouden! Bewaarde tekeningen goed, want dit is een S.OVergeet niet op elk blad jouw naam en klas te noteren!Veel succes!Stripverhaal Periode 3Stripverhaal opdrachtenboekjeStripverhaal opdrachtenboekjeHerhaling reeks van licht naar donker met inktJullie hebben al een periode met inkt gewerkt. Misschien is het met inkt werken al wat vergeten, daarom maken we eerst een herhalingsopdracht. Opdracht: je maakt van het A4 papier 8 vlakken. De materialen krijg je van je docent. Je schrijft op het vakje 8 je naam en klas. Je begint bij vakje 1 met het lichtste inkt, je mengt telkens het water met inkt, zodat het steeds donkerder wordt, totdat je bij zwart komt. Dit vakje is nummer 7. Probeer zo goed mogelijk van licht naar donker te schilderen. Dit doe je door bij water steeds meer zwart te mengen. Pas op dat je niet te veel water gebruikt! Zie het vb. hieronder wat de bedoeling is.VB. 8 vlakkenNaam:Klas:Striptekenen met vlekkenWe gaan in deze lessenserie een strip tekenen vanuit vlekken. Deze vlekken worden gemaakt door inkt op je blaadje te laten ‘vallen’. Hieronder staan een aantal ‘vlek voorbeelden’.Opdracht: maak op A4 papier 10 - 15 verschillende vlekken. De materialen krijg je van je docent.Striptekenen: Stripfiguren Heb jij ooit zelf wel eens een strip gelezen? Zo niet, heb je geen idee wat je moet tekenen. Dat maakt ook het verhaal maken erg lastig. Ken je deze bekende stripfiguren? Opdracht: Als je, je vlekken heb gemaakt, bedenk je vervolgens wat voor stripfiguren jij wilt hebben. Een oma, opa, moeder, vader, eend etc. Maar een stripfiguur is ook verdeeld in een plaatje tekst, grote enz. Dit heb je gezien in je stripboek. Zoek 2 voorbeelden van bekende stripfiguren, vorm en teksten die jij leuk vind en teken die na. Plak de voorbeelden naast je getekende figuren. Je krijgt van de docent een A4 papier waarop je kan tekenen.Doel: Inspiratie opdoen.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 20 min.Opdracht: Je heb nu inspiratie opgedaan en je heb je vlekken. Ga aan de slag met je vlekken. Kies vlekken, waarvan jij denkt dat er een figuur uit kan komen en maak hiervan figuurtjes voor je stripverhaal. Naast de vlekken komen de figuurtjes te staan. Heb je geen plek? Vraag je docent om extra A4 papier. Je mag na de getekende figuurtjes, de figuurtjes ook inkleuren.Waarom moet je uit vlekken figuurtjes maken? Je tekent door de vlekken andere poppetjes dan anders doet. Waardoor je geen standaard figuurtjes krijgt.Doel: Je fantasie laten werkenMateriaal: potlood, kleurpotloden, gum en A4 papier.Tijdsduur: 2 lesuren.Striptekenen : De basisVoordat je in het net gaat tekenen is het handig om eerst een schets te maken. Voor stripfiguurtjes kun je hier het beste draadpoppetjes voor gebruiken. Hieronder staan een paar voorbeelden.Opdracht: Teken met een HB potlood 4 draadpoppetjes met verschillende lichaamshoudingen. Vouw de A4 papier in vier delen, zodat je in elk vak een poppetje teken. Je mag de voorbeelden gebruiken. Bij de docent kan je A4 papier halen.Doel: Oefening van houdingen en voorbereiding voor je stripboekje.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 10 min.345313013582652662555135572517894301498600304355521272504053205266065030702252708275229108021653501662430213677594805514509752292985270827599568022129751319530283210038722303298825331025533940751205230339407520720053165475235585040709853634105486092523482304893310120523041084501479551355725195580212725014795528321009080533940752000254222750134810550514251524005051425Striptekenen: GezichtenHieronder staan voorbeelden van ogen, monden, neuzen, oren, haar en rimpels voor stripfiguren.Opdracht: Teken 2 gezichten met verschillende gezichtsuitdrukkingen. Neem het gezicht van één van je poppetjes! Deel je A4 papier in 2 vakken. Bij de docent kan je A4 papier halen.Doel: Oefening van gezichtsuitdrukkingen en voorbereiding voor je stripboekje.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 10 – 15 min.2776855-49720504481830-4528185709930-49758601595755-51473101052830-4004310357505136906045580301292860248158025692103600452921635Striptekenen: KlerenHieronder zie je hoe een draadpoppetje verandert in een stripfiguurtje. Daaronder staan voorbeelden van kleren voor stripfiguren. Opdracht: Teken één draadpoppetje met kleding aan, pas als je tevreden bent met het resultaat teken je er met in fineliner in het net er overheen. Bij de docent kan je A4 papier halen.Doel: Oefening van stofuitdrukking en voorbereiding voor je stripboekje.Materiaal: potlood, gum en eventueel A4 papier.Tijdsduur: 20 min.Striptekenen: tekstenHieronder zie je tekstballonnen staan. Ieder staat voor emotie uitdrukkingen. Kijk goed wat voor tekstballonnen worden gebruikt en hoe de tekst word vormgegeven. Tip: Je kunt ook kijken in je eigen stripboek.Opdracht: Maak zelf 6 voorbeelden van emotie uitdrukking doormiddel van teksten en ballonnen. Bij de docent kan je A4 papier halen.Doel: Oefenen om via tekstballonnen emoties uit te drukken.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 15 min.Striptekenen: van vlekken naar stripfigurenOpdracht: Nu kies je de figuren uit die jij wilt gebruiken voor je striptekeningen en werk je die uit. Denk aan kleding, gezichtsuitdrukking en houding. Denk aan hoeveel figuren je nodig hebt in je strip. Bij de docent kan je A4 papier halen.Doel: Leren om een schets uit te werken tot een figuur met kleding, houding en gezichtsuitdrukking.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 2 lesuren.Striptekenen: StripverhaalOpdracht: Bedenk het stripverhaal. In dit vak hieronder zet je een woord, dat jij wilt gebruiken in je stripverhaal. Breidt het woord uit, door te bedenken wat er bij het woord past. Werk vervolgens het stripverhaal uit.Doel: Leren om vanuit één woord tot verschillende begrippen te komen en daarvan een stripverhaal te maken.Materiaal: potlood, gum en A4 papier.Tijdsduur: 10 min.StriptekenenOpdracht: maak het stripverhaal met de vlekken die jij heb gekozen. Denk aan de oefeningen die je hebt gedaan. Dit wordt op een A3 met inkt uitgewerkt.De eisen die aan het stripverhaal worden gesteld zijn:Lopend verhaal met een duidelijk begin en einde.Emotie uitdrukkingen met tekstballonnen.Verschillende gezichtsuitdrukkingen.Verschillende houdingen.Donker en lichtwerking.Figuren van je vlekken.Vormgeving.Origineel.Tijdsduur: 2 - 6 lesuren.Figuur tekenen Periode 4Figuurtekenen in een nieuwe wereld Jullie gaan figuren tekenen, die straks een nieuwe ruimte moeten komen. Dit mag van alles zijn. Op het station, in het vliegtuig, in de bergen, op het strand enz. Denk daarbij aan dat de figuren die groter zijn dan jouw kleinere poppetjes. Vooraan horen te staan en de kleintjes achteraan. Eisen:- Minimaal 5 figuren in de tekening.- Grote: A3 formaatDoelen:Leren om te gaan met dieptewerking.Leren eigen creativiteit te gebruiken.De leerlingen mogen verschillende materialen gebruiken. Op voorwaarde dat dit eerst aan de docent gevraagd wordt. 5348605-13970B1GOnderwerpVoor de gemaakte en gegeven lessenDatum9 september 20084577080-233045Onderwerp Tekenen met potloodKlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Uitleggen en begeleiden.Beginsituatie:De leerlingen hebben wel eens met een potlood getekend, maar hebben geen enkel benul van wat een potlood kan en doet.Doelen:De leerling nieuwe informatie overbrengen.De leerling toe aan te zetten om gebruik tem aken van schaduw, diepte, donker en licht in de schaduwen.Kijken hoever leerlingen zijn met de teken techniek.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minWelkomstwoordHoe gaat het? Wat gaan we doen vandaag?15 tot 20 minTheorie*Wat doet een potlood? Boek tekenen in zicht blz. 31 t/m 35.De informatie van Tineke van Cappellen.*Theorie - Wat doet een potlood?PotloodHet potlood is in 1790 uitgevonden door N.J. Conté. De stift bestaat uit mengsel van grafiet en klei. Dit mengsel wordt in een oven gebakken. Veel klei en weinig grafiet geeft een hard potlood. Veel grafiet en weinig klei geeft een zacht potlood.2914655715Potlood (tekenen)Zorg voor een potlood met scherpe punt. Alleen zo krijg je scherpe lijnen. Gebruik een liniaal of tekendriehoek. Houd hierbij het potlood haaks op het papier.Teken alle lijnen eerst heel dun. Fouten gum je gemakkelijk uit. De belangrijkste lijnen trek je nog een keer over. Je noemt dat de tekening opwerken.168275-1270Potlood (hardheid)Op de meeste potloden staat een code. De code bestaat uit een letter en een cijfer.H staat voor hard.B staat voor zacht.Het cijfer geeft de gradatie aan. Hoe hoger het cijfer hoe harder/zachter het potlood is. Een HB potlood wordt het meest gebruikt. Dit potlood is niet hard of zacht.215900-41910Potlood (hard)Een technische tekening maak je met een hard potlood. Met een hard potlood teken je scherpe lijnen. In een hard potlood zit veel klei en weinig grafiet.Op het potlood staat de letter H en een cijfer. Hoe harder het potlood hoe hoger het cijfer.Op harde potloden staat 2H, 3H of 4H.7302524130Potlood (zacht) Met een zacht potlood kun je goed schetsen. Je maakt gemakkelijk schaduwen en donkere vlekken. In een zacht potlood zit weinig klei en veel grafiet. Op het potlood staat de letter B en een cijfer. Hoe zachter het potlood hoe hoger het cijfer.Op zachte potloden staat 2B, 3B of 4B.1460505715Bron: minOpdracht voorwerpen*Voorwerpen tekenen met potlood.*Opdracht voorwerpenDe leerlingen gaan in de les ongeveer 3 voorwerpen tekenen. Er wordt gelet op het volgende:Diepte (ruimtelijk)Schaduw op de grond en in de voorwerpen.15 minOpruimen en huiswerkopdracht opgeven*De leerlingen die klassen dienst hebben ruimen de dingen op en iedereen schrijft in hun agenda de huiswerkopdracht.*HuiswerkopdrachtDe leerling maakt thuis van een voorwerp, bv, van een knuffelbeer met potlood een tekening. Gelet op:Diepte (ruimtelijk).Schaduw op de grond.Schaduw in het voorwerp.Donker en licht werking.Hard en zacht met het potlood. ( als het bv. een knuffel is moet het er ook zacht uitzien.)Materialen:HB potloodA4 papierGumPuntenslijperSchetspapierBoek Datum28 oktober 2008OnderwerpInkt en structuren4577080-403860KlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Uitleggen en begeleiden.Beginsituatie: Leerlingen hebben nog nooit of wel eens met inkt gewerkt. Zij hebben wel de vorige les structuren met rubbins gemaakt.Doelen:Leerlingen kennis laten maken met Oost Indische inkt.Leerlingen leren tekenen met kroontjes pen op papier.Leerlingen kennis bijbrengen van structuren en Oost Indische inkt.Leerlingen kennis laten maken met de techniek van inkt.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 – 15 minTheorieUitleg geven uit het boek Tekenen in zicht – structuur H1.2 blz. 15 t/m 19. Extra verdieping voor leerlingen uit het boek Tekenen in zicht: H 2.2. blz. 65 t/m 69. Daaruit wil ik sommige woorden halen, die belangrijk zijn.5 – 10 minOpdracht met een krantDe leerlingen krijgen allemaal drie bladzijden van een krant. Uit de krant knippen zij drie structuren en leggen deze voor zich neer.10 - 15 min Instructie over inktUitleg geven over Oost Indische inkt techniek. Uit het boek Tekenen in zicht blz. 110. Daarnaast laat ik de leerlingen een aantal technieken op het bord zien. Zoals bv. krassen, strepen over elkaar heen leggen enz. Vraag ook aan de leerlingen of zij misschien ook technieken weten.*de spullen kranten, kroontjes pen, schetspapier, A4 papier, inkt potje worden van tevoren neergelegd.10 minOpdracht fantasie dier in het woud*Wordt door de docent uitgelegd.*Opdracht fantasie dier in het woudLeerlingen maken een fantasie dier in het woud. Het dier bestaat uit allerlei structuren. Zij mogen wel eerst het dier schetsmatig tekenen, voordat zij met het Oost Indische inkt gaan tekenen. De schets tekening moet in de les af zijn en ingeleverd worden.Het wordt als een SO beoordeeld.*De leerlingen mogen ook even de kroontjes pen op schetspapier uit proberen.40 minOpdracht fantasie dier in het woud Maken van de opdracht. Eerst maken de leerlingen een schets van wat zij willen maken.10 minAfsluitenDe leerlingen leveren de schetstekening in.Iedereen ruimt op.De klassendienst doet de aangegeven taken nakomen.Materialen:KrantenKrijtBoekSchetspapierA4 papierInkt potKroontjes penWc papierSchortDatum9 december 2008OnderwerpMengen, kleurencirkel met één kleur4577080-403860KlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Klassikale interactie, begeleiden en uitleggen.Beginsituatie:Leerlingen leveren de huiswerkopdracht in en krijgen opdracht 8 t/m 14 op. Zij zijn al aardig op weg met het mengen van de primaire kleuren.Doelen:De leerlingen laten zien wat zij allemaal niet kunnen mengen met kleuren.Leerlingen leren de stof te beheersen.Leerlingen leren de stof te verwerken op een andere manier.Leren de leerlingen netjes en nauwkeurig te laten werken.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit15 minIntroductie – herhaling stofDe docent herhaal de stofopdracht.Kleur tegen kleur contrast.Warm tegen koud plementaire contrast.Licht tegen donker contrast.Simultaan contrast.Kwaliteit contrast.Kwantiteit contrast.Zie pagina boek Beeldende begrippen:53, 56, 57 en 58.Tekenen in zicht:27 en 74.Voorbeelden van kleurcontrasten laten zien.15 min Nakijken gezamenlijk de huiswerkopdracht 1t/m 7.*De docent kijkt samen de leerlingen de huiswerkopdracht na.*Leerlingen vonden de opdrachten te moeilijk, omdat de website die Tineke van Cappellen erbij had gezet, niet voldoende informatie bevatten om de opdrachten te beantwoorden. Leerlingen liepen hier tegen aan. Volgende keer moet dit dus veel beter.15 min Wedstrijd mengenDe leerlingen krijgen 15 minuten de tijd om zoveel mogelijk kleuren te maken. Deze kleuren moeten wel allemaal gemengd zijn! De kleuren mogen wel de kleuren meetellen die uit de tube komen. De leerlingen krijgen de kleuren rood, geel, blauw, wit en zwart. Wie de meest vermengde kleuren heeft gemaakt krijg een verassing. Overig Opdracht kleurencirkel en kleurencirkel met één kleur.De leerlingen maken de kleurencirkel en de kleurencirkel met één kleur af. Zodat de docent volgende keer de cijfers kan geven. Dan beginnen de leerlingen met een nieuwe opdracht; Trut&Troel.15 minAfsluiting, huiswerkopdracht kleurcontrasten op de computer*De leerlingen ruimen alles op en de klassendienst doet zijn taak.Daarnaast geeft de docent de opdracht kleurcontrasten op de computer 7 t/m 14 op. *HuiswerkopdrachtDe leerling maken de huiswerkopdracht kleurcontrasten op de computer af door de laatste vragen te beantwoorden, die we vervolgens de volgende les bespreken,Materialen:De drie primaire kleuren.Mengbakje.Glas water.Kwasten.SchetspapierA4 papier met daarop de kleurencirkelShortEigen gekozen kleur verfDatum20 april 2009OnderwerpStripverhaal4577080-403225KlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappelenDidactische werkvorm: BegeleidenBeginsituatie: De leerlingen zijn bezig met het afronden van hun stripverhaal.Doelen: De leerlingen hebben in hun proces geleerd hoe een stripverhaal in elkaar zit. Door dit uitwerk te laten zien, laten zij hun kennis zien doormiddel van de creativiteit.Lesverloop:Tijd OnderwerpActiviteit5 minWelkomstwoordWat staat er vandaag te wachten?Wat heb ik al gezien voor opdracht.Voorbeeld opdracht laten zien.Stripverhaal niet af, betekend huiswerk.65 minOpdracht Stripverhaal afronden De leerlingen gaan hun schets stripverhaal over tekenen naar een A3 papier. Zij maken dit af met inkt.15 minEvaluerenDe leerlingen hebben hun originele stripverhaal afgemaakt. De docent kiest enkele uit en die mogen wat vertellen over hun stripverhaal.*De leerlingen die klassendienst hebben ruimen alles op.Marc: inktbakjes schoonmakenCharlotte: opdrachten op een stapel neerleggen + inkt + waterpotjes opruimen.Manon: kwasten schoonmakenAlex: vegen + opvegenWie klaar is, de ander helpen.5 minAfsluitenVolgende keer, na de vakantie ben ik er niet, docent Cappelen gaat jullie een les geven.Materialen:Oost Indische inktMengbakjeA3 (hard) papierWaterGlasSchortMeegenomen schets stripverhaalPenseelPotloodGumPuntenslijperDatum24 maart 2009OnderwerpDier natekenen 4577080-403860KlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Begeleiden en uitleggen.Beginsituatie: De leerlingen hebben al wel stillevens nagetekend, maar gaan nu beginnen met het tekenen van dieren. Dit hebben ze nog niet eerder gedaan.Doelen:De leerlingen leren kijken naar hoe een dier eruit ziet (qua vorm).De leerlingen leren om verschillende houdingen te tekenen van een dier.Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit10 minIntroductieDiergaarde BlijdorpDieren natekenen, wat is de bedoeling?70Opdracht dieren schetsen*De leerlingen zijn actief bezig met de opdracht. *Opdracht dieren schetsenDe leerlingen gaan aan de slag met de opgezette dieren. De opgezette dieren worden op verschillende posities neergezet. De leerlingen krijgen in de gehele les 2 verschillende dieren voor zich.De leerlingen maken verschillende ‘fases’ van schetsen, wanneer zij telkens een nieuwe dier voor zich krijgen. Eerst maken de leerlingen het dier in 5 min, dan in 10min en in 20 min. In totaal krijgen de leerlingen2 verschillende dieren in een stadium van 5 min.2 verschillende dieren in een stadium van 10 min.2 verschillende dieren in een stadium van 20 min. Deze dieren kunnen door de docent veranderen van positie. 10 minPauzeDe leerlingen mogen even een frisse lucht halen,maar wel in de klas en eventueel even plassen.5 min OpruimenDe leerlingen ruimen alles netjes op en de klassendienst ruimt en veegt aan.Tim – Opdrachten opruimen en vegenRemon – Tafels opruimen en opvegenCathelijne – bord schoonmaken en vegenMaterialen:PotloodGumSchetspapierA4 papierA3 papierPuntenslijperDatum2 juni 2009OnderwerpFiguur tekenen, compositie en ruimte uitleg.4577080-403860KlasB1GDocentSandra Bakker en assistent Tineke van CappellenDidactische werkvorm: Begeleiden en uitleggen.Beginsituatie:De leerlingen hebben vorige week kunnen werken aan de figuur poppetjes, nu gaan de leerlingen een begin maken van het cre?ren van een ruimte voor de figuurpoppetjes. Over enkele weken krijgen zij een SO, waaraan ik in deze les met de leerlingen stof doet ophalen. (herinneren). Doelen:Leerlingen leren om goede verhoudingen te tekenen. (kijken)Leerlingen creatief laten bezig zijn met het maken van achtergronden/ruimtes.Leerlingen goed na te laten denken over de behandelde stof. Lesverloop:TijdOnderwerpActiviteit5 minInleidingHoe was het Pinksterweekend en waarom is het Pinksteren?Wat gaan we doen vandaag?Stof behandelen.Ruimte cre?ren.Huiswerk opgeven.15 - 20 minTheorieDe docent legt aan de hand van de Powerpoint uit wat compositie is en hoe ruimte wordt gesuggereerd. De docent laat hierbij voorbeelden zien om te oefenen.Na de powerpoint deelt de docent de huiswerkopdrachten uit en legt vervolgens de huiswerkopdracht uit.-Alex komt na school terug of in de pauze mag hij zijn huiswerk maken.Powerpoint en inhoudelijk informatieDatgene wat zwart wordt aangeven wordt gezegd door de positie, kleur, ruimte en lichtFragment positie= het rangschikking van onderdelen in een schilderij of tekening. Kortom een plaats zoeken voor je voorwerpen, kleuren en vormen.Ruimtelijk = is alsof het voorwerp de ruimte daadwerkelijk inneemt. Fragment 2.16510113665Compositie? Ruimte?Compositie: centrale compositieKleur: Donker-licht contrastLicht: natuurlijke lichtbron / eigenschaduwRuimtelijk: AfsnijdingFragment 3.64135-10160Compositie? Ruimte?Compositie: horizontale Kleur: primaire kleurenLicht: -Ruimtelijk: Afsnijding.Fragment 4.-1778037465Compositie? Ruimte?Compositie: driehoekscompositie Kleur: warm tegen koude kleurenLicht: kunstmatige lichtbron/op het voorwerp zelf.Ruimtelijk: kleurenperspectief (koud achter,warm vooraan)Fragment 5.-1778027940Compositie? Ruimte?Compositie: verspreide compositieKleur: primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleurenLicht: kunstmatige lichtbron/ verspreide lichtinval Ruimte: Overlapping, kleurenperspectief en afsnijding.Fragment 6.64135139700Compositie? Ruimte?Compositie: verticale en horizontale compositieKleur: koude kleurenLicht: natuurlijke lichtbron / verspreide lichtinval.Ziet ook een beetje kernschaduwFragment 7.Huiswerkopdracht:1. Kijk-opdracht: 5 plaatjes waar je de compositie en ruimte ‘uithaalt’ 2. Doe-opdracht: Blad met composities tekenen. Fragment 8.HuiswerkopdrachtLever de twee opdrachten in bij je docent !Opdracht 1; Kijk-opdracht: 5 plaatjes waar je de compositie en ruimte ‘uithaalt’Opdracht 2; Doe-opdracht: Blad met composities tekenen.Zie de uitgedeelde opdracht door de docent.Opdracht 1.Je hebt hieronder 5 voorbeelden, die jullie gaan bekijken. Jullie beantwoorden de volgende 2 vragen:1.Welke compositie is er gebruikt in het schilderij?2.Hoe wordt er in het schilderij ruimtelijkheid gesuggereerd?Gebruik dit blad om je antwoorden op te schrijven.-4445432435Afbeelding 1._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Afbeelding 2._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 64135-971550-4445-9525Afbeelding 3._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 0-15240Afbeelding 4._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ -47625131445Afbeelding 5._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 minOpdracht makenDe leerlingen pakken hun opdracht erbij. De docent kijkt wie er graag naar de mediatheek wil op ruimtes te zoeken.Iedere leerling heeft 15 min de tijd. ( De docent houd dit bij)De leerlingen gaan bij het zoeken van de plaatjes in de mediatheek gewoon door.50 minOpdracht makenDe leerlingen gaan de ruimte maken waar de figuurtjes in komen te staan.5 minAfsluitenDe docent sluit de les af door;De huiswerkopdracht te herhalen.Enkele leerlingen op bepaalde dingen te wijzen. (zoals bv. cijfer, gedrag enz.)Nadat iedere leerling klaar is, mogen de leerlingen na toestemming van de docent weg.De klassendienst ruimt alles op.Te doen: vegen, tafels afvegen aanschuiven, bord schoonvegen. Materialen:PotlodenA3 en A4 papierComputerBeamerGumPuntenslijperMediatheekPowerpointHuiswerkopdrachtenOptioneel: liniaal533908052705Beoordelingschema’sOnderwerp:Hoe beoordeel ik?Ik beoordeel op verschillende manieren. Waar ik wel aan vasthoud zijn de eisen die ik stel bij de opdracht. Hieronder vindt je verschillende beoordelingschema’s. Ik beoordeel op verschillende manieren. Dit hangt af van de opdracht hoe die te beoordelen valt en wat ik belangrijk vind op het moment dat ik hen beoordeel. Beoordelingsschema 1.NaamHollands licht getekend?OpmerkingenCijferEsmeeJaHet aparte licht dat door de wolken wil schijnen. Ziet er erg mooi uit en duidelijk gekeken naar de compositie. Meer lucht dat overweldigend is dan de huizen. Je ziet goed dat het licht van boven af komt, omdat de wolken onder donkerder zijn. 8Jarrold Jarrold heeft het niet ingeleverdWendyGedeeltelijk (eerste foto)De eerste foto heeft wel iets weg van Hollands licht, al mis ik toch wel die ‘ felle’ die werkelijke Hollands licht. Je ziet de zon hier meer in het stadium van ondergaan. Wel heb je een hele mooie foto genomen. De tweede foto vind ik helemaal niet op het Hollandse licht lijken. Het is zelfs zo dat het licht niet opvalt. Al is de compositie wel zo dat de lucht domineert. Toch kan je deze foto geen Hollans Licht noemen.7MirjamJaGoed gekeken naar het ‘ Hollandse licht’ . Ook nog eens met het water dat reflecteert, dit sluit erg goed aan bij de documentaire en heeft een apart sfeertje.Ik vraag mij alleen af , afgezien van de 2de foto, of je nu weet wat Hollands Licht is.8.5CindyGedeeltelijkDe zon is erg scherp, die springt uit het papier en dat is ook de bedoeling bij Hollands licht. Ik mis dat het licht uit de wolken schijnt dat echt ‘ Hollands licht’ heet. Daarnaast moet je goed opletten dat het licht van de zon door de wolken komt. Dit betekend dus dat de wolken van boven licht zijn en van beneden donker. Het landschap is goed gekozen.7AnoukJaJe heb erg goed de sfeer van ‘ Hollands licht’ gefotografeerd, ik mis ondanks wel nog de echte felheid, die zo uit de foto/schilderij hoort uit te springen. Je hebt een mooie compositie genomen met water. Helaas niet het licht dat door het water reflecteert. Dit maakt namelijk het licht feller. De foto is op zich erg goed gelukt. 7.5IngridNeeHet is moeilijk om Hollands licht te fotograferen. Je hebt wel een goede compositie gemaakt, maar ik mis het doorbreken van het zonlicht of de felle zon die zo typerend is voor het Hollandse licht. Het is wel zo dat je wordt meegetrokken naar het licht. Je heb het duidelijk wel geprobeerd. Toch denk ik dat je Hollands licht nog niet goed begrijpt.6Beoordelingsschema 2.NaamWarm koud contrast goed toegepastNetjes geschilderd/ geen wit te zienGoed gemengdOrigineelCijferSem7onvoldoende6.5 (8 gemengd)76.4Remy5Onvoldoende5.5 (6 gemengd)95Charlotte885 (5 gemengd)56.5Lisanne876 (7 gemengd)87.3Emma7710 (20 gemengd)98.3FrankOnvoldoende65 (5 gemengd)86AlexOnvoldoendeOnvoldoende6 ( 7 gemengd)75MarcOnvoldoendeOnvoldoende3 ( 3 gemengd)65.5Thimo685 (5 gemengd)86.7Bobby877 (9 gemengd)77.3Remon767.5 (10 gemengd)76.9Anne99 8 (11 gemengd)109Marijke786.5 (8 gemengd)77.1Menno986.5 (8 gemengd)77.6Michelle872 (2 gemengd)65.8Eloy969 (12 gemengd)67.5Quintus866 ( 6 gemengd)87Jorn677.5 (10 gemengd)76.9ChrispijnOnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoende6 5Manon887 (9 gemengd)77.5Judy8710 (15 gemengd)88.3Stanzi109.510 (veel)109.7Cathelijne888 (11 gemengd)88Tim665 (5 gemengd)65.8Madelon7Anthony7Beoordelingsschema 3. Naam: Emma Klas: 1 G Datum: 18 mei 2009BEOORDELINGSBLAD Onderwerp procesNauwkeurig gewerktCreatiefOpdracht goed uitgevoerd origineelStripverhaalAchtergrondDonker/lichtVerhaalNauwkeurig gewerktCreatiefHerhaling reeks van licht naar donker5-7-87.57.588Vlekken888-39:5=7.8Kijken naar stripfiguren, vorm en tekst.8887Vlekken uitwerken6988Houdingen tekenen7697Gezichten tekenen7887De vlekken houdingen en gezichten geven8687Kleding tekenen8999Teksten77.587De vlekken uitwerken met kleding.8887Stripverhaal (schets)-9.59.59Totaal gehaald punten:72+ 79+ 90.5+ 68=309.5:40=7.77.8Cijfer:7.7+7.8=15.5:2=7.8534352552705Ervaringen met de klassenOnderwerp:ReflectieOver het algemeen ben ik zeer te spreken over de verschillende klassen waarin ik les heb gegeven. Bij de klassen vwo 6 en vwo 5 merk je heel erg, dat je de leerlingen los laat in de opdrachten en werkomgeving. Daarbij krijgen zij veel theoriestof en zelfstandige theorie – en praktijkopdrachten. Je geeft de leerlingen raad en begeleid je, in plaats van vaste structuur te bieden. Als docent heb ik mij in deze klassen erg inhoudelijk ontwikkeld. Immers zij verwachtten meer diepgang in de stof. Je mag dan ook best verwachten dat de leerlingen zelfstandig ontwikkelen. In hoeverre de leerlingen nog structuur nodig heeft, is aan de docent te bepalen. De docent heeft sociale contacten met de leerlingen door de jaren heen aangelegd en weet dus wat een leerling kan en nog niet kan. Toch is het de bedoeling dat de docent, in de laatste jaren, de leerlingen los laat. Wel moet de docent paraat staan voor antwoorden, inhoudelijkheid over verschillende kunstdisciplines en technieken. Waar ik zeker nog aan moet werken.Havo 4 en havo 5 zijn leerlingen die nog erg veel structuur nodig hebben en herhaling van inhoudelijke stof. Dingen zoals bv. kleur mengen, doen zij heel weinig. Soms lijkt het zelfs of zij de vaardigheden die zij in de 4de zou moeten hebben, niet hebben. Ik vergiste mij erg in wat deze leerlingen kunnen. Je merkt in vergelijking met vwo, dat zij minder dingen weten, maar meer praktijkgericht werken. Belangrijk is structuur bieden aan deze leerlingen, maar op zeker hoogte. Qua materiaal keuze moet je deze leerlingen nog erg stimuleren om iets anders te doen. Zij zijn geneigd om de makkelijke weg te kiezen. Het is dus dat ik als docent deze leerlingen structuur heb geboden, maar ook probeerde te zorgen voor een leuke werkomgeving en sociaal contact. Hoe meer je over de leerlingen weet, des te meer je uit de leerlingen kan halen. B1G zijn lieve brugklas leerlingen. Tenminste dat dacht ik als docent. Deze leerlingen moet je goed in de gaten houden, veel structuur, doelen en een goede werkomgeving bieden. Ik heb bij deze leerlingen veel geleerd over sociale contacten, grenzen verleggen en een grens trekken. Organisatie is bij deze leerlingen nog erg veel van belang. Al vind ik dat ik daar niet in te kort schiet. Ze zijn op een nieuwe school, maar je moet ze ook in de les stimuleren om met nieuwe technieken te leren omgaan. Voor sommige leerlingen is dit erg moeilijk en dan is het belangrijk om ‘extra’ hulpmiddelen achter de hand te houden. Vakinhoudelijk heb ik veel over de basistechnieken geleerd en het leren om verschillende invalshoeken in het lesgeven te nemen. Daarnaast hebben deze leerlingen mij vaak op de proef gesteld, maar daardoor leer je, je eigen grens te stellen en ook daadwerkelijk een straf uit te delen. Toch merk ik wel dat dit soms te veel neigt naar ‘politiemannetje’ spelen in de klas. Dan trek ik dit gelijk door naar mijn conclusie. De eerste klas is erg leuk om les te geven, toch mis ik de creativiteit die nog niet tot uiting komt zoals ik het als ‘kunstenaar’ ziet. Veel leerlingen lopen tegen opdrachten op, omdat zij het vak niet leuk vinden of gewoon weg niet kunnen. Daar is op zich niets mis mee, maar je merkt dat deze leerlingen steeds minder gemotiveerd worden of onder het niveau van hun kunnen presenteren. Daarnaast had ik soms het idee dat ik meer voor politiemannetje aan het spelen was, dan als docent aan het doceren was. Bij havo 4, 5 en vwo 5,6 kan ik lessen geven, die naast sociaal contact ook nog eens inhoudelijk meer mijn ‘ei’ kwijt kan. Je kunt meer met deze klassen bereiken voor mijn gevoel. De leerlingen hebben daarnaast ook nog eens deze vakken gekozen en zijn gemotiveerder om deze opdrachten te maken. Je kunt meer uit deze leerlingen halen, wat voor mijzelf erg prettig vind. Als docent ben je bezig met begeleiden en de juiste structuur te bieden die de leerling nodig heeft. Je hebt niet het idee dat je voor politiemannetje aan het spelen bent. Je krijgt meer rust in je les en daardoor kan je ook meer in de les bereiken.533908052705ReflectieOnderwerp:StageIk heb les gegeven op de havo/vwo–locatie Gasthuislaan van ISW. Ik wilde graag naar deze school, omdat ik het op deze school altijd fijn heb gevonden om les te krijgen. Op deze school is er vooral controle over beleid van leerlingen, regels en de ontwikkeling van de leerling. Daarnaast was ik de docenten ook niet vergeten, want het was erg gezellig met hen. De school geeft les uit een bepaalde visie. Het christelijke geloof staat centraal op deze school. Aan het begin van de les wordt er (meestal) uit de Zoutkorrel gelezen. Daarnaast zijn er verschillende vieringen en is er een vak levensbeschouwing/godsdienst die deze visie naar voren brengt. De school staat open voor andere leerlingen met de overtuiging dat de verschillende groepen respect met elkaar om kunnen gaan. Daarnaast vindt de school ook de volgende dingen belangrijk: men wil dat de leerlingen zich veilig en prettig voelen op deze school. Daarbij is de communicatie tussen docenten, leerlingen en ouders/verzorgers erg belangrijk.Ik heb stage gelopen bij mevrouw Tineke van Cappellen. Zij geeft tekenen, beeldbendevorming en kunstgeschiedenis. Ik heb les gegeven in klas 1 havo/vwo, havo 4, havo 5, vwo 5 en vwo 6. Je merkt al snel dat je anders les geeft in de bovenbouw dan in de onderbouw. In de onderbouw mocht ik alleen les geven. Natuurlijk was de docent erbij, maar op een gegeven moment ook niet meer. Je merkt dat je als docent erg op de proef wordt gesteld en dat sommige leerlingen je aandacht voordurend opeisen. Ik heb in de eerste klas voornamelijk basisoefeningen gedaan, zoals verven, mengen, donker/licht, contrasten, vorm, schaduwen, houtskool, potlood, dieren natekenen, striptekenen, Oost-Indische inkt, structuren en letters vervormen. Bij de onderbouw merk je dat het erg belangrijk is, dat je als docent structuur biedt. Bij hogere klassen is dat al veel minder. Je geeft de leerlingen een opdracht waarin staat wat ze moeten doen. Je laat de werkvorm vrij, omdat de leerlingen jouw structuur na 3 jaar wel kennen. Aan het begin gaf ik de introductie en gaf de stagedocent les. Ik heb in vwo 5 en havo 4 enkele lessen gegeven en havo 5 helemaal zelf gedaan. Vwo 6 heeft nauwelijks instructie nodig. De docent begeleid hen doormiddel van opdrachten naar het eindexamen toe. Het leukste aan de bovenbouw is, dat je met hen veel meer kan bereiken dan met de onderbouw. Daar ben je veel meer aan het opbouwen en bij de bovenbouw juist meer aan het vrijlaten in wat zij leuk vinden. Zij kunnen immers zelfstandiger werken. Je leert de leerlingen ook persoonlijk kennen. Toch is mijn leeftijd een grote factor die helpt om dichterbij de leerlingen te komen. Ik heb niet het gevoel gehad dat zij mij niet zagen als een docent. Het was leuk om de bovenbouw te begeleiden en bij de onderbouw de leerlingen structuur te bieden en basistechnieken te leren. Daarnaast merk ik dat mijn stagedocent heel anders les geeft dan ik. Ik werk toch meer met de computer. Misschien dat dit door de nieuwe generatie komt, die met computers is opgegroeid. Ik leg de leerlingen uit aan de hand van voorbeeld plaatjes op de computer.Sommige beslissingen neem ik anders dan de docente. Soms zijn we het dan (per ongeluk) niet eens met elkaar, maar zij heeft als laatste het woord dus moeten de leerlingen naar haar luisteren. Toch moet ik nog veel leren qua lesinhoud en lesdidactiek. Ik was nu voornamelijk met controle over de klas bezig.Na 3 jaar te hebben stage gelopen heb ik geleerd om niet alleen als docent daar te staan, maar ook dat je duidelijk structuurlijn moet bieden, duidelijk consequenties moet handhaven en dat het toch ook gezellig blijft. Daarbij komt natuurlijk ook de algemene verantwoordelijkheid voor het verloop van de les. Ik ben nog mee bezig om dit te verbeteren. Met het ontwikkelen hiervan zou ik graag volgend jaar mee verder gaan. Je leert door de drie jaar heen jezelf als docent te ontwikkelen en ik denk je eigen lesstijl zich ontwikkelen in mijn LIO-jaar. Ik zou graag de leerlingen op mijn manier willen lesgeven, misschien wel met een verfrissende blik voor leerlingen. Daarbij komt dat je echt in het vierde jaar als docent met de specifieke verantwoordelijkheden voor dat leerjaar bezig bent. In het derde jaar had ik namelijk het gevoel dat, dat nog erg terzijde stond. In het vierde jaar zal ik veel meer worden opgenomen als docent. Je leert als docent om verantwoordelijkheden in het team van CKV docenten te dragen. Erg belangrijk vind ik, dat ik leerlingen kan helpen waarop zij vast lopen. Vooral in de eerste klas waren leerlingen die niet zo goed kunnen tekenen, zelf weten zij dit ook. Ik heb altijd geprobeerd om deze leerlingen te helpen, door bv. voorbeeld plaatjes te laten gebruiken, overtrekken of het gestimuleerd om door te gaan. Ik probeer iedere leerling te begeleiden, maar sommige kunnen het gewoon al voldoende zelfstandig. Waardoor ik heb geleerd om niet te veel daarin los te laten en ook niet te veel van mezelf aan een leerling te geven. Een goed voorbeeld is Quintus. Hij is een slimme leerling, situatie is niet leuk thuis, is een jongen die aandacht opeist en hij kan niet zo goed tekenen. Dit was dus eigenlijk de perfecte jongen om te kijken of ik ook daadwerkelijk mijn aandacht kan verdelen over leerlingen die er niet naar vragen. Al moet ik zeggen dat ik hier nog steeds niet het sterkst in ben, kan ik wel zeggen dat ik een bepaalde afstand van zulke leerlingen kan te bewaren en leerlingen die zelfstandig genoeg zijn niet te snel laat vallen. Dit mede dankzij de gesprekken tussen mijn intervisiegroepje. Met intervisie krijg je ook andere meningen mee en kun je wat aan je probleem doen. Ik had het vooral over een jongen, Quintus, uit de eerste klas, die al de aandacht opeiste van mij en de klas. We hebben bij de intervisiebijeenkomsten veel over dit onderwerp gesproken en dat was erg prettig. Ik heb o.a. geleerd dat ik consequenter moet zijn in mijn daden, niet te veel aandacht moet schenken aan Quintus of hem juist even buiten de klas zetten. Na maanden later heb ik het gevoel, dat ik de situatie met Quintus beter onder controle heb. Dit echt mede door de opmerkingen in het intervisiegroepje. We hebben ook veel gesproken over het aandacht trekken van de leerlingen. We hebben ieder onze eigen manier. Ik gebruik de 1, 2, 3-tellen manier. Ik merk wel dat ze het nazeggen, maar uiteindelijk zijn ze wel allemaal stil en zitten zij op hun plek. Ik heb dit uiteindelijk toch volgehouden, omdat het op één of andere manier voor mij nog steeds goed verliep, al vond mijn stagedocent van niet. Daarbij komt dat de leerlingen ook weten dat zij moeten gaan zitten en dit in zekere zin ook prettig vinden. Aldus ik ben erg tevreden met wat ik heb behaald in deze stagejaar.Ik heb gekozen om op de school waar ik nu al stage loop, mijn LIO-stage te doen. Ik voel dat ik erg gesteund wordt door de collega’s en ik heb op deze school een veilig gevoel. De samenwerking bij vergaderingen enz. vind ik erg goed. Ik leer mijn oude docenten, als collega’s kennen en het is fijn om een onderdeel van het team te zijn. Ik kan ook niet wachten om opnieuw als docent voor de klas te staan en ook de door mij gemaakte lessen eventueel aangepast, opnieuw te geven. Daarbij komt nog dat er veel variatie is in lesgeven, zowel in de boven- als onderbouw.Wat zou ik graag volgend jaar willen verbeteren in mijn LIO stage?Hoe zorg je dat leerlingen zich blijven ontwikkelen ook al hebben ze moeite met het vak?Hoe is het om zelfstandiger voor de klas te staan?Hoe kan ik consequent blijven en welke variaties kan ik hierin aanbrengen?Hoe kan ik genoeg variaties in de lessen aanbieden, om zo de leerlingen te motiveren en te stimuleren.Hoe zorg ik dat er aan de leerlingen een duidelijk structuur wordt geboden en er tegelijkertijd een prettige lessfeer blijft. 533908052705Hoe ben ik als docent?Onderwerp:CompetentiesAls docent ga ik structureel te werk en heb ik van te voren al alles voor bereidt. Bv. huiswerkopdrachten uitgeprint, het klaarzetten van de ‘gereedschappen’, cijfers binnen een week klaar hebben enz. Ik kan dus wel zeggen dat ik goed georganiseerd ben. Naast een goede structuur bieden, is de sfeer in een klas natuurlijk erg belangrijk. Een goede structuur helpt hier bij. Ik probeer zo gezellig en actief mogelijke lessen te maken. Dat gaat soms nog wel eens moeilijk bij de onderbouw, maar bij de bovenbouw lukt dit prima. Een gezellig actieve sfeer in de klas met een deuntje muziek gaat prima bij mij. Ik probeer ook wel eens de lessen te veranderen in spelenderwijs leren. Zo heb ik bijvoorbeeld bij leerlingen uit de havo 5 klas een quiz over popmuziek gedaan en bij de eerste klas leerlingen een mengwedstrijd. Leerlingen die niet goed kunnen tekenen, hadden nu de kans om beter te zijn dan andere, omdat je geen realistische tekening hoeft te maken. Voor elke leerling is iets winnen doormiddel van een spel altijd erg leuk! Dit is erg goed gevallen. Erg belangrijk vind ik, dat ik leerlingen kan helpen waarop zij vast lopen. Vooral in de eerste klas waren leerlingen die niet zo goed kunnen tekenen, zelf weten zij dit ook. Ik heb altijd geprobeerd om deze leerlingen te helpen, door bv. voorbeeld plaatjes te laten gebruiken, overtrekken of gestimuleerd om door te gaan. Ik probeer iedere leerling te begeleiden, maar sommige kunnen het gewoon al zelfstandig. Daardoor ik heb geleerd om niet te veel daarin los te laten en ook niet te veel van mezelf aan een leerling te geven. De lessen die ik over het algemeen heb gegeven, zijn de onderwerpen vanuit de school (de randvoorwaarden) en hiervan uit heb ik mijn eigen lessen mogen maken. Ik heb dus al een basisontwikkeling gelegd in het maken van eigen lessen. Daarin kunnen wel dingen worden verbetert. Zoals beter de tijd in schatten en de doelen beter stellen. Docent Tineke van Cappellen heeft wel altijd mijn lessen nagekeken, of zij voldoende waren om te geven. Ik heb voldoende feedback van haar gekregen.Niet alleen aan haar had ik heel veel. Ook bij vergaderingen heb ik meegedraaid en heb ik zelf ook mijn mening mogen vertellen over leerlingen en cijfers. De collega’s waren erg sociaal betrokken en vonden het alleen maar leuk als er een nieuwkomer meedeed. Ook binnen het vak CKV zijn er verschillende docenten, waar ik ook mee rondom te tafel heb gezeten. Ik kan dus wel zeggen, dat ik altijd heb geprobeerd om zo betrokken mogelijk bij de school en collega’s te zijn. Hierin kan ik nog altijd groeien aangezien ik maar 1 dag in de week meedraaide. Daarnaast kan ik mij nog beter ontwikkelen in mijn vakinhoudelijkheid. De vakinhoudelijke lessen die ik aan havo 5, 4 en vwo 5 heb gegeven, vond ik zelf erg goed gaan. Toch merk je dat je nog niet met beide benen op de grond staat. Soms hebben leerlingen vragen, die ik zelf ook niet weet of niet goed weet te beantwoorden. Dit is een kwestie van leren, onthouden en herhalen. Dit zou in de loop van de jaren als docent weg moeten vallen. Hierbij hoort ook mijn taalgebruik. Dit is nog steeds voor mij erg moeilijk. Hieraan kan ik werken door boeken te lezen, mijn eigen fouten te verbeteren enz. Toch zal dit enigszins ‘Sandra’ zijn.Dit gehele stagejaar heb ik veel geleerd en ook proberen te leren. Ik heb altijd open gestaan voor enig kritiek door de docent Tineke van Cappellen. Als nog probeer ik zelf mijn weg te vinden als docent en hoop ik dit ook komend jaar in mijn LIO stage te kunnen vinden. Als docent zou ik graag willen dat de leerlingen de wereld met ander ogen leert zien, doormiddel van het vak CKV. Dit wil ik proberen als aankomend docent met verfrissende, vernieuwende lessen van CKV. Dat ik de leerlingen kan uitdagen om de wereld te ontdekken,in zowel de les, activiteiten als in hun eigen belevingswereld.Ik zou in de vernieuwde stagejaar verschillende dingen willen leren, die ik nog steeds erg moeilijk vind. Hoe stimuleer ik leerlingen die niet goed in het vak kunstalgemeen en CKV zijn? Hoe hou ik deze stimulansen ook aan als docent? Hoe kan ik meer variatie aan mijn lessen geven, om zo de leerlingen te (blijven) stimuleren. Hoe kan ik mijn werksfeer verbeteren, zodat het voor iedere leerlingen een leuke les blijft? Als laatste; hoe kan ik mijn consequenties vari?ren, zodat leerlingen niet geneigd zijn om bv. te klieren in de les?533908052705EvaluatieOnderwerp:door Tineke van CappellenEvaluatie Tineke van Cappellen.Hoe vond u de interactie met de student in de gehele stageperiode?De interactie was prima. Sandra was voor alles in en wilde alles proberen. Soms was er een klein misverstand door onze wederzijdse dislectie maar nooit iets ernstigs voor haar (volgens mij) of voor mij. Ik kon in alle opzichte op haar rekenen en ze wist goed als ze iets niet aan kon, dat kwam nooit als een verrassing. Ze was wel erg lief voor mij als ik niet goed genoeg begeleide wat iets te vaak is voor gekomen.Heeft de student duidelijk aangegeven wat zij wilde leren in haar stage periode?In het begin was het doel alles leren wat er mogelijk is op lesgeef gebied. Dat was een beetje te veel en langzaam heeft ze voor zichzelf duidelijk gekregen wat ze dit jaar wilde leren. Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van lesgeven?Sterk: open voor alles wat er op haar pad komt; mogelijkheid tot leren van haar fouten en haar te kort komingen; eigentijdse inbreng in de les, associaties maken die leerlingen goed begrijpen. Zwak: Tijdsplanning in een les en in het bepalen van de opdracht duur; Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van interactie met de leerlingen?Sterk: Ze is heel aanspreekbaar; ze is redelijk consequent; ze ziet welke leerlingen een klein steuntje nodig hebbenZwak; Taal is soms te vaag; nog zoekend in een relevante straf voor fout / ongewenst gedrag; ze _Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van organisatie van de lessen?Tijd is nog erg moeilijk voor haar. Wanneer ga je opruimen hoe organiseer je dit. Hoe lang doet een leerling over een lessen cyclus. Ze heeft een methode bedacht om de aandacht te trekken als ze dat wil, ze heeft uitgevonden hoe ze kon werken met de radio aan en tocht genoeg resultaten kreeg. Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van betrokkenheid binnen de school? (bv. betrekking op vergaderingen, ouders van leerlingen, collega’s enz.)Wat van toepassing is geweest prima geen zwakke punten. Sandra heeft veel belangstelling voor alle aspecten van het vak docent.Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van vakinhoud?Ze mist de kennis van een ervaren docent mat de nodige nascholing maar verder prima. Ze heeft ook nog meer technische kennis nodig maar ook dat is logisch in dit leerjaar. Oftewel prima. Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van de houding en gedrag, die zij uitstraalt in de les naar de leerlingen toe?Heb ik al genoemd waar nodig hierboven. Wat zijn volgens u haar zwakte of sterkte punten ten opzichten van reflectie en ontwikkeling?Ze doet de reflectie heel goed zelf en werkt heel hard aan verbetering en handhaving van wat goed gaat. Ze mag iets meer gaan experimenteren komend jaar in didactiek. Vind u dat zij zich ontwikkeld heeft binnen haar stageperiode?Ze heeft zich behoorlijk ontwikkeld. Daar heb ik bewondering voor niet iedereen kan zoveel leren in 1 jaar. Ze staat er ook voor open.Heeft u tips om haar mee te geven naar haar LIO-stage?Toon initiatief. Begin de planning van je nieuwe schooljaar op tijd dan lukt het je om helemaal zelfstandig te worden. Participeer in een activiteit met leerlingen buiten de les om en leer je doelgroep ook anders kennen dit werkt soms heel verhelderend voor beiden.Geef je stage begeleider zo af en toe op haar flikker als ze het niet goed doet ten opzichte van jou.Vind u dat zij LIO-bekwaamd is? Ja absoluut. 533908052705Extra Onderwerp:Studiedag ‘ Onderwijs en ICT’Er was een studiedag/ nascholing dag voor de docenten, precies op de dag dat ik stage moest lopen. Ik heb hieraan meegedaan en heb veel hiervan opgestoken!Ik ben naar 3 cursussen geweest, namelijk naar cursus Teleblik.cursus Smartboard.cursus ICT, bewegende figuren maken. Allemaal erg handig als aankomende docent om mee te doen aan deze cursus, omdat je in aanraking komt met docenten, nieuwe activiteiten en leermiddelen om jouw leerlingen te stimuleren. Dit bewijst maar weer hoe weinig je nog maar weet. De dag heb ik ervaren met plezier en met nieuwe ogen naar docenten toe en de hoeveel uren die je wel niet insteekt om een beter docent te blijven en te groeien. Daarnaast heb ik een nascholingscertificaat behaald, om ook te bewijzen dat ik daadwerkelijk ben geweest.533908052705Extra Onderwerp:NOTNa veel aanraden van mijn vader ben ik naar het NOT in Utrecht geweest. Ik heb daar onwijs veel gezien van boeken tot aan meubilaire voor in een school. De nieuwste snufjes worden aangeboden en gepresenteerd De beurs is erg groot en ik heb ook een aantal boekjes mee gekregen, maar ik heb vooral gekeken. Vooral als je nieuw ben moet je echt eerst kijken, want waar je moet zoeken is nog vrij lastig. Ik heb wel genoten van de dag en heb verschillen brochures van scholen, activiteiten dat met mij als komende docent te maken heeft meegenomen. Hierbij voeg ik enkele dingen toe die vanaf het NOT heb meegenomen. 533908052705ExtraOnderwerp:Excursie BlijdorpIk ben met mijn leerlingen B1G naar Blijdorp geweest. Een korte reflectie van hoe ik het vond om de leerlingen op een andere manier mee te maken.Het was een mooie dag. De leerlingen en ik hadden er al zin in! We waren er al vrij snel. De voor de leerlingen gemaakte opdracht had ik buiten voor de ingang van Blijdorp uitgedeeld. De leerlingen mochten in groepjes lopen. Zij moesten elke een opdracht van biologie en tekenen maken. Ik heb veel dieren gezien en af en toe een leerling die langs kwam om de tekeningen te laten zien. Dit was erg minimaal en daar ben ik ook niet erg tevreden over. De leerlingen hebben kennelijk niet voldoende motivatie om de tekeningen te maken. Enigszins snap ik dat wel, maar we gaan natuurlijk niet ‘ zomaar’ op excursie. Ondanks de ‘ magere’ tekeningen, hebben de leerlingen het naar hun zin gehad en dat telt ook gewoon mee. Leuk om leerlingen in een andere omgeving te zien. Waarschijnlijk kan de tekenen opdracht veel beter worden vervangen, door een foto opdracht. Veel leerlingen hebben een camera. We kunnen de leerlingen dan al wat meegeven over compensatie, kleur enz. Dit heb je immers ook bij tekenen. Ze kunnen zelfs een leuke collage maken van de dag. Dit zullen de leerlingen denk ik veel serieuzer nemen en ook zeker leuker vinden, want het is een duidelijk, makkelijk en een snel gemaakte opdracht. De leerlingen hebben dan genoeg tijd om leuke dingen te zien in Diergaarde Blijdorp. 533908052705Extra Onderwerp:Bijgewoonde vergaderingenIk ben naar verschillende vergaderingen geweest door het jaar heen. Soms was dit voor de cijfers, soms was dit vanwege sociale problemen van een leerling. Hieronder staan verschillende aankondigen van vergaderingen, waar ik naar toe ben geweest. Wat ik van deze vergaderingen heb geleerd zijn; Goede communicatie tussen collega’s is belangrijk.Goede afspraken maken met elkaar over de leerlingen maken.Zijn de problemen die jij met een leerling hebt, ook bij andere collega’s opgevallen?Openstaan voor suggesties van andere collega’s.Collega’s onder elkaar ondersteunen.Zijn er vorderingen ontstaan tussen de tijd van de afspraken en de nieuwe vergaderingen?Jouw mening met de andere collega’s delen.De kijk op het gedrag, niveau en ontwikkeling van de leerling.Wat de kern van de vergaderingen volgens mij was, is de ontwikkeling (in leer en gedrag) van de leerlingen beter maken. Daarbij wordt er stil gestaan bij thuis situatie, gedrag van de leerling, het niveau van de leerling en de vakken. Voor docent zijn de vergadering ter ondersteuning van het ontwikkelen van een beter omgeving voor de leerlingen en steun vinden bij andere collega’s. Zo komen er meer idee?n en meningen naar voren die kunnen bijdragen aan de ontwikkelingen van een beter docentschap. De enkele vergaderingen waar ik bij ben geweest was voornamelijk bij de eerste klas. Deze klas geef ik zelf les en heb zo af en toe zelf een steentje bij gedragen in opmerkingen. ................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download