Peuters en kleuters - SMARTonderwijs

[Pages:214] Duizend-en-een-woorden

Een gefundeerde woordenlijst gefaseerd naar verwerving

De allereerste Nederlandse

Sylvia Bacchini, Theo Boland, Manon Hulsbeek, Hanneke Pot, Mieke Smits

woorden voor anderstalige

Enschede, april 2005

peuters en kleuters

studies in leerplanontwikkeling

Verantwoording

Auteurs Sylvia Bacchini, Theo Boland, Manon Hulsbeek, Hanneke Pot, Mieke Smits Productie Theo van Leeuwen, SLO Eindredactie Mieke Smits

Besteladres SLO, Stichting Leerplanontwikkeling Afdeling Verkoop Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon: (053) 4840 305 Internet: E-mail: verkoop@slo.nl

AN 1.705.8479 isbn 90 329 2211 4

? 2005 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie?n, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

2/3

Inhoud

1 Inleiding

6

2 Beschrijvingen van de woordenlijsten 13

2.1 Inleiding

14

2.2 Beschrijvingen

15

2.3 Beschrijving van de afzonderlijke

woordenschatlijsten

18

2.3.1 De lijst Krom

19

2.3.2 De lijst Litjens

21

2.3.3 De lijst Damhuis

24

2.3.4 De lijst Van Ooyen

27

2.3.5 De lijst Jaspaert

29

2.3.6 De lijst Schrooten & Vermeer

31

2.3.7 De lijst Schlichting

33

2.3.8 De lijst Schaerlaekens

35

2.3.9 De AoA-lijst

37

2.3.10 De N-CDI lijst

39

2.3.11 De welkom-woordenschatlijsten bij

Piramide

42

2.3.12 De lijst Kienstra

44

2.4 Vergelijkingen en commentaren

47

2.4.1 Verwervingsleeftijd als criterium

2.4.2 Woordenschatlijsten voor twee- tot

vierjarigen en vier- tot zesjarigen

49

2.4.3 Vijf lijsten vergeleken

51

2.4.4 Samenvattingen en conclusies voor de

verdere gang van zaken

54

3 Het woordenschataanbod in de

onderwijsprogramma's voor peuters

en kleuters

58

3.1 Startblokken van basisontwikkeling

60

3.2 Actief leren - Kaleidoscoop

64

3.3 Welkom-programma's bij Piramide

68

4/5

4 Woordenlijst in de praktijk

72

4.1 Het nationale praktijkonderzoek:

werkwijze

73

4.2 Internationaal praktijkonderzoek

91

5 De allereerste woorden

107

6 Opbouw en samenstelling van de

woordenlijst

122

7 Samenvattende conclusies en

aanbevelingen

139

Bijlagen

144

Bijlage 1 Literatuurlijst

145

Bijlage 2 Overzicht 1: formele

gegevens woordenlijsten

149

Bijlage 3 Overzicht 2: inhoudelijke

gegevens woordenlijsten

151

Bijlage 4a Vragenlijst voor peuter- en

kleuterleidsters (nederlands)

158

Bijlage 4b Vragenlijst voor peuter-

en kleuterleidsters (Engels)

163

Bijlage 5 Duizend-en-een-woorden,

de eerste Nederlandse woorden voor

anderstalige peuters en kleuters

167

Bijlage 6 De eerste `1001' woorden

gesorteerd op domein

179

1

Inleiding

6/7

Alisya, een anderstalige kleuter van vier jaar en net op de basisschool rende elke keer na afloop van de school onmiddellijk naar huis. Haar vader haalde haar steeds op en kon haar nauwelijks bijhouden op weg naar huis. De vader verbaasde zich daarover en vroeg waarom Alysia zo hard naar huis rende. `Ik moet zo nodig naar de wc.' `Maar waarom ga je dan niet op school?' was de wedervraag van de vader. 'Ik weet niet waar dat is en hoe ik dat moet vragen.' Dus hield Alysia de hele ochtend haar plas op.

De laatste jaren staat in het onderwijsbeleid de Nederlandse taalvaardigheid van jonge kinderen volop in de belangstelling. Niet alleen is er aandacht voor de taalontwikkeling van kleuters, maar ook voor die van nog jongere kinderen, peuters van twee?nhalf tot vier jaar. De toegenomen belangstelling voor de vooren vroegschoolse educatie is vooral ingegeven door de taalachterstand van anderstalige kinderen en door het besef dat vooral zeer jonge kinderen gemakkelijk leren, en dat geldt met name voor taal (Schaerlaekens, 2000; Leseman, 2002). Als deze groep kinderen vanaf twee?nhalf jaar aan peuteropvang deelneemt, kunnen ze hun Nederlandse taalvaardigheid verhogen, waardoor ze met minder achterstand het kleuteronderwijs binnenkomen. Hoe beter

hun taalvaardigheid, hoe sterker de start die ze maken in het basisonderwijs, ook al moeten ze toch ook in de kleutergroep nog kunnen rekenen op extra aandacht voor hun Nederlandse taalverwerving. In deze extra aandacht speelt het vergroten van de woordenschat een belangrijke rol, vooral als het gaat om anderstalige peuters en kleuters. Dat is niet voor niets, want een goed fundament aan woordkennis is een voorwaarde voor het leren van een taal. `We all know, even if we don't try it, that if we want to learn a new language we have to learn its vocabulary' (Mcwilliam, 2000: 8). Woorden zijn belangrijke bouwstenen in het onderwijsaanbod. Mede afhankelijk van de hoeveelheid woorden en de taalvaardigheid die kinderen met behulp van die woorden ontwikkelen, wordt het schoolsucces van de kinderen bepaald (Verhallen & Verhallen, 1994). Kinderen die hun schooltijd beginnen met een omvangrijke woordenschat, kunnen de leerkracht gemakkelijk volgen, begrijpen de voorleesverhalen en opzegversjes beter, kunnen in de kring goed meedoen en leren dan ook snel de betekenis van allerlei nieuwe woorden die ze op school tegenkomen. Het is immers zo, dat hoe meer woorden je al kent, des te gemakkelijker je weer nieuwe woorden leert. Het is duidelijk dat jonge

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download