Van Marnixlaan 42, Amersfoort - Sijtsma



Van Marnixlaan 42, Amersfoort; katholieken, militairen en gegoede burgers.

Versie: oktober 2017

De Van Marnixlaan is vernoemd naar Philips van Marnix (1540-1598), schrijver, staatsman en theoloog en volgens betwistbare overlevering schrijver van het Wilhelmus. De laan is ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw als onderdeel van de wijk 'Tuindorp'. Die wijk ligt aan de oostelijke voet van de Amersfoortse berg en is bedoeld voor de officieren die in Amersfoort zijn gelegerd.

Op slechts enkele minuten loopafstand ligt de in 1889 gebouwde Juliana van Stolbergkazerne. Vanaf die infanteriekazerne komend ligt links richting Leusden de 'Appelweg', vernoemd naar de route waarlangs groente en fruit uit de Betuwe werd vervoerd en later is omgedoopt tot Kapelweg. Rechts de berg op loopt de Dievenweg, de huidige Vondellaan. Bovenlangs de berg loopt de Utrechtseweg, een van de oudste wegen van Amersfoort. De wijk wordt aan de bovenzijde eigenlijk begrensd door de Jacob Catslaan, het stuk erboven blijft lange tijd onbebouwd.

Hoe het gebied en de wijk eruit zien wordt lyrisch beschreven in het Katholieke dagblad Het Centrum van 12 februari 1916: “Een der schoonste wandelingen van Amersfoort, die onder de mooiste wandeldreven van Nederland zeker niet de laagste plaats inneemt, is wel de vooral in de laatste jaren aanmerkelijk verfraaide en goed geëxploiteerde Amersfoortsche Berg. […] ...ofwel aan de Zuid-Oostelijke kant wandelend, het oog laten gaan over schoone bosch- en heidepartijen tot de Veluwe en de Doornsche en Amerongsche heuvelen die kleurrijke schilderij omlijst, overal geniet men van de heerlijkste panorama's, overal beschouwd men met welgevallen de combinatie van stad en land, die zich aan het oog van de toeschouwer ontrolt. Staande op het hoogste heuvelpunt schouwend naar het Zuid-Oosten ziet de toeschouwer dat heerlijke landschap, niet onderbroken, doch verlevendigd door een vriendelijk kerkgebouw, wiens ranke torenspits zich trots ten hemel heft.' […] De kerk moge al liggen in een zeer aristocratische wijk, de Berghelling is de woonplaats van Amersfoortsch upperten, de parochie zelf is niet zeer welvarend...'

De R.K. Vereniging Tuindorp wordt in 1913 opgericht, vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De Vereniging bestaat vooral uit bouwondernemers en zij kopen voor 55ct per m2 ofwel 82.500 gulden een stuk grond van 15 hectare van de toenmalige eigenaar, de gemeente Leusden. Plan is hier een kerk, school, patronaatsgebouw en 'landelijke woningen met een weekhuur van 3,- tot 6,-' te vestigen. Doordat enkele leden van de Vereeniging meteen zelf 60.000 m2 (6 hectare) land kopen voor 1,30 gulden per m2 verkrijgt de Vereeniging voldoende middelen om de kerk 1 hectare van de grond 'om niet' te schenken en een som geld te verstrekken om de bouw te financieren.

Op het terrein waar het tuindorp is gepland liggen enkel wat verspreidde woningen die in de loop der jaren worden gesloopt. Aan de westkant van het terrein verrijst in 1915 als eerste de Sint Ansfriduskerk, de enige kerk ter wereld die aan deze heilige toegewijd is. Het gebouw wordt ontworpen door H. van Eijden en G.J. Noordman. Noordman schrijft hierover zelfs nog een ingezonden stuk naar het godsdienstig-staatkundig dagblad De Tijd van 14 februari 1916, waarin hij de redactie wijst op de onjuiste vermelding van de bekende kerkontwerper heer W. te Riele als architect. Hij claimt als ondergetekende van het stuk die rol, samen met H. G. van Eijden. Te Riele is volgens Noordman slechts de vervaardiger van een 'ruwe schets'. De bouw van de kerk vindt plaats door de aannemers G. Nollen en J.H. Heymerink.

De kerk wordt in februari 1916, terwijl de rest van Europa in oorlog verkeerd, ingewijd. De kerk is eigenlijk nog niet klaar, maar de pastoor die de kerk heeft 'opgezet', de uit Bussum afkomstige Paping, viert in februari 1916 zijn 12,5 jarige 'priesterwijding'.

Na de bouw van de kerk volgen als eerste enkele nieuwe woningen aan de Van Marnixlaan. In december 1915 tekenen de ontwerpers van de kerk, Herman Van Eijden uit Bussum en G. J. Noordman, het plan voor vier woonhuizen te Amersfoort. Het zijn de eerste woningen die aan de latere Van Marnixlaan worden gebouwd.

De tekeningen voor de Van Marnixlaan laten vier aaneengeschakelde ruime woningen zien, met een bijzonder kapplan. Het gebouw heeft aan de voorzijde bij iedere woning over een breedte van vier meter een uitspringing tot aan de nok. De serres van nummer 38 en 40 staan niet op de tekening, ze worden in 1922 aangebouwd.

Opvallend is dat de meest rechtse woning iets groter is door de aanbouw aan de zuidelijke zijgevel. De naam van de eerste bewoner maakt duidelijk wat de reden voor de aanpassing is: het is de dan 30-jarige 'bouwkundige' Gerhardus Johannes Noordman (1886-1954), de bouwer van de vier woningen, die hier zijn intrek neemt met zijn vrouw Johanna Catharina Gommers (1888-1976). De in Heino geboren Noordman trouwt met Johanna in Zwolle op 30 september 1913. Gerardus woont dan al in Amersfoort. Het echtpaar krijgt vier (?) kinderen: Christiaan Franciscus Marinus (15 september 1915, Amersfoort), Wilhelmus Johannes Gerhardus (1917, Amersfoort), Geertruida Alberdina (22 augustus 1918) en de naar de kerkheilige vernoemde Ansfridus Abraham Marius Noordman. Dit laatste kind overlijdt tijdens het eerste levensjaar op 30 september 1921. Noordman is een actief burger. Naast bouwkundige is hij betrokken bij verschillende woningbouwverenigingen (voorzitter St. Ansfridus, commissaris St. Bonifacius), commissaris bij de plaatselijke Nuts-Hulpbank en wordt hij met voorkeursstemmen verkozen in de R.K Staatspartij van de gemeenteraad in 1927 (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27 mei 1927). Zijn vrouw, J.C. Gommers, is actief lid van de Katholieke Vrouwenbond en maakt deel uit van een commissie die in opdracht van de gemeente de stadsarchitect adviseert 'bij den bouw en inrichting van nieuwe woningen' (Dagblad voor Amersfoort, 8 maart 1947).

De woningen aan de Van Marnixlaan worden in 1916 gebouwd en in september van dat jaar opgeleverd. De familie Noordman is tot in de jaren zeventig eigenaar van nummer 42 en de woning waar ze zelf wonen, nummer 44.

In het adresboek van Amersfoort uit 1917 wordt de Van Marnixlaan nog niet benoemd. In dat jaar is er het plan de straten naar bloemen te noemen, maar hierover ontstaat discussie in de Gemeenteraad. Volgens raadslid Van Nijnatten zijn bloemennamen vaak verbonden aan achterbuurten, en deze buurt dus onwaardig. In de discussie worden de vier woningen genoemd: 'Wanneer we de huizen zien, die daar worden gebouwd – ik geloof, dat er vier huizen staan- dan zullen wij daar niet krijgen een tuin-dorp, maar veeleer een kazerne-dorp.' Pas in oktober 1918 neemt de gemeenteraad het besluit de laan Van Marnixlaan te noemen: ‘loopende van Vondellaan, tegenover de Pieter Bothlaan in zuidelijke richting’.

In 1917 heet de gehele wijk nog 'Tuindorp'. Er zijn zes namen in dat jaar aan Tuindorp verbonden: de Weduwe C. Albregt, de Weduwe J. von Schmidt auf Altenstadt, F.H. Nieuwenhuizen, O. van de Meer, G.J. Noordman en F.A. Paping.

Laatstgenoemde is pastoor Frederikus Arnoldus Paping. Deze in Groningen geboren pastoor huisde sinds mei 1916 in een ruimte onder het priesterkoor in de Sint Ansfriduskerk. Pas na anderhalf jaar was de pastorie gereed. Pastoor Paping vertrekt op 19 oktober 1917 naar Bedum.

Zoals gezegd heeft Noordman de meest rechtse woning betrokken, het huidige nummer 44. Nummer 42 zal hij jarenlang verhuren.

Oene van de Meer, een in Drachten geboren coupeur, komt in het adresboek van de gemeente uit 1920-1921 met zijn gezin voor op nummer 40. Hij overlijdt op 20 augustus 1928 in Amersfoort.

Dan zijn er nog twee namen die in eerste instantie voor verwarring zorgen. Allereerst C. Albregt, net als Noordman ‘bouwkundige’. Die woont in 1920 op nummer 38, de linker hoekwoning. Maar het is niet de in 1917 genoemde Wed. C. Albregt. Dat blijkt zijn grootmoeder, Geertrui Jansen (1845-1929). Volgens een nazaat woonde zij toen op dit adres om ‘financiële en gezondsheids-redenen’. Ze verhuist na enkele jaren naar een andere nieuwe woning in dezelfde straat: nummer 6. Dit pand, gebouwd door Heijligers, wordt in 1922 gebouwd en in 1923 opgeleverd. Geertrui zal op dit adres in 1929 overlijden. De Albregt’s zijn in 1917 de afzender van de advertentie voor een ‘net dagmeisje, bij Albregt, Tuindorp b/d Vondellaan’ in het Amersfoortsche Dagblad van 15 januari 1917.

Zoon Christiaan woont niet lang op nummer 38, want al in augustus 1920 maakt de Amersfoortse Courant melding van de tijdelijke verhuizing van het gezin naar de Paulus Potterstraat 2. Christiaan is op 1 juni 1917 op 21-jarige leeftijd getrouwd met Hendrika Willemina van der Laan en heeft in 1918 een dochter.

In 1932 krijgt Christiaan Albregt een telefoonaansluiting, nummer 1668, op het adres Van Marnixlaan 6. In 1944 wordt dit adres, nummer 6, genoemd met zijn naam als een rioolaansluiting wordt aangelegd en in 1959 komt Albregt nog in het adresboek voor op dit adres. Ze blijven er tot hun overlijden in 1986 wonen.

Christiaan Albregt werkt sinds 1915 bij de gemeente Amersfoort bij het grondbedrijf. Eerst als opzichter 1e klasse, uiteindelijk als hoofd afdeling straten en wegen (Dagblad voor Amersfoort, 14 juni 1961). Hij blijft daar tot zijn pensioen in 1961.

De andere verwarring ontstaat doordat we een paar namen nog niet kunnen plaatsen. Waar woonden de in 1917 genoemde Weduwe J. von Schmidt auf Altenstadt en F.H. Nieuwenhuizen?

F.H. Nieuwenhuizen blijft onbekend. In het bevolkingsregister is hij onvindbaar. Ook in de adresboeken uit andere jaren komt geen F.H. Nieuwenhuizen meer voor. De enige F.H. Nieuwenhuizen die in Amersfoort heeft gewoond is een in 1909 geboren kunstschilder. Deze persoon woont in de jaren dertig bij een andere Noordman. Maar waarom deze persoon dan als acht jarige in 1917 wordt genoemd? Of woonde hij in bij Noordman?

Op nummer 42 woont in 1920-1921 de weduwe Johannes Sas. Een naam die we nog niet eerder tegenkwamen. Dat blijkt echter Johanna Elisabeth Charlotte von Schmidt auf Altenstadt (van Schmidt) te zijn, een naam die we al wel kennen.

Ze is de op 3 februari 1855 in Djokjakarta geboren dochter van Jonkheer Johan Karel Frederik Hendrik von Schmidt auf Altenstadt (6 jan 1877 op 53 jarige leeftijd overleden in Tirol, Villa Edelweiss, Untermais bij Meran [inmiddels Hotel Edelweiss in Merano, Noord-Italie]) en Jeanne (-tte) Elisabeth Cornelie de Burlet (overleden op veertigjarige leeftijd op 16 oktober 1875 op Java).

Johanna is met Johannes Sas getrouwd in Den Haag op 23 oktober 1879. Waarschijnlijk hebben ze elkaar op Java ontmoet en zijn in 1878 of 1879 naar Nederland gekomen (Johanna’s moeder is dan overleden, en haar vader is in 1878 op ‘non-actief’ gesteld en in 1880 eervol ontslagen als Luitenant ter zee 2e klasse. Hij staat in 1878 op de passagierslijst van stoomschip Conrad richting Nederland). Johanna is op Java geboren en haar vader is er werkzaam geweest als erfpachter in het district Tjitjalengka in de Preanger Regentschappen. Ook Johannes is hier geweest; zijn eerdere vrouw Leonie Saskia Francoise Ernestine Kleijn is er geboren en overleden (Batavia 13-11-1851/9-1-1875) en hij trouwde met haar op 6 mei 1874 in Batavia (Javabode, 6-5-1874). Dat huwelijk duurde slechts acht maanden: ‘Op den 8sten januari 1875 overleed te Tjitjalengka na eene kortstondige ziekte en eene gelukkige echtvereeniging van slechts acht maanden , tot diepe droefheid van haren echtgenoot,…’ (Javabode19-01-1875). Bij zijn tweede huwelijk verschillen de leeftijden aanzienlijk: Johannes is in 1879 veertig, Johanna vierentwintig. Johanna overlijdt op 11 maart 1943 in Den Haag op 88 jarige leeftijd.

Johannes op 24 mei 1839 in Den Haag geboren als zoon van Leendert Gijsbertus Sas (1806) en Pieternella Salaben, beiden voor 1879 overleden. Johannes heeft van 1859-1864 dienst gedaan in de Nationale Militie. Johannes is overleden op 30 juni 1903.

Johannes Sas en Johanna von Schmidt krijgen vier kinderen: Joan Elisa Leonard (Amsterdam, Singel 37, 16 augustus 1880, trouwt P. M. Rudolph op 2 mei 1936), Gijsbertus Jacobus Sas (Amsterdam, Singel 37, 17 oktober 1881-1908), Johann Karel Frederik Hendrik Sas (Nijmegen 19 oktober 1882, trouwt in 1915 te Den Haag met Alida Wartena. Moeder Johanna woont volgens huwelijksakte in Ermelo), en Benjamin Adolf Sas (Nijmegen, 11 februari 1887-1960, trouwt in 1914 met Maria Clasina Mellema en trouwt in 1952 met Maria van Velzen). Uit de huwelijken van de kinderen blijkt dat Johanna dus alleen woonde; een kind is overleden, twee andere kinderen zijn getrouwd in Den Haag en daar woonachtig en de oudste zoon is waarschijnlijk in een kazerne gelegerd. Uit de akte van Adolf blijkt ook de overlijdensdatum van vader Johannes, waarvan geen ‘bewijs’ kan worden overlegd.

Oudste zoon Joan, luitenant bij het 5e regiment Infanterie, is in 1911 overgeplaatst van Leeuwarden naar Utrecht (Nieuws van den Dag, 8 maart 1911), zit in 1920 in Harderwijk en wordt in 1921 gelegerd bij de luchtvaartafdeling te Soesterberg (Algemeen Handelsblad, 9 november 1921). In 1924 wordt hij kapitein.

Overigens is de familie Von Schmidt auf Altenstadt niet alleen van adel (de Nederlandse tak is de vijfde generatie van de van oorsprong uit het Duitse Gattendorf afkomstige familie) maar ook een 'militaire' familie: vader J.K.F.H von Schmidt was gestationeerd bij de marine in Indie. J.W.F. Von Schmidt is Luitenant Kolonel, officier in de orde van Oranje-Nassau (Utrechtseweg 106, overleden 1936), J.G.O.S. Von Schmidt is luitenant (Van Maerlelaan 2, overleden 1922). Deze laatste, Johan George Otto Stuart, deed in Indonesië als 1e en 2e luitenant dienst. Later wordt Johan gouverneur van Suriname. Uit overlijdensadvertenties van beide laatstgenoemden lijkt het er niet op dat Johanna nog contact met deze familieleden onderhield.

De familie Sas is weliswaar niet van adel, maar geeft interessante zoek-resulaten. Een majoor Gijsbertus Jacobus (Bert) Sas (1892-1948) was degene die als militair attaché in Berlijn op 4 april 1940 de toenmalige minister Dijkshoorn waarschuwde voor de Duitse inval. Hij werd niet geloofd. Was deze Sas familie van de aan de Van Marnixlaan 42 wonende Sas? Dat blijkt inderdaad zo te zijn. De militair attaché Bert Sas is een neefje van 'onze' Johannes. De vader van Bert, Gijsbertus Jacobus Sas (1837-1913) was de twee jaar oudere broer van Johannes.

Het is dus zeker dat de weduwe von Schmidt en de weduwe Sas een en dezelfde persoon zijn en zonder kinderen nummer 42 bewoonde. Rijk was deze jonkvrouw ten tijde van haar verblijf aan de Van Marnixlaan zeker niet meer. Op 24 oktober 1914 verschijnt in het Algemeen Handelsblad de melding dat de dan in Ermelo woonachtige weduwe failliet is verklaard.

Uit krantenberichten wordt duidelijk dat er behalve de weduwe geregeld andere personen in het huis hebben gewoond.

Zo blijkt uit een melding in de Amersfoorts Dagblad van 21 juni 1919 dat onderluitenant der Infanterie Joseph Berken (08-07-1871) vertrekt van de Van Marnixlaan 42 naar Indie. Deze van oorsprong uit, het achter Dortmund gelegen, Husten in Pruisen afkomstige Berken is dan net tot Nederlander genaturaliseerd (26-04-1919). En een maand later, op 22 juli 1919, blijkt dat de 39-jarige jonkheer Karel Frederik Quarles van Ufford , geboren 1880 in Loosduinen vertrekt van de Van Marnixlaan 42 naar Princenhage als kapitein artillerie. Deze jonkheer wordt later beroemd als voorvechter van de paardensport, wordt voorzitter van de Koninklijke Militaire Sportvereniging, is betrokken bij de Olympische afvaardiging in Parijs in 1924 en officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij overlijdt in 1942. De families Quarles van Ufford en von Schmidt auf Altenstadt waren met elkaar door huwelijk verbonden. Ook een Mej. P. Heere uit Den Haag komt, volgens een melding in de Amersfoortsche Courant van 9 november 1919, naar Marnixlaan 42.

Dat de bewoners en huurders van de woningen aan de Van Marnixlaan ‘gegoede’ burgers waren blijkt bij verschillende bewoners uit oproepen in de krant voor ‘personeel’. Zo vraagt de weduwe Sas in Het Amersfoorts Dagblad van 4 juli 1921 om 'een net dagmeisje voor de morgenuren van 8 tot 12 uur, boven de 16 jaar'.

In 1920-1921 is de Van Marnixlaan nog vrijwel onbebouwd. Behalve de nummers 38-44 is alleen het nummer 35 in het adresboek bekend (dat nummer staat niet op de luchtfoto uit 1922 en wordt in het adresboek van 'aan de straat' genoemd met wel tien gezinnen die aan dit adres zijn gekoppeld: is dit adres het in 1926 gesloopte 'vieze hoogje'?). Pas in het adresboek van 1925 zien we dat de laan veel meer woningen kent (de nummers 6, 8, 21, 23, 27, 29, 35, 38, 40, 42, 44, 53, 58, 60, 62, 64, 66, 68, 70, 78, 86 en 88).

Op een luchtfoto van KLM Aerocarto uit 1922 zien we dat de wijk nog nauwelijks bebouwd is. Aan het begin van de Van Marnixlaan staat een pand (nummers 6 en 8), ons pand staat er, de andere hoek met de Borgerlaan is in aanbouw (nummers 46 en 48, het dak ontbreekt nog, de rest van de Borgerlaan is nog leeg), aan de noordkant en oneven zijde van de Van Lenneplaan staan woningen in aanbouw, de school is af, de woning op de noordelijke hoek Van Marnixlaan en Coornhertlaan en een aantal woningen aan de Coornhertlaan en Van Effenlaan zijn net klaar.

Uit 1920 stammen een aantal bepalingen in de koopaktes van de woningen die nog betrekking hebben op de Vereeniging Tuindorp. Zo moet de bebouwing zo geschieden dat er overal voortuinen zijn die minstens 'vijf meter uit den kant van de weg' blijven. Bovendien mogen de woningen niet gesplitst in boven- en benedenwoningen en worden er minimale huurwaarden aangegeven. De datering 1920 duidt erop dat de woningen wellicht pas in 1920 door de bouwersvereniging Tuindorp verkocht zijn en tot die tijd verhuurd.

In 1925 zien we ook dat nummer 42 een nieuwe bewoner heeft; F. A. Karskens. Deze Frederikus Albertus Karskens, geboren op 7 maart 1888 in Zaandijk, woont er met zijn gezin. Karskens staat genoteerd als 'directeur ener NV'. De N.V. blijkt uit een bericht in het Dagblad voor Amersfoort van 24 maart 1947 de in 1922 door Karskens overgenomen Uniformkleermakerij aan de Bergstraat 13 te zijn. Het bedrijf leverde ‘uniformen aan Paleis het Loo, Overheidsinstanties en Politiecorpsen door het geheele land’. In 1959 is Karskens een herenmodezaak.

Deze Karskens kan blijkbaar goed opschieten met buurman Noordman. Beiden zitten volgens een bericht in het Amersfoortsch Dagblad van 22 augustus 1928, als Karskens alweer is verhuisd, in het bestuur van de woningbouwstichting St. Ansfridus. Noordman is al sinds de oprichting in 1917 voorzitter van deze stichting die woningen bouwt, onder architectuur van de hem bekende H. van Eijden, aan de nieuwe Kapelweg, Sumatrastraat en Javastraat. Saillant is overigens dat de Stichting de grond gekocht heeft van de Vereeniging Tuindorp (voor 1,50 gulden per m2), en dat al in 1919 rumoer in de gemeenteraad ontstaat over de plannen: 'de wethouder van Maatschappelijk Werk heeft duidelijk uiteengezet dat we teveel aan Tuindorp gebonden zijn. De bedoeling was een Tuindorp te stichten, hetgeen het Gemeentebestuur heeft toegejuigd. Maar van de primitieve plannen is afgezien, de beste stukken zijn aan de leden verkocht en met de rest zit nu de vereeniging. […] Primitief is het volstrekt niet de bedoeling geweest er arbeiderswoningen te plaatsen' (Amersfoortsdch Dagblad, 26-03-1919). De stichting komt rond de jaren dertig in geldproblemen, die door de gemeente Amersfoort aangevuld worden.

Karskens overlijdt op 2 oktober 1961 in Amersfoort. Karskens is op 17 oktober 1921 in Nijmegen getrouwd met Antoinetta Maria Schaars (3-11-1893 Deventer, 4-11-1966 Amersfoort), op 23 januari 1923 krijgen ze een dochter (Dorothea Elisabeth, getrouwd in 1953 met L.P. Schwerzel) en op 6 mei 1924 een zoon (Fredericus Albertus).

Inmiddels wordt duidelijk dat drie van de vier woningen in het blok dienst doen als 'doorgangshuis'. Noordman blijft er lang wonen, maar op de andere nummers veranderen de namen met regelmaat.

Zo ook bij nummer 42, waar Noordman ook eigenaar van is (voor ¾ deel, 1/8 staat op naam van Geertruida Alberdina Noordman en 1/8 op naam van Christiaan Franciscus Marinus Noordman). In 1926 woont Karskens er nog, maar in 1927 is het de Friese handelsreiziger Willem Antonius Terpstra (Franeker, 27 september 1889 - ) die op nummer 42 staat vermeldt. Hij is met zijn gezin op 17 april 1926 uit Leeuwarden, Elisabethstraat 13, naar Amersfoort gekomen. Terpstra is op 16 mei 1917 in Maarsseveen getrouwd met Johanna Maria Van Ieperenburg

In 1926 krijgen de vier woningen een aansluiting op het openbare riool. Terpstra vraagt ook een telefoonaansluiting aan. In het Amersfoortsch Dagblad van 3 mei 1926 staat vermeldt dat Terpstra voor het bijkantoor N.V. Bouwstoffenhandel Leeuwarden en het verkoopkantoor N.V. Nieuwe Handelsmij “Waalsteen” Nijmegen het telefoonnummer 430 heeft. Er waren meer woningen in het rijtje die al vroeg een telefoonaansluiting hadden; nummer 38 werd in 1922 telefonisch bereikbaar onder nummer 247.

Ook het gezin Terpstra heeft het in de aanloop tot de crisisjaren dertig zo goed dat het in het Amersfoortsch Dagblad van 7 april 1928 kan vragen om een 'meisje voor de morgenuren, 16-17 jaar'.

Het gezin blijft niet lang. In 1929 is de naam in het adresboek veranderd in Mej. M. J. K. van Kerkhof. Zou het deze dame zijn die op 29 januari 1929 in het Amersfoortsch Dagblad vraagt om een 'verloren zwart lederen portefeuille met inhoud. Tegen ruime bel. terug te bez.' Of was vader Terpstra zijn portefeuille vlak voor de verhuizing verloren?

Behalve Machteld Jacoba Katharina van Kerkhof (9 juli 1885, Baarn) woont ook haar jongere zus Christina Lamberta van Kerkhof (24 juni 1891, Baarn) op nummer 42. De zusters zijn huishoudster en hulp in de huishouding. Overigens is er precies in de periode dat de dames van Kerkhof aan de Van Marnixlaan wonen een opvallende advertentie geplaatst in...De Limburger Koerier. In het provinciale dagblad van 9 oktober 1930 verschijnt de tekst: 'KIND. Welke R.K. familie wil lief jongetje van 1 jaar als eigen kindje aannemen, daar moeder genoodzaakt is afstand te doen. Br, R.K.Vereeniging tot bescherming van Meisjes, Van Marnixlaan 42, Amersfoort'. Wat deed deze vereniging? Dat blijkt onder meer uit een annonce in De Eembode uit 1937: ‘Alvorens in te gaan op dienstbetrekkingen aangeboden in advertenties, verzuime men nimmer vooraf inlichtingen aan te vragen, welke GRATIS gegeven worden door de R.K. Vereeniging tot bescherming van Meisjes. In iedere parochiekerk vindt men kaarten met het adres van dames, waar U deze inlichtingen kunt bekomen’. De zusters van Kerkhof waren dus van die dames die de andere kant van de personeelsadvertenties belichtten. Naast deze rooms-katholieke vereniging bestonden er meer van dit type verenigingen die de belangen van meisjes en vrouwen behartigden. In de Sint Ansfriduskerk werden met enige regelmaat ‘schaalcollectes’ gehouden voor de vereniging. In 1935 werd de toenmalige pastoor van de kerk, P.J.M. Sandkuijl, benoemd tot geestelijk adviseur van de vereniging. Blijkbaar had een R.K. meisje in 1930 niet geheel uit vrije wil een jongetje gebaard, wat nu in het rooms-katholieke diepe zuiden ondergebracht moest worden.

In 1934 woont Jan Braggaar in het huis. Deze dan 47-jarige, op 22 december 1887 in Amsterdam geboren, sergeant-majoor is schrijver bij de luchtv. Afd. en wordt op 11 december 1933 in de gemeente ingeschreven. Volgens de militieregisters heeft Braggaar vrijwillig dienst genomen bij het 9e regiment infanterie, gelegerd in Leeuwarden. In 1916 trouwt hij in die stad met Klaaske Reitsma. In 1933 is Braggaar blijkbaar overgeplaatst naar Amersfoort. Het gezin met drie kinderen (Frans, x en y) woont enige jaren op nummer 42 om op 5 april 1937 twee deuren op te schuiven; ze verhuizen naar de hoekwoning op nummer 38. Getuige een advertentie in het Amersfoortsch Dagblad verkoopt mevrouw Braggaar staatsloten vanuit huis.

In 1938 staat de weduwe A. J. F. de Laet (Arnoldus Johannes Franciscus, geboren Arnhem 26 maart 1878, adjudant-onderofficier-instructeur infanterie, overleden op 48-jarige leeftijd op 18 december 1926 te Kampen en daar op de R.K.-begraafplaats begraven) in het adresboek op nummer 42 genoemd. Deze weduwe, Helena Hendrika Bexkens, geboren op 7 januari 1883 in Wanssum en op 24 februari 1908 in Maasbree met Arnoldus getrouwd, was nog samen met haar man in 1919 in de gemeente komen wonen en blijft gedurende de oorlogsjaren op nummer 42. Het gezin is overigens een aantal malen verhuisd, zowel binnen als buiten de gemeente. Waarschijnlijk heeft het gezin Arnoldus gevolgd naar Kampen, Den Bosch en Vught. Het moet deze weduwe met haar twee nog in huis wonende kinderen zijn die de kruipruimte tijdens de oorlog uitgraven en zichzelf of anderen er bij tijd en wijle verstoppen. Vraag is of de naburige eigenaar van de woning, Noordman, hiervan op de hoogte is geweest. Helena overlijdt op 9 januari 1954 in Nijkerk. De nog inwonende kinderen zijn Herman Johannes (tekenaar/constructeur, geb. 22-1-1914) en Henriette Maria (geb. 27-2-1916). Herman Johannes was tijdens de oorlog tussen de 26 en 31 jaar jong en daarmee zeer waarschijnlijk potentieel geschikt voor de ‘Arbeitseinsatz’; de vanaf 1942 gedwongen tewerkstelling, vaak in Duitsland. Dat zou een goede reden zijn om zich uit het zicht van de Duitsers te houden.

Ook dit gezin vraagt in een advertentie om een hulp in de huishouding. Op 30 september 1947 staat in het Dagblad voor Amersfoort de oproep 'in klein gezin gevraagd nette hulp in de huishouding voor halve of hele dagen'.

In 1947 is de familie de Laet nog genoemd, in 1950 zijn het Adrianus Cornelis Maria Pullens (1 februari 1914, Doetinchem) en H.J. Los die op nummer 42 staan vermeldt. A.C.M. Pullens is commies 1e klasse bij de gemeente politie en in 1944 getrouwd met H.M. de Last. In 1935 behaalde Pullens zijn diploma machineschrijven en maakte tijdens zijn politietijd deel uit van het schaakteam PSVA (Dagblad voor Amersfoort, 21-12-1954), en nam hij regelmatig deel aan schietwedstrijden (Dagblad voor Amersfoort, 19-12-1956). Daarnaast was hij ook nog hopman van de ‘Ansfriedus-troep’ (Dagblad voor Amersfoort, 23-04-1952). H.J. Los is technisch ambtenaar. Pullens blijft tot 1956 genoemd.

In 1959 zien we opnieuw een andere naam; P.J. Gielen, verwarmingstechnicus. Hij blijft tot 1972 genoemd (en woont er met zijn gezin tot 1983, volgens zijn dochters). Vanaf 1972 zijn er geen openbare adresboeken met namen beschikbaar. Het adres komt ook nog voor in een krantenbericht uit 1964 in het Dagblad voor Amersfoort. Het adres is winnaar van een 'grote taart' in een loterij voor de bouw van scholen in 'een der armste gebieden van Griekenland, waar de bevolking bijzonder zwaar heeft geleden van de oorlog en de daarop volgende burgeroorlog'.

Vanaf 1975 heeft de woning het 'recht van overpad' naar de Borgerlaan over de grond van het naastgelegen nummer 44. Waarschijnlijk is nummer 42 toen pas door de familie Noordman verkocht (met zekerheid tot 1973 op die naam, de weduwe van Noordman overlijdt in 1976). Tussen 1983 en 1997 zijn Elsje Bouwina de Vries (geb. Amersfoort) en Johannes Joseph Roy (geb. Djakarta) met twee kinderen woonachtig aan de Van Marnixlaan 42. Van 1997 tot 2011 woont het gezin Brand-Bos op het adres en vanaf 21 december 2011 P. F. Sijtsma en N.A. Verhagen. Zij zijn de elfde bewoners en vijfde eigenaren van de woning in 95 jaar, wat de gemiddelde eigendomsduur op bijna 20 jaar en de gemiddelde woonduur op ruim 8,5 jaar brengt. Tenslotte valt op aan de verschillende bewoners dat ze vrijwel allemaal van elders afkomstig zijn; echt Amersfoorts zijn geen van allen.

Het pand is in de loop der jaren aan de tijd aangepast. Met het in gebruik nemen van de zolder als woonruimte is er een dakkapel aan de achterzijde geplaatst, het pannendak is vervangen en een groot deel van de gevel is opnieuw gevoegd. Daarbij zijn de oude ventilatiegaten voor gaskachels, die waarschijnlijk in de jaren ’60 zijn geplaatst, weer verwijderd. De woning heeft in de 100 jaar al drie vormen van verwarming gekend: kolen, losse gaskachels en inmiddels een CV. Ook heeft de woning de komst én het vertrek van een televisieantenne aan de achtergevel meegemaakt. Tenslotte zijn er terrasdeuren in de achtergevel geplaatst, de meeste ramen van dubbel glas voorzien en de keuken en badkamer verschillende malen gemoderniseerd.

1916 Weduwe J. Sas: Johanna von Schmidt auf Altenstadt

1925 F. A. Karskens en gezin

1927 W. A. Terpstra en gezin

1929 Mej. M.J.K. Van Kerkhof, Chr. L. van Kerkhof

1934 J. Braggaar en gezin

1938 Weduwe A.J.F. de Laet: Helena Bexkens en gezin

1950 A.C.M. Pullens, H.J. Los

1959 P. J. Gielen, dochters L. Gielen, H. Gielen, M. Gielen

1983 J. J. Roy en E.B. de Vries

1997 J. H. Brand en K.C. Bos

2011 P. F. Sijtsma en N.A. Verhagen

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download