Wetboek van Koophandel.nieuw

WET van 2 juni 1936, houdende vaststelling van het Surinaams Wetboek van Koophandel (G.B. 1936 no. 115), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1937 no. 121, G.B. 1944 no. 58, G.B. 1946 no. 13, G.B. 1948 no. 16, G.B. 1963 no. 164, G.B. 1970 no. 38, G.B. 1971 no. 76, G.B. 1975 no. 23, S.B. 1983 no. 1, S.B. 1983 no. 93, S.B. 1997 no. 35, S.B. 2003 no. 93.

ALGEMENE BEPALING Artikel 1

Het Surinaams Burgerlijk Wetboek is, voor zoverre daarvan bij dit Wetboek niet is afgeweken, ook op de in dit Wetboek behandelde onderwerpen toepasselijk.

EERSTE BOEK VAN DE KOOPHANDEL IN HET ALGEMEEN

EERSTE TITEL VAN BOEKHOUDING

Artikel 2

Ieder, die een bedrijf uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles, wat zijn bedrijf betreft, naar de eisen van zijn bedrijf, in een der volgende talen: Nederlands, Duits, Frans, Engels, Italiaans, Portugees of Spaans, aantekening te houden op zodanige wijze, dat uit de gehouden aantekeningen te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

Artikel 3

Hij is voorts verplicht alle jaren, binnen de eerste zes maanden van elk jaar, een naar de eisen van zijn bedrijf ingerichte balans op te maken en eigenhandig te ondertekenen.

Artikel 41

Hij is gehouden de boeken en bescheiden, waarin hij overeenkomstig artikel 2 aantekening heeft gehouden, alsmede de balansen, de ontvangen brieven en telegrammen en afschriften van de uitgaande brieven en telegrammen tien jaar lang te bewaren.

Artikel 5

Het staat de rechter vrij ten voordele van ieder aan diens boekhouding zodanige bewijskracht toe te kennen, als hij in elk bijzonder geval meent te behoren.

Artikel 6

De rechter is bevoegd in de loop van een rechtsgeding, op verzoek of ambtshalve, aan ieder der partijen of aan een van haar de openlegging te bevelen van de boeken, bescheiden en geschriften, welke zij ingevolge artikel 4 moeten houden, maken of

1 Gew. bij G.B. 1970 no. 38.

1

bewaren, ten einde daarvan inzage of een uittreksel te nemen of te doen nemen, voorzoveel hij dit nodig acht in verband met het punt in geschil.

Artikel 7

Het staat de rechter vrij, uit de niet-voldoening aan zijn bevel de gevolgtrekking te maken, welke hem geraden voorkomt.

Artikel 8

Wanneer de boeken, bescheiden of geschriften zich bevinden op een andere plaats dan die, waar de rechter voor wie de zaak dient, zijn zetel heeft of zitting houdt, is deze bevoegd om hetzij aan de plaatselijke rechter, hetzij aan het hoofd van het plaatselijk bestuur op te dragen daarvan de verlangde inzage te nemen en van zijn bevinding een procesverbaal op te maken en over te zenden.

Artikel 9

Men kan iemand slechts noodzaken zijn boekhouding over te leggen, indien dit strekt ten behoeve van hem, die als erfgenaam, als belanghebbende in een gemeenschap, als vennoot, als aansteller van factoors of bewindvoerders, daarbij een regelrecht belang heeft, en voorts in geval van faillissement.

TWEEDE TITEL VAN ENIGE SOORTEN VAN VENNOOTSCHAP

EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALING

Artikel 10

De in deze titel genoemde vennootschappen worden geregeerd door de overeenkomsten van partijen, door dit Wetboek en door het burgerlijk recht.

TWEEDE AFDELING VAN DE VENNOOTSCHAP ONDER EEN FIRMA EN VAN DIE BIJ WIJZE

VAN GELDSCHIETING OF EN COMMANDITE GENAAMD

Artikel 11

De vennootschap onder een firma is de maatschap, tot de uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam aangegaan.

Artikel 12

Iedere vennoot, die daarvan niet is uitgesloten, is bevoegd in naam van de vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en de vennootschap aan derden en derden aan de vennootschap te verbinden.

Artikel 13

Handelingen, welke niet tot de vennootschap betrekkelijk zijn of tot welke de

2

vennoten volgens de overeenkomst niet bevoegd zijn, worden onder de bepaling van artikel 12 niet begrepen.

Artikel 14

In een vennootschap onder een firma is iedere vennoot wegens de verbintenissen der vennootschap hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk.

Artikel 15

De vennootschap bij wijze van geldschieting, anders en commandite genaamd, wordt aangegaan tussen een persoon, of tussen meer dan een hoofdelijk voor het geheel aansprakelijke vennoten, en een of meer andere personen als geldschieters.

Artikel 16

Een vennootschap kan alzo te gelijker tijd zijn een vennootschap onder een firma, ten aanzien van de vennoten onder de firma, en een vennootschap bij wijze van geldschieting, ten aanzien van de geldschieter.

Artikel 17

Behoudens de uitzondering, in het tweede lid van artikel 27 voorkomende, mag de naam van de vennoot bij wijze van geldschieting in de firma niet worden gebezigd.

Deze vennoot mag noch daden van beheer verrichten noch in de zaken van de vennootschap werkzaam zijn, zelf niet uit kracht van een volmacht.

Hij draagt niet verder in de schade dan ten belope van de gelden, welke hij in de vennootschap heeft ingebracht of heeft moeten inbrengen, zonder dat hij immer tot teruggave van genoten winsten verplicht zij.

Artikel 18

De vennoot bij wijze van geldschieting, die de bepalingen van het eerste of van het tweede lid van het vorig artikel overtreedt, is wegens alle schulden en verbintenissen van de vennootschap hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk.

Artikel 19

Een vennootschap onder een firma moet worden aangegaan bij authentieke of bij onderhandse akte; het gemis van een akte mag echter aan derden niet worden tegengeworpen.

Artikel 202

De vennoten onder een firma zijn verplicht de vennootschap te doen inschrijven in het handelsregister, overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

Vervallen.

Artikelen 21-253

2 Gew. bij G.B. 1937 no. 121. 3 Vervallen bij G.B. 1937 no. 121.

3

Artikel 264

Zolang die inschrijving in het handelsregister niet is geschied, wordt de vennootschap onder een firma, ten aanzien van derden, aangemerkt als algemeen voor alle zaken, als aangegaan voor een onbepaalde tijd, en als geen der vennoten uitsluitende van het recht om voor de firma te handelen en te tekenen.

Artikel 275

De firma van een ontbonden vennootschap mag, hetzij uit kracht van de overeenkomst, hetzij indien de gewezen vennoot, wiens naam in de firma voorkwam, daarin uitdrukkelijk toestemt, of, bij overlijden, diens erfgenamen zich daartegen niet verzetten, door een of meer personen worden aangehouden, die, ten blijke daarvan, een akte moeten uitbrengen, en dezelve doen inschrijven in het handelsregister overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

De bepaling van het eerste lid van artikel 17 is niet toepasselijk, indien de afgetredene van vennoot onder een firma vennoot bij wijze van geldschieting is geworden.

Artikel 286

De ontbinding van een vennootschap onder een firma v??r de tijd bij de overeenkomst bepaald, of door afstand of opzegging tot stand gebracht, haar verlenging na verloop van het bepaalde tijdstip, en alle veranderingen in de oorspronkelijke overeenkomst gemaakt, welke derden aangaan, zijn aan de voormelde inschrijving onderworpen.

Artikel 29

Bij de ontbinding van de vennootschap moeten de vennoten, die het recht van beheer hebben gehad, de zaken der gewezen vennootschap in haar naam vereffenen, tenzij bij de overeenkomst anders was bepaald of de gezamenlijke vennoten (die bij wijze van geldschieting daaronder niet begrepen) hoofdelijk en bij meerderheid van stemmem een andere vereffenaar hebben benoemd.

Indien de stemmen staken, beschikt de kantonrechter zodanig als hij in het belang van de ontbonden vennootschap meest geraden acht.

Artikel 30

Indien de staat van de kas der ontbonden vennootschap niet toereikt om de opeisbare schulden te betalen, zijn de vereffenaars bevoegd de benodigde penningen te vorderen; iedere vennoot moet deze voor zijn aandeel in de vennootschap inbrengen.

Artikel 31

De gelden, welke gedurende de vereffening uit de kas der vennootschap kunnen gemist worden, mogen voorlopig worden verdeeld.

4 Gew. bij G.B. 1937 no. 121. 5 Gew. bij G.B. 1937 no. 121. 6 Gew. bij G.B. 1937 no. 121.

4

Artikel 32 Na de vereffening en scheiding blijven, indien daaromtrent niets is overeengekomen, de boeken en papieren, tot de gescheiden vennootschap behoord hebbende, berusten onder die vennoot, die daartoe bij meerderheid van stemmen, of, bij staking, door de kantonrechter, verkozen is; niettemin behouden de vennoten of hun rechtverkrijgenden daartoe de vrije toegang.

DERDE AFDELING VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

? 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 337

De naamloze vennootschap is de vennootschap met een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal, waarin iedere vennoot voor een of meer aandelen deelneemt. De vennoten (aandeelhouders) zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam der vennootschap wordt verricht.

De vennootschap wordt, op straffe van nietigheid, opgericht bij een notariele akte,tenzij de staat oprichter of mede-oprichter is.

Artikel 34

Het vervallen van de deelneming als vennoot van een of meer personen heeft op zichzelf geen invloed op de rechtsgeldigheid van de deelneming door de overblijvende vennoten.

Artikel 35

De akte van oprichting van een naamloze venootschap wordt verleden in de Nederlandse taal. Bij die akte verschijnen de partijen in persoon of worden krachtens schriftelijke volmacht vertegenwoordigd.

Artikel 36

De akte van oprichting vermeldt de naam, de plaats van vestiging en het doel van de vennootschap; de naam vangt aan of eindigt met de woorden Naamloze Vennootschap, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot "N.V". De plaats van vestiging moet gelegen zijn in Suriname.

Artikel 37

De akte van oprichting vermeldt het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, het aantal en het bedrag van de aandelen, alsmede het aantal aandelen, waarvoor ieder van de oprichters in de vennootschap deelneemt.

Artikel 388

7 Gew. bij S.B. 1983 no. 93 8 Gew. bij S.B. 1983 no. 93, S.B. 1997 no. 35, S.B. 2003 no. 93

5

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download