Prohic.nl



COVID-19 en de mogelijke gevolgen voor de criminaliteitsontwikkeling in Nederland (een eerste concept){Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, DGRR, Jaap de Waard, 19 maart 2020}InleidingHet virus Covid-19 zal, buiten de economische en humanitaire schade, ook van invloed zijn op de criminaliteitsontwikkeling in Nederland. Hoe deze ontwikkeling eruit zal zien is voor een groot gedeelte onduidelijk. Een dergelijke grootschalige verandering op wereldniveau heeft zich namelijk nog niet eerder voorgedaan. Er is dus sprake van onvolkomen kennis over de mogelijke gevolgen. Getracht wordt in deze korte notitie een aantal beredeneerde uitspraken te doen over de mogelijke gevolgen van Covid-19 op de criminaliteitsontwikkeling in Nederland. In eerste instantie zijn dat korte beschrijvingen die in een later stadium verder worden uitgewerkt. Het is nu zaak om op zeer korte termijn een aantal mogelijke gevolgen te beschrijven. Die redeneringen worden gedaan op basis van de huidige criminologische inzichten waar het gaat om keuzegedrag van (potenti?le) daders, publieke en private criminaliteitspreventieve inspanningen, en marktmechanismen op illegale markten. Tevens wordt de redenering opgevoerd op basis van vier dominante beleidstheorie?n die bij de verklaring van ontwikkelingen in de criminaliteit een rol spelen. Dit zijn (1) De gelegenheidstheorie wijst op de aanwezigheid van geschikte doelwitten voor criminaliteit en het gebrek aan semi-functioneel en functioneel toezicht en adequate preventiemaatregelen. De (2) routine-activiteitentheorie concentreert zich niet alleen op de daders, maar op de toegenomen omstandigheden om criminaliteit te plegen waardoor het risico op slachtofferschap toeneemt. In de (3) leefstijl-exposuretheorie wordt gekeken naar de rol van het slachtoffer, zoals zijn relatie met de dader en het gebruik van zelf beschermende maatregelen. Ten slotte stelt de (4) sociale-controletheorie dat (jeugd)criminaliteit optreedt wanneer de banden van een individu met het gezin of school en/of respect voor de heersende normen en waarden, zwak zijn of zelfs afwezig.Om enige systematiek aan te brengen wordt een indeling gemaakt in de volgende criminaliteitsfenomenen:?Klassieke criminaliteitsvormen, zoals geweldscriminaliteit, vermogenscriminaliteit, seksueel / huiselijk geweld;Cybercriminaliteit (in de sfeer van fraude, identiteitsfraude, pesten/harrassment, afpersing);Illegale markten / georganiseerde ondermijnende criminaliteit.In deze notitie wordt geen aandacht geschonken aan terrorisme / radicalisering omdat bij mij de kennis en tijd ontbreekt om hier op in te gaan.Covid-19 en mogelijke ontwikkelingen binnen de ?klassieke criminaliteitsfenomenen?Het gaat goed met de ontwikkelingen op de Nederlandse ‘’klassieke criminaliteitsmarkt’’. Er is sprake van een voortgaande daling bij vermogenscriminaliteit (autodiefstal, woninginbraak, autokraak, winkeldiefstal, straatroof en zakkenrollerij) en geweldscriminaliteit (mishandeling, seksueel geweld, verkrachting, moord en doodslag). In tien jaar tijd is het aantal geregistreerde misdrijven met 30 procent afgenomen. Ook het aantal door de politie geregistreerde delicten waarvan minderjarigen en volwassenen worden verdacht laat een scherpe daling zien. De daling bij minderjarige jongens en meisjes bedraagt tussen 2007 en 2019 60% en bij volwassen verdachten bijna 35 procent. Nederland is de laatste tien jaar daadwerkelijk veiliger geworden. Onderstaande grafiek laat deze positieve ontwikkeling zien.Bij deze positieve ontwikkeling is een ‘’winstwaarschuwing’’ op zijn plaats: op basis van de dalende criminaliteitscijfers kunnen geen betrouwbare uitspraken worden gedaan over hoe de criminaliteitsmarkt zich in de komende jaren zal ontwikkelen. Er is sprake van een zogenaamde dynamische en niet van een statische criminaliteitsmarkt. Dat geldt zeker nu het covid-19 virus de Nederlandse overheid heeft gedwongen om een aantal rigoureuze maatregelen te nemen. Deze bestaan momenteel uit de sluiting van uitgaansgelegenheden, winkels, sportcomplexen, afgelasting van grootschalige evenementen, beperking van reizen, beperking van de komst van niet ingezetenen naar Nederland, dwingende advisering om thuis te blijven. Wat betekent dit grote aantal maatregelen voor ontwikkelingen voor klassieke delicten zoals woninginbraak, overvallen, geweld op straat, winkeldiefstal, auto- en fietsdiefstal en vandalisme? Op basis van de hierboven vier geschetste beleidstheorie?n die de dominante ontwikkelingen in deze vormen van criminaliteit verklaren kan geconcludeerd worden dat er een verdere daling van deze vormen van criminaliteit zal plaats vinden. De gelegenheidsstructuur voor criminele activiteiten is compleet veranderd door overheidsmaatregelen. Het aantal woninginbraken bijvoorbeeld zal een verdere daling te zien geven. De meest belangrijke risicofactor voor en geslaagde woninginbraak is de afwezigheid van de bewoner. Woninginbrekers hebben een grote hekel en angst om tijdens een inbraak met een aanwezige bewoner te worden geconfronteerd. Vanwege de genomen covid-maatregelen zal de aanwezigheid van bewoners in de eigen woning significant toenemen. Ook de blootstelling van (potenti?le) slachtoffers met (potenti?le) daders neemt significant af bij delicten als straatroof, mishandeling, geweld, winkeldiefstal vanwege de bewegingsbeperkingen van inwoners van Nederland. Een verdere daling van deze delicten is dan ook te verwachten. Concluderend: Nederland kenmerkt zich door een ruime criminaliteit bevorderende gelegenheidsstructuur (open grenzen, Schiphol, Rotterdamse haven, grote infrastructurele mobiliteit, anonimiteit, bevolkingsdichtheid, Engels als tweede voertaal, vlottende bevolking, import van buitenlandse gelukszoekers, Internetdichtheid) en wordt daardoor geconfronteerd met een groot aantal criminaliteit bevorderende situaties. Nederland is daarmee ‘’risicogevoeliger’’ voor criminaliteit en criminele import dan andere Westerse landen. Daarbij gaat het vooral om het onderkennen van de gevolgen van verstedelijking, demografische ontwikkelingen, internationalisering, digitalisering, en criminogene aspecten van nieuwe technologie, producten en diensten. Deze gelegenheidsstructuur om delicten te plegen, de blootstelling met (potenti?le) daders, de relatie tussen dader en slachtoffer, en de formele en informele sociale controle laten een totale ommekeer zien door de genomen covid-maatregelen. Het wordt voor daders dus nog lastiger om ?klassieke? delicten te plegen. Deze beredeneerde verwachting laat dus een positief effect zien op de ?klassieke? delicten: een verdere daling is te verwachten. Covid-19 en mogelijke ontwikkelingen binnen het domein van de ?cybercriminaliteit?Experts uit politie, OM en wetenschap bepleiten voor een onderscheid tussen een criminele offline- en onlinewereld. Er moet niet te smal worden gekeken naar het totale criminaliteitsfenomeen, er zijn nieuwe vormen van criminaliteit ontstaan. Het is daarom wellicht beter om te spreken van traditionele criminaliteit die daalt, en nieuwe vormen van onlinecriminaliteit waar nog onvoldoende zicht op bestaat voor wat betreft de ernst en omvang. Er is bewijs dat door toegenomen preventieve investeringen door overheid en individuen de gelegenheid tot het plegen van misdrijven in de offlinewereld beduidend is afgenomen. De ‘’klassieke‘’ vermogenscriminaliteit is afgenomen. Maar er zijn aanwijzingen vanuit het veld van opsporing en vervolging dat criminaliteit zich voor een deel heeft verplaatst naar de onlinewereld. Mogelijk is sprake van een domeinverandering, van een ‘’digitalisering’’ van criminaliteit.Eenduidige en harde cijfers over een verschuiving naar de digitale wereld zijn (nog) niet beschikbaar, beschikbare kennis geeft geen eenduidig beeld. Juist door de nog maar recente opgang van dit nieuwe fenomeen is er nog weinig betrouwbare statistische informatie daaromtrent beschikbaar. Er is slechts summier zicht op de omvang en ernst van verschillende vormen van cybercrime. Deze fenomenen komen niet of nauwelijks terug te vinden in de cijfers van geregistreerde criminaliteit. Onlangs kwamen de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2019 naar buiten. In deze grootschalige slachtofferenquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder wordt sinds zes jaar ook een zogenaamd vragenblok naar ?cybercrime? meegenomen. Hieruit blijkt het volgende. Het individueel slachtofferschap van cybercrime laat het volgende beeld zien. Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat individueel slachtofferschap van identiteitsfraude een daling laat zien wanneer 2019 wordt vergeleken met 2012: 66%. Koop- en verkoopfraude laat een stijging zien van 59%. Hacken vertoont een lichte daling met 8%. Ten slotte vertoont cyberpesten een stijging met 31%.Wat voor invloed zal het grote aantal covid-19 overheidsmaatregelen maatregelen kunnen hebben op het fenomeen van ?cybercriminaliteit?? Wanneer we naar de hierboven geschetste beleidstheorie?n kijken dan kunnen de volgende verwachtingen worden beschreven. Het aantal inwoners van Nederland dat op de ?elektronische snelweg? zit bedraagt meer dan 95 procent. Kortom, de gelegenheidsstructuur en de blootstelling aan (potenti?le) cyberdaders neemt bijzonder toe. Zeker nu de covid-19 overheidsmaatregelen de Nederlandse bevolking als het ware dwingen om nog meer gebruik van het Internet te maken. Het ?verplichte? thuiszitten? en de informatieoverdracht via Internet over covid-19 geeft cyberdaders nieuwe (gelegenheid)kansen. Te weten:Een cyberaanval zal nu meer schade veroorzaken vanwege de verhoogde afhankelijkheid van de digitale infrastructuur. Cybercriminelen spelen in op angst en onzekerheid. Hierdoor zullen mensen bijvoorbeeld eerder geneigd zijn om op een phishinglink te klikken. Ook het bestellen van goederen zonder te leveren kan mogelijk toenemen.Meer tijd online leidt mogelijk tot risicovoller onlinegedrag (bijvoorbeeld obscure websites bezoeken).Het verspreiden van ?fake nieuws? kan mogelijk tot grote onrust lijden onder de bevolking.De World Economic Forum heeft op 18 maart 2020 een prima paper gepubliceerd over de ontwikkeling van het beleid over covid-19 en de mogelijke ontwikkelingen op het gebied van ?cybercrime?:: De criminaliteitsmarkt dynamisch van karakter is, omdat nieuwe criminaliteitsfenomenen en risico’s ontstaan als gevolg van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Vanwege de overheidsmaatregelen betreffende covid-19 is de gelegenheidsstructuur voor cybercriminelen beduidend toegenomen. Angst, vraag naar schaarse producten, onzekerheid, toegenomen Internetgebruik, inspelen op sentimenten zijn hier de oorzaak van. Zo vragen (nieuwe) vormen van onlinecriminaliteit en de verdergaande internationalisering van criminaliteit om aanpassing of aanvulling van het criminaliteitsbeleid en wellicht tot nieuwe investeringen. Zeker nu de gelegenheidsstructuur voor cybercriminelen beduidend is toegenomen is het zaak om als het ware een dagelijkse thermometer te hanteren waar ontwikkelingen op de cybercriminaliteitsmarkt worden gevolgd. Geografische afbakeningen en nationale jurisdicties spelen steeds minder een rol bij het grenzeloze karakter van nieuwe problemen rond veiligheid en criminaliteit. De “online” wereld wijkt beduidend af van de “offline” wereld. Een toekomstbestendige veiligheidsketen moet niet alleen de basis op orde hebben maar ook in staat zijn adequaat te reageren op nieuwe uitdagingen, de klassieke aanpak voldoet niet meer. Dat vergt forse investeringen in nieuwe expertise en (digitale) technieken -waaronder het gebruik van big data en netwerkanalyse- en daarop toegeruste medewerkersIn feite vergt deze ontwikkeling dat J&V permanent de criminaliteitsmarkt moeten scannen op nieuwe bedreigingen en ontwikkelingen. Door te anticiperen op dergelijke nieuwe ontwikkelingen kan preventief overheidsbeleid meer innovatief, creatief en effectief zijn. Op deze wijze kunnen grootschalige preventieve effecten verwacht worden. Het voorzien van problemen en het tijdig aandragen van oplossingen hiervoor is in feite de beste vorm van primaire preventie. Ten slotte, in plaats van te reageren is anticiperen een belangrijke voorwaarde om meer greep op meer greep en overzicht op nieuwe criminaliteitsfenomenen te krijgen. Dat vergt een ander attitude en werkwijze binnen het ministerie van J&V.Covid-19 en mogelijke ontwikkelingen binnen illegale markten / georganiseerde criminaliteitDe georganiseerde misdaad in Nederland kent vele verschijningsvormen en daarmee gepaard gaande criminele hoofdactiviteiten: van synthetische drugsproductie tot mensensmokkel, van diefstal van ladingen tot Internetfraude, van coca?nehandel tot grootschalige witwaspraktijken. De delicten die in het kader van georganiseerde misdaad gepleegd worden kunnen zeker niet als zogenaamde slachtofferloze delicten worden gedefinieerd. Met georganiseerde, ondermijnende criminaliteit wordt geduid op een breed scala aan criminele fenomenen en de verwevenheid daarvan met maatschappelijke sectoren, legale bedrijvigheid en sociale structuren. Georganiseerde criminaliteit is mondiaal vertakt, maar altijd lokaal geworteld. De aanduiding ‘ondermijning’ verwijst vooral naar de effecten van de georganiseerde criminaliteit op de samenleving: de risico’s van verwevenheid van onder- en bovenwereld, de sluipende bedreiging van de integriteit van het openbaar bestuur, overheidsambtenaren en bedrijfsleven, bedreigde bestuurders en ambtenaren, afpersingspraktijken, de innesteling van criminele fenomenen in buurten en woonwijken of het ontstaan van ‘vrijplaatsen’. Algemener gezegd gaat het om aantasting van de leefbaarheid, aantasting van het financieel-economisch stelsel, aantasting van het rechtsgevoel en aantasting van de rechtsstaat en zijn instituties. De integriteit van de samenleving is in het geding, waarbij de directe leefomgeving van inwoners wordt bedreigd. Dat geldt vooral wanneer de legale en illegale markten sterk verweven met elkaar zijn. De grenzen tussen legaal gebruik en misbruik van diensten en voorzieningen kunnen hier flinterdun zijn. Uiteindelijk draait de maatschappij (inwoners, overheid en bedrijfsleven) op voor de directe en indirecte financi?le en emotionele schade.Er is sprake van een sterk flu?de karakter van groepen. Veel vormen van georganiseerde criminaliteit zijn geografisch bepaald. Veelal is er sprake van criminogene plekken en plaatsen waarbinnen ideale gelegenheidsstructuren aanwezig zijn om illegale praktijken vorm te geven. Dergelijke criminogene omstandigheden bevorderen samenwerkingsverbanden tussen criminele groepen. Daarbij moet opgemerkt worden dat er veelal sprake is van een telkens wijzigende samenstelling van die groepen. Criminogene plekken en plaatsen bieden goede structuren om groepen in vaak gewijzigde samenstelling bij elkaar te brengen (clubs, cafés, poolhallen, garages, industrieterreinen, coffeeshops). Concluderend kan gesteld worden dat de gelegenheidsstructuur bijdraagt aan een hoog criminaliteitsniveau in Nederland. De ruime gelegenheidsstructuur maakt Nederland daarom aantrekkelijk voor daders en nationale en internationale criminele organisaties. Dit geldt voor de commune criminaliteit gericht tegen burger en bedrijfsleven, maar ook voor financieel-economische criminaliteit en drugscriminaliteit. De gelegenheidsstructuur werkt criminaliteit bevorderend voor de mate waarin verschillende criminaliteitsfenomenen van georganiseerde misdaad zich voordoen. Dat betekent ook dat de gelegenheidsstructuur de omvang en ernst van georganiseerde kan faciliteren, maar ook kan belemmeren of frustreren: situationele preventie.Wat zijn de mogelijke effecten van het Nederlandse overheidsbeleid gericht op het beperken van de schade van covid-19 op de georganiseerde criminaliteit in Nederland? Zoals blijkt uit de eerder beschreven beleidstheorie?n is de gelegenheidsstructuur in Nederland een belangrijke aanjager van die georganiseerde criminaliteit. Vanwege de eerdergenoemde beperkingen die zijn opgelegd is de criminele gelegenheidsstructuur in Nederland drastisch veranderd. De logistieke structuur om vormen van georganiseerde criminaliteit uit te voeren is hevig verstoord. Het is de georganiseerde criminelen veel moeilijker gemaakt om illegale producten (voornamelijk harddrugs) in te voeren, te distribueren, te verkopen en financi?le transacties uit te voeren. Belangrijk hierbij is dat de mobiliteit (vervoer, invoer, en verplaatsing) bijzonder minder gunstig is geworden voor ondernemers op illegale markten. Schiphol, internationaal vervoer, en de haven van Rotterdam liggen praktisch stil en daarmee ook een groot aantal illegale activiteiten binnen de georganiseerde criminaliteit. Het is dus beduidend moeilijker geworden om illegale activiteiten uit te voeren.Concluderend: De meest belangrijke aanjager voor de georganiseerde criminaliteitsdruk in Nederland is de bestaande gelegenheidsstructuur. In het bijzonder moet gedacht worden aan de mate van urbanisatie en de concentratie van economische activiteiten. Decennialange investeringen hebben ertoe geleid dat Nederland beschikt over een moderne infrastructuur en de daarbij behorende faciliteiten op lucht- en zeehavens, die niet alleen een belangrijke rol spelen in de reguliere economie. Deze faciliteiten maken Nederland ook een populair land voor verschillende vormen van transitcriminaliteit. De Rotterdamse haven en Schiphol bieden tal van mogelijkheden voor illegale activiteiten waarbij Nederland soms fungeert als doorvoerland en dan weer als bestemmings- of productieland. In verreweg de meeste gevallen gaat het om de smokkel van drugs. De georganiseerde criminaliteit in Nederland is sterk afhankelijk van handelsactiviteiten voor legale goederen. Het gebruik van vervoerders, transportdocumenten, financi?le adviseurs, advocaten, notarissen, en ruimten voor opslag zijn onmisbaar voor de criminele bedrijfsvoering. Door de genomen maatregelenrond het covid-19 virus zijn de kansen voor de georganiseerde criminaliteit in Nederland beduidend afgenomen. De logistieke situatie is totaal veranderd en daarmee is de illegale handel in verboden goederen bijzonder veel moeilijker geworden voor criminele ondernemers. De verwachting kan dus worden uitgesproken dat de georganiseerde criminaliteit in Nederland vanwege de aanpak van het covid-19 virus een flinke slag is toegebracht: een positieve ontwikkeling veroorzaakt door een negatieve ontwikkeling.JdW, Leiden, 19 maart 2020. ................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download