Lap-top



8: shinto (kami-no-michi)

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Japanners identificeren zich zelden met één geloof (behalve christenen), maar combineren verschillende elementen

het gaat van oudsher meer om een gedrags-repertoire met rituelen en ethische protocollen dan om filosofische inhoud

naast boeddhisme, confucianisme en daoïsme zijn er vele volks-religies en -praktijken, bijeen gebracht onder shinto

shinbutsu shugo is een syncretisch amalgaam van boeddhisme, taoïsme en shinto

in oudere literatuur wordt shinto vaak beschreven als de oorspronkelijke, inheemse godsdienst van Japan

het zou de bron en essentie van 'de Japanse cultuur' vormen

maar shinto als oer-cultus die volk en land unificeren is een politieke ideologie uit de 19e eeuw

1e aanzetten tot de shinto-mythologie en shinto-rituelen vinden we tussen de 6e en 8e eeuw n.Chr.

dit valt samen met (en kan ook niet los gezien worden van):

- introductie van boeddhisme & taoïsme in Japan in de klassieke periode (vanaf de 6e eeuw)

- begin van de historische periode in Japan (1e geschreven bronnen dateren van de 8e eeuw)

- vorming van de Japanse staat: de Asuka-periode (592-710) & Nara-periode (710-784)

folklore religie van vóór de 6e eeuw (Japanse pre-historie) [i] is animistisch, sjamanistisch, en regionaal verschillend

het bestaat bij gratie van praktijken & rituelen (vgl. de vedische traditie / brahmanisme) en tempels (jinja)

het ritueel (vorm) ging boven eventuele religieuze systematiek / filosofie / leer / doctrine (inhoud)

nationalistische historici hebben deze kami-culten in de 17e tot 19e eeuw wel koshinto (oud-shinto) genoemd [ii]

de (grote) natuur (bergen, rivieren), voorouders, kami, reinheid en purificatie spelen daarin een centrale rol

in de 8e eeuw waren inheemse rituelen al vermengd met taoïstische [iii] & boeddhistische elementen

dus wat inheems is en wat geïmporteerd blijft onduidelijk, maar mogelijk oorspronkelijk Japanse (koshinto)-ideeën:

utsushiyo = ondermaanse tijdelijke wereld

tokoyo = eeuwige wereld

tamashii = geest / hart / ziel (vgl. xin)

mitama = een tamashii zonder lichaam: de ziel van een overledene (die kan dolen)

mikoto = een tamashii met een kami-natuur / -aard

kamiyo = het tijdperk van de kami, toen de wereld werd bevolkt en geregeerd door kami

kotodama = taal waarin boven-natuurlijke krachten werkzaam zijn

centrale idee in shinto en de kami-culten (koshinto) is dat de werkelijkheid wordt bezield door geesten: kami [iv]

kami komt overeen met begrippen als (boven)natuurlijke macht, geest, demon, goddelijk wezen, spirituele essentie

kami zijn geen goden (scheppers / bestuurders), maar deel van de natuur (utsushiyo) of de hemelen (tokoyo)

ten tijde van kamiyo leken kami op mensen maar ze hadden een puur hart (tamashii), en ze spraken kotodama

een oude benaming voor Japan is Kototama no sakiwau kuni (land waar de mysterieuze kracht van taal geluk brengt)

shintoïsme is pragmatisch en context-gebonden: voor elk aspect van het leven is een kami (vgl. hinduïsme) [v]

bijv. natuurlijke fenomenen (rivieren, bergen, onweer), plaatsen, aspecten van het leven (geboorte, dood), etc

er zijn zowel goedwillende als kwaadwillende kami, sommigen zijn gevoelig voor rituelen

kami hebben veel macht; taak van de kami-meester (kannushi / shinshoku) om ze in bedwang te houden

ze kunnen aangeroepen worden, maar ook heengezonden (terug naar hun bovenwereldlijk verblijf)

om de kami gunstig te stemmen of in geval van ziekte of rampspoed werden zij vereerd middels rituele offers

bij serieuze rampen kon de keizer veel verschillende rituelen bestellen, net zolang tot de crisis was opgelost [vi]

er ware vele verschillende lokale vormen van kami-verering en rituele praktijken verspreid over de Japanse eilanden

(on)reinheid: de alle wezens komen zuiver ter wereld, maar raken onrein door slechte daden / gedachten / contact

het lichaam is van nature rein, maar produceert onreinheid, dus moet men het reinigen alvorens kami te benaderen

misogi = reinigings-ritueel; zwarte verontreininging = dood ... rode verontreiniging = bloed

onreinheid is geen zonde (zoals in christendom / islam), maar deel van de natuur / het leven

onreinheid wordt uitgedreven door fysieke reiniging (izanagi's bad) en spirituele reiniging door aanroep van de kami

spirituele en ethische reinheid (sereniteit en oprechtheid) zijn minstens zo belangrijk

slechte daden leiden tot onreinheid (later geidentificeerd met slecht karma) en moeten gezuiverd worden

de eerste geschreven bronnen dateren uit begin 8e eeuw en hebben betrekking op de vorming van de Japanse staat [vii]

doel van deze geschriften: - consolideren van de keizerlijke macht

- vergroten van de controle van het hof over de andere adellijke families en het land [viii]

hiertoe maakten ze gebruik van militaire macht, maar ze wilden hun macht ook d.m.v. mythen & rituelen legitimeren [ix]

de keizer was niet alleen wereldlijk heerser, maar tevens hogepriester

als hij / zij een nieuwe wet uitvaardigde, werd deze gepresenteerd als goddelijk gebod

aldus is shinto ontstaan als middel dat de keizers gebruikten om hun macht te legitimeren

het idee om Japan om te vormen tot een door een keizer (okimi / tenno) geleid rijk is geënt op het Chinese keizerrijk

China is de bakermat van de Japanse cultuur, en werd lang beschouwd als hoogtepunt van de beschaving

ook shinto komt van het Chinees: xin / shin = hart-geest (kami) & tao / dao = weg (werking, leer, principe)

xin-tao of shin-dao = 'de weg van de kami' (leven in harmonie met de geesten)

begin 8e eeuw werd een o.a. uit boeddhisten bestaande redactie-raad opgericht die 2 mythen-bundels samenstelde

- de Kojiki (kroniek van gebeurtenissen uit de oudheid - 712) bevat een mythische geschiedenis van het vorstenhuis

- de Nihon Shoki (kroniek van Japan - 720) bevat de geschiedenis van de Japanse staat

de Kojiki en de Nihon Shoki beschrijven o.a. de schepping van Japan en het convenant tussen kami en mensen:

De goden Izanagi en Izanami zijn broer en zus. Samen roeren zij vanuit de hemel een met juwelen bezette speer in een kosmische oersoep. Zo ontstaat Awaijima, het eerste eiland van Japan, waarop een hemelpilaar staat. Ze lopen om de pilaar heen en dan zegt de Izanami ‘Hé leuke vent!’ en de Izanagi ‘Hé leuke meid!’ Izanami baart 2 mismaakte eilanden, en ze zien in dat ze het ritueel verkeerd uitgevoerd hebben. Bij een volgende poging neemt Izanagi het initiatief en Izanami baart 8 perfecte eilanden (Japan) en vele kami. Tijdens het baren van de vuur-kami vat zij echter vlam en bezwijkt. Izanami’s schim komt in een onderaards dodenrijk terecht. Izanagi hervindt zijn vrouw, maar breekt zijn belofte om niet naar haar te kijken, en verontachtzaamd daarmee de wetten van de natuur die beslissen over leven en dood. Voor straf verjagen de demonen hem uit het dodenrijk. Izanagi reinigt zich (harae) in een baai. Terwijl hij zich wast ontstaan uit zijn ogen de maangod en de zonnegodin Amaterasu. Uit zijn neus komt de stormgod Susano-o voort.

Amaterasu verbergt zich tijdens een ruzie met haar broer in een grot; pas als zij terug keert wordt de wereld weer verlicht. Zij laat haar kleinzoon Ninigi afdalen naar Japan met de opdracht om het land eeuwig te regeren. De eilanden worden echter bewoond door aardse machten (kami). Deze worden uiteindelijk door Jinmu / Jimmu (de achterkleinzoon van Ninigi & 1e keizer van Japan) verslagen.

volgens deze boeken is de keizer de rechtmatige heerser over Japan, en stamt de keizerlijke familie af van Amaterasu

van oudsher zijn er in Japan allerlei kleine heiligdommen waar de kami lokaal vereerd worden,

maar dankzij de keizerlijke verordonnering werden de kami ondergeschikt gemaakt aan Amaterasu

de priesters moesten een deel van de offergaven aanbieden aan de keizer (belasting) en deelnemen aan nationale rituelen

de belangrijkste rituelen vonden plaats in Ise, alwaar in 693 een tempel voor Amaterasu was gebouwd: Ise Jingu

samen met Izumo(-taisha) is Ise het oudste tempel-complex, en geldt nog als het belangrijkste centrum van het shintoïsme

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

shinto & boeddhisme: shinbutsu shugo

het boeddhisme bereikte Japan (eerst via Korea) al rond de 6e eeuw (vóór het ontstaan van shintoïsme)

ritueel was belangrijker dan doctrine, vandaar dat kami-verering gemakkelijk gecombineerd kon worden met boeddhisme:

in het shinbutsu shugo werden kami gezien als manifestaties / avatars (suijaku) van Boeddhistische figuren

kami beschermden tegen mislukkingen van de oogst, stormen, epidemien, ziekten etc.

deze macht ontleenden de kami aan de Boeddha's, die de spirituele basis (honji) vormden

Dainichi-boeddha (= grote zon = Vairocana) is de essentie van het heelal, waarvan de opper-kami een manifestatie is

leken & priesters participeren in zowel shinto als boeddhisme

de keizerlijke familie geloofde in de beschermende kracht van het boeddhisme

door verering van boeddha en bodhisattva’s konden allerlei rampen voor staat, keizer en volk worden afgewend

keizer Tenmu (631-686, mythologisch de 40e) beval dat er bij elke familie een Boeddha-kapel moest worden ingericht,

waar een afbeelding van de Boeddha’s en de sutra’s moesten worden vereerd

ook werd het boeddhisme ingevoerd omdat het een belangrijk onderdeel vormde van de Chinese cultuur,

en de Chinese cultuur in alle opzichten een voorbeeld vormde voor de Japanners

het boeddhisme werd zó populair bij de hoogste klassen dat het shintoïsme in de verdrukking leek te komen

de boeddhistische tempel Todaiji (begin 8e eeuw gebouwd in de hoofdstad Nara),

ontving bijv. meer belastinggeld dan de shinto-tempel in Ise (7e eeuw)

van oudsher waren de kami-meesters verantwoordelijk voor het beheersen van onberekenbare demonen

boeddhistische priesters introduceerden nieuwe bovennatuurlijke wetten: karma & wedergeboorte

dit praktische nut bleek een belangrijke factor voor het succes van het boeddhisme in Japan

Japanners waren niet geïnteresseerd in de inhoud van de leer, maar in de crisis-bestrijdende potentie ervan

volgens het boeddhisme zijn alle levende wezens (ook goden) onderworpen aan de ijzeren wet van karma

zondaars zullen vroeg of laat moeten boeten in de vorm van ongeluk of een slechte incarnatie

het was echter ook mogelijk om via rituelen goed karma over te dragen op iemand met slecht karma

dit principe van karma-overdracht werd ook toegepast op demonen, waardoor ze als het ware getemd werden

ook het reciteren van sutra’s was een beproefd middel van boeddhistische priesters

in de Hart-sutra (een van de belangrijkste mahayana-teksten), staat de volgende formule:

"vorm verschilt niet van leegte, en leegte verschilt niet van vorm; vorm is leegte en leegte is vorm"

oorspronkelijk betekende dit dat de visie van de onverlichte mens (die hecht aan concepten als de 5 skandha's),

en het gezichtspunt van de verlichte (die de concepten loslaat en de wereld als ‘leegte’ ervaart),

twee kanten van dezelfde medaille zijn: d.w.z. samsara en nirvana zijn niet twee verschillende werelden

in de Japanse ritualistische context werd de Hart-sutra echter gebruikt als een toverspreuk (vgl. kotodama):

men was ervan overtuigd dat de tekst door zijn contact met de boeddha-wereld goed karma oplevert

de staat besloot daarom om shinto-heiligdommen op boeddhistische tempel-terreinen op te richten;

zo zouden de kami ook verlicht kunnen worden

boeddhistische rituelen werden dus ingezet om de macht van de kami te beheersen

van de 8e tot 18e eeuw werd shinto overschaduwd door boeddhisme

volgens de shinto-mythe schiepen Izanagi en Izanami de Japanse eilanden door een Juwelenspeer in de zee te steken;

in een boeddhistische versie (± 13e eeuw) zijn de twee goden vervangen door de zonnegodin Amaterasu:

"Vroeger, toen dit land nog niet bestond, vernam Amaterasu dat er op de bodem van de zee een zegel van Dainichi bestond. Amaterasu besloot hiernaar te zoeken met een speer. Toen zich aan deze speer druppels vormden als van dauw, verscheen uit de verte de demonenkoning van de 6e Hemel (de hoogste van de zes Hemels der Begeerte, geregeerd door de Deva-koning Mara die alles in het werk stelt om de Dharma te dwarsbomen). Deze sprak: ‘Die druppels lijken zich te zullen vormen tot een land waar de Dharma zich zal verspreiden en waar ontsnapping uit de kringloop van geboorte en dood mogelijk zal zijn’. Mara daalde af uit de hemel om dit te voorkomen. Toen wendde Amaterasu zich tot Mara en sprak: ‘Ik zal de namen van de drie kostbaarheden (Boeddha, Dharma = leer, en Sangha = gemenschap) niet in de mond nemen en ik zal hen niet tot mij toelaten. Keert u gerust terug naar uw hemel.’ Gerustgesteld trok Mara zich terug." (Muju Dokyo in de Shasekishu)

deze afspraak is de reden waarom monniken niet tot de godenhal van de tempel worden toegelaten

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Heian periode (794-1185)

vanaf de 8e / 9e eeuw werden boeddhisme, taoïsme en shintoïsme steeds meer geïntegreerd in het shugendo

shugendo is een syncretische en mystieke sekte die ontstond vóór de feodale periode (voor de 12e eeuw)

een mix van animisme, shinto, taoïsme en boeddhisme; gesticht door En no Gyoja / En no Ozunu

verlichting werd opgevat als eenwording met de kami, door inzicht in de relatie tussen mens en natuur

shugendo = letterlijk: 'pad van training en discipline' of 'de weg naar spirituele macht door discipline'

voorbeeld zijn de yamabushi ('zij die in de bergen leven'): ascetische kluizenaars die trainen in discipline

zij zorgden ervoor dat het volk kennis kreeg van de 'geboeddhistificeerde' kami-rituelen

berggoden konden worden aangesproken met een kami-naam, maar ook met een boeddhistische naam

aldus ontstond een complex systeem waarin boeddha’s, bodhisattva’s en kami met elkaar werden geassocieerd

1185–1868: feodale periode

in de Kamakura- (1185-1333) en Muromachi-periode (1392-1573) raakte de keizerlijke goden-cultus in verval

de keizer verloor steeds meer macht en had uiteindelijk niet veel meer dan een symbolische functie

de macht lag bij de shogun (generaals / krijgsheren) en daimyo (landheren / grootgrondbezitters)

Yoshida Kanetomo (1435-1511) wilde de shinto-leer nieuw leven inblazen en een dam opwerpen tegen externe invloeden

hij stamde uit een adellijk geslacht dat zich al eeuwenlang met hofrituelen bezighield

in 1467, het jaar waarin hij in keizerlijke dienst trad, brak de Onin-oorlog uit; een strijd tussen militante adellijke families

hij richtte in 1484 met keizerlijke goedkeuring een gigantisch heiligdom op in Kyoto

hier werden beelden van alle goden uit het Japanse pantheon vereerd uit naam van de keizer en de krijgers-elite (shogun)

Yoshida formuleerde een ambitieuze shinto-filosofie die de andere stromingen in Japan moest overvleugelen

in zijn Grote Leer van de Goddelijke Weg (1486) beschrijft hij welke rituelen de beste bescherming bieden

Yoshida stelde dat het (zijn) shintoïsme de oudste en meest eerbiedwaardige filosofie ter wereld was,

en dat hij tijdens het schrijven ‘geen druppel van de drie leren (confucianisme, boeddhisme, taoïsme) had gedronken’

hij noemde dit het ‘Ene shinto van de Oorsprong en de Bron’, die via Amaterasu aan zijn clan was doorgegeven

andere vormen van shinto, confucianisme en boeddhisme waren afsplitsingen van het Ene shinto

deze 'universele religie van de mensheid' kreeg na zijn dood de naam: Yoshida-shinto

kosmologie: in 'De Grote Leer van de Goddelijke Weg' neemt Yoshida expliciet afstand van het boeddhisme

wel laat hij zich inspireren door Chinese kosmologieën (zoals in het taoïsme & neo-confucanisme)

Yoshida begint met een uiteenzetting van het ontstaan van het universum:

"Het goddelijke is ouder dan hemel en aarde; het heeft hemel en aarde vastgelegd.

Het is verheven boven yin en yang; het doet yin en yang ontstaan"

deze mysterieuze, onstoffelijke, goddelijke bron, waaruit het universum voortkomt is xin / shin (hart / geest / goddelijk)

dit ene principe splitst zich in twee kosmische oerkrachten:

yin (het passieve, zware, koude, vrouwelijke) & yang (het actieve, lichte, warme, mannelijke) [x]

vervolgens vindt er een splitsing plaats in 3 onderdelen: hemel, aarde en mens / maatschappij

hieruit komen vervolgens alle dingen voort die ons omringen

deze gedachte is direct ontleend aan de taoïstische en neo-confucianistische kosmologie

maar Yoshida noemt het hoogste principe niet dao (weg) of taiji (opperste ultieme), maar shin / xin

zo identificeert hij de traditionele Japanse goden met de scheppende en drijvende kracht in de kosmos

xin / shin manifesteert zich op 3 manieren:

"in hemel en aarde als goddelijk, in de talloze dingen als geestelijk; in de mens als hart / geest"

xin = de oorsprong van hemel en aarde, het geestelijke in dingen, en de drijvende kracht in de mens

xin moet steeds in ere worden gehouden, zodat er vrede, orde en voorspoed in de hemel en op aarde heerst

als de natuurlijke gang van zaken wordt geschaad, ontstaat er chaos, wanorde, rampen, ziekte en dood

uiteindelijk leidt dit tot de ondergang van de staat

als de shinto-priesters op gezette tijden hun rituelen uitvoeren, houden zij de kosmische orde in stand

(vgl. het vroege brahmanisme en het dharma-concept uit de vedische tijd!)

macro- / microkosmos: Yoshida ziet het menselijk lichaam als afspiegeling van het universum

de mens heeft de taak om deze micro-kosmos goed te verzorgen omdat hij zo bijdraagt aan de universele orde

dit betekent dat hij het hart / de geest (xin, de zetel van het goddelijke in zichzelf) in balans moet houden

d.w.z. niet teveel toegeven aan emoties als vreugde, woede, verdriet, genot, liefde, haat en begeerte

door training / discipline moet hij ervoor zorgen dat deze krachten elkaar in evenwicht houden (vgl. daoïsme)

behalve training / discipline spelen onthechting en kennis van het goddelijke evenwicht ook een rol

Yoshida noemt deze kennis van ‘het evenwicht’ of ‘het goddelijke’ verlichting (een boeddhistische term!)

"Het goddelijke kennen heet verlichting; onwetend zijn van het goddelijke heet dwaling. Hij die dwaalt weet niet van zijn dwaling; daarom komen de demonische goden in opstand en verliest men de Weg. Hij die verlicht is kent de dwaling; hij die de dwaling kent vereert de demonische goden. Als men de demonische goden vereert is de Weg in rust; als de weg in rust is zullen anderen volgen; als anderen volgen schept men verdienste (goed karma); als men verdienste schept maakt men naam in de wereld."

anders dan in het boeddhisme gaat het bij shinto niet om het loslaten van begeerte en het overstijgen van lijden

maar om het volgen van je plicht om de goden te vereren:

"Hij die de goden eert is in veiligheid; hij die verzuimt de goden te behagen is in gevaar!"

kami & boeddha’s: met demonische goden bedoelt Yoshida slechte invloeden; zowel spritueel als lichamelijk [xi]

verder onderscheidt Yoshida de goden van de oorsprong, die in de zon, maan, sterren en planeten huizen,

en de goden van de stoffelijke vormen: de goddelijke essentie van het niet-voelende (planten, bergen, rivieren)

de elite (shoguns / daimyo) geloofden dat Kanetamo's shinto de uitheemse filosofieën overtrof,

omdat het de mens in contact brengt met de overlevering van de oudste hemelgoden

daarnaast voorzag het in rituelen om de macht van de goden aan te wenden voor een gezond en een lang leven

bovendien bleek dat de gecentraliseerde Yoshida-shinto uitstekend in dienst kon worden gesteld van de staat:

als demonische goden niet in ere worden gehouden, zal de staat ten onder gaan

dit vormde een extra aansporing voor de Japanners om hun goden-cultus in ere te houden

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Hayasi Razan (1583-1657) verbond het shintoïsme niet met het boeddhisme, maar met het neo-confucianisme

hij identificeert de shinto-rituelen met het principe Li, dat alleen volledig gerealiseerd kan worden door de keizer

"Dit shinto is de Koninklijke Weg. Het goddelijke, het kosmische principe Li bestaat alleen in het hart. De helderheid van het hart is het licht van het goddelijke. Correct gedrag is de verschijningsvorm van het goddelijke. Het besturen [van het land] is de deugd van het goddelijke. Dat vrede heerst in het land is de macht van het goddelijke. Dit [shinto] werd overgeleverd door Amaterasu en is sinds [de 1e ] keizer Jinmu slechts bekend aan de keizer alleen. [...] De essentie van de spiegel is wijsheid, van de juwelen medemenselijkheid en van het zwaard moed. […] Hiermee schept de heerser vrede in het rijk. De spiegel verbeeldt verder de zon, de juwelen de maan, en het zwaard de sterren. Dankzij hen is er licht in de hemel en op aarde. Met de drie goddelijke voorwerpen schept de Koninkijke Weg vrede. Het principe van de koninklijke Weg en de Weg van het goddelijke zijn één."

neo-confucianisme, zen-boeddhisme, taoïsme en shinto komen uiteindelijk samen in de ethiek van de Samurai (bushi)

samurai = Japanse ridderstand (oorspronkelijke Chinese betekenis: bodyguard)

deze ontstond geleidelijk vanaf de 10e eeuw, en was eind 12e eeuw bijna synoniem met bushi(do)

7 deugden: oprechtheid, moed, medemenselijkheid, respect, eerlijkheid, eer en loyaliteit (vgl. confucianisme)

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

1603-1867: tijdens de Edo-periode (Edo bakufu) vielen de feodale staatjes onder het Tokugawa-shogunaat [xii]

de officiële staats-ideologie was confucianistisch; de officiële religie was boeddhistisch

een ieder diende geregistreerd te staan bij een boeddhistische tempel; ook geboortes, huwlijken etc. werden geregistreerd

het in 1549 door Francis Xavier (jezuiet) naar Japan gebrachte christendom werd verboden

1633-1853: Sakoku-periode (gesloten land)

sakoku was de isolationistische politiek van het Tokugawa shogunaat

tijdens welke buitenlanders niet welkom waren (m.u.v. Nederlanders & Chinezen)

en Japanners het land niet uit mochten op straffe van de doodstraf

1644: val van de Ming-dynastie (Han-Chinezen), opgevolgd door de Tsjing-dynastie (Toergoezen / barbaren)

Japan kijkt niet meer op tegen China, en cultiveert zijn eigen nationale trots

de kokugaku-filosofie (kogaku = oudheid-studies & wagaku = Japan-studies) zet de toon voor het latere staats-shinto

- nadruk op de uniciteit van Japan en de Japanners

- de keizerlijke lijn vanaf Jinmu is goddelijk en ononderbroken

- Japan is het land van de kami (shinto) en heeft een unieke positie in de wereld

Motoori Norinaga (1730-1801) is de bekendste proponent:

"Japan, de kami, de keizer en shinto zijn één ondeelbaar geheel"

de hang naar deugd, traditie en ritueel zorgde ook voor nieuwe vormen van shinto & boeddhisme

Miki Nakayama (1798-1887) stichtte tenrikyo (onderwijs van goddelijke rede)

het bereiken van "yoki yusan" of "yoki gurashi" (vergelijkbaar met nirvana) staat daarin centraal

kernwoorden:

yo = positief (vgl. yang)

ki = geest / energie (vgl. qi / chi)

yusan = excursie (naar de natuur)

gurashi = levensonderhoud / in het hier & nu leven

tenri-o-no-mikoto = goddelijke koning van hemelse rede

modernisering

in de 19e eeuw leidde armoede tot opstanden, en Amerika wilde dat Japan z'n grenzen opende voor handel

in 1854 arriveerde Matthew Perry met 7 oorlogsschepen en liet de Shogun het Verdrag van vrede & vriendschap tekenen

interne en externe spanningen leidden tot ondermijning van het shogunaat en de wens tot rehabilitaite van de keizer

men streefde naar een parlement onder keizerlijk gezag en gelegitimeerd door de shinto-ideologie

1868: de Meiji Ishin (Meiji revolutie / hervorming) herstelde de keizerlijke macht onder keizer Meiji ('Japanse Ata-Türk')

tussen 1868 en 1912 ontwikkelde Japan zich van een feodale staat naar een moderne geïndustrialiseerde natie

de teloorgang van de traditionele Japanse identiteit werd opgevuld met Kokugaku-shinto als staats-ideologie

in 1886 werd Shinbutsu Shugo (het vermengen van kami & boeddha's) verboden bij wet (shinbutsu bunri)

shinto werd een natuurlijke en burgelijke plicht van de Japanners, en vele ambtenaren waren kami-priesters

een staats-ideologie die stelde dat Japan gecreëerd was door de kami,

en dat de keizer regeerde met een mandaat van de zonne-godin (Amaterasu)

Ise werd de centrale plaats van verering: de vooroudertempel van de keizerlijke lijn, gesticht aan het eind van de 7e eeuw

zowel boeddhisme als christendom werden gemarginaliseerd [xiii]

na WO1, vooral rond 1930, werd educatie zeer strikt: absolute loyaliteit aan de keizer was vereist

propaganda: Japan is uniek - de keizer is van goddelijke afkomst - loyaliteit aan de vlag - cultivering van jinja / kami-culten

dit legde de basis voor nationalisme, kolonialisme en militairisme; gesteund door zowel (zen)-boeddhisme als christendom

in de jaren '30 volgden invallen in China, en in 1941 Pearl Harbor

in 1945 stortte het Japanse kolonialisme in, en daarmee het staats-shinto

het westen dwong vrijheid van religie af (maar verbood staats-shinto), alsmede een scheiding van kerk (shinto) & staat

de keizer moest publiekelijk verklaren dat hij geen kami was

-----------------------

[i] Jomon periode:14.000-300 v.Chr. / Yayoi periode: 300 v.-300 n.Chr. / Kofun-periode: 250-538

[ii] koshinto als concept ontstond pas in de Edo periode (1603-1868); vooral o.l.v. Hirata Atsutane (1776-1843)

[iii] yin & yang werd in Japan geïntroduceerd rond 500 na Chr. veel mythes beginnen met: “in de tijd dat Yin en Yang nog niet gescheiden waren”

[iv] kami = hogere macht / kaze = wind

[v] vandaar de verwijzing naar de 8.000.000 kami (= oneindig veel)

[vi] vgl. Brahmanisme

[vii] de 1e keizer van Japan (Jimmu) zou 660 v.Chr. de troon bestegen hebben, maar historici beschouwen deze periode als pre-historie;

de (volgens de overlevering) 29e keizer Kimmei (509-571 na Chr.) is de eerste waarvoor historisch bewijs is

[viii] de keizers waren afkomstig uit de Yamato-clan, de belangrijkste adellijke familie van Japan

[ix] zoals Confucius al zei: de autocraat regeert door uitoefening van macht,

de heerser die het volk rituelen / beschaving biedt dwingt respect af en regeert door gezag

[x] Griekse oudheid: vrouwelijk = aarde, onder, donker, koud, passief, zwak, cyclisch, rond, simpel, inferieur

mannelijk = lucht, boven, light, warm, actief, sterk, lineair, hoekig, complex, superieur

[xi] teveel zout is schadelijk; zout voedt de gele invloed van de nieren die dan de rode invloed van het hart schade berokkenen

het evenwicht kan bouden / hersteld worden door dingen met een rode invloed te eten (bijv. pepers)

[xii] shogun = warlord / krijgsheer / generaal ... de shoguns van de Tokugawa-familie regeerden vanuit Edo (= Tokyo)

[xiii] door westerse druk werd het verbod op christendom opgeheven in 1873

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download