Spreken - NT2 TaalMenu - Gratis Nederlands leren

SPREKEN NIVEAU A1

nt2taalmenu.nl

Wat leer je?

Spreken

Wat zeg je?

In dit boekje ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld op straat, in de bus, bij de dokter of bij de bakker. Het boekje heeft 6 lessen en 2 toetsen:

Les 1: Wat zeg je? Op school, op straat, in de winkel Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. Les 6: Wat zeg je? Telefoon.

pagina 4 pagina 11 pagina 18 pagina 25 pagina 32 pagina 39

Toets 1: over les 1 t/m 6: weet je alles nog? Toets 2: oefentoets voor niveau A1

pagina 46 pagina 52

Voor de docent

In dit boekje zijn een aantal lessen verzameld waarmee cursisten kunnen oefenen met spreken op niveau A1. Doel is dat cursisten een aantal standaard `routines' kunnen gebruiken in veelvoorkomende, alledaagse situaties. Er zijn ook online versies van de lessen:



Hier vindt u bovendien 3 extra lessen (`spreken 1, 2 en 3'). De lessen kunnen goed gebruikt worden naast een algemene methode voor niveau A1, bijvoorbeeld naast `Je Kan Me Wat', dat ook op nt2taalmenu te vinden is:



Om de lessen ook geschikt te maken voor lager opgeleiden is geprobeerd om de instructies bij de oefeningen eenvoudig te houden en is de instructietaal in elke les hetzelfde. Ook zijn de lessen steeds volgens een vast stramien opgebouwd: een korte introductie op de 1e pagina, daarna 8 vragen over alledaagse situaties met de vraag wat je in zo'n situatie zegt. Daarna volgen 2 of 3 verwerkingsoefeningen om de woordenschat in te oefenen. Vervolgens wordt geoefend met de uitspraak van de zinnen, waarna de cursisten eerst de zinnen proberen te memoriseren en vervolgens in tweetallen de zinnen gaan inoefenen (of als u met een individuele cursist werkt, bijvoorbeeld als taalcoach, kunt u natuurlijk de rol van samenwerkingspartner op u nemen). Als dit voorwerk gedaan is volgt de afsluitende oefening: de cursisten luisteren naar de 8 vragen over de alledaagse situaties en geven antwoord. Deze oefening (oefening 5), en ook de oefening voor de uitspraak (oefening 2c) werken verreweg het beste als de cursist zijn reacties kan inspreken en terugluisteren, en eventueel, als het resultaat niet naar tevredenheid is, kan herhalen. Vandaar de suggestie om een telefoon te gebruiken om zichzelf op te nemen, of, als er een computer beschikbaar is, het Windows-programma `Voicerecorder'. Wellicht is uitleg door de docent daarbij wel even nodig. Tenslotte is aan het eind van de les een korte herhalingsoefening van de vorige les opgenomen, en uiteraard ook een pagina met de goede antwoorden bij de oefeningen.

Studievaardigheden Mensen met veel schoolervaring weten vaak heel goed hoe ze iets effici?nt kunnen leren, en welke strategie?n ze daarbij het beste kunnen gebruiken. Maar voor mensen met weinig schoolervaring is dat veel minder vanzelfsprekend. Vandaar dat geprobeerd is om deze lessen ook geschikt te maken voor het expliciet maken en trainen van de benodigde studievaardigheden. Hier een kort overzicht per oefening:

Oefening 2c (`Luister en zeg na) Zelfevaluatie, inoefenen en het belang van herhaling: laat de cursisten bij het terugluisteren letten op verschillende aspecten van hun uiting. Bijvoorbeeld: zijn alle klanken goed uitgesproken, is het tempo vergelijkbaar met het voorbeeld, klopt de intonatie? Is het resultaat goed genoeg? Zo nee, herhaal dan de oefening.

Nt2taalmenu

A1 - spreken

pagina 2 van 58

Oefening 3 (`Leer de antwoorden') Memoriseren: observeer de cursisten bij het uitvoeren van deze taak en geef zo nodig adviezen over hoe je dat aanpakt. Bijvoorbeeld: lees de zin aandachtig, probeer hem in te prenten, leg je hand op de zin en probeer hem te zeggen. Controleer daarna of het correct was, en herhaal de procedure indien nodig. Zet een kruisje bij de zinnen die je moeilijk vindt en herhaal die later nog eens. Heb je alle zinnen gedaan, doe ze dan allemaal nog eens, om te kijken of je het echt weet. Ga door tot je alle zinnen goed in je hoofd hebt zitten.

Oefening 4 (`luister en geef antwoord') Samenwerken, feedback geven, het belang van instructies boven de oefening (de `opdracht') en het belang van herhaling: de ervaring leert dat lang niet alle cursisten de instructies boven een oefening goed lezen of goed tot zich door laten dringen. Veel laagopgeleide cursisten zullen bijvoorbeeld bij deze oefening meteen een pen of potlood pakken en enthousiast aan de slag gaan om de woorden in te vullen. Maar dat is niet de bedoeling: het is een spreekoefening. Observeer ook bij deze oefening hoe die uitgevoerd wordt, en geef zo nodig tips over feedback: laat de cursist die de vragen opleest hints geven (bijvoorbeeld een extra letter of klank, het eerste woord), en geef hem opdracht een kruisje te zetten bij de vragen die niet (helemaal) goed werden beantwoord, en die aan het eind nog een keer te herhalen. Wijs de cursisten er ook op dat ze deze oefening, als ze die moeilijk vonden, ook later nog eens kunnen herhalen, als ze tenminste niet de woorden hebben ingevuld. Als er cursisten zijn die toch graag de woorden schrijven, laat ze dat dan op een apart papier doen.

Oefening 5 (`Luister en geef antwoord') Zelfevaluatie, het belang van herhaling: laat de cursisten kritisch naar zichzelf luisteren: zijn de antwoorden correct? En is ook de uitspraak goed genoeg (klank, tempo, intonatie)? Laat zo nodig de oefening nog een keer doen.

Toetsen Tot slot nog iets over de in dit boekje opgenomen toetsen:

De eerste toets is een leerstofafhankelijke toets, om te kijken of de ingeoefende routines ook daadwerkelijk zijn blijven hangen. Scoort een cursist minder dan 15 vragen goed, dan is het wellicht goed om de cursist aan te raden de stof nog eens te herhalen.

De tweede toets is een leerstofonafhankelijke toets, die gebruikt kan worden als oefentoets voor spreken op niveau A1. Voor deze toets is een score vanaf 19 goed voldoende. Bij het beoordelen hoeft u alleen rekening te houden met de inhoud en met verstaanbaarheid: als het antwoord te verstaan is en het is inhoudelijk een goede reactie, is het goed. Andere aspecten, zoals de grammaticale correctheid, tellen niet mee voor de beoordeling.

Heeft u vragen of opmerkingen over dit boekje: stuur ons een mail! Nt2taalmenu@

Nt2taalmenu

A1 - spreken

pagina 3 van 58

SPREKEN NIVEAU A1

nt2taalmenu.nl

Wat leer je?

Spreken

Les 1. Wat zeg je?

Op school, op straat, in de winkel

In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen, bijvoorbeeld op straat of bij de bakker. De audio-fragmenten bij deze les kan je downloaden:

Nt2taalmenu

A1 - spreken

pagina 4 van 58

Oefening 1: Zoek de goede antwoorden.

Op deze pagina staan 8 vragen. Op pagina 3 staan 8 antwoorden. Zoek het goede antwoord bij de vraag. Schrijf de letter achter het nummer van de vraag.

1. [ ... ] Je loopt op straat. Je zoekt het Centraal Station. Je ziet een man. Wat vraag je?

2. [ ... ] Je bent op school. Een andere cursist is jarig. Wat zeg je dan?

3. [ ... ] Je buurvrouw gaat morgen rijexamen doen. Wat zeg je dan?

4. [ ... ] Je zit in een restaurant. Je moet 18 betalen. Je geeft 20. Je wilt 2 fooi* geven aan de ober. Wat zeg je dan?

5. [ ... ] Je loopt op straat. Je wilt weten hoe laat het is. Je ziet een man. Wat vraag je aan de man?

6. [ ... ] Je luistert naar de docent. Hij praat heel erg snel. Je begrijpt hem niet. Wat zeg je?

7. [ ... ] Je bent bij de bakker. Je wilt 5 bruine broodjes. De bakker vraagt: `Wie is er aan de beurt?' Wat zeg je?

8

[ ... ] Je drinkt een kopje koffie bij de buurman.

Hij vraagt: `Wat wil je in de koffie?'

Wat zeg je?

* fooi : een beetje extra geld voor de ober

Nt2taalmenu

A1 - spreken

pagina 5 van 58

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download