Media.scholieren.net



Hoofdstuk 5 De tijd van de ontdekkers en de hervormersParagraaf 5.1 De renaissanceKenmerkende aspecten: Het mens en wereldbeeld van de renaissance De hernieuwde ori?ntatie op de klassieke oudheid.Een nieuwe godsdienstIn de Italiaanse stadstaten ontstond in de late Middeleeuwen een machtige bovenlaag van handelaren en bankiers. Om hun toegenomen rijkdom te tonen bouwden ze riante huizen en gaven kunstenaars opdrachten. In die omgeving ontstonden een nieuw mensbeeld, een nieuw wereldbeeld en een nieuw levensgevoel. Men hield de blik niet meer gericht op God en het leven na de dood. Hun levensmotto veranderde van 'Memento Mori' (gedenk te sterven) naar 'Carpe Diem' (pluk de dag). In het klassieke erfgoed van de Grieken en Romeinen herkenden ze hun eigen op het hier en nu gerichte levenshouding. Ze gingen de Middeleeuwen zien als een donkere tussenperiode. De herleving van oudheid zijn we Renaissance gaan noemen, 'wedergeboorte' van de klassieke oudheid. De Renaissance begon in de 15 e eeuw in Itali? en verspreidde zich vanaf 1500 over de rest van Europa. Het begin van de vroegmoderne tijd. Het humanismeHumanistische geleerden lazen en verklaarden klassieke teksten. De humanistische geleerden wilden de denkwereld van de klassieke auteurs begrijpen zoals ze echt waren geweest, los van het christendom. Ze probeerden de teksten in de originele staat te herstellen en voorzagen ze van uitleg. De Turkse verovering van Constantinopel in 1453 gaf het humanisme een extra impuls. Aanvankelijk was het humanisme vooral een beweging van geleerden. Maar op den duur ging het lezen van klassieke teksten bij de opleiding van de hogere burgerij horen. Het nieuwe opvoedingsideaal was een verstandig en mondig individu met een ontwikkeling op verschillende terreinen. Zo iemand was bijvoorbeeld Leonardo da Vinci. Verspreiding over Europa Erasmus was een belangrijke humanist in Rotterdam. Hij probeerde een christelijk humanisme te bereiken. Door bestudering en vertaling van oude teksten werd het christendom verdiept en gezuiverd. Ook werd daardoor het natuurwetenschappelijk denken gestimuleerd. Copernicus was in de 16 e eeuw zo'n wetenschapper die een wiskundig model ontwierp waarbij niet de aarde maar de zon als het middelpunt van ons zonnestelsel werd gezien. Het wereldbeeld veranderde definitief. Klassieke kunst als voorbeeldOok in de beeldende kunst wilden kunstenaars de werkelijkheid zo echt mogelijk weergeven. Met lijnen, kleuren en schaduwen brachten ze diepte aan in hun schilderingen. Men maakte niet alleen Bijbelse voorstellingen maar ook portretten, landschappen en mythologische figuren. De werken van Michelangelo zijn daar een voorbeeld van. Zoals zijn schilderingen in de Sixtijnse kapel in het pauselijke paleis van Vaticaanstad, waarbij de figuren trots hun lichaam tonen. Deze aandacht voor het lichamelijke zou in de Middeleeuwen ongepast zijn gevonden. Paragraaf 5.2 De Europese expansieKenmerkend aspect: Het begin van de Europese expansie overzee.Verre werelddelenIn de 15 e eeuw was het grootste deel van de aarde onbekend gebied. Europeanen wisten in die tijd nog niet van het bestaan van Australi? en Amerika. Ze kenden wel delen van het Midden-Oosten en van de noordkust van Afrika. Europeanen wilden graag naar China en Indi? omdat oosterse producten zoals zijde en specerijen gewild waren. Door de vele tussenhandelaren was oosterse koopwaar peperduur. Tot 1453 kwam veel oosterse koopwaar via Constantinopel binnen. Omdat er veel geld mee te verdienen was zochten Europese handelaren, omdat ze niet over land mochten reizen, een manier om naar het Verre Oosten te reizen. En dat werd een route over zee. Portugezen naar Azi?Hendrik de Zeevaarder, zoon van de Portugese koning, stichtte een school voor zeevaarders, waar les werd gegeven in navigatie, astronomie en kaartlezen. Met behulp van gegevens die zeevaarders meebrachten werden kaarten gemaakt die zeer geheim waren. Zo slaagden de Portugezen er in 1488 in, Bartholomeo Diaz, om rond Kaap de Goede Hoop te zeilen en in 1498 bereikte Vasco da Gama India. Vandaar uit drongen de Portugezen in 1510 door in de Indonesische archipel, waaronder de Molukken, waar zeer gewilde specerijen zoals kruidnagel, nootmuskaat en foelie groeiden. Vanuit versterkte handelsposten dreven de Portugezen handel met Chinezen, Japanners en andere Aziatische volken. Spanjaarden naar AmerikaHet was Columbus, in Spaanse dienst, die dacht een westelijke route te hebben gevonden naar Indi?. Maar door de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci werd duidelijk dat het een nieuw werelddeel was. Hij noemde het continent Mundus Novus, Latijn voor Nieuwe wereld. Om Vespucci te eren gaf een kaartenmaker in 1507 het continent echter de naam Amerika. In Midden-Amerika volgden in het voetspoor van de ontdekkers de Spaanse conquistadores (veroveraars). Zo veroverde Hernando Cortis in 1519 het rijk van de Azteken in Mexico en Francisco Pizarro nam in 1530 het Incarijk in Peru in. De Spanjaarden was het vooral te doen om de goud- en zilvervoorraden. Ze vernietigden de Indiaanse samenlevingen en doordat de indianen geen weerstand hadden tegen uit Europa meegebrachte ziekten als pokken en mazelen, stierven ze binnen een eeuw praktisch helemaal uit. Andere Europeanen op wegEngelsen, Fransen en Nederlanders wilden mee profiteren en zochten alternatieve zeeroutes. Dat leidde eind 16 e eeuw tot nieuwe ontdekkingsreizen. Pogingen om via een noordelijke route naar Azi? te varen mislukten, zoals onder andere blijkt uit de tocht van de Willem Barentsz, die strandde op Nova Zembla. Het lukte Cornelis Houtman via het zuiden wel om Azi? te bereiken. Hij kreeg toestemming van de vorst van Bantam op Java om er peper te kopen. Paragraaf 5.3 De ReformatieKenmerkend aspect: De splitsing van de kerk in West-Europa. Het ware geloofNa bestudering va de Latijnse Vulgaat constateerde Erasmus dat deze vol fouten zat en maakte in 1516 een nieuwe vertaling van de Bijbel. In zijn boek 'Lof der Zotheid' dreef Erasmus de spot met bisschoppen, kardinalen en pausen die het slechts om geld en macht zou gaan. Daarom pleitte Erasmus voor een terugkeer naar het ware geloof. Met zijn kritiek op de kerk werd hij een wegbereider van de Reformatie of Hervorming. Zelf bleef hij lid van de kerk van Rome. LutherAl in de Middeleeuwen ergerden mensen zich aan de talrijke mistoestanden in de kerk. Lang kon men de kritiek onderdrukken, maar de hervormingsbeweging onder leiding van Maarten Luther kreeg steeds meer aanhang waardoor er een scheuring ontstond binnen het christendom: de protestanten die met de kerk van Rome braken en de rooms-katholieken die de paus trouw bleven. In oktober 1517 verklaarde Luther in 95 stellingen wat er moest veranderen. Vooral de handel in aflaten, men kon met een aflaat een plaats in de hemel verdienen, nam steeds grotere vormen aan. Met de opbrengsten werd onder andere de bouw betaald van de Sint Pieterskerk te Rome. Luthers strijdDe paus beschuldigde Luther van ketterij. Door de uitvinding van de boekdrukkunst verspreidden de idee?n van Luther zich echter snel in Noord-Europa. Kern van zijn leer was dat de zondige mens de genade van God niet kon verdienen met aflaten, ‘goede werken' of andere handelingen. Het geloof moest gebaseerd zijn op de Bijbel.In 1521 werd Luther uit de kerk gezet. Maar in het Duitse rijk had hij veel aanhangers en machtige beschermheren. Het was Karel de V die Luther uitnodigde voor een bijeenkomst met alle Duitse vorsten waar hij de kans kreeg zijn woorden te herroepen. Dat weigerde Luther en hij werd vogelvrij verklaard (wie hem zou doden werd niet vervolgd). Door de vorst van Saksen slaagde Luther er in te ontsnappen. Luther vertaalde de Bijbel in de Duitse taal zodat iedereen gelovige de Bijbel kon lezen. CalvijnNaast Luther was Calvijn een andere belangrijke hervormer. Calvijn was aan de universiteit van Parijs opgeleid tot humanistische wetenschapper. Calvijn stelde nog nadrukkelijker dat de mens zondig en slecht was en was van mening dat vanaf het begin af aan vast stond wie naar de hel of de hemel ging. God bepaalde dat en de mens had daar geen invloed op. Terwijl Luther leerde dat geloven een mens kon redden.Een ander verschil tussen Luther en Calvijn was dat Luther aan de kant van de vorsten stond en dat die het geloof van hun onderdanen moesten bepalen. Maar Calvijn vond wel dat die overheid in overeenstemming met de Bijbel moest handelen en de 'ware godsdienst' bevorderen. Deed ze dat niet, dan mochten lagere bestuurders tegen die overheid in opstand komen. Genève als voorbeeldHet in 1576 aan de macht gekomen stadsbestuur organiseerde de kerk naar de idee?n van Calvijn. Er gingen strenge leefregels gelden. Er werden vier kerkelijke ambten ingesteld. Predikanten, ouderlingen, diakenen en doctores. Vanuit Genève verspreidde het calvinisme zich over Europa. In 1566 bleek dat het calvinisme in Nederland veel aanhangers had. Gevolgen van de ReformatieVoor Engeland, Duitsland en Frankrijk had de Reformatie grote gevolgen. Het Duitse rijk raakte na 1520 verscheurd door godsdienstoorlogen waar pas een einde aan kwam met de Godsdienstvrede van Augsburg. Daar werd afgesproken dat elke vorst mocht bepalen welke religie in zijn gebied was toegestaan.In Frankrijk werd er vanaf 1562 oorlog gevoerd tussen katholieken en hugenoten (Franse calvinisten). Daaraan kwam een einde door het Edict van Nantes. Frankrijk bleef een katholiek land maar de rechten van de hugenoten werden vastgelegd. In Engeland leidde de Reformatie tot het ontstaan van de Anglicaanse kerk, een protestantse staatskerk met de koning aan het hoofd. Paragraaf 5.4 De Nederlandse OpstandKenmerkend aspect: Het ontstaan van de Nederlandse staatZelfstandigheid en centralisatieToen Karel V het bestuur over de Nederlanden op zich nam streefde hij naar centralisatie van bestuur. Alle gewesten hadden namelijk eigen gewoontes en rechtsregels. De landsheer benoemde in veel gewesten een stadhouder, die namens hem overleg voerde met de Staten. Karel stelde nu in Brussel de Raad van State in, een hoogste adviesorgaan met juristen van burgerlijke afkomst. Daar was de adel niet blij mee. Daarnaast zag Karel V het als zijn taak het katholieke geloof te beschermen. Hij stelde in 1522 een keizerlijke Inquisitie in die protestanten moest opsporen. Honderden Nederlanders vonden zo de dood op de brandstapel. Onvrede alomPhilips II stelde toen hij naar Madrid vertrok, zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes. Door benoemingen op sleutelposities van Filips II voelde de adel zich gepasseerd en buiten spel gezet. Daarnaast had de lagere adel en de steden last van Filips centralisatiemaatregelen en groeide de afkeer van zijn harde optreden tegen de protestanten. Aantallen protestanten die tussen 1559 en 1566 als ketters ge?xecuteerd zijn in de Vlaamse steden Antwerpen, Brugge, Doornik, Duinkerken, Gent Hondschoote, Ieper, Kassel, Kortrijk, Oudenaarde, Rijsel, Ronse, St-Winoksbergen, Veurne en Wervik (Bron: De wording van Europa: de kracht van het geloof) Het was Willem van Oranje die in 1564 pleitte voor godsdienstvrijheid, maar vond geen gehoor bij Filips II. In 1566 trokken daarom de edelen naar Brussel en deden een beroep op Margaretha van Parma om de geloofsvervolgingen te verminderen (Smeekschrift der Edelen). In 1566, nadat protestanten bijeen waren gekomen in het Vlaamse Steenvoorde sloeg de vlam in de pan. Protestanten trokken op naar een plaatselijk klooster en sloegen het interieur stuk. Zo ontstond de Beeldenstorm die door Vlaanderen, Brabant en Holland zou trekken. Het begin van de OpstandIn reactie stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Deze trad hard op en tienduizenden ontvluchtten de Nederlanden, waaronder Willem van Oranje. Deze vormde een leger waarmee hij in 1568 de Nederlanden binnenviel. Dat was het begin van de Nederlandse Opstand. De aanval van Willem van Oranje mislukte echter. Alva voerde in 1569 een nieuwe belasting door die werd gezien als een ongehoorde schending van de privileges. De ommekeerOranje werkte samen met calvinistische ballingen die vanaf zee aanvallen uitvoerden (ze werden geuzen genoemd). Op 1 april 1572 slaagden deze er in het stadje Den Briel in te nemen. In de volgende maanden liepen veel Hollandse steden over naar de Opstand. Willem van Oranje en een van zijn broers vielen vanuit het oosten en zuiden de Nederlanden binnen. Beide zijden begingen daarbij wreedheden. Eenheid en verdeeldheidFilips voerde niet alleen oorlog in de Nederlanden maar was ook betrokken in een oorlog tegen Turkije in het Middellandse Zeegebied. Hij kwam daardoor in geldnood. In 1576 sloegen Spaanse soldaten aan het muiten omdat ze geen soldij hadden gekregen. Ze verlieten Holland en Zeeland en alleen al in Antwerpen vermoorden ze 8 000 mensen. De zuidelijke gewesten sloten vrede met Holland en Zeeland en eisten het vertrek van de Spaanse troepen en be?indiging van de geloofsvervolgingen (Pacificatie van Gent). Filips II weigerde en benoemde een nieuwe landvoogd Parma. Deze slaagde er in de gewesten uit een te doen vallen en sloot in 1579 een militair verbond (Unie van Atrecht) met enkele zuidelijke gewesten. Holland en enkele andere gewesten en steden sloten de Unie van Utrecht in 1579. Dat militair bondgenootschap werd de kern van de nieuwe staat. Hoewel Oranje voor godsdienstvrijheid was verboden zijn calvinistische medestanders het katholicisme waar ze konden. Filips verklaarde Willem van Oranje vogelvrij. In 1581 verklaarde de Staten-Generaal, in het Plakkaat van Verlatinghe, dat Filips II niet meer werd erkend als staatshoofd. Men ging op zoek naar een ander staatshoofd maar slaagde daar niet in. In 1584 werd Willem van Oranje vermoord en Parma nam in 1585 Antwerpen in. De geboorte van de RepubliekParma kreeg van Filips II de opdracht om een invasie voor te bereiden op Engeland. De Spaanse armada ging echter in 1588 voor de Engelse kust ten onder. In 1588 besloten de Nederlanden zonder vorst verder te gaan en zo ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden, of kortweg de Republiek. Omdat Filips op vele fronten aan het vechten was slaagde de Republiek er in, onder aanvoering van prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje, bijna het hele noorden te veroveren. In 1609 werd besloten tot een twaalfjarig bestand. Vanaf 1621 werd de strijd vooral gevoerd in Brabant. De Republiek sloot in 1648 de Vrede van Münster met Spanje. Waardoor de tachtigjarige oorlog werd be?indigd.Hoofdstuk 6 De tijd van regenten en vorstenParagraaf 6.1Kenmerkend aspect: De ontwikkeling van handelskapitalisme en wereldeconomie.De VOC De offici?le oprichtingsakte van de VOC met lakzegel. In het octrooi legden de Staten generaal de uitzonderlijke rechten van de handelscompagnie vast.Op initiatief van de Staten-Generaal werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht (VOC). In hoofdstuk 5 is al beschreven hoe Cornelis de Houtman er al eerder in geslaagd was schepen terug te laten keren met peper en specerijen. Om nu onnodige concurrentie en dalende prijzen tegen te gaan besloten de Staten-Generaal tot de oprichting van de VOC. De VOC kreeg een handelsmonopolie en bevoegdheden om verdragen te sluiten met vorsten, oorlog te voeren en veroverde gebieden te besturen. Dat waren bevoegdheden die alleen staten hadden. De VOC werd een multinational en dat was typerend voor het opkomende handelskapitalisme. Daarbij hielden koopman-ondernemers zich met handel én nijverheid bezig investeerden een deel van de winst in de onderneming. Daarnaast kon iedereen in de VOC investeren. Het bedrijf werd geleid door de Heren Zeventien: bestuurders uit de Hollandse en Zeeuwse steden waarin de VOC actief was.In Azi? was een gouverneur-generaal de hoogste baas. Men trad vaak hard op tegen de inheemse bevolking Zo liet Jan Pieterszoon Coen Jakarta platbranden en stichtte er een nieuwe stad Batavia. Naar Indi? in 1621 voer Jan Pieterszoon Coen met een oorlogsvloot naar de Banda eilanden. Coen wilde laten zien dat met de VOC niet te spotten viel want al in 1609 was geprobeerd die eilanden muskaatnoten alleen aan de Nederlanders te laten leveren maar de Nederlanders werden uitgemoord. Coen trad hard op tegen de Bandanezen, bracht hen om en liet een aantal als slaaf wegvoeren en dorpen in brand steken. De Banda eilanden zouden nu voortaan doen wat de Nederlanders wilden. Het handelsnetwerk van de VOCJava werd bijna geheel onder bestuur gebracht. Elders stichtte men Factorijen, handelsposten waarmee handel werd gedreven tussen de verschillende delen van Azi?. Zilver uit Japan, textiel in India, waarmee vervolgens specerijen uit Java en de Molukken werden betaald.In Europa verdiende de VOC het meest aan specerijen. Koffie en thee werden inde 18 eeuw belangrijk. Bij Kaap de Goede Hoop stichtte de VOC een kolonie waar de VOC-schepen vers water en voedsel konden inslaan. Inde 17 e was de VOC het grootste en rijkste bedrijf van de wereld. In de 18 e eeuw werd de VOC verdrongen door de Britse East India Compagnie.West-Indi?In de tijd van de regenten en vorsten raakten gebieden over de hele wereld via de handel met elkaar verbonden. In Amerika breidden de Spanjaarden en Portugezen hun kolonies uit. Engelsen en Fransen stichtten kolonies in Noord-Amerika en het Cara?bische gebied. De Europeanen stichtten ook handelsposten in West-Afrika en haalden daar goud en slaven. De zwarte slaven werden tewerkgesteld in mijnen en op plantages. Op deze plantages werden suiker en tabak, cacao en koffie verbouwd. In 1621 werd voor de handel met Afrika en West-Indi? door de Staten-Generaal de West-Indische Compagnie opgericht. Deze hield zich vooral in het begin met kaapvaart bezig. Die kaapvaart diende er voor te zorgen dat de Spaanse aanvoer van goud en zilver uit Zuid-Amerika werd gehinderd. In 1628 slaagde Piet Hein erin de Spaanse zilvervloot te kapen. De WIC verwierf kolonies in onder meer Brazili?. In Noord-Amerika stichtte ze Nieuw-Amsterdam, het latere New York. Maar uiteindelijk behield de WIC alleen zes Antilliaanse eilanden en Suriname. Erg winstgevend is de WIC nooit geworden door de Europese concurrentie.Paragraaf 6.2 De Gouden eeuw van NederlandKenmerkend aspect:De bijzondere plaats en de bloei van de Nederlandse Republiek.De regentenNederland was een uitzondering omdat er hier geen sprake was van centralisatie en er geen koning aan het hoofd stond. Naar buiten toe trad de Republiek als eenheid op, maar de zeven gewesten regelden hun eigen zaken zelf.De macht was in handen van regenten die ervoor zorgden dat de macht in een kleine kring van families bleef, die rijk waren geworden dor de handel. De steden werden geleid door de vroedschap, een college van 20 tot 40 regenten. Deze benoemden de burgemeesters, de dagelijkse bestuurders van de stad. De vroedschap stuurde bestuurders naar de Staten van het gewest. Die statenvergaderingen waren verschillend samengesteld. In het oosten van het land had de adel meer inbreng in de Statenvergaderingen.De stadhouderDeze was de machtigste man in de Republiek. Tot 1581 waren de stadhouders de vertegenwoordigers van de landsheer, daarna kwamen ze in dienst van de Staten. De stadhouder was opperbevelhebber van leger en vloot, hield toezicht op de rechtspraak en mocht in veel steden regenten benoemen. In de Republiek was er voortdurend een tegenstelling tussen 'prinsgezinde' regenten' en 'staatsgezinde' regenten, die de macht van de stadhouder wilden inperken.Dit leidde zelfs tot twee stadhouderloze tijdperken. In 1672 eindigde het eerste stadhouderloze tijdperk zelfs met twee politieke moorden op de gebroeders de Wit te Den Haag. De Staten-GeneraalHierin zaten vertegenwoordigers van gewesten die beslisten over de buitenlandse politiek, over in- en uitvoerrechten en over leger en vloot. Ook bestuurden ze de 'Generaliteitslanden' , Brabant, Limburg en Vlaanderen, die pas in de 17 e eeuw werden veroverd op Spanje. Omdat Holland het rijkst was kon dat gewest vaak zijn wil doordrukken. Binnen de Staten-Generaal was de Landsadvocaat of Raadspensionaris de belangrijkste man. Hij was voorzitter van de Staten van Holland, vertegenwoordigde dat gewest in de Staten-Generaal en onderhield de contacten met het buitenland. Hoewel de Republiek in de 17e e eeuw maar twee miljoen inwoners telde, kon men door de rijkdom veel buitenlandse soldaten inhuren en was een militaire grootmacht.Hollands welvarenBezoekers van de Republiek waren verbaasd over de welvaart. Dat kwam allereerst door de handel. Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt van Europa. Na de val van Antwerpen in 1585 nam de handel nog in omvang toe. Dat kwam vooral omdat de Antwerpse kooplieden naar Amsterdam waren gevlucht. De nijverheid profiteerde volop door de handelsactiviteiten zoals de scheepswerven, die op hun beurt weer andere nijverheid deed groeien. Maar ook de Hollandse landbouw beleefde gouden tijden (verkoop van boter en kaas). Maar er waren ook paupers in de Republiek. Maar de Republiek had de hoogste welvaart in Europa en veel seizoenarbeiders kwamen naar de Republiek. De cultuurVooral de ontwikkeling van de schilderkunst stond op hoog niveau met Hollandse meesters als Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Jan Steen. In de Republiek was geen koninklijk hof en de opdrachten van de kerk waren weggevallen. Hier waren het vooral de rijke burgers die opdrachten gaven. In de wetenschap liep de Republiek ook voorop. Hugo de Groot werd de grondlegger van het volkenrecht. Christiaan Huygens werd bekend als wiskundige, astronoom en natuurkundige. Leeghwater construeerde een nieuw type watermolen en had de leiding bij het droogmalen van de Hollandse meren.Buitenlandse wetenschappers zoals Descartes zochten hun toevlucht tot de Republiek omdat de geestelijke vrijheid er hoog was. Boeken die elders verboden waren mochten hier worden gedrukt. En er was gewetensvrijheid en niemand werd om zijn geloof vervolgd. Het werd getolereerd en dat verschilde soms van stad tot stad. Paragraaf 6.3 Het absolutismeKenmerkend aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht.De ZonnekoningTussen 1648 en 1653 was er in Frankrijk een burgeroorlog. Lodewijk XIV, die al op jonge leeftijd koning werd, bleef de edelen en steden wantrouwen toen hij uiteindelijk echt ging regeren. Hij beperkte hun macht en zo ontstond het absolutisme. Hij alleen besliste 'é tat céstmoi (de staat dat ben ik). Hij liet zich de Zonnekoning noemen. Hij had de macht als van God gekregen en dat gezag was heilig. Symbool van zijn macht was het paleis te Versailles.De absolute monarchieLodewijk stuurde ambtenaren naar de provincies die grote bevoegdheden hadden. Ook waren er ambtenaren die toezicht hielden op het leger. Daardoor was hij niet meer afhankelijk van de hoge edelen. De adel leverde nog wel officieren, maar die waren aan Lodewijk verantwoording schuldig. Bij het absolute koningschap paste ook dat Lodewijk de godsdienst van zijn onderdanen bepaalde. In 1685 trok hij het Edict van Nantes in, dat 87 jaar godsdienstvrijheid had gegarandeerd, en ging de Hugenoten vervolgen. Velen van hen vluchtten naar de Republiek.Toch hielden steden en regio's eigen rechtsregels en slaagde Lodewijk er maar mondjesmaat in de adel en geestelijkheid belastingen op te leggen. Om meer geld binnen te halen kwam zijn minister Colbert van Financi?n met het mercantilisme. Daarbij werd de export bevorderd en de invoer afgeremd waardoor er een positieve handelsbalans ontstond.Het Rampjaar"Door de roode lijn zijn de Gewesten door den vijand bemagtigd aangewezen." Onleend aan: G. Mees, Historische atlas van Noord-Nederland, van de XVI eeuw tot op heden. Kaart IV, Noord-Nederland in 1648. De gevestigde Republiek de Vereenigde Nederlanden. Rotterdam, 1865Frankrijk werd de machtigste staat van Europa. Lodewijk XIV veroverde delen van de Zuidelijke Nederlanden en het Duitse Rijk. In 1572 sloot Lodewijk een verbond met de Engelse koning en met Münster en Keulen en in 1672 vielen deze landen gezamenlijk de Republiek aan. Het was Michiel de Ruyter die de Engelsen tegenhield, maar de Fransen vielen diep de Republiek binnen. De gebroeders de Wit hadden de benoeming van prins Willem tot stadhouder tegengehouden en kregen de schuld van de zwakte van het leger. Zij werden om het leven gebracht en Willem III werd alsnog stadhouder. Hij slaagde erin de Franse en Duitse troepen te verdrijven, maar zou nog jarenlang oorlog voeren tegen de Fransen.De Engelse monarchieIn 1642 leidde de machtsstrijd tot een burgeroorlog die eindigde met de onthoofding van Karel I. Engeland werd een republiek maar in 1660 weer een monarchie onder Karel II, die echter een absoluut gezag wilde invoeren. Hij werd door de katholieke Jacobus II in 1685 opgevolgd en Protestantse parlementsleden spanden samen om de protestantse stadhouder Willem III diens plaats te laten innemen. Willem III viel Engeland binnen en werd tot koning Willem III uitgeroepen. Maar hij moest beloven de rechten van het parlement te respecteren. Door deze Glorius Revolution werd Engeland in 1688 een constitutionele monarchie. Paragraaf 6.4 De wetenschappelijke revolutieKenmerkend aspect:De wetenschappelijke revolutie.Het nieuwe wereldbeeldTot in de 16 e eeuw dachten mensen dat de aarde het middelpunt was. Dat beeld paste goed bij het christelijk beeld van de aarde als middelpunt van een goddelijke schepping met daarin de mens als het hoogste wezen. Copernicus was de eerste die op grond van wiskundige berekeningen beweerde dat niet de zon om de aarde draaide, maar de aarde om de zon. Na zijn dood werden zijn denkbeelden gepubliceerd in 'De revolutionibus'. Zijn denkbeelden werden eerst belachelijk gevonden maar in de 17 e eeuw werd steeds duidelijker, door onder andere het werk van Johan Kepler, dat Copernicus gelijk had. Ook de Italiaanse sterrenkundige Galileo Galilei bevestigde de juistheid van Copernicus theorie.Galileo GalileiGalilei maakte gebruik van betere telescopen en hij ontdekte dat het stelsel van Ptolemaeus niet klopte. Zijn ontdekkingen brachten Galilei in conflict met de katholieke kerk. Deze verbood hem het stelsel van Copernicus nog langer te verdedigen en Copernicus boek werd verboden. Galilei gaf echter niet op. Maar het zou nog tot 1992 duren voordat de paus erkende dat Galilei gelijk had.Isaac NewtonIn 1687 verscheen zijn boek 'Wiskundige principes van de natuurfilosofie'. Hij toonde daarin aan dat er één mechanisme aan ten grondslag lag: de zwaartekracht. De wetenschappelijke revolutie bereikte zo een hoogtepunt. Niet meer God maar een verzameling mechanische wetten die konden uitgedrukt in wiskundige formules regelden het zonnestelsel. Logica en experimentenIn de oudheid en de middeleeuwen voerden wetenschappers geen experimenten uit en werden waarnemingen gewantrouwd. Maar in de 17 e eeuw begon de werkwijze van wetenschappers te veranderen.Galilei deed als eerste uitspraken op basis van experimenten en observaties. Volgens de Britse wetenschapsfilosoof Francis Bacon moest kennis gebaseerd zijn op het doen van proeven en op eigen waarneming. De Franse filosoof René Descartes vond dat onderzoekers zich moesten bevrijden van vooronderstellingen. Zintuiglijke waarnemingen waren onbetrouwbaar en leidden gemakkelijk tot verkeerde conclusies. Ontdekken en uitvindenOndanks de bezwaren van Descartes gingen experimenteren en observeren een grote rol spelen in de wetenschap. Preciezere waarnemingen werden mogelijk door de uitvinding van instrumenten als de telescoop en de microscoop.Robert Boyle onderzocht de eigenschappen van lucht. William Harvey ontdekte de bloedsomloop en Jan Zwammerdam onderzocht de anatomie van insecten. Het was Antonie van Leeuwenhoek die als eerste de microscoop gebruikte om naar leven te zoeken die met het blote oog niet te zien was. Christiaan Huygens ontwierp het slingeruurwerk en ontdekte de ringen rond Saturnus. Wetenschap en oorlogWetenschap had in de praktijk een duidelijk praktisch nut voor bijvoorbeeld de scheepvaart en de oorlogvoering. Voor het eerst konden er nu preciezere zeekaarten worden gemaakt. Men kon de curve van kogels berekenen en de vuurkracht van kanonnen en geweren werd vergroot. Daardoor werden er meer verwoestingen aangericht en vielen meer slachtoffers. Het hielp staten om opstandige edelen onder de duim te houden.Overheden stopten geld in onderzoek en brachten wetenschappers bij elkaar. De Britse overheid steunde de in 1660 opgerichte Royal Society for the Improvement of Natural Knowledge en stichtte de Franse overheid in 1666 de Académie des Sciences. Ook verschenen er wetenschappelijke tijdschriften die de uitwisseling van idee?n en de verspreiding van kennis bevorderden. De wetenschappelijke revolutie leidde tot optimisme en de wetenschappelijke revolutie leidde tot de Verlichting van de 18 e eeuw.Hoofdstuk 7Paragraaf 7.1 De VerlichtingKenmerkend aspect: Rationeel optimisme en toepassing van verlicht denken.Het welbegrepen eigenbelangIn 1776 schreef Adam Smith zijn boek 'The Wealth of Nations'. Daarin beschreef hij dat mensen altijd streven naar hun eigen voordeel. Dat is volgens hem passend in een natuurlijk, rationeel gedrag, dat niet altijd nadelig hoefde te zijn voor anderen. Het eigenbelang brengt voor de mensen steeds meer welvaart. Dat gebeurt volgens Smith via de weg van vraag en aanbod. Overstijgt de vraag het aanbod dat stijgt de prijs van een product. Is de productie groter dan de vraag dan daalt de prijs. De overheid moet zich met dit proces niet bemoeien, want dan werkt het mechanisme van vraag en aanbod niet meer. Laisser Faire noemde Smith dat. Deze methode van rationeel denken en vrijheid is typerend voor de verlichting in de tijd van pruiken en revoluties. Kennis en vrijheidDe wetenschappelijke revolutie in de 17 e eeuw door observeren, experimenteren en redeneren leidde tot groot optimisme over de mogelijkheid om met het verstand alles te begrijpen en de wereld te verbeteren. In de 18 e eeuw ging men niet alleen de natuur onderzoeken, maar ook de godsdienst, de politiek, sociale verhoudingen en de economie.Als men 'verlicht' ging denken zou er een einde komen aan de 'duistere' tijd van onwetendheid, intolerantie, geloofsfanatisme en onredelijke verschillen tussen mensen. Rationalisme leidde tot vooruitgang. Vrijheid was een voorwaarde voor vooruitgang. De Duitse filosoof Emanuel Kant vond dat er te weinig vrijheid was. Mensen moesten mondig worden en hun verstand gaan gebruiken. ParijsDe stad werd het centrum van deze ontwikkeling in de loop van de 18 e eeuw. Frans werd de voertaal van ontwikkelde mensen en vanuit Parijs werden de verlichte denkbeelden verspreid onder de intellectuele elite van Europa.Een van de hoogtepunten was het verschijnen van de Encyclopédie vanaf 1751, waarin alle kennis uit de hele wereld bijeen werd gebracht en doorgegeven. In 1772 bestond de Encyclopédie uit 28 delen. Naast kennis hadden verlichte schrijvers ook tal van kritische artikelen geschreven.Een verlicht geloofEen van de opvallendste kenmerken van de verlichting was de kritiek op godsdienstig fanatisme en intolerantie. Het was de Franse schrijver Voltaire die zich daartegen verzette. Het idee dat God zich voortdurend bemoeide met de wereld was volgens hem in strijd met de rede en met de wetten van de natuur. Voltaire was echter geen athe?st maar een de?st. Volgens hem had God de wereld wel gemaakt, maar greep hij niet meer in. Verlichte politiekHet was de Engelse filosoof John Locke die stelde dat koningen hun macht niet hadden ontvangen van God, maar van de burgers. Het zijn de burgers die een deel van hun rechten hebben overgedragen aan de overheid. Het was de taak van de overheid om de natuurlijke rechten van de burgers te beschermen. Deze mensenrechten zijn bijvoorbeeld het recht op leven, vrijheid en bezit. Niet alleen het volk maar ook de overheid had zich aan de wet te houden. Deed de overheid dat niet dan mochten burgers een vorst of regering vervangen.Het was Montesquieu die de macht in een staat verdeelde in een onafhankelijke wetgevende- , uitvoerende- en rechtsprekende macht. Motesquieu vond echter het Engelse stelsel het beste. Dat was een mengeling van monarchie, aristocratie en democratie.Het begrip volkssoevereiniteit werkte Jean-Jacques Rousseau verder uit. Regeringen moesten de 'algemene wil' doorvoeren en dat was niet hetzelfde als de wil van de meerderheid. Volgens hem droeg het volk in een democratie zijn soevereiniteit over aan een volksvergadering. De besluiten van die Volksvergadering waren dan de uitdrukking van de algemene wil. Sociale verhoudingenRousseau wees verfijnde aristocratische gedragsregels en voorrechten af, evenals verschillen die niet op prestaties gebaseerd waren. Volgens hem was de mens van nature goed maar werden mensen door omstandigheden be?nvloed. In Europa gingen vrijheid en gelijkheid verloren toen het eigendom ontstond. Dat werkte slechte eigenschappen zoals hebzucht in de hand. Net als alle andere verlichte denkers dacht Rousseau dat de samenleving verbeterd kon worden en dus 'maakbaar' was.Paragraaf 7.2 Het ancien régimeKenmerkend aspect: Ancien régime en verlicht absolutisme.Het Franse ancien régimeIn 1734 beschreef Voltaire waarderend de vrijheid in Groot-Brittanni? en het Engelse regeringssysteem, in vergelijking met het absolutisme in Frankrijk. Dat werd hem in Frankrijk niet in dank afgenomen. Er bestond een kloof tussen de idealen van de verlichte denkers en de onvrijheid, intolerantie en ongelijkheid in de Franse maatschappij.In de 18 e eeuw maakte Frankrijk economisch een sterke groei door. De gegoede burgerij werd er rijk van, maar Frankrijk bleef een standenstaat. Ondanks dat de landbouwproductie toenam leden de boeren onder de belastingen en de talloze plichten die de adel hen oplegde. Boeren en burgers draaiden op voor de kosten van het ancien régime, want adel en geestelijkheid waren van allerlei belastingen vrijgesteld. Verlicht absolutismeIn 1750 werd Voltaire uitgenodigd door de koning van Pruisen met wie hij al tien jaar correspondeerde. Voltaire vond het verlicht koningschap van Frederik II beter dat het systeem in Engeland. Frederik beschouwde het koningschap niet als een goddelijk recht: hij zag zichzelf als 'eerste dienaar van de staat'. Hij wilde domheid en vooroordelen in zijn land bestrijden, zijn onderdanen verlichten, hun manieren en moraal ontwikkelen, en ze zo gelukkig mogelijk maken.Pruisen onder Frederik IIHij kondigde godsdienstige verdraagzaamheid af en stond een zekere mate van persvrijheid toe. Deze manier van regeren noemen we verlicht absolutisme. Zijn motto was 'alles voor het volk, niets door het volk'. Boeren en burgers moesten net als in Frankrijk veel belasting betalen.NederlandNa de dood van Willem III in 1702 hadden de regenten het weer voor het zeggen. Dat leidde tot corruptie. De bloeitijd van de economie was voorbij en de Republiek had veel schulden. De regenten werden echter steeds rijker doordat ze aan de overheid geld leenden waar ze rente voor ontvingen. Het was de bevolking die middels de belastingen er voor moest opdraaien. De onvrede groeide en in 1747 trok een Frans leger de Republiek binnen en het volk riep om een nieuwe stadhouder. De Friese stadhouder Willem IV werd in alle gewesten tot stadhouder benoemd. Het ambt werd erfelijk verklaard. Het stadhouderschap begon steeds meer te lijken op een koningschap, bleven de schulden van de Republiek toenemen en werden de regenten steeds rijker. Langzamerhand ontstond er een beweging tegen de regenten, maar ook tegen de stadhouder. Paragraaf 7.3 De democratische revolutiesKenmerkend aspect:De democratische revolutiesRevolutie in AmerikaDe dertien Britse kolonies kwamen in 1763 in botsing met het moederland Engeland. Men wilde geen belasting meer betalen als ze niet in het Britse Parlement vertegenwoordigd waren. 'No taxation without representation'. Ze richtten in 1774 een Continentaal Congres op. Een jaar later brak tussen de kolonies en Groot-Brittanni? de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog uit. Op 4 juli 1776 verklaarden de dertien kolonies zich onafhankelijk. In de onafhankelijkheidsverklaring bleek de invloed van de idee?n van John Locke: de regering moest de mensenrechten garanderen. In 1783 erkende Groot-Brittanni? de onafhankelijkheid van de VS. De VS namen een grondwet aan en werden een rechtsstaat waar de machtenscheiding van Montesquieu werd toegepast. Het Congres, Senaat en Huis van Afgevaardigden kreeg de wetgevende macht, de president de uitvoerende macht en het Hooggerechtshof de rechtelijke macht. Aan die grondwet werd een Bill of Rights toegevoegd. Daarin stonden de grondrechten van de Amerikaanse burgers zoals de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting.Bataafse revolutieIn september 1781 verscheen er in de Nederlandse Republiek een pamflet 'Aan het volk van Nederland' (van de hand van Joan Derk van der Capellen tot den Pol). Daarin werd stelling genomen tegen de stadhouder en de regenten. Het volk moest het recht krijgen zelf zijn bestuurders te kiezen en hen te controleren. Het pamflet was het startsein voor een democratische beweging. De patriotten. zoals de Nederlandse democraten zich noemden, verjoegen in meerdere steden de regenten en installeerden een democratisch bestuur. Maar door de komst van een leger van de koning van Pruisen, een zwager van stadhouder Willem V, kwam er een einde aan de patriottenopstand. Maar de patriotten keerden in het kielzog van de Fransen terug naar Nederland en riepen de Bataafse Republiek uit in 1795. Willem V vluchtte naar Engeland. Een Nationale Vergadering werd gekozen die in 1798 een democratische grondwet aannam. De gewesten werden opgeheven en Nederland werd een eenheidsstaat.Stabiel werd het bestuur echter niet en in 1806 maakte Napoleon een einde aan de Bataafse Republiek en benoemde zijn broer, Lodewijk Napoleon tot koning. Deze werd te populair en Napoleon besloot in 1810 Nederland bij Frankrijk te voegen. Nadat in 1813 Nederland werd bevrijd, werd het weer een monarchie en een eenheidsstaat. Onrust in FrankrijkFrankrijk steunde de vrijheidsstrijd van de dertien koloni?n tegen Groot-Brittanni? om de aartsvijand dwars te zitten. De staatsschuld nam echter steeds meer toe waardoor ook de belastingen weer moesten worden verhoogd. De rijke burgerij weigerde dat echter. Lodewijk XVI riep daarom de Staten-Generaal bijeen. Zoals we al hebben gezien leidde de onenigheid over de manier van stemmen ertoe dat de derde stand zichzelf in juni uitriep tot Nationale Vergadering. AfrekeningDe dreiging van een militair optreden leidde tot de bestorming van de Bastille en was het begin van de Franse Revolutie. Revolutionaire comités namen overal de macht over en de Nationale Vergadering schafte alle voorrechten van de adel en geestelijkheid af. In augustus nam de Nationale Vergadering de 'Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger' aan. Om de financi?le problemen op te lossen werden alle bezittingen van de kerk geconfisqueerd. De constitutionele monarchie misluktDe gegoede burgerij had het nu voor het zeggen in de Nationale Vergadering. In 1791 kwam er een grondwet tot stand die van Frankrijk een constitutionele monarchie maakte. De gegoede burgerij wilde rust en orde maar raakte na 1791 haar greep op de gebeurtenissen kwijt. Doordat Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie-Antoinette probeerden te vluchten werd hun positie steeds slechter. Toenemende geruchten van een invasie door Pruisen en Oostenrijk leidde tot een oorlogsverklaring door de Wetgevende Vergadering. Na en nederlaag werd de koning afgezet en werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven met kiesrecht voor mannen die de revolutie trouw zwoeren. Honderden aristocraten en geestelijken werden vermoord. Robespierre en NapoleonIn september 1792 veroordeelde het nieuwe parlement met een meerderheid van één stem de koning ter dood wegens samenzwering tegen de vrijheid. Lodewijk XVI werd onder de guillotine ter dood gebracht. Spanje, de Republiek en Groot-Brittanni? sloten zich aan bij de oorlogscoalitie tegen Frankrijk. Radicale revolutionairen onder leiding van Robespierre namen de macht over en brachten 40 000 mensen onder de guillotine. Uiteindelijk kwam hij zelf ook onder de guillotine terecht. Frankrijk had te leiden onder chaos en geweld en na enkele militaire tegenslagen behaalden de Franse legers grote successen.In 1799 besloot generaal Napoleon tot een staatsgreep en vestigde een alleenheerschappij. In een reeks oorlogen wist hij grote delen van Europa aan zich te onderwerpen. Na een mislukte invasie in Rusland kwam de ommekeer. In 1815 werd hij definitief verslagen.Paragraaf 7.4 Kolonialisme en slavernijKenmerkend aspect: Uitbreiding van de Europese overheersing met plantageslavernij en het abolitionisme.Slaven uit AfrikaTussen 1500 en 1800 werden niet minder dn 11 miljoen slaven uit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika gebracht. Negentig procent ging naar het Caribische gebied en Zuid-Amerika. Spanjaarden en Portugezen haalden in het begin van de 16 eeuw de slaven uit Afrika voor het werk in de mijnen en op de landbouwplantages. In de 16 e eeuw werd de slavenhandel in Nederland nog veroordeeld als onchristelijk en onmenselijk. Dat veranderde toen de WIC in Brazili? gebieden had veroverd. Nederlandse schepen vervoerden in drie eeuwen zo'n 550 000 slaven, bijna 5 procent van het totaal. Ruim de helft daarvan ging naar Suriname, dat in 1667 een Nederlandse kolonie werd.DriehoekshandelDe slavenhandel was onderdeel van de zogenaamde driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. In Afrika verkocht men goederen en kocht men van Afrikaanse opkopers slaven en die verkocht men in Amerika. Met de opbrengst daarvan werden plantageproducten gekocht die naar Europa gingen.SlavenbestaanDe meeste slaven werden ingezet op plantages waar men suiker, tabak, koffie en katoen voor de Europese markt produceerde. De plantageeigenaren deden met de slaven wat ze wilden en werden vaak onmenselijk behandeld. Soms kwamen slaven ertegen in opstand. In Suriname bijvoorbeeld vluchtte en bouwde een aantal slaven in het tropisch regenwoud een nieuw bestaan op, zoals de Surinaamse Marrons. Abolitionisme In de 18 e eeuw ontstond er een beweging tegen de slavernij: het abolitionisme. Dat werd ge?nspireerd door de verlichting en het christendom. Slavernij was in strijd met de natuurlijke gelijkheid van mensen. In 1787 richtten abolitionisten in Groot-Brittanni? de 'Society for the Abolition of the Slave Trade' op. Deze beweging had succes. In 1807 verbood de Engelse regering de slavenhandel en in 1833 werd de slavernij in alle Britse kolonies afgeschaft.Abolitonisme in de VS en NederlandDe noordelijke staten hadden vóór 1830 de slavernij afgeschaft. Dat eisten de abolitionisten ook voor het zuiden. Maar de zuidelijke staten verzetten zich daartegen omdat hun economie vooral draaide om de katoenplantages. Om te voorkomen dat de federale regering in het zuiden de slavernij zou afschaffen scheidden de zuidelijke staten zich af. Dat leidde tot de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Het noorden won uiteindelijke die oorlog en ook in het zuiden werd nu de slavernij verboden. In de praktijk bleek ondanks dat verbod er nog steeds slavernij te zijn. Nederland was een van de laatste landen die de slavernij verbood. Pas in 1814 werd de slavenhandel verboden maar de slavernij pas in 1863, mede naar aanleiding van het boek 'De negerhut van oom Tom. 45 000 Surinaamse en Antilliaanse slaven werden vrije mensen.Hoofdstuk 8 De tijd van burgers en stoommachinesParagraaf 8.1 De industri?le revolutieKenmerkend aspect: de industri?le revolutieHet leger van generaal LuddNiet iedereen was voorstander van de industri?le revolutie. Zo voerden leden van de zogenaamde Ludd's Army acties uit, overvielen fabrieken en vernielden weefmachines. De overheid moest soldaten sturen om de vernielingen te laten stoppen. Maar het geweld verspreidde zich naar andere plaatsen. Ook braken er in steden hongeropstanden uit. Een groot aantal daders werd opgepakt en tientallen van hen opgehangen of naar Australi? gedeporteerd. Daardoor ging het 'luddisme' als een nachtkaars uit.Een trage revolutieHet waren vooral de wevers die protesteerden tegen de verdwijning van hun traditionele handwerk. Ze waren werkloos geworden of moesten genegen nemen met een lager inkomen, waardoor ze armoede en zelfs honger leden. In de industrie maakten handwerktuigen plaats voor machines, die werden aangedreven door stoom en later gas of elektriciteit. Er kwam een voortdurende technologische vooruitgang op gang waarbij de productie werd gemechaniseerd. Vanuit Engeland verbreidde de industrialisatie zich geleidelijk over de wereld. Engeland komt op stoomDe industrialisatie begon met simpele uitvindingen in de textielnijverheid, maar groeide steeds verder uit doordat men stoommachines ging toepassen, die bij elkaar werden gezet in fabrieken. Daardoor kwam de machine-industrie, de ijzerindustrie en de steenkolenwinning tot grote bloei. De arbeidsproductiviteit nam toe. In 1825 kon een arbeider per uur 350 keer zoveel katoendraad maken als in 1750. Het gebruik van katoen werd steeds groter.Landbouw- en transportrevolutieWaarom begon de industri?le revolutie juist in Groot-Brittanni? ?In Groot-Brittanni? waren er rijke ondernemers die winst wilden maken, staken geld in machines en namen grote aantallen arbeiders in loondienst. Het kapitalisme breidde zich zo uit van de handel naar de industrie. Ze probeerden voortdurend concurrerend te werken en betere producten te maken.Door de agrarische revolutie konden steeds meer mensen worden gevoed, waardoor arbeidskrachten beschikbaar kwamen voor de industrie. Door de transportrevolutie. In Engeland liet men kanalen graven waardoor een netwerk van waterwegen ontstond waaraan fabrieken werden gebouwd, die over de kanalen de benodigde goederen konden aan- of afvoeren.De komst van de stoommachine maakte ook de stoomlocomotief mogelijk. Hierdoor ontstond er in Groot-Brittanni? een dicht spoorwegennet dat alle belangrijke steden verbond.Eerste Industri?le RevolutieTweede Industri?le RevolutieTechnische verbeteringen en uitvindingen afkomstig van hobbyisten.Innovaties vonden plaats op wetenschappelijke basis.Steenkool was de belangrijkste energiebron.In de tweede helft van de negentiende eeuw werden aardolie en elektriciteit de nieuwe energiebronnen.Economie gebaseerd op de productie van kapitaalgoederen (machines, spoorwegen)Economie gebaseerd op de productie van consumptiegoederen. Nieuwe industrie maakte massaproductie mogelijk.Mogelijkheid kopen van basisproducten.Geleidelijke verhoging levensstandaard waardoor men ook goederen kon kopen boven de basisbehoeftenTweede industri?le revolutieVanaf 1850 verspreidde de industri?le revolutie zich naar andere Europese landen, zoals Duitsland, Belgi? en later Nederland. Tegelijkertijd kwamen er ook ander industrie?n op zoals de staalindustrie, de chemische industrie en de technologische industrie. Vooral na 1890 gingen de ontwikkelingen snel. De komst van elektriciteit leidde tot een ware lichtrevolutie. De voedselproductie nam sterk toe door de toepassing van kunstmest. Er ontstond een aparte voedingsmiddelenindustrie, die nieuwe producten als blikvoedsel en margarine voortbrachten.LaboratoriaGrote bedrijven gingen nu in laboratoria werken aan steeds betere producten. Ook de transportrevolutie ging verder door. Spoorwegen werden uitgebreid. Er werden bruggen gebouwd en het stoomschip verving het zeilschip. Uitvindingen als de auto en de fiets en de komst van het vliegtuig hadden daar invloed op.De industri?le samenlevingHet was de grootste verandering sinds de landbouwrevolutie. De bevolking groeide in een nog nooit vertoond tempo en een steeds groter deel van de bevolking werkte in de industrie-of dienstensector. In 1850 werkte nog maar 20 procent van de Britten in de landbouw en woonde meer dan de helft in de stad. Steden werden steeds groter door de sloop van stadsmuren en nieuwe steden ontstonden.Paragraaf 8.2 Politiek-maatschappelijke stromingenKenmerkend aspect: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme en socialisme.Het Congres van WenenIn 1815 kwamen de overwinnaars van Frankrijk in Wenen bij elkaar om een nieuw machtsevenwicht in Europa te cre?ren. De oude machthebbers kwamen weer op de troon, zodat we ook spreken over restauratie. Bijna alle oude voorrechten van adel en kerk werden weer hersteld en de burgerrechten beperkt. Frankrijk werd weer een monarchie en Nederland ook. De zuidelijke Nederlanden (nu Belgi?) werd bij Nederland gevoegd om zo Frankrijk beter in toom te kunnen houden. Duitsland ging bestaan uit twee grote mogendheden: in het noorden Pruisen (dat kreeg er in het westen gebieden bij om Frankrijk beter in toom te kunnen houden) en in het zuiden het Habsburgse keizerrijk (Oostenrijk) waar het noorden van Itali? aan werd toegevoegd. Itali? werd verdeeld tussen koningen, hertogen en de paus. Liberalisme en nationalismeDe eerste politieke stroming die na 1815 ontstond was het liberalisme. De liberale idee?n kwamen uit de verlichting en de democratische revoluties. Kenmerken ervan waren:een grondwet die de macht van de koning beperkte en de burgerrechten garandeerde.de regering moest ondergeschikt zijn aan een gekozen volksvertegenwoordiging.de wet dient voor iedereen gelijk te zijn.adel en kerk mochten geen voorrechten hebben.de vrijheid van het individu stond voorop.ook moest er economische vrijheid zijn waarbij de overheid zich niet met de economie moest bemoeien.Ook het nationalisme keerde zich tegen de bestaande orde. Nationalisme en liberalisme waren aan elkaar verwant. In de 18e eeuw ontstond tijdens de democratische revoluties het idee dat alle leden van een volk door taal, geschiedenis en cultuur met elkaar verbonden waren. Daarom moesten ze volgens nationalisten verenigd zijn in een onafhankelijke staat. Maar het Congres van Wenen hield daar geen rekening mee. Vooral de Duitsers en Italianen werden er door gefrustreerd.Socialisme en conservatismeHet socialisme was een beweging van de arbeiders. Socialistische idee?n kwamen voort uit de verlichting en de democratische revoluties. Het ging de socialisten om gelijkheid. Ze kamen op voor de onderdrukten en bestreden verschillen in macht en inkomen. Tegenover liberalisme, nationalisme en socialisme stond het conservatisme, dat de gevestigde orde wilde handhaven. Menselijke instincten mochten geen vrij spel krijgen want dan ontstond er chaos. Volens de conservatieven was het belangrijk vast te houden aan historisch gegroeide instellingen. Volksopstanden in EuropaHet verzet tegen de autoritaire monarchie?n nam geleidelijk toe en de onderdrukte idee?n uit de democratische revoluties kregen weer steeds meer aanhang. In 1830 leidde een opstand in Parijs tot een koningshuis dat meer oog had voor de burgerij. Maar ook in Brussel en Luik braken opstanden uit die uiteindelijk ertoe zouden leidden dat de Zuidelijke Nederlanden zich weer van Nederland afscheiden.In 1848 brak er in Parijs een bloedige opstand uit. Die opstand verspreidde zich over Europa naar Wenen, Berlijn en andere steden. Er werden veranderingen beloofd, maar in Oostenrijk en Pruisen kwam daar niet veel van terecht. Veranderingen waren echter onvermijdelijk want door de industri?le revolutie groeide de economische macht van de burgerij. Uiteindelijk leidde dat tot het ontstaan van twee nieuwe staten. Itali? werd verenigd onder een koninkrijk met een liberale grondwet (1870). In Duitsland streefde de Pruisische kanselier Bismarck naar Duitse eenheid. Om dat te bereiken voerde hij drie succesvolle oorlogen tegen Denemarken, Oostenrijk en Frankrijk. Nationalisme vormde de boventoon en toen de oorlog tegen Frankrijk in 1871 werd gewonnen, dwong Bismarck de Duitse vorsten, zich bij Pruisen aan te sluiten en de Pruisische koning werd in de Spiegelzaal van Versailles uitgeroepen tot Duitse keizer.Agressief nationalismeDit nationalisme verheerlijkte de eigen natie en zette zich af tegen andere naties. Ook veel conservatieven werden nationalistisch. Dit werd bevorderd door nationale feestdagen, standbeelden en gedenktekens waarmee gebeurtenissen of helden uit het verleden werden verheerlijkt. Wel of geen socialistische revolutiePas na 1870 werd het socialisme een massabeweging. Ze waren aanhangers van de idee?n van Karl Marx, die er van uitging dat er een revolutie nodig was van het proletariaat (arbeiders), die de macht zou moeten overnemen, het kapitalisme afschaffen en de bedrijven in handen van de staat brengen. Niet winst maken was dan uitgangspunt maar produceren voor de behoeften van de mensen.Marx sprak zich uit tegen het nationalisme. Alle arbeiders moesten zich verenigen in de strijd tegen het kapitalisme. Binnen het socialisme groeide rond 1900 een beweging die gematigder was en streefde naar verandering, niet door revolutie maar door evolutie, via parlementaire weg binnen de bestaande maatschappij. Uiteindelijk viel het socialisme in 1919 uiteen in twee stromingen, de gematigde sociaal-democratie en het revolutionaire communisme. Paragraaf 8.3 DemocratiseringKenmerkend aspect:De voortschrijdende democratiseringEen kroon uit het slijkIN 1848 kwam het Duitse Parlement bijeen in Frankfurt en werd men het eens over een grondwet die voor heel Duitsland zou gelden. Alle privileges werden afgeschaft, de adel opgeheven en de individuele vrijheden werden beschermd. Aan de Pruisische koning werd het keizerschap aangeboden maar de Pruisische koning weigerde.Hij wilde geen kroon aannemen van zijn onderdanen, omdat hij dan van hen afhankelijk werd. Alleen God kon hem tot keizer benoemen. Kort daarna liet Wilhelm het parement door het leger uiteenjagen.Parlementaire democratieBij democratisering ging het om twee dingen: de invoering van een parlementair stelsel en de uitbreiding van het kiesrecht. Een parlementair stelsel was pas een parlementaire democratie als een volksvertegenwoordiging werd gekozen met algemeen kiesrecht waarbij zowel mannen als vrouwen kiesrecht zouden hebben.In alle landen werden op den duur de macht van de vorst beperkt en het kiesrecht uitgebreid. In Duitsland mislukte de democratiseringDe Britse traditieGroot-Brittanni? had een eeuwenoude democratische traditie. De macht van de koning werd al eeuwenlang beperkt. In het Hogerhuis zaten edelen die hun zetel dankten aan hun hoge geboorte of benoeming door de koning, het Lagerhuis werd gekozen door middel van een districtenstelsel. De koning ondernam in de 16 e en 17 e eeuw pogingen het parlement uit te schakelen. Maar begin 19 e eeuw bleek toch het parlement de baas maar mocht de koning naar eigen inzicht ministers benoemen of ontslaan. Onder koningin Victoria kwam daar ook een einde aan (1837). De partij die de verkiezingen hadden gewonnen bepaalde wie minister zou worden. Koningin Victoria had geen macht maar werd een symbool van het Britse Imperium tot haar dood in 1901. De 19 e eeuw wordt ook wel het Victoriaanse tijdperk genoemd.Stemrecht voor de burgerijDe strijd om de democratisering ging dus in Engeland over het kiesrecht. De grenzen van de kiesdistricten waren sinds de middeleeuwen niet meer aangepast, waardoor de industriesteden er bekaaid van af kwamen. Daar profiteerden de conservatieven het meest van. Pas in 1832 werden de districten eerlijker over het land verdeeld. De arbeiders schoten er echter niet veel mee op omdat slechts de rijkste 15 procent van de mannen mocht stemmen.Naar een parlementaire democratieVanaf 1850 groeide het aantal stemgerechtigden en in 1884 kreeg twee derde van de volwassen mannen het kiesrecht. De meeste geschoolde arbeiders stemden liberaal. Pas in 1900 werd de sociaaldemocratische Labour Party opgericht. In 1919 kwam er algemeen mannenkiesrecht en kregen ook de meeste vrouwen kiesrecht. In 1928 kreeg Groot-Brittanni? volledig algemeen kiesrecht.NederlandHoewel ons koninkrijk een constitutionele monarchie was, was de macht van de koning nauwelijks beperkt. Dat veranderde in 1848. Willem II, bang voor een revolutie vroeg aan de liberaal Thorbecke een nieuwe grondwet te schrijven. Zo kreeg Nederland een parlementaire stelsel, maar nog geen democratie door het censuskiesrecht. Pas in 1887 werd dat uitgebreid. In 1917 kwam het algemeen mannenkiesrecht en in 1919 het vrouwenkiesrecht.De mislukte liberalisering van PruisenHet Pruisische parlement in Berlijn had weinig macht en het kiesrecht was zo geregeld dat alleen de adel zwaar in het voordeel was. Toch behaalden de liberalen in 1861 de meerderheid en kwamen direct in conflict met de koning. Het was kanselier Bismarck die buiten het parlement om de legeruitbreiding doorzette. De Duitse eenwording maakte hem zo populair dat de conservatieven de verkiezingen wonnen. Bismarck kwam met een nieuwe grondwet die de keizer grote macht gaf.De onmachtige RijksdagDe Rijksdag werd met algemeen mannenkiesrecht gekozen. Duitsland had echter nog een grote plattelandsbevolking die eerder conservatief dan liberaal stemde. Bovendien kreeg de Rijksdag weinig bevoegdheden. De Rijksdag kreeg het budgetrecht en kon wetsvoorstellen afkeuren, maar mocht de regering niet ter verantwoording roepen. De keizer benoemde en ontsloeg de ministers. Duitsland werd pas een democratie toen het Duitse rijk aan het eind van de Eerste Wereldoorlog ten onderging. Paragraaf 8.4 De emancipatiebewegingenKenmerkend aspect: De opkomst van emancipatiebewegingen: feminisme en confessionalisme.Nieuwe bewegingenIn mei 1914 werd de feministe Emmeline Pankhorst in Engeland opgepakt toen ze een verzoekschrift aan de koning wilde aanbieden. Feministen zochten voor hun streven de publiciteit. Het feminisme was net als het socialisme en het confessionalisme een emancipatiebeweging.het socialisme streefde naar een betere positie van arbeiders.Het feminisme streefde naar gelijkberechtiging van vrouwen.het confessionalisme streefde naar een volwaardige positie in de samenleving voor streng gelovige christenen.Katholieke confessionelenHet confessionalisme was vooral in Nederland en Pruisen belangrijk. Beide landen hadden namelijk een grote katholieke minderheid. Katholieken kregen in de 19 e eeuw wel gelijke rechten, maar werden niet voor vol aangezien. In Duitsland begon Bismarck, met liberale steun, een strijd tegen de katholieken, door het aannemen van anti-klerikale wetten. De onderdrukking leidde ertoe dat de katholieken massaal gingen stemmen op de katholieke Zentrumpartij. Uiteindelijk liet Bismarck de katholieken met rust. In Nederland werden katholieken niet vervolgd. Ze organiseerden zich wel om het recht op eigen scholen te verdedigen. Protestantse confessionelenHoewel van ouds tegenstanders, streden protestanten en katholieken samen tegen het socialisme, liberalisme en het toenemende ongeloof. In tegenstelling tot Duitsland had het protestantse confessionalisme in Nederland succes. In 1879 richtte dominee Abraham Kuyper de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) op. De partij werd een van de grootste Nederlandse partijen en Kuyper werd in 1901 Minister-President. FeminismeVoor het eerst stond rond 1900 de ondergeschikte positie van de vrouw ter discussie. De meeste feministen kwamen uit de hogere burgerij, waar mannen en vrouwen in gescheiden werelden leefden. Gehuwde vrouwen hadden nauwelijks rechten. Ze hadden geen recht op een eigen vermogen en mochten geen rechtszaak beginnen. Door het feminisme werd de positie van de vrouwen iets beter, maar als ze trouwden moesten ze, als ze werkten, hun baan opgeven. De belangrijkste eis van de feministen was het verkrijgen van algemeen kiesrecht. Met allerlei acties probeerden ze daarvoor publiciteit te verkrijgen. In 1919 voerde Groot-Brittanni? het vrouwenkiesrecht in. Andere landen deden dan langzamerhand ook.Paragraaf 8.5 De sociale kwestieKenmerkend aspect: Discussies over de sociale kwestie.Londen in 1904In talrijke journalistieke bijdragen werden de omstandigheden beschreven waaronder arbeiders moesten leven. Zo ook door een Deense journaliste die de situatie in Londen in 1904 beschreef. Armoede, dronkenschap, slechte woonomstandigheden. Net zoals het in Londen was, was het ook in andere fabriekssteden.Kenmerken van de sociale kwestie:de leef- en werkomstandigheden waren erbarmelijk.mannen, vrouwen en kinderen maakten werkdagen van 14 á 16 uur.eigenaren werkten niet meer mee in de fabrieken.de machines bepaalden het werktempo. arbeiders werden streng gecontroleerd.er was sprake van inkomensverschillen en klassentegenstellingen.de toenemende welvaart van de burgerij maakte de armoede van de arbeiders minder vanzelfsprekend. DiscussiesDe sociale kwestie leidde tot discussies. Liberalen dachten dat het vanzelf beter zou gaan. Als de economie zich verder ontwikkelde dan zou iedereen vanzelf profiteren. Armoede was je eigen schuld. Nodig was een nachtwakersstaat, waarin de overheid voor orde en rust zorgde, en zich verder niet met de maatschappij bemoeide.Socialisten zagen armoede als gevolg van het kapitalisme. Daarom kon alleen omverwerping van het kapitalisme verbetering brengen.Ook de confessionelen waren kritisch tegenover het kapitalisme. Volgens de paus moesten arbeiders en werkgevers organisaties vormen naar het voorbeeld van de vroegere gilden en door samenwerking de sociale kwestie oplossen.VerbeteringenBinnen de liberalen hielden rechtse liberalen vol dat arbeiders voor zichzelf moesten zorgen, maar linkse liberalen vonden dat de staat sociale misstanden moest bestrijden. In Nederland brachten liberale kabinetten de eerste sociale wetten tot stand zoals de ongevallenwet en de woningwet. Arbeiders richtten zelf vakbonden op, die met werkgevers gingen onderhandelen over betere arbeidsvoorwaarden. Vanaf 1850 kregen vakbonden in Groot-Brittanni? steeds meer invloed.Paragraaf 8.6 Het modern ImperialismeKenmerkend aspect: Het moderne imperialisme en de industrialisatie.Het Fashoda-incidentFrankrijk en Engeland stonden tegenover elkaar in de Soedan en wel in Fashoda. Het kwam uiteindelijk tot een overeenkomst waarin beide landen hun invloedssferen in Afrika onder elkaar verdeelden. De wedloop om AfrikaIn Afrika hadden de Europeanen in de 19 e eeuw alleen wat forten en handelshuizen aan de kusten. Maar in de tijd van het moderne imperialisme veranderde dat. Er ontstond een wedloop om de landen in Afrika tot eigen kolonies te maken. Tijdens de conferentie van Berlijn (1884/1885) kreeg de Belgische koning Leopold Congo, een gebied zo groot als West-Europa. De rest van Afrika werd verdeeld in invloedssferen. Binnen twintig jaar was heel Afrika onderworpen. Frankrijk had grote delen van Noord- en West-Afrika in bezit genomen en Groot-Brittanni? bijna het hele gebied tussen Kaapstad en Ca?ro. De Duitsers hadden een gebied verkregen in Oost-Afrika en in Zuid-West-Afrika. Itali? en Portugal hadden ook enkele kolonies.Brits- en Nederlands-Indi?In Azi? breidden de Europeanen hun invloed uit. Groot-Brittanni? en Nederland breidden hun invloed in hun koloni?n uit, door pas in de 19 e eeuw grote delen in bezit te nemen, Groot-Brittanni? in Brits-Indi? en Nederland in Nederlands-Indi?. De Nederlanders hadden tot 1870 alleen de Molukken, Java, Sumatra en enkele eilanden onderworpen. Inheemse vorsten konden hun gang gaan zolang de Nederlandse belangen niet werden geschaad. Vanaf 1870 maakte Nederlands-Indi? een gedaantewisseling door. Europese ondernemingen kregen alle ruimte op zoek naar grondstoffen. Het Nederlands bestuur werd steeds meer uitgebreid. Dat ging niet zonder slag of stoot zoals blijkt uit de Atjeh oorlog die zeer bloederig verliep. Vorsten werden gedwongen mee te werken aan het Nederlandse beleid. De rest van Azi?Frankrijk onderwierp Indo-China en de Britten lijfden onder meer Birma en Maleisi? in. De Britten dwongen de Chinezen havens open te stellen voor de handel. Daar profiteerden ook andere Europese landen van. Japan ontkwam aan kolonisatie door snel te industrialiseren. Japan werd ook imperialistisch en veroverde Korea en delen van China.Oorzaken van het moderne imperialismehet sterke nationalisme.concurrentie tussen de Europese mogendheden.als land telde je pas mee als je een groot koloniaal rijk had.blank superioriteitsgevoel.hebzucht.door de toenemende industrialisatie nam de behoefte aan grondstoffen en afzetgebieden toe.Stoomschepen en vuurwapensDe industri?le revolutie werd versterkt door de transportrevolutie. De opening van het Suezkanaal in 1869 was daar een voorbeeld van. De tijdwinst was enorm. Door de komst van stoomschepen kon men sneller en goedkoper goederen vervoeren. Daarnaast werden spoorwegen aangelegd. Militair waren stoomschepen en spoorwegen van strategisch belang. Troepenverplaatsingen gingen sneller. Door de industrialisatie ging de wapenindustrie betere wapens produceren. Hoofdstuk 9 De tijd van de wereldoorlogenParagraaf 9.1 De Eerste WereldoorlogKenmerkende aspecten:Het voeren van twee wereldoorlogen en verwoestingen dor massavernietigingswapens.De betrokkenheid van burgers bij de oorlog.Oorzaken van de oorlogNationalisme: Op de Balkan en Frankrijk eiste Elzas-Lotharingen op dat het in 1871 aan Duitsland af had moeten staan.Imperialisme: Alle landen streefden naar zo veel mogelijk koloni?n. Duitsland wilde ook Koloni?n.Wapenwedloop: Duitsland wilde net zo'n sterke marine opbouwen als Engeland.Bondgenootschappen: Om veilig te zijn tegen anderen landen maakten deze onderling afspraken elkaar te steunen. Zo ontstonden twee bondgenootschappen; De Triple Entente waar Engeland, Frankrijk en Rusland toe behoorden en de Triple Alliantie waar Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Itali? (tot 1915) toe behoorden.Militarisme: het overwaarderen van militaire macht en alles wat er mee samen hangt.Fouten van politieke leiders. Ze dachten te makkelijk dat ze alles in de hand konden houden.De oorlog breekt uitNadat de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw tijdens een bezoek aan Sarajevo 28 juni 1914 werden vermoord door een Servische nationalist, stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servi?. Servi? werd gesteund door Rusland en door de Triple Entente (later Geallieerden genoemd) werd Rusland gesteund door Frankrijk. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servi?. Op 1 augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland. De Alliantie (later Centralen genoemd) wilden eerst in het westen de oorlog snel beslissen, om daarna de legers tegen Rusland in te kunnen zetten. Dit om een tweefrontenoorlog te voorkomen. Op den duur gingen bijna alle Europese landen meedoen en hun koloni?n. In april 1917 verklaarden de VS Duitsland de oorlog en het was nu echt een wereldoorlog.Oorlogsverloop In het westen werd de aanval van de Duitsers op Parijs afgeslagen en ontstond er een loopgravenoorlog dat bijna vier jaar lang muurvast lag.In augustus 1917 braken de geallieerden, nu met de VS, door de Duitse linies, daarbij gesteund door een nieuw wapen de tank.Aan het Oostfront behaalden de Duitsers succes. In Rusland kam men in opstand tegen de tsaar en dwong hem tot aftreden. De nieuwe regering zette de oorlog voort. de Duitsers stelden Lenin in staat naar Rusland te reizen waar hij de revolutie uitriep en in maart 1918 met de Duitsers de Vrede van Brest-Litowsk sloot en Duitsland grote gebieden in handen kreeg.Oostenrijk-Hongarije stortte in en staakte de strijd. In Duitsland kwamen arbeiders en matrozen in opstand en de Duitse keizer vluchtte naar Nederland. Het Duitse opperbevel gaf de regering weer over aan de politici en deze zagen geen andere uitweg dan akkoord te gaan met een wapenstilstand op 11 november 1918. De vrede van VersaillesDuitsland werd een democratie en een republiek: De republiek van Weimar. De overwinnaars zagen Duitsland als de schuldige van de oorlog en legden het land hoge herstelbetalingen op. Daarnaast verloor het Elzas-Lotharingen aan Frankrijk en gebieden in het oosten aan de nieuwe staat Polen.De Duitse kolonies kwamen in handen van Groot-Brittanni?, Frankrijk en Belgi?. Duitsland mocht alleen nog maar een politieleger hebben en mocht geen lid worden van de Volkenbond.VerwoestingenNog nooit waren de verwoestingen zo groot geweest als tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast kwamen miljoenen soldaten, maar ook burgers om. In twee grote slagen, bij de rivier de Somme en Verdun kwamen honderdduizenden om, omdat nog gebruik werd gemaakt van oude krijgstechnieken terwijl er nieuwe krijgswapens ontwikkeld waren. Zoals de mitrailleur en grote kanonnen. Het waren de Duitsers die voor de eerste maal gifgas, een massavernietigingswapen, gebruikten. De geallieerden bleven daarna niet achter. Naast de tien miljoen doden waren er ook miljoenen gewonden. Ook de gruwelijkheden van de oorlog hadden voor de overlevenden grote psychische gevolgen.Betrokken burgersOmdat veel mannen vrijwillig gingen dienst nemen namen vrouwen hun plaats in het productieproces in wapenfabrieken in en veel burgers kregen te maken met een tekort aan consumptiegoederen. Veel burgers kwamen in frontgebieden om. Het neutrale Belgi?, dat door Duitsland onder de voet was gelopen kreeg het zwaar te verduren en werd bijna compleet vernietigd.Paragraaf 9.2 De economische wereldcrisisKenmerkend aspect: De crisis van het wereldkapitalisme. OptimismeIn de Verenigde Staten was er sprake van een sensationele groei van de welvaart. Amerikaanse huishoudens konden zich steeds meer veroorloven en consumptiegoederen zoals koelkasten, auto's, stofzuigers en wasmachines aanschaffen. Er ontstond een vermaakindustrie. In 1928 had al 60% van de Amerikanen een auto, terwijl in Europa dat alleen een minderheid had. Maar in 1924 begon de welvaart in Europa op gang te komen en men was optimistisch gestemd en dacht dat de welvaart in ieders bereik zou komen.De Beurskrachbeursval wall streetDoor het optimisme stegen de beurskoersen en mensen kochten aandelen in de verwachting dat die nog meer waard zouden worden. Maar op 24 oktober 1929 bleek dat er twijfel was ontstaan en sloeg de paniek toe. Massaal werden aandelen verkocht waardoor de koersen hard onderuit gingen. De koersen zakten in en van de waarde van de aandelen bleef niets over. Door de beurskrach ontstond er een wereldwijde recessie. Veel banken en bedrijven gingen failliet, veel spaargeld ging verloren, de productie kromp sterk en massale werkloosheid ontstond. In een soort kettingreactie raakten mensen alles kwijt, konden hun hypotheek niet meer betalen en vele kwamen in bittere armoede terecht. Sociale zekerheid bestond in die dagen niet.Oorzaken van de crisisDe lonen waren in de voorafgaande jaren achter gebleven bij de productie.Om producten te kunnen kopen hadden veel Amerikanen geld geleend.Gevolgen van de crisisBedrijven bleven met hun voorraden zitten en ontsloegen personeel.Boeren konden hun producten niet meer kwijt.Omdat de VS de leidende economische mogendheid waren verspreidde de crisis zich verder over de wereld en trof dus onder andere ook Europa en veel kolonies.CrisisbestrijdingDe regeringen dachten dat de crisis vanzelf wel over zou gaan. Dat bleek dus niet zo te zijn. Het was president Roosevelt die in 1933 brak met het liberale beleid van staatsonthouding en greep met zijn plan 'New Deal' genoemd in. De staat nam allerlei maatregel om de economie weer te laten groeien. Dat werkte en de economie trok weer aan. Ook in andere landen trad enig herstel op maar de werkloosheid was nog groot. Pas door de Tweede Wereldoorlog kwam door verandering in. De werkloosheid leidde tot een trauma waardoor de overheden na de Tweede Wereldoorlog haar invloed op de economie vergrootte en een stelsel van sociale zekerheid in het leven riep. Paragraaf 9.3Kenmerkend aspect: De totalitaire ideologie?n communisme, fascisme en nationaal-socialisme.Lenin grijpt de machtLenin keerde op 16 april 1917 terug vanuit ballingschap in Zwitserland, na tien jaar terug in Rusland. Daar was al eerder in februari een revolutie uitgebroken tegen tsaar Nicolaas II waarbij deze was afgezet. Aangekomen in St.Petersburg preekte hij de wereldrevolutie en gaf op 7 november 1917 het sein voor een opstand. Zijn oproep munisme in RuslandNa de machtsovername door Lenin c.s. brak er een burgeroorlog uit die door de communisten werd gewonnen. Dat leidde tot de oprichting in 1922 van de Sovjet-Unie waarbij er in feite maar een partij de dienst uit maakte. Na de dood van Lenin kwam Stalin aan de macht die door de verplichte invoering van de collectivisatie van de landbouw, een ge?ndustrialiseerde samenleving door middel van vijfjarenplannen liet ontstaan. Bij deze transformatie van de Sovjet-Unie kwamen miljoenen om, stierven de hongerdood of werden zonder vorm van proces gevangen genomen en afgevoerd naar de kampen van de Goelag, om nooit meer terug te keren. Maar ook in zijn eigen partij werden duizenden als verraders gezien en werd men onderwerp van de zogenaamde 'Grote Terreur'. Zelfs het leger was doelwit. Fascisme in Itali?In het interbellum storten veel democratie?n in. Zo ook in Itali? dat nogal een vreemde rol had gespeeld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar net als Duitsland had het land geen democratische traditie en teleurgesteld dat de oorlog geen gebiedsuitbreiding had gebracht en door de voortdurende chaos in het land was het Benito Mussolini die een fascistische beweging oprichtte. Door toepassing van terreur kreeg hij steeds meer macht en in 1922 hielden de fascisten een 'Mars naar Rome'. De koning, bang als hij was voor verlies van zijn functie, vroeg Mussolini een regering te vormen en al snel trok Mussolini alle macht naar zich toe en vestigde de fascistische dictatuur - liet tegenstanders opsluiten en vermoorden - en verbood andere partijen. Nationaal-Socialisme in DuitslandNa het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstond er in veel Duitse deelstaten chaos en geweld. Zowel in Berlijn als München werden pogingen tot een staatsgreep gedaan. Het was Adolf Hitler die leider geworden van de Nationaal Socialistische Arbeiderspartij (NSDAP), in 1923 probeerde in München de macht te grijpen, maar dat mislukte en hij werd tot gevangenisstraf veroordeeld. Overtuigd dat hij op een andere weg moest proberen de macht te grijpen, profiteerde Hitler van de economische crisis, en de aanhang van de NSDAP nam steeds meer toe. Na een aantal stemmingen was het president Hindenburg die Hitler in 1933 benoemde tot rijkskanselier. Binnen korte tijd slaagde Hitler er in om een alleenheerschappij te vestigen, waarbij hij ook zijn tegenstanders uitschakelde. De Duitse samenleving werd 'gelijkgeschakeld'. Iedereen werd in de nazi-ideologie gedwongen opgenomen. Zo niet dan kon men rekenen op strenge maatregelen die je zelfs het leven konden kosten. Ras, natie en klasseFascisme en Nationaal-Socialisme lijken op elkaar. Ze verheerlijken geweld en leiderschap. Voor de fascistenstond het Romeinse rijk centraal. Hun naam was afgeleid van de Romeinse fasces, een bundel stokken met een bijl die de macht symboliseerde om te arresteren en te straffen. Ook de nazi's zochten het in het verleden bij de Germanen. Beide hadden een partijleger en waren bereid met straatterreur hun macht uit te breiden. De Italiaanse fascisten werden zwarthemden genoemd en het Nazi leger de SA de bruinhemden. Naast de SA had Hitler ook nog een eliteorganisatie opgericht de S, eerst voor zijn eigen bescherming, maar later ook voor andere zaken.Een belangrijk onderdeel van het nationaal-socialistische ideologie was de rassenleer. De nazi's als 'superieur ras' waren verwikkeld in een strijd met 'minderwaardige rassen' als de joden en de slaven.De communistische ideologie was heel anders. Lenin was een marxist en wees het nationalisme af. Hij brak met de sociaal-democraten en riep arbeiders en soldaten op in opstand te komen. Communistische partijen moesten in naam van de arbeidersklasse overal in de wereld de macht grijpen, het kapitalisme vernietigen en alle bedrijven in handen van de staat brengen.Volledige controleToch waren er ook overeenkomsten. Alle drie de ideologie?n waren totalitair en wilden het leven van de bevolking volledig beheersen. Kritiek werd als misdadig gezien en men trad dan ook zeer hard op tegen tegenstanders. Daarnaast hadden de drie ideologie?n een leiderschapsbeginsel, waarbij gold dat bevel bevel was. Daarbij kwam nog dat zowel Mussolini, Stalinen Hitler een cultstatus bereikten. Paragraaf 9.4 Propaganda en communicatieKenmerkend aspect:Propaganda-en communicatiemiddelen en massaorganisaties.OorlogspropagandaDe Eerste Wereldoorlog gaf een sterke impuls aan staatspropaganda. Vooral in Groot-Brittanni? vervulde propaganda een functie omdat men daar geen dienstplichtleger had. Om genoeg soldaten te werven richtte men daar het War Propaganda Bureau op. De oorlog werd nu voorgesteld als een hero?sche strijd om de beschaving te redden uit de klauwen van de barbaarse 'Hunnen'. Duitsers werden voorgesteld als onmensen die plunderden en verkrachtten. Maar alle partijen gebruikten propaganda.Massaorganisaties Rond 1900 ontwikkelden politieke partijen zich als massaorganisaties. Daarnaast vakbonden en jeugdverenigingen die massaal werden. Om leden te binden werden allerlei scholings - en ontspanningsactiviteiten gehouden en werd er gemarcheerd met uniformen, vlaggen en andere symbolen.Radio en filmModerne communicatiemiddelen als radio en film werden ook ingezet in de propagandaoorlog. Toen in 1927 de geluidsfilm opkwam werd film nog aantrekkelijker. Via de radio konden leiders miljoenen mensen tegelijk toespreken.Totalitaire propagandaHitler, Mussolini en Stalin maakten dankbaar gebruik van propaganda om tegenstanders met de grofste middelen zwart te maken en de eigen maatschappij en beweging schaamte loos te verheerlijken. Daarbij speelde persoonsverheerlijking ook een grote rol. In alle totalitaire landen speelden massaorganisaties een grote rol en iedereen werd dan ook verplicht lid te worden. Als voorbeeld kan de Hitlerjugend genoemd worden. Duitse jongens waren verplicht hier lid van te worden. Paragraaf 9.5 Verzet tegen het imperialismeKenmerkend aspect: Verzet tegen het West-Europese imperialismeSoekarnoHij volgde de Nederlandse middelbare school op Java en zou daarna in Nederland studeren. Soekarno was een tegenstander van het kolonialisme en richtte een politieke partij op die volledige en onmiddellijke onafhankelijk eiste.Aziatisch nationalismeAl eerder hadden de Nederlanders bloedige oorlogen uitgevochten in de 19e eeuw. Nu was het verzet niet gewelddadig in het Interbellum. Het verzet van Soekarno c.s. was gebaseerd op een nieuw idee: het idee dat Indonesische volkeren ondanks al hun verschillen ook één natie vormden. Ook in Brits-Indi? ontstond een nationalistische beweging die onafhankelijkheid wilde. Hoe kwam dat?Europese lessenHet Aziatisch nationalisme werd opgewekt door het moderne imperialisme. Uitwerkingen daarvan waren:Europeanen maakten hun kolonies tot een eenheid en brachten hun bestuur tot in alle uithoeken.Men ging inheemse ambtenaren opleiden en een deel kreeg Europees onderwijs.Een aantal ging zelfs in Europa studeren en leerden daar kennis van westerse waarden als vrijheid en gelijkheid kennen.Het nationalisme werd versterkt door de Eerste Wereldoorlog. Veel soldaten uit kolonies vochten mee aan de kant van het moederland in ruil waarvoor zelfbestuur werd beloofd.Er waren ook nieuwe mogendheden op komst zoals Japan dat Rusland in 1905 had verslagen en de VS, onder leiding van president Wilson, die vonden dat volkeren recht op zelfbestuur hadden.Non-co?peratieHet was Gandhi die in India de Britten onder druk zette door non-co?peratie: geen geweld gebruiken maar weigeren mee te werken. De Britse regering zag zich gedwongen met hem te onderhandelen en India meer autonomie te geven. Voor de Indonesische nationaliste was Gandhi een voorbeeld. De Nederlandse autoriteiten namen Soekarno gevangen en verbannen naar het eiland Floris. De rust leek daarmee hersteld.Afrika Van nationalisme ten zuiden van de Sahara was nog nauwelijks sprake.Redenen daarvoor waren:Afrika was minder ontwikkeld dan Azi?De grenzen van de kolonies waren willekeurig getrokken dwars door gebieden van oude stammen en volkeren heenEr was door de Europeanen nauwelijks onderwijs gebrachtDaardoor was er ook geen inheemse elite die met idee?n van vrijheid en gelijkheid in contact was gekomenParagraaf 9.6 De Tweede WereldoorlogKenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogenVerwoestingen door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van burgers bij de oorlog.Duitsland valt aanDuitsland valt op 1 september 1939 Polen binnen waardoor de Tweede Wereldoorlog een feit was. Twee dagen daarna verklaarden Groot-Brittanni? en Frankrijk aan Duitsland de oorlog. RevancheEen van de belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog was het verdrag van Versailles. Door dat verdrag voelden de Duitsers zich vernederd en verontwaardigd omdat ze de 'alleinschuld' van de oorlog hadden gekregen. Nationalisten waren woedend omdat de democratische regering had getekend en bovendien geloofden velen dat het Duitse leger niet was verslagen, maar verraden. Deze zogenaamde 'dolkstootlegende' werd door de nazi's overgenomen en gebruikt om de democratie te belasteren. Hitler wilde revanche voor de Eerste Wereldoorlog.Nazi-Duitsland lapte het verdrag van Versailles aan zijn laars en begon zich snel te bewapenen. In 1938 werd Oostenrijk door middel van de 'Ansluss' ingelijfd bij Duitsland.SudetenlandDe Britse premier Chamberlain voerde een politiek van Appeasement dat wil zeggen een politiek van verzoening met Nazi-Duitsland om een oorlog te voorkomen. Toen Hitler Sudenten-Duitsand, een onderdeel van Tsjecho-Slowakije opeiste, werd er in München een conferentie gehouden met Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittanni? en Itali?. Echter zonder Tsjecho-Slowakije. Als Hitler zijn zin zou krijgen dan beloofde hij daar verder niets meer te zullen doen. Men stemde daar mee in en Sudeten-Duitsland kwam in Duitse handen. Chamberlain dacht dat vrede nu verzekerd was, maar kwam bedrogen uit. Toen Hitler uiteindelijk heel Tsjecho -Slowakije bezette wisten Frankrijk en Groot-Brittanni? dat Hitler niet te vertrouwen was.Hitler sloot met aartsvijand de Sovjet-Unie een niet aanvalsverdrag en deelden in een geheime clausule Polen onder elkaar. Nu had Hitler ook zijn handen vrij - geen twee-frontenoorlog - en kon in het westen nu zijn gang gaan.Duitse opmarsNa de bezetting van een deel van Polen bezette Duitsland achtereenvolgens: veroverde Duitsland door middel van de Blitzkrieg:Maart 1940: Noorwegen en Denemarken.Mei/juni 1940: Nederland, Belgi? en Frankrijk.In Engeland werd Chamberlain tot aftreden gedwongen en Churchill volgde hem op. Deze beloofde de Engelsen ; 'Bloed, zweet en tranen’. Maar ook de uiteindelijke overwinning. In juni 1940 besloot Hitler tot de slag om Engeland (Battle of Bittain). Maar de Engelse luchtmacht (RAF) sloeg de aanvallen van de Duitse Luftwaffe af. Engeland gebruikte daarvoor een nieuwe uitvinding: radar. Het lukte Hitler niet Engeland op de knie?n te krijgen.Op 22 juni 1941 vielen Duitse troepen de Sovjet Unie binnen. Op 7 december viel 1941 Japan de VS aan in Pearl Harbor op Hawa?. Hitler verklaarde aan de VS de oorlog. De VS, de Sovjet-Unie en Groot-Brittanni? waren nu bondgenoten in de strijd teen de Asmogendheden: Duitsland, Itali? en Japan.Geallieerde overwinningAan het Oostfront was de nederlaag van Stalingrad (31 januari 1943) voor de Duitsers het begin van het einde. In het zuiden veroverden de westerse geallieerden Noord-Afrika en daarna zuid-Itali? Op 6 juni 1944 D Day landden de geallieerden op de kust van Normandi?. De strijd was definitief voorbij op 8 mei 1945.In Azi? en de Stille Oceaan had Japan, sinds Pearl Harbor, veel land veroverd zoals Nederlands-Indi?. Vanaf 1943 wisten de Amerikanen de Japanners steeds verder terug te dringen. Door het gebruik van de atoombom op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan op 15 augustus 1945.De totale oorlogIn de Tweede Wereldoorlog vielen nog meer slachtoffers dan in de Eerste Wereldoorlog namelijk 54 miljoen waarvan de helft uit burgers bestond. Daarnaast werden miljoenen dwangarbeiders ingezet in de productie. Het aantal was ook zo hoog omdat nu ook steden doelwit waren van bombardementen. Wreedheden aan het OostfrontAchter de oprukkende troepen van de Duitse Wehrmacht werden door eenheden van de SS miljoenen joden, communisten en andere 'subversieve elementen' doodgeschoten. De miljoenen sovjet-soldaten die krijgsgevangen werden gemaakt werden bijna allemaal omgebracht. Ook de Sovjets voerden de oorlog met grote wreedheid. In 1940 werden in Katyn in West Rusland 22.000 leden van de Poolse elite vermoord. Stalin trad hard op tegen krijgsgevangenen die terugkeerden naar de Sovjet-Unie. Ze werden als verraders gezien en omgebracht.Japanse wreedhedenJapan voerde al sinds 1931 oorlog tegen China en vermoordde tijdens de oorlog 6 miljoen Chinezen. Uit pure frustratie vermoordde de Japanners, toen ze Manilla kwijtraakten in 1945 100.000 inwoners. In Indonesi? kwamen zo'n 2,5 miljoen inwoners om door dwangarbeid, uitputting en ondervoeding.Paragraaf 9.7 De HolocaustKenmerkend aspect: Racisme, discriminatie en genocide, in het bijzonder op de joden.De ontdekking van de HolocaustAl eerder, in 1942 werd al duidelijk dat de Duitsers de joden aan het uitroeien waren. Maar toen de geallieerden de vernietiging - en concentratiekampen naderden werd snel duidelijk hetgeen de Duitsers in de praktijk hadden gedaan. Alleen al in Bergen-Belsen lagen tienduizenden doden. De moord op de joden wordt Holocaust genoemd of Shoah. AntisemitismeEuropa had een lange geschiedenis van antisemitisme. Al vanaf de tijd van de Romeinen raakten ze verspreid over Europa. De kerk zag de joden als de moordenaars van Christus. In de Middeleeuwen werden ze in getto's ondergebracht en mocht men veel ambachten niet uitoefenen. Daardoor waren velen handelaar of geldwisselaar, wat leidde tot het negatieve beeld van joden als geldwolven. De moord op een Duitse diplomaat in Parijs leidde tot een door Goebbels georkestreerde gewelduitbarsting, in de nacht van 9 op 10 november 1938 in Duitsland, die de geschiedenis inging als de 'Rijkskristallnacht'. Joden werden aangevallen, synagogen, winkels en huizen in brand gestoken. De nazi’s hadden als een van hun doeleinden de uitroeiing van het Joodse volk. Het begon met de Neurenburger Wetten waardoor de joden buiten de wet werden geplaatst.Vernietiging Achter de oprukkende troepen van de Duitse Wehrmacht werden door eenheden van de SS miljoenen joden doodgeschoten door zogenaamde Einzatsgruppen. Omdat het voor de beulen te bezwaarlijk vond zocht men naar een andere methode.Op de Wansee conferentie in januari 1942 werd tot de Endl?sung ‘definitieve oplossing’ besloten. Het systematisch uitroeien van het joodse volk. Zes miljoen mensen zouden worden vermoord. Nazileider Heydrich ging er toe over joden in speciale wijken, getto’s, op te sluiten. Het was voor joden niet toegestaan deze getto’s te verlaten. In veel steden bouwden de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog getto’s, bijvoorbeeld in Amsterdam, Warschau en Praag. Vanaf januari 1941 werden joden verplicht zich te laten registreren en in hun paspoort kwam een grote J te staan. Vanaf mei 1942 werden joden gedwongen een gele davidsster te dragen. Tegelijkertijd met het oprukken van de Duitse strijdkrachten in Oost-Europa trokken zogenaamde Einsatzgroepen mee. Deze bestonden uit SS‘ ers die tot taak hadden, Joden te executeren. Men schat dat zo 1,5 miljoen joden daarbij het leven verloren. Men werd het eens over de fabrieksmatige uitroeiing van het joodse volk met behulp van gas. Dat zou men doen met Zyklon B. De dodenkampen waren Auschwitz, Chelmno, Belzec, Sobibor en Treblinka. Al deze plaatsen lagen in Polen.De organisatie van deze massamoord werd opgelegd aan Adolf Eichmann. Men ging uit van 11 miljoen Europese Joden die zouden moeten worden vernietigd. Zo’n volkerenmoord wordt ook wel genocide genoemd.Paragraaf 9.8 De bezettingKenmerkend aspect: De Duitse bezetting van Nederland.AanpassingToen Nederland in mei 1940 onder de voet werd gelopen door Duitsland nam de rijkscommissaris Seys Inquart alle bevoegdheden over van Parlement en regering. De rechtsstaat werd buiten werking gesteld. Voor de meeste Nederlanders ging het leven gewoon door en in overeenstemming met het besluit van de Nederlandse regering van voor de oorlog tekenden de ambtenaren een loyaliteitsverklaring en werkten zo mee met de Duitsers. Met andere woorden velen pasten zich aan. Naarmate de Duitsers langer als bezettingsmacht functioneerden namen de anti-Duitse gevoelens toe. het dieptepunt werd bereikt toen het zuiden al was bevrijd en het noorden de hongerwinter moest doorstaan waardoor duizenden mensen stierven.CollaboratieMeer dan 100.000 Nederlanders werden lid van de NSB. Veel van hen maakten zich schuldig aan collaboratie. Ze namen de plaats in van afgezette burgemeesters, politiecommissarissen en bedrijfsleiders of vochten als SS 'ers aan het Oostfront. Een aantal deed mee aan de jacht op de joden. Ze kregen voor elke jood die ze aanbrachten 'kopgeld'.VerzetHet georganiseerde verzet vormde een minderheid. Tijdens drie stakingenwaren Nederlanders duidelijk in hun verzetDe Februaristaking in Amsterdam in 1941De april-mei stakingen in 1943De spoorwegstaking in 1944Op deze stakingen reageerden de Duitsers met harde hand. In 1941 schoten ze negen stakers dood; In 1943 schoten ze 175 stakers dood en in 1944 legden e de voedseltransporten naar West-Nederland stil waardoor de hongerwinter ontstond. 300.000 Nederlanders doken onder om aan de 'Arbeitseinsatz' te ontkomen. De toenemende harde Duitse houding stimuleerde het verzet. Tegen gewapend verzet traden de Duitsers hard op. Tijdens de laatste maanden van de bezetting werden er zo'n 1000 mensen omgebracht. Verzetsgroepen verzorgden ook illegale krantjes zoals Trouw, het Parool en Vrij Nederland.JodenvervolgingVan de ruim 160.000 in Nederland levende Joden werden meer dan 107.000 joden weggevoerd, waarvan er maar 5.000 levend terugkeerden. In Sobibor kwamen meer dan 33.000 joden om het leven en ook in Auschwitz en andere kampen kwamen velen om.Hoofdstuk 10 De tijd van televisie en computerParagraaf 10.1 DekolonisatieKenmerkend aspect: De dekolonisatie.Bloedbad op JavaNederlandse militairen overvielen in hun strijd tegen de naar onafhankelijkheid strevende Indonesi?rs op Java het dorp Rawagede omdat men daar rebellen vermoedde. Toen men na doorzoeking van het dorp niets vond schoten ze de mannelijke bevolking dood. Dat leidde tot een internationale rel en de VN noemde het optreden 'opzettelijk en meedogenloos'. Indonesi? onafhankelijkTwee dagen na de capitulatie van Japan riep Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesi? uit. Daar ging Nederland niet mee akkoord. Nederland probeerde de orde te herstellen door middel van twee zogenaamde 'politionele acties'. Nederland kwam onder grote internationale druk te staan om Indonesi? te verlaten. Onder dwang van de VS en de VN besloot Nederland uiteindelijk Indonesi? de onafhankelijkheid te geven. Op 27 december vond in het paleis op de Dam de soevereiniteitsoverdracht plaats.India, Pakistan en VietnamDe dekolonisatie van Azi? ging snel. de twee supermachten waren beide tegen het kolonialisme en wilde dat daar een einde aan kwam. De Britse regering wilde snel van Brits-Indi? af temeer daar er in 1946 geweld losbarstte door de toenemende haat tussen moslims en hindoes. Dat leidde ertoe dat Brits-Indi? werd verdeeld in Pakistan voor de moslims en India voor de hindoes. Nadeel was dat Pakistan uit twee delen bestond Oost- en West-Pakistan. Oost-Pakistan werd later de onafhankelijke staat Bangladesh.Frankrijk wilde na de capitulatie van Japan Indo-China als kolonie behouden. Maar na het vertrek van de Japanners riep Ho Chi Minh de onafhankelijkheid van Vietnam uit. Maar de Fransen werden militair verslagen in de Vlakte van de Kruiken (Dien Ben Phoe) en in Noord Vietnam werd een communistische staat gevestigd.AfrikaOok in 1954 kwam Algerije in opstand tegen Frankrijk. Algerije werd beschouwd als Franse provincie omdat daar 1 miljoen Fransen woonden. Na een strijd van 8 jaar verleende Frankrijk ook aan Algerije de onafhankelijkheid. Frankrijk had al eerder Franse kolonies de onafhankelijkheid verleend, zoals aan Marokko en Tunesi? in 1956. Groot-Brittanni?, Belgi? en Frankrijk droegen de macht over aan politici die n de onafhankelijkheid met hun wilden samenwerken. Tussen 1957 en 1964 werden 30 Afrikaanse landen onafhankelijk.Buiten Afrika werden de meeste kolonies onafhankelijk. In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland. Einde van het westerse overwichtMaar de dekolonisatie leidde niet tot het verminderden van de economische macht van de westerse wereld. Hoewel de westerse landen hun invloed via allerlei kanalen probeerden uit te breiden, hetgeen niet altijd succes had.Paragraaf 10.2 De Koude OorlogKenmerkend aspect: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop.De waterstofbomOp 12 augustus 1953 liet de Sovjet-Unie ook een waterstofbom ontploffen, waaruit bleek dat beide supermachten in staat waren een kernoorlog te beginnen, welke de wereld zou kunnen terugbrengen naar het stenen tijdperk, aldus President Eisenhower. Deze bommen waren vele malen krachtiger dan de eerste atoombommen op Japan in augustus 1945. Oorzaken van de Koude OorlogBeide supermachten waren na de Tweede Wereldoorlog veel sterker dan de rest. Beide supermachten waren elkaars natuurlijke concurrenten omdat ze twee verschillende maatschappijsystemen aanhingen. De VS het kapitalisme en democratie en de Sovjet-Unie het communisme.Zo ontstond er blokvorming in de wereld. Het Oostblok onder leiding van de Sovjet-Unie en het vrije westen onder de VS.In februari 1945 kwamen de geallieerden bijeen in Jalta op de Krim. Daar werd besloten tot de oprichting van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad. Doel was het voorkomen van oorlog. De VS en Groot-Brittanni? erkenden dat alle landen bevrijd door het Sovjetleger tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie zou gaan behoren, onder de belofte dat in die landen democratische verkiezingen zouden worden gehouden. Duitsland zou worden verdeeld in bezettingszones en dat gold ook voor Berlijn, dat in de Russische zone lag. In juli 1945 kwam men opnieuw bijeen in Potsdam. President Roosevelt was inmiddels overleden en president Truman stelde zich harder op tegen de Sovjet-Unie. Truman lichtte Stalin in over het bezit van de atoombom en de Russen raakten nu betrokken in een wapenwedloop. Ze wilden zo snel als mogelijk ook een atoombom. Door spionage zou hen dat snel lukken. Het IJzeren GordijnVan de democratische verkiezingen in Oost-Europa kwam niets terecht en in Oost-Europa kwamen communistische dictaturen tot stand. Grenzen werden gesloten en het was Churchill die als eerste spraak over een IJzeren Gordijn dat midden in Europa was ontstaan. President Truman kwam met de Truman-doctrine waarbij de VS beloofde een land bij te staan als het van buitenaf of van binnennuit zou worden bedreigd door het communisme. Die politiek noemen we containmentpolitiek. Een onderdeel daarvan was een economisch hulpprogramma de Marhallhulp waarbij de VS grootschalige financi?le steun gaf voor de wederopbouw. Stalin verbood de landen onder zijn invloedssfeer de hulp te aanvaarden. In 1949 werden de westerse bezettingszones samengevoegd tot de nieuwe staat: De Bondsrepubliek Duitsland, waarvan ok West-Berlijn deel van uitmaakte. De Sovjet zone werd een communistische staat: De Duitse Democratische Republiek (DDR) met Oost-Berlijn als hoofdstad.Ook in 1949 sloten de westerse landen een militair bondgenootschap de Noord Atlantisch Verdragsorganisatie, de NAVO. Nadat West-Duitsland in 1955 toe trad tot de NATO richtten de communistische landen van Oost-Europa het militaire bondgenootschap Warschaupact op.De Korea-oorlogDe VS schrokken toen bleek dat de Sovjet-Unie in 1949 ook een atoombom had en toen Mao de burgeroorlog in China won en de Chinese Volksrepubliek uitriep. De containment politiek gold nu ook voor Azi?. Noord-Korea viel met geheime steun van de Sovjet-Unie Zuid-Korea binnen en de Veiligheidsraad besloot troepen te sturen naar Zuid-Korea om de Noord Koreanen terug te drijven. China steunde daarop de Noord-Koreanen maar uiteindelijk eindigde de oorlog in een nog altijd geldende wapenstilstand waarbij Noord- en Zuid Korea nog altijd gescheiden zijn. Het was Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin die in de Sovjet-Unie een einde maakte aan de grootste onderdrukking en verklaarde dat oorlog geen middel was om de tegenstellingen tussen kapitalisme en communisme te beslechten. Beide systemen konden vreedzaam naast elkaar bestaan.Berlijn en CubaOmdat veel Oost-Duitsers via Berlijn naar het Westen vluchtten liet de DDR met toestemming van Chroesjtsjov in 1961 de Berlijnse muur bouwen, waardoor er geen verkeer eer mogelijk was tussen Oost- en West-Berlijn. Deze muur groeide uit tot het symbool van de Koude Oorlog en van de Duitse en Europese deling.In 1962 ontstond er opnieuw een crisis toen Amerikaanse vliegtuigen op Cuba foto's hadden gemaakt van het aanleggen van kernraketinstallaties voor Russische raketten, waardoor de VS direct bedreigd werden. President Kennedy driegde met een atoomoorlog als Chroesjtsjov ze niet weg haalde. Uiteindelijk gaf deze toe en de de VS beloofde Castro met rust te laten.Van ontspanning naar nieuwe spanningNa de Cubacrisis ontstond een periode van ontspanning. Toch leidde de Koude Oorlog in Azi? tot de Vietnamoorlog. In de jaren 1965-1973 voerden de VS oorlog in Vietnam, dat na het vertrek van de Fransen was verdeeld in een communistisch noorden en een anticommunistisch zuiden. De VS probeerden tevergeefs Zuid-Vietnam uit handen van de communisten te houden.Ook de wapenwedloop ging door en pas vanaf 1970 spraken de VS en de Sovjet-Unie af om hun kernwapenarsenalen niet verder op te bouwen. Na 1975 nam de vijandigheid weer toe, mede door de kernwapens. De Sovjet-Unie bouwde nieuwe middellangeafstandsraketten waardoor Europa zich bedreigd voelde. De NAVO besloot daarop in 1979 ook middellangeafstandswapens te plaatsen. Dat besluit leidde in Europa tot grote anti-kernwapendemonstraties. In 1981 en 1983 werd massaal in Nederland gedemonstreerd.Het einde van de Koude OorlogDe communistische landen hadden te kampen met economische problemen en Gorbatsjov de nieuwe leider van de Sovjet-Unie zag de wapenwedloop als een te zware belasting. Nadat Gorbatsjov de landen die zich in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie bevonden duidelijk had gemaakt dat ze voortaan hun eigen weg dienden te gaan, gingen de ontwikkelingen heel snel. Het ene na het andere land ontdeed zich van de communistische dictatuur en op 9 november 1989 viel de Berlijnse muur. Gorbatsjov stemde toe in een Duitse hereniging en op 4 december 1989 verklaarden Gorbatsjov en president Bush dat de Koude Oorlog voorbij was. Na de Koude OorlogOp 3 oktober 1990 werd de DDR opgeheven en de Sovjet-Unie werd in 1991 opgeheven. Op 11 september 2001 werd de VS getroffen door een terroristische aanslag op het World Trade Center in New York waarbij bijna 3000 mensen het leven verloren. President Bush kondigde een 'war on terror' aan. Binnen een jaar viel de VS Afghanistan aan en in 2003 volgde de oorlog in Irak.In China werd in 1989 een democratische opstand op het Plein van de Hemelse Vrede met geweld in elkaar geslagen. China is na een spectaculaire groei nog niet in staat om de democratie in te voeren. Het land groeide inmiddels zeer sterk en is hard op weg de VS in te halen en te overtreffen. Paragraaf 10.3 Welvaart en cultuurKenmerkend aspect: Welvaart en sociaal-culturele veranderingen in de jaren 1960.TelevisieDe Nederlandse regering had de komst van het nieuwe medium jarenlang tegengehouden. De regering was bang dat de tv alleen maar plat vermaak zou brengen. Maar op 2 oktober 1951 was het zover. Er waren nog maar 500 toestellen in Nederland. De eerste jaren konden nog maar weinig mensen zich een tv toestel veroorloven. In 1955 stond in nog geen 1% van de Nederlandse huishoudens een tv apparaat. Op 1 januari 1960 had 20% van de huishoudens een tv en in 1970 had bijna elk huishouden een tv.WelvaartIn de jaren 1955-1973 kregen de meeste West-Europese huishoudens ook een koelkast, een stofzuiger, een douche een wasmachine en een auto. Door uitbetaling van vakantiegeld nam het toerisme grote vormen aan. De consumptie van genotsmiddelen nam ook een grote vlucht. Dat kwam ook doordat het fenomeen van de supermarkt zijn intrede had gedaan. Er was een consumptiemaatschappij ontstaan. VerzorgingsstaatOorzaak van de welvaartsstijging was de economische groei. In de 'gouden jaren' 1948-1973 groeiden de West-Europese economie?n harder dan ooit. Er ontstond ruimte voor een verzorgingsstaat, die verantwoordelijk was voor het welzijn van de burgers. Deze streefde naar volledige werkgelegenheid, een rechtvaardige inkomensverdeling en sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen. Veel landen hadden in die periode en regering van sociaal-democraten of christendemocraten. De christendemocratie was na de Tweede Wereldoorlog ontstaan uit het confessionalisme. De confessionele partijen vormden in de jaren zeventig het CDA. (in Duitsland was al eerder de christendemocratie CDU gevormd). De christendemocraten regeerden in Nederland afwisselend met de sociaaldemocratische PvdA en de liberale VVD.IndividualiseringDe welvaart en sociale zekerheid leidde tot grote sociaal-culturele veranderingen. Er ontstond een toenemende individualisering. De invloed van de kerk en de traditionele moraal nam af. Echtscheiding werd makkelijker en homoseksualiteit was niet langer een taboe. JongerenEr ontstond een aparte jongerencultuur. Dat werd mogelijk dankzij de loonstijgingen waardoor jongeren meer te besteden hadden. Er ontstond een eigen muziekcultuur ook bevorderd door de transistorradio waarbij stations als Veronica populair werden. Ook kregen steeds meer jongeren de gelegenheid te studeren. De hoogopgeleide babyboomers verschilden niet alleen van uiterlijk en muziek van hun ouders, maar ook door hun normen en waarden. Ze zetten zich af tegen de gevestigde orde en vormden een protestgeneratie. Ze zagen zichzelf als spontaan en creatief, en experimenteerden met drugs.De tweede feministische golfOok de man-vrouwrelaties en de opvattingen over seksualiteit en voortplanting veranderden. De anticonceptiepil speelde daar ook een rol in. Seks voor het huwelijk, in de jaren '50 nog een taboe, werd normaal. De rol van de vrouw veranderde van een dienende rol een actieve rol en vrouwen wilden ook actief zijn op de arbeidsmarkt. Er ontstond een zogenaamde tweede feministische golf waarbij naast een beroep ook een gelijke verdeling van huishoudelijke taken en de zorg voor kinderen centraal stond.Paragraaf 10.4 De Europese eenwordingKenmerkend aspect: De eenwording van Europa.Hand in hand in VerdunOp 22 september 1984 stonden de Franse president Mitterand en de Duitse kanselier Kohl hand in hand tijdens de herdenking van het slagveld van Verdun in 1916. De voormalige tegenstanders waren vrienden geworden. EGKS en EEGDe Europese eenwording begon in 1951 met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Er werd een gemeenschappelijk bestuur gevormd. de deelnemende landen waren Frankrijk, de Duitse Bondsrepubliek, Itali? en de Benelux-landen. Deze zelfde zes landen richtten in 1957 de Europese Economische Gemeenschap op. De lidstaten bleven onafhankelijk maar hun onafhankelijkheid werd wel beperkt door meer Europese regels en wetten. Deze werden gemaakt door de Raad van Ministers. Verder had de EEG een dagelijks Bestuur, de Europese Commissie en een parlement, het Europees Parlement. De belangrijkste besluiten werden echter genomen door de Europese Raad van regeringsleiders.De oorspronkelijke zes landen werden steeds meer uitgebreid en inmiddels zijn er 28 landen bij aangesloten. Een aantal landen spraken in Schengen af dat ze onderlinge grenscontroles zouden afschaffen.De EUNa de Duitse hereniging maakten men in Europa verdere afspraken over Europese eenwording. Door het verdrag van Maastricht in 1992 maakte de EEG plaats voor de Europese Unie, waarbij niet alleen maar economie centraal stond maar ook bijvoorbeeld veiligheid. Ook werden er afspraken gemaakt over de invoering van de euro die in 2002 in een aantal staten werden ingevoerd. In middels hebben 19 staten de euro als betaalmiddel.Europese democratie?nEconomische redenen speelden bij de eenwording altijd een grote rol, maar ook de overtuiging dat in Europa nooit meer een wereldoorlog mocht ontstaan. De eenwording moest de democratie versterken.De moeizame eenwordingMakkelijk was de eenwording niet omdat toch vaak nationale gevoelens een grote rol bleven spelen. Voor veel besluiten was consensus nodig. Daarbij kwam dat afspraken die werden gemaakt soms door landen gewoonweg niet werden doorgevoerd zoals bleek toen Griekenland zich niet hield aan de begrotingsafspraken. Paragraaf 10.5 Pluriforme en multiculturele samenlevingenKenmerkend aspect: De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingenHomo-emancipatieNederland was het eerste land waar het homohuwelijk in 2001 werd ingevoerd. Andere landen zouden volgen. Overal in de westerse wereld waren pluriforme samenlevingen ontstaan waarin mensen met verschillende normen, waarden, gewoonten en levensstijlen een gelijkwaardige plaats hadden. De informatiemaatschappijAan de economische groei in West-Europa kwam in 1973 abrupt een einde en er ontstond massale werkloosheid omdat complete industrie?n naar lageloonlanden verdwenen. Door automatisering van productieprocessen vielen ook massaontslagen. De industri?le samenleving maakte plaats voor een informatiemaatschappij. In deze post-industri?le samenleving ontstond opnieuw economische groei vooral door mobiele telefonie en internet.Kerk en gezinHet traditionele gezin was achterhaald en het aantal werkende vrouwen nam toe. In West-Europa ontstond binnen het huishouden een andere taakverdeling. De invloed van kerk en christendom nam verder af.ImmigratieDe sterke economische ontwikkeling en welvaartsgroei leidden tot grote migratiestromen. Na 1945 waren die al op gang gekomen door de dekolonisatie. Maar tegelijkertijd ontstonden er ook migratiestromen van Afrika naar Europa. Ook het aantrekken van arbeidskrachten uit Marokko, Turkije en andere landen droeg daar aan bij. De allochtonen, de gastarbeiders, deden vaak het vuile en laagbetaalde werk waar geen autochtonen meer voor waren te vinden. Gastarbeiders bleven echter vaak in Europa wonen en lieten hun familie ook overkomen.Illegalen, asielzoekers, Oost-EuropeanenNa de Koude oorlog ontstonden nieuwe immigratiestromen. Eerst uit het uiteengevallen Joegoslavi? en daarna uit oorlog- en crisisgebieden als Afghanistan, Irak en Somali?. Daarnaast nam het aantal illegalen forst toe, die om economische redenen hun toekomst in West-Europa zochten. De toetreding van Oost-Europese landen tot de EU zorgde ook voor een legale arbeidsmigratie naar West-Europa.OnvredeDe komst van grote groepen allochtonen en illegalen zorgden in veel Europese landen tot grote onvrede welke zich op allerlei manieren uitte. Vaak was er geen sprake van integratie en onvrede over het feit dat deze arbeidsplaatsen in bezit namen. Ook de aanslagen van extremistische moslims leidde in veel landen tot een reactie.Politieke spanningenDe onvrede over immigratie en de moslims leidde in veel Europese landen tot politieke spanningen. Politieke partijen die zich tegen allochtonen keerden kregen in veel Europese landen aanhang. Dat had ook te maken met de achteruitgang van de sociaal-democratie en christendemocratie en het feit dat door de individualisering steeds minder kiezers zich aan de oude partijen gebonden voelden. In Nederland kwam na Pim Fortuijn het voormalige VVD-Kamerlid Wilders met zijn Partij voor de Vrijheid die zelfs 24 zetels haalde met onder meer een stelling neming tegen de islam. ................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download