CONCEPTUELE ANALYSE TOBE: ONTWERP TOT VOORSTUDIE CADGIS



Conceptuele Analyse TO-BE:

Ontwerp tot voorstudie CADGIS

FOD Financiën

Didier Deschuyteneer - Myriam Mertens

26/10/2007

Versie 1.0

Inhoud

1 Beheer van het Document 5

1.1 Distributielijst 5

1.2 Beheer van de versies 5

2 Afkortingen 6

3 Inleiding 7

4 Opdrachten – rollen 8

4.1 Algemeen 8

4.1.1 Coperfin-hervorming 8

4.1.2 Patrimoniumdocumentatie 8

4.2 Specifieke taken van de AAPD 9

4.2.1 Samenstelling van de patrimoniumdocumentatie 9

4.2.2 Inzamelen, verspreiden en uitwisselen van informatie 10

4.2.3 Dienstverlening 10

4.3 Visie van het GIS-systeem 10

5 Organisatie 11

5.1 Organigram 11

5.2 Beschrijving van de AAPD-diensten 12

5.2.1 Stafdiensten 12

5.2.2 De Pijler Opmetingen en Waarderingen 13

5.2.3 De Pijler Patrimoniumdiensten 14

5.2.4 De Pijler Rechtszekerheid 15

5.2.5 Pijler Informatieverzameling en -uitwisseling 15

5.3 Dienst ICT-ondersteuning 16

5.3.1 Wijziging na Coperfin 16

5.3.2 Rollen, taken en bevoegdheden 16

6 Omgeving 17

6.1 Concepten 17

6.1.1 Interne concepten 17

6.1.1.1 Enig dossier 17

6.1.1.2 Enig loket 18

6.1.1.3 Only once 18

6.1.1.4 Authentieke bron 18

6.1.1.5 Risicobeheer 19

6.1.1.6 Geïntegreerde formaliteit 19

6.1.1.7 Authentiek kadaster 19

6.1.1.8 Eenduidige identificatie (Unident) 20

6.1.1.9 Voorafgaande identificatie (Precad) 20

6.1.1.10 Regels voor goed bestuur 21

6.1.2 Externe concepten 21

6.1.2.1 Principes van e-government 21

6.1.2.2 Specificaties van het OGC 22

6.1.2.3 ISO-normen 22

6.1.2.4 Europese richtlijn INSPIRE 23

6.2 Projecten 23

6.2.1 STIPAD 23

6.2.1.1 Definitie van het project 23

6.2.1.2 Doelstellingen van het project 24

6.2.1.3 Stand van zaken 25

6.2.1.4 PATRIS 25

6.2.2 BeSt Address 25

6.2.3 Urbain 2 26

6.2.4 EuroBoundaries 26

6.2.5 Osiris 27

6.2.5.1 Verantwoording 27

6.2.5.2 Te verrichten realisaties 27

6.2.5.3 Integratie in de interne projecten 27

6.2.6 Wijzigingen van de reglementering 28

6.2.7 DIM 29

6.3 Partnerschappen 29

6.3.1 De gewesten 29

6.3.2 NGI 29

6.3.3 Landmeters 30

6.3.4 Koninklijke Federatie van Notarissen 30

6.3.5 Gemeenten 31

6.3.6 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (voormalig NIS) 31

6.3.7 Privébedrijven 31

6.3.8 Andere administraties 32

7 Gegevens 33

7.1 Algemeen 33

7.2 Gegevens die specifiek zijn voor de AAPD 33

7.2.1 Inventaris van de gegevens 33

7.2.1.1 Gegevensset “Onroerende goederen” 33

7.2.1.2 Gegevensset ”Administratieve zones van het land” 34

7.2.1.3 Gegevensset “Administratieve of technische zones van de AAPD” 35

7.2.2 Alfanumerieke kenmerken 35

7.2.2.1 Onroerende goederen 35

7.2.2.2 Administratieve zones van het land 37

7.2.2.3 Administratieve en technische zones van de AAPD 37

7.2.3 Geografische kenmerken 39

7.2.3.1 Onroerende goederen 39

7.2.3.2 Administratieve zones van het land 40

7.2.3.3 Administratieve en technische zones van de AAPD 40

7.3 Gegevens gebruikt door de AAPD 41

7.3.1 Referentiebestanden van het NGI en van de gewesten 42

7.3.2 Adressen 42

7.3.3 Wegennetten 42

7.3.4 Hydrologische netwerken 43

7.3.5 Administratieve gegevensets 43

7.4 Kadastraal referentiebestand 44

7.5 Diverse documenten 44

7.6 Conceptueel model en gegevenscatalogus 45

7.6.1 Gegevensmodel 45

7.6.2 Gegevenscatalogus 45

8 Functionaliteiten en verwerkingen 46

8.1 Principes 46

8.2 Verwerving van terreingegevens 46

8.3 Verzameling 46

8.3.1 Voorlopige gegevensinvoer 47

8.3.2 Conform maken met de catalogus en kwaliteitscontrole 47

8.3.3 Catalogus van externe gegevens 48

8.4 Beheer – administratie 48

8.4.1 Monitoring 48

8.4.2 Onderhoud 48

8.4.3 Rapportering 49

8.4.4 Profielen 49

8.4.5 Beheer van de transacties 50

8.4.6 Beheer van de databank 50

8.4.7 Beheer van de gegevens- en dienstencatalogus 50

8.4.8 Archivering 50

8.5 Bijwerking 51

8.5.1 Principes 51

8.5.2 Wijzigingen aan onroerende goederen in het kader van een mutatie 52

8.5.2.1 Beschrijving 52

8.5.2.2 Gebruik 53

8.5.3 Wijzigingen aan de administratieve zones van het land 53

8.5.3.1 Beschrijving 53

8.5.3.2 Gebruik 54

8.5.4 Wijzigingen aan de technische zones en de administratieve zones van de AAPD 54

8.5.4.1 Beschrijving 54

8.5.4.2 Gebruik 54

8.5.5 Wijzigingen aan het kadastraal referentiebestand 55

8.5.5.1 Beschrijving 55

8.5.5.2 Gebruik 55

8.5.6 Wijzigingen aan de kopieën van externe gegevens 56

8.5.7 Samenvattend schema van de updateprincipes van CadGIS 56

8.6 Verbetering 56

8.6.1 Geometrische verbetering van het percelenplan 56

8.6.1.1 Beschrijving 56

8.6.1.2 Gebruik 57

8.6.2 Verbetering van de visuele kwaliteit van het percelenplan 57

8.6.2.1 Beschrijving 57

8.6.2.2 Gebruik 57

8.7 Correctie 57

8.8 Incoherenties 57

8.9 Ruimtelijke analyses 57

8.10 Verspreiding – communicatie – raadpleging 58

8.10.1 Algemene principes 58

8.10.2 Raadpleging van de catalogus van gegevens en diensten 58

8.10.3 Extractie van gegevens uit het systeem 59

8.10.4 Publicatie via WMS en WFS 59

8.10.5 Publicatie van lokalisatiediensten 59

8.10.6 Raadpleging van gegevens via een internet-intranet geobrowser 59

8.10.7 Samenstelling van thematische kaarten 59

8.10.8 Afdruk van gestandaardiseerde cartografische producten 59

8.11 Onroerende waarderingen 60

8.11.1 Schattingsschema 60

8.11.2 Dienst voor ruimtelijke bevraging 60

8.11.3 Beheer van situaties 60

9 Conclusies 61

Beheer van het Document

1 Distributielijst

|Bedrijf/instelling |Naam |Verantwoordelijkheid |Voor info / |

| | | |Voor goedkeuring |

|FOD Financiën |Tommy Oozeer |Project manager |Voor validatie |

| |Michel Van Acker | |Voor validatie |

| |Philippe Herman | |Voor validatie |

| | | | |

| |AAPD-bestuurders lid van het | |Voor goedkeuring |

| |Stuurcomité  | | |

| | | | |

| | | | |

|Dolmen |Henk Buyschaert |Project Manager |Voor info |

| |Didier Deschuyteneer |GIS consultant |Voor info |

| |Matthias Valcke |GIS consultant |Voor info |

| |Myriam Mertens |Business consultant |Voor info |

| |David Vandaele | |Voor info |

2 Beheer van de versies

|Versie |Back-updatum |Commentaar |

|0.1 |12/06/2007 |Basisversie |

|0.2 |03/07/2007 |“Functionele” versie |

|0.3 |13/07/2007 |Verbetering en opmerkingen Tommy & Boris |

|0.4 |25/07/2007 |Verbetering en opmerkingen structuur Tommy |

|0.5 |22/10/2007 |Nieuwe structuur |

|1.0 |26/10/2007 |Versie gevalideerd door het Stuurcomité |

Afkortingen

|AAPD |Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie |

|AGIV |Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen |

|BelSPO |Belgische Federale Wetenschapsbeleid |

|BeSt |Belgian Streets |

|CAD |Computer Aided Drafting |

|CadMap |Digitaal plan van de kadastrale percelen - momenteel gebruikt door de AAPD |

|CMGL |CadMap-toepassing voor het beheer van kleine wijzigingen |

|CRAB |Centraal Referentie Adressen Bestand |

|DAVO |Dienst voor alimentatievorderingen van de FOD Financiën |

|DGOAP |Directie voor Grote Opmetingen en Algemene Plans |

|DIM |Document Input Management |

|EDB |Elektronisch Documenten Beheer |

|Fedict |FOD Informatie- en Communicatietechnologie |

|GIS |Geografisch informatiesysteem |

|IAM |Identity and Access Management |

|ITGI |Topogeografische Inventaris |

|KI |Kadastraal inkomen |

|KPI |Key Performance Indicator |

|LAN |Local Area Network |

|NGI |Nationaal Geografisch Instituut |

|NIS |Nationaal Instituut voor de Statistiek |

|OpenLS |OpenGIS Location Service |

|PATRIS |Patrimony Information System |

|PUR |Patrimonial Unit of Real Estate |

|STIMER |Geïntegreerd Verwerkingssysteem Multi-entiteiten Invordering |

|STIPAD |Geïntegreerd Verwerkingssysteem Patrimoniumdocumentatie |

|STIR |Geïntegreerd Verwerkingssysteem Belastingen en Invordering |

|TIDP |Geïntegreerde Verwerkingsprogramma Patrimoniumdocumentatie |

|WFS |OpenGIS Web Feature Service |

|WMS |OpenGIS Web Map Service |

Inleiding

Het CadGIS-project moet de Patrimoniumdocumentatie in staat stellen haar opdracht te vervullen voor het beheer van het kadastraal plan en het verstrekken van informatie voor de gegevens van geografische inslag.

De hoofddoelstelling van CadGIS is het uitbouwen van een geografisch informatiesysteem (GIS), dat perfect ingebed is in het verwerkingssysteem van de Patrimoniumdocumentatie (STIPAD).

Het GIS-systeem zal moeten voldoen aan de ICT-standaarden van de FOD Financiën en gebruik maken van de nieuwe technologieën op het vlak van GIS en van de standaarden die het systeem de nodige flexibiliteit kunnen bieden om gegevens met de partners uit te wisselen.

De doelstellingen van de voorstudie zijn het bepalen van de functionele en technische behoeften van het GIS dat de AAPD wenst uit te bouwen. De studie omvat alle componenten van het GIS: de gegevens of informatie, de procedures, de software, de uitrusting (of hardwarecomponenten) en de human resources.

Er moet rekening worden gehouden met de analyses die werden uitgevoerd in de Copernicus/Patris/Stipad-procedures, met de samenwerkingsprojecten die werden aangevat met de verschillende partners (gewesten, NGI, notarissen, landmeters, enz.) en met de analyses en ontwikkelingen die werden verricht in het kader van de CadMap- en CadMap Extension-projecten.

Op basis van de analyse van de bestaande situatie moet de voorstudie een conceptuele oplossing voorstellen die het voorwerp uitmaakt van onderhavig document “Conceptuele analyse van het GIS”.

De conceptuele analyse van de CadGIS-voorstudie is opgesplitst in drie delen. Het eerste tracht de omgeving te beschrijven waarin het project moet worden ingepast, het tweede omvat de gegevensinventaris en het derde omschrijft de vereiste functionaliteiten voor de AAPD om haar opdrachten te vervullen.

Het eerste gedeelte begint met een beschrijving van de opdracht van de AAPD- en de organisatorische wijzigingen teweeggebracht door de Coperfin-procedure. De bestaande en in ontwikkeling zijnde omgeving waarin de AAPD opereert, wordt afgebakend door concepten - binnen de AAPD en daarbuiten -, door projecten en door partnerschappen.

Het tweede gedeelte van het document beschrijft meer specifiek twee soorten gegevens: interne gegevens van de AAPD en gegevens die door haar worden gebruikt. Die “externe” gegevens zijn afkomstig van haar partners die er de authentieke bron van zijn; met die gegevens kan de AAPD haar eigen gegevens aanvullen zonder het geheel van nuttige gegevens te moeten beheren.

Het derde gedeelte vult de conceptuele analyse aan met een beschrijving van de functionaliteiten en verwerkingen. Het omvat operaties die specifiek zijn voor de opdrachten van de AAPD, zoals het inzamelen van gegevens en het bijwerken ervan, het verbeteren van het plan, het verspreiden/raadplegen van de kadastrale gegevens en de waardebepaling van onroerende goederen, alsook het ganse gedeelte over het beheer van het systeem.

De conceptuele analyse is een projectie van de toekomstige AAPD-behoeften die onder meer steunen op lopende of geplande projecten. Men is er van uitgegaan dat die projecten tegelijk met CadGIS voltooid zullen zijn.

Opdrachten – rollen

1 Algemeen

1 Coperfin-hervorming

De Coperfin-hervorming (specifieke Copernicus-hervorming voor de FOD Financiën) werd opgestart in 2001 om te voldoen aan de volgende doelstellingen:

- modernisering, rationalisering en vereenvoudiging van de organisatorische en functionele structuur van de Administratie

- verbetering van de dienstverlening aan de burgers

Die objectieven vloeien voort uit onderliggende behoeften die erin bestaan:

- het gebruik van de financiële middelen te optimaliseren

- de personeelsinkrimping op te vangen

- de specialisatie van de ambtenaren te verbeteren

- het hoofd te bieden aan de evolutie en de toename van de opdrachten

- de regels toe te passen die worden voorgeschreven door e-government

Het toepassen van die hervorming lag aan de basis van de lancering van twee programma’s, waaronder:

- het programma “Geïntegreerde verwerking van de patrimoniumdocumentatie” (GVPD) heeft als doel het Coperfin-plan te implementeren en projecten met een gemeenschappelijke doelstelling binnen de AAPD op een rationele en eenvormige manier te beheren:

▪ het STIPAD-project vertegenwoordigt het voornaamste project van de GVPD en heeft als doel de informatie van de Patrimoniumdocumentatie in te zamelen, te beheren, te bewaren en af te leveren.

▪ de Patris-database vormt de database van het STIPAD-project en is er een subproject van.

Het omvat 3 belangrijke aspecten:

▪ het technische aspect: wijziging van de IT-infrastructuur om ze aan te passen aan de nieuwe technologieën.

▪ het functionele aspect: wijziging van de werkprocessen met het oog op het rationaliseren en verbeteren van de diensten.

▪ het structurele aspect: herstructurering van de organisatie (nieuw organogram en nieuwe functies) om ze in lijn te brengen met de technische en zakelijke evolutie.

– het programma “Operationalisering van de diensten van de Patrimoniumdocumentatie” (OPERA DP) dat het operationaliseringprogramma van de diensten van de Patrimoniumdocumentatie uitmaakt. De implementatie van de Coperfin-BPR (Business Process Reengineering) gebeurt via dit project dat 6 pijlers omvat: processen, medewerkers, ICT, organisatiestructuur, cultuur en logistiek

2 Patrimoniumdocumentatie

De Patrimoniumdocumentatie verwerkt gegevens in verband met het patrimonium van burgers, bedrijven en overheden en verstrekt informatie in dat verband. Onder patrimonium verstaat men het geheel van activa en passiva van een persoon. De activa omvatten de bezittingen: roerende, onroerende, materiële en immateriële goederen, terwijl de passiva alle schulden omvatten.

De Patrimoniumdocumentatie wil een GIS uitbouwen om de geïntegreerde verwerking ervan aan te vullen. De visie van de AAPD omvat twee doelstellingen: het uitvoeren van haar opdrachten en samenwerking met de partners.

De AAPD heeft geopteerd voor het versterken van haar juridische rol, naast haar fiscale rol die tot nu toe primeerde. Die juridische rol zal noodzakelijk zijn wanneer het kadaster “juridisch” en dus inroepbaar wordt tegen derden. Om dit te bereiken moet eerst een “authentiek” kadaster worden opgesteld, dat dus zo dicht mogelijk bij de juridische realiteit staat. Dat moet de intrinsieke gegevenskwaliteit verhogen, zowel op het vlak van volledigheid als van nauwkeurigheid.

De verbetering van de dienstverlening aan de burger, één van de doelstellingen van de Coperfin-hervorming, betekent in werkelijkheid een administratieve vereenvoudiging voor de burger tegenover de administratie. De concepten van geïntegreerde formaliteit, enig loket en enig dossier dragen er toe bij. Die vereenvoudiging geldt zowel voor de burger als voor de professionelen.

Die verschillende concepten van vereenvoudiging en rationalisering van de contacten van burgers en professionelen met de AAPD worden nader toegelicht in het hoofdstuk Omgeving.

De Patrimoniumdocumentatie moet worden geïntegreerd in de grote principes van:

- Coperfin, dat 7 thema’s omvat:

∙ enig dossier

∙ geïntegreerde verwerking: geïntegreerd informatiesysteem

∙ levering van meerkanaaldiensten: gebruik van meerdere communicatiekanalen

∙ bijstand, controle, informatie

∙ gevallenstudie: specifieke studies van omvangrijke dossiers

∙ samenhangende reglementering: de reglementering bijschaven om tot samenhangende, begrijpbare en toepasbare teksten te komen

∙ imago: het imago van de administratie opkrikken

- e-gov: principes van authentieke bron, eenmalige inzameling, semantische interoperabiliteit, samenwerking en gebruik van nieuwe informatietechnologieën.

2 Specifieke taken van de AAPD

De objectieven en vereisten van de Coperfin-hervorming werden geïntegreerd in de BPR (Business Process Reengineering) projecten die in 2001 binnen de FOD Financiën werden gevoerd. Die projecten hebben voor de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) een diepgaande organisatorische en functionele wijziging teweeggebracht.

Zo werden de drie hoofdopdrachten van de AAPD als volgt geherdefinieerd:

- samenstelling van de patrimoniumdocumentatie;

- inzameling, verspreiding en uitwisseling van informatie;

- dienstverlening

1 Samenstelling van de patrimoniumdocumentatie

Die opdracht wordt als volgt opgedeeld:

- inzameling van informatie

- validatie van de gegevens

- raming van de waarden

- bewaring, bijwerking en historiek van de gegevens

Een belangrijke wijziging ten opzichte van de vroegere opdrachten bestaat erin dat de opdracht van patrimoniumdocumentatie voorrang krijgt op de fiscale opdracht. Die wijziging betekent het volgende:

- de opdracht van patrimoniumdocumentatie (bijwerken van gegevens) is prioritair ten opzichte van de fiscale opdracht (innen van heffingen). De database moet met de laatste beschikbare gevalideerde informatie bijgewerkt worden; de betaling van heffingen wordt parallel behandeld en werkt niet meer systematisch opschortend voor de behandeling van de formaliteiten.

- de informatie die in de database wordt ingevoerd moet gevalideerd zijn. Daar de database de authentieke bron is met betrekking tot de percelen, moet ze informatie bevatten waarvan de juistheid aan de gebruiker kan worden verzekerd.

2 Inzamelen, verspreiden en uitwisselen van informatie

Die opdracht is tweeledig:

- de samenwerking met externe organisaties/partners verloopt in het kader van akkoordprotocollen en wordt gecoördineerd door de pijler Informatieverzameling en -uitwisseling. De partners zijn onder meer: de Gewesten, de notarissen, het NGI, de gemeenten, de deurwaarders, de Belgische Vereniging van Banken, Fedict, de landmeters, het BIV (Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars), de architecten, …

- het leveren van producten aan professionelen en particulieren

3 Dienstverlening

Deze dienstverleningsopdracht is drieërlei:

- diensten inzake het patrimonium: afbakening, authentieke akte, waardebepalingen …

- fiscale diensten: innen van heffingen, bepalen van het kadastraal inkomen (KI), …

- niet-fiscale diensten: DAVO, penale en administratieve boetes, …

3 Visie van het GIS-systeem

CadGIS moet de identificatie en lokalisatie van objecten mogelijk maken die nodig zijn voor de opdrachten van de AAPD.

Het moet instaan voor het documentatiebeheer door de geïntegreerde verwerking van de Patrimoniumdocumentatie aan te vullen met het beheer van ruimtelijke gegevens:

- het nieuw te installeren systeem zal volledig in STIPAD moeten worden geïntegreerd.

- de aanpassing van het systeem dat door het STIPAD-project zal worden geïnstalleerd, vereist bijkomende geospatiale uitbreidingen en modules in de bestaande toepassingen en een reengineering van de processen.

- De STIPAD-procedures werden opgesteld op basis van het Coperfin-plan en omvatten de verschillende AAPD-opdrachten in het kader van een geïntegreerde tool die steunt op standaardtechnologieën.

De vooropgestelde kwaliteiten van het GIS zijn:

- het GIS moet open, geïntegreerd en compatibel met verschillende systemen zijn om de mogelijkheid te bieden het werk op een meer efficiënte manier te organiseren.

- het GIS moet schaalbaar zijn: het moet zich kunnen aanpassen aan de onvermijdelijke toekomstige veranderingen (processen, workflow, wetgeving, vereisten, …) binnen de organisatie.

Organisatie

1 Organigram

Bij de Copernicus-hervorming in 2000 werd de structuur van het voormalige Ministerie van Financiën herwerkt en omgedoopt tot FOD Financiën. Een nieuw organogram werd opgesteld:

[pic]

De FOD Financiën bestaat uit 3 entiteiten die men Algemene Administraties noemt:

- belastingen en invorderingen

- thesaurie

- patrimoniumdocumentatie of AAPD (Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie)

De teams van Kadaster, Hypotheken, Registratie en Domeinen maken plaats voor teams van de Patrimoniumdocumentatie die door elke pijler beheerd worden.

Alle opdrachten van de oude structuur werden in 5 pijlers opgesplitst:

- Patrimoniumdiensten

- Niet-fiscale invorderingen

- Opmetingen en Waarderingen

- Informatieverzameling en -uitwisseling

- Rechtszekerheid

Het opzetten van die structuur wordt gerealiseerd in het kader van het OPERA DP-programma.

2 Beschrijving van de AAPD-diensten

Hieronder beschrijven we de pijlers met opdrachten die in direct verband staan met CadGIS.

De consequente wijziging die door de Coperfin-hervorming aan de organisatie aangebracht werd, heeft nieuwe bevoegdheidsverdelingen tussen de verschillende pijlers teweeggebracht.

Een specialisatie van de functies is voorzien; die moet specifiek op de behoeften van de Patrimoniumdocumentatie toegespitst zijn. Functies zoals “tekenaar”, “technisch tekenaar” en specifieke functies, zoals deze die verbonden zijn aan de dienst fotogrammetrie, moeten eveneens nauwkeurig worden herzien.

Naast die nieuwe functies zullen de teams zelf worden gewijzigd in de nieuwe structuur waarin voorkeur wordt gegeven aan het werken in teamverband en aan een minder uitgesproken hiërarchie.

Vanaf nu zijn de AAPD-opdrachten onderling afhankelijk tussen alle pijlers; tussen de verschillende teams zal een echte samenwerking tot stand gebracht worden. In het verleden werkten de vroegere teams van Kadaster, Hypotheken, Registratie en Domeinen onafhankelijk en zonder onderling contact.

Het is belangrijk mee te geven dat de AAPD globaal gezien te maken heeft met:

- een verhoogd werkvolume

- een afslanking van het personeel

- een grotere behoefte aan een hoog technisch niveau bij het personeel (wijziging van de bevoegdheden).

Het staat nu al vast dat het onmogelijk zal zijn elke vertrekkende ambtenaar te vervangen. Men moet zich dus voorbereiden door de werking en de middelen aan te passen: vandaar de OPERA DP en GVPD-programma’s.

1 Stafdiensten

De vijf pijlers van de Patrimoniumdocumentatie worden omkaderd door drie stafdiensten:

- Program Management Office (PMO)

- Functionele Expertise en Ondersteuning

- Dienstverlening, Strategie en Uitvoering (DSU)

De PMO-dienst heeft volgende doelstellingen:

- uitvoeren van het Coperfin-plan via programma’s (projectenportefeuilles)

- een portefeuille met projecten die een gemeenschappelijk doel nastreven, op een rationele en uniforme manier beheren

- technische en functionele ondersteuning bieden aan de verschillende projecten

- de managers in staat stellen beslissingen te nemen in verband met die projecten

- communiceren en informeren

De dienst Functionele Expertise en Ondersteuning beheert de kennis en de expertise, ondersteunt de behandeling van onenigheden en houdt zich bezig met de wetgeving. De dienst zal onder meer de cel AAPD-GIS omvatten die volgende rol toebedeeld krijgt:

- de koppeling met de ICT-dienst tot stand brengen;

- het GIS beheren op het vlak van het businessaspect:

∙ de leden van die cel zullen instaan voor de goede werking van het gehele GIS. Ze moeten de nieuwe oplossing op technisch vlak beheren, in stand houden en controleren.

∙ de cel moet gekoppeld zijn aan de “internationale relaties” om op de hoogte te blijven van de recentste Europese beslissingen op het vlak van technische specificaties. Er werd een expert aan de Europese Commissie voorgesteld als schakel met de drafting teams van de Inspire-richtlijn.

De dienst DSU beheert de handelspolitiek en de communicatie van de Patrimoniumdocumentatie

2 De Pijler Opmetingen en Waarderingen

Deze pijler speelt een cruciale rol in CadGIS aangezien hij het kadastraal plan beheert en de waarderingen van de goederen uitvoert.

[pic]

Nieuwe organisatie van de Algemene Directie Opmetingen & Waarderingen

De Algemene Directie bestaat uit 10 centra: 9 centra voor Opmetingen en Waarderingen en 1 centrum voor Bijzondere Opmetingen.

- De centra Opmetingen en Waarderingen omvatten de teams (of antennes of ploegen) “Opmetingen en Waarderingen”.

De teams leggen zich toe op het waarderen van onroerende goederen. Bovendien beheren ze het kadastraal plan en voeren ze de courante opmetingen uit.

- het centrum Bijzondere Opmetingen en Waarderingen bestaat uit volgende teams:

- de teams Bijzondere Opmetingen: verrichten het beheer van het kadastraal plan, speciale (omvangrijke) opmetingen, afbakening en het plaatsen van GPS-punten.

- de teams Bijzondere Waarderingen Roerende Goederen: bepalen de waarde van roerende goederen die geen verband houden met onroerende goederen, zoals niet-beursgenoteerde effecten, intellectuele rechten, apotheken, kunstwerken, enz.

- de teams Bijzondere Waarderingen Onroerende Goederen: bepalen de waarde van onroerende goederen waarvoor geen lokale gegevens beschikbaar zijn. Ze handelen op aanvraag van de teams “Opmetingen en Waarderingen”.

Verder bestaat er binnen dit centrum een aparte entiteit Fotogrammetrie. Die entiteit verricht specifieke fotogrammetrie-activiteiten. Gezien de vereiste specifieke uitrusting gaat het hier om een centrale entiteit.

3 De Pijler Patrimoniumdiensten

De meeste taken van de pijler Patrimoniumdiensten betreffen onroerende goederen:

- Verwerven en onteigenen van onroerende goederen (proces 11.1)

- Vervreemden en verkopen van onroerende goederen (proces 11.2)

- Opstellen en verlijden van authentieke akten (proces 13)

- Behandelen van onenigheden (proces 16)

De Patrimoniumdiensten voeren die taken uit als uitsluitend bevoegd orgaan voor de federale Staat en, op facultatieve basis, als mandataris van tal van andere federale en niet-federale overheden en openbare instellingen (= opdrachtgevers).

Om die taken efficiënt uit te voeren, moeten geografische gegevens worden gebruikt.

Daarbij komt dat CadGIS de mogelijkheid zal bieden om de evolutie van de operaties en het lopende dossier ruimtelijk te visualiseren en dus ook de opvolging en de coördinatie van taken en dossiers. Het zal ook de mogelijkheden voor feedback aan de opdrachtgever verhogen.

[pic]

De Patrimoniumdiensten worden in 3 centra opgedeeld.

In die centra vindt men de teams Projectbeheer Grote Projecten en Bijzondere Authentieke Akten, alsook de teams Patrimoniumdiensten en Roerende Goederen die in een afdeling gegroepeerd zijn:

- team(s) Projectbeheer Grote Projecten: ondersteunt en stuurt grote projecten voor het verwerven van onroerende goederen.

- teams Patrimoniumdiensten (momenteel bekend als aankoopcomités): wijdt zich aan het verwerven van onroerende goederen (met inbegrip van onteigeningen), het vervreemden van onroerende goederen en het opstellen en registreren van speciale authentieke akten. Zodoende willen die teams ook de rol van “overheidsnotaris” en van professioneel vastgoedkantoor van en voor de overheid spelen. In die teams vindt men eveneens “klantbeheerders” die de contacten met de opdrachtgevers onderhouden.

- teams Roerende Goederen;

- team(s) Bijzondere Authentieke Akten: legt zicht toe op het opstellen en registreren van speciale authentieke akten.

De teams Patrimoniumdiensten (momenteel bekend als aankoopcomités) en het (de) team(s) Projectbeheer Grote Projecten wijden zich aan bovengenoemde taken die het gebruik van ruimtelijke gegevens en dus van CadGIS vergen.

4 De Pijler Rechtszekerheid

In termen van personeelsbestand is de pijler Rechtszekerheid de grootste binnen de AAPD. Hij bestaat uit 24 centra, die op hun beurt opgedeeld zijn in archiefantennes (+/- 55 antennes) en teams.

De pijler verzamelt akten en verklaringen. De ontvangst van die documenten activeert de meeste processen voor het bijwerken van de patrimoniumdocumentatie.

Buiten die verschillende taken staat die pijler bovendien in voor het afleveren van kadastrale uittreksels via de archiefantennes.

De archieven in verband met hypotheken, registraties en het kadaster zijn gegroepeerd om een gecentraliseerde raadpleging en beheer van de patrimoniumdocumentatie mogelijk te maken. De teams staan in voor het bewaren en bijwerken van die documentatie alsook voor het opzoeken van patrimoniuminformatie.

5 Pijler Informatieverzameling en -uitwisseling

Deze pijler zorgt voor het totale beheer van de verzameling en uitwisseling van informatie; zijn taken omvatten 3 processen:

- samenstelling van een partnernetwerk om de patrimoniale gegevensverzameling en -uitwisseling te optimaliseren.

- gegevensverzameling en -uitwisseling om de klant een volledig, homogeen en eventueel betalend antwoord te verstrekken door patrimoniumgegevens te verzamelen bij de verschillende authentieke bronnen. Dit proces zorgt ook voor het omzetten van de met de partners afgesloten akkoorden naar informaticataal.

- Beheer en monitoring met het oog op het garanderen van een optimale verzameling en uitwisseling met respect voor het privéleven en voor de regels die de betrokken partijen aanvaard hebben. Dit proces zal ook de twee vorige processen en de netwerkgebruikers moeten ondersteunen.

3 Dienst ICT-ondersteuning

1 Wijziging na Coperfin

Met het doorvoeren van de nieuwe organisatie die uit de Coperfin-hervorming voortvloeide, kende de ICT-ondersteuning een diepgaande wijziging. Vroeger bestond er een specifieke dienst voor de AKRED (dus niet voor het ganse voormalige ministerie van financiën), terwijl er nu een transversale dienst bestaat voor alle pijlers van de FOD Financiën.

2 Rollen, taken en bevoegdheden

De taak van de dienst ICT-ondersteuning bestaat in het ondersteunen van alle activiteiten van de FOD Financiën door het beheren en uitbouwen van een modern en performant IT-platform. Die taak ziet er als volgt uit:

– door het leveren van klantgerichte diensten ontwikkelt en implementeert die dienst de nodige IT-processen en toepassingen voor het bereiken van de doelstellingen van de FOD Financiën, in samenwerking met andere overheidsdiensten en diverse organisaties.

– het ontwerp, het onderhoud en de ontwikkeling van de IT-middelen, zowel qua hardware als qua software, behoren tot de essentiële taken van die omkaderingsdienst.

– de dienst wijdt zich ook aan het integreren van informatiesystemen en het naleven van de Europese verbintenissen op het vlak van informatisering.

– vandaag biedt die dienst voornamelijk steun bij de omschakeling van de huidige structuur naar de nieuwe structuur van de FOD Financiën en bij de modernisering door de werkprocessen te vereenvoudigen en meer uitgebreide en beter toegankelijke diensten ter beschikking te stellen van burgers en ondernemingen.

Zo wordt vandaag binnen de FOD Financiën een nieuwe, gecentraliseerde ICT (informatica en telecommunicatie) structuur doorgevoerd die voortaan exclusief bij elke IT-ontwikkeling zal worden gebruikt.

De belangrijkste doelstelling van deze nieuwe infrastructuur, die is ontstaan door het inzetten van “ICT-standaarden”, is de bestaande infrastructuur van de FOD Financiën (servers, databank, toepassingen, …) te consolideren en te centraliseren in overeenstemming met de bestaande technologiestandaarden op de markt.

Het gebruik van die gecentraliseerde infrastructuur is dus verplicht voor alle informatiesystemen bij nieuwe ontwikkelingen, bij het uitwerken van nieuwe projecten of bij het hernieuwen van de uitrusting die de productie van kritieke toepassingen moet verzekeren.

Omgeving

1 Concepten

De Coperfin-hervorming en de BPR-verwezenlijkingen die ermee gepaard gingen, hebben geleid tot het opzetten van twee soorten nieuwe concepten: transversale concepten bij de FOD Financiën en specifieke concepten bij de Patrimoniumdocumentatie.

Sommige van die concepten zullen een directe of indirecte invloed hebben op het GIS. Een typisch voorbeeld is het PUR-concept (eenduidige identificatie), dat van kapitaal belang is op het vlak van CadGIS doordat het de koppeling tussen geografische en alfanumerieke gegevens verzekert.

De concepten kunnen worden onderverdeeld in interne en externe concepten: de interne concepten die vereist zijn voor de AAPD en de externe concepten die voortspruiten uit internationale normen en standaarden.

1 Interne concepten

De transversale concepten bij de FOD Financiën zijn de volgende:

- enig dossier

- enig loket

- only once

- gebruik van de authentieke bron

- risicobeheer

De specifieke concepten bij de Patrimoniumdocumentatie zijn de volgende:

- geïntegreerde formaliteit

- authentiek kadaster (KADAU)

- eenduidige identificatie (Unident)

- voorafgaande identificatie (PRECAD)

1 Enig dossier

Binnen de FOD Financiën zijn de gegevens over een burger verspreid over talloze verschillende dossiers die volgens de behoefte van elke opdracht werden samengesteld.

De gegevens over een burger worden dus meerdere malen opgeslagen. De burger is verplicht verschillende stappen binnen de Administratie te ondernemen om volledige informatie en een geconsolideerd dossier over zijn persoon te bekomen.

Het concept “Enig Dossier” werd in het leven geroepen om:

- alle gegevens over een burger in niet-redundante bronnen op te slaan. Die gegevensbronnen worden binnen de FOD Financiën beheerd door de Entiteit die verantwoordelijk is voor die gegevens. In voorkomend geval zal de burger een geconsolideerd en enig zicht op zijn dossier kunnen hebben;

- de ambtebaar van de FOD Financiën in staat te stellen in één enkel dossier alle informatie te vinden die nodig is om zijn opdracht te vervullen. Uit zorg voor efficiëntie en bescherming van het privéleven zal de ambtenaar alleen toegang hebben tot specifieke aspecten van het enig dossier die zich beperken tot gegevens die absoluut nodig zijn voor het uitvoeren van een taak (bv. fiscaal dossier, patrimoniumdossier, solvabiliteitsfiche, inningsdossier, invorderingsdossier, …)

Het enig dossier omvat 3 luiken die elk door verschillende projecten worden beheerd:

- STIR voor de implementatie van het luik “personen” en het luik “fiscaal” (buiten Inning en Invordering), uitsluitend voor de Algemene Administratie Belastingen en Invorderingen.

- STIMER voor het gedeelte van het fiscale luik “Inning en Invordering” en het gedeelte van het patrimoniumluik “Niet-fiscale invordering”.

- STIPAD voor de implementatie van het luik “patrimonium” (buiten Niet-fiscale Invordering) voor de AAPD.

2 Enig loket

De administratieve stappen die burgers of professionelen (notarissen, deurwaarders) moeten ondernemen zijn talrijk en soms gelijkaardig. Bovendien blijkt dat die stappen op verschillende plaatsen moeten gebeuren, waar dan telkens andere formulieren moeten worden gebruikt. Men heeft ook een gebrek aan optimalisatie en eenvoud in die administratieve stappen vastgesteld.

Het doel van dit concept is het vereenvoudigen en optimaliseren van de stappen die burgers en professionelen bij de FOD Financiën moeten ondernemen.

Daarom zal er een enig loket worden uitgebouwd. Het unieke karakter ervan komt tot uiting uit het feit dat:

- het een enig contactpunt is voor de klant (burger of professioneel) waar hij alle administratieve zaken en wettelijke verplichtingen kan regelen waarvoor die organisatie bevoegd is.

- het ook een enig contact is voor alle aanvragen van welke aard ook, wat de geografische ligging van de betrokken goederen ook is (One stop shopping).

De uitbouw van dit enig loket vereist:

- een organisatorische wijziging van de AAPD: de uitbouw van een enig loket in de “archiefantennes” voor de professionelen en in de “satellietantennes” voor de burgers

- een wijziging van de werkprocedures binnen de AAPD

- een wijziging van de territoriale bevoegdheden binnen de AAPD

- een wijziging van de wetteksten

3 Only once

De administratieve stappen die burgers of professionelen (notarissen, deurwaarders, …) moeten ondernemen bij verschillende administraties of instanties betreffen soms dezelfde inhoud en zijn dan ook redundant. Het gevolg is dat de burger of de professionele gebruiker verplicht is dezelfde informatie meerdere keren via verschillende kanalen door te geven.

Het doel van het Only Once-concept bestaat erin de informatie slechts eenmaal bij de burger of de professioneel op te vragen. Die informatie moet dan worden doorgegeven aan alle instanties die ze voor hun opdracht nodig hebben.

Om dat te verwezenlijken is één enkele locatie nodig om de informatie slechts één keer te verzamelen (op basis van het concept van het enig loket). Zo moeten voldoende gegevens kunnen worden verzameld waardoor alle instanties die interesse hebben voor die gegevens over de nodige informatie voor de opdrachten kunnen beschikken.

4 Authentieke bron

De informatie wordt beheerd en bijgewerkt in tal van verschillende systemen. De technische evolutie heeft talrijke (soms achtereenvolgende) duplicaties van gegevens met zich meegebracht. Die sterke toename van gegevensbronnen beperkt de leefbaarheid van die informatie op het vlak van authenticiteit en betrouwbaarheid.

Met dit concept wil men de authentieke gegevensbron gebruiken om redundant gegevensbeheer te vermijden, door dat beheer en die bijwerking over te laten aan de instantie die wordt beschouwd als authentieke bron van die gegevens. Zo kan de betrouwbaarheid van de informatie worden verhoogd aangezien de authentieke bron instaat voor het waarborgen van de informatie in de tijd.

Het GIS moet uitgaan van de authentieke bron en hoeft de gegevens niet meer te dupliceren met als bedoeling een autarkisch beheer. Die duplicatie zal niettemin moeten gebeuren zonder te raken aan de gegevens en op basis van de authentieke bron.

5 Risicobeheer

Door de inkrimping van het personeel en het verhogen van het aantal AAPD-opdrachten zal het niet mogelijk zijn elke verklaring, akte of binnenkomende formaliteit systematisch en volledig te controleren.

Dit concept heeft als doel dossiers die moeten worden nagezien of gecontroleerd op een “intelligente” manier te selecteren. Een ander doel is “preventie” te verrichten bij de doelgroepen (het geheel van dossiers in functie van bepaalde beroepscriteria). Dit betekent dat het de bedoeling is de “houders” van de betrokken dossiers, na een analyse van de meest voorkomende fouten, preventief in te lichten door hen de aangepaste informatie te verstrekken.

De implementatie van dergelijke preventie vereist:

- risicoprofielen en indicatoren

- een risicoanalyse

- een dossieranalyse

- een feedbackprocedure en een preventieve informatieprocedure

6 Geïntegreerde formaliteit

De stappen die notarissen ten aanzien van de AAPD moeten ondernemen zijn redundant en moeten op verschillende plaatsen gebeuren (zie 6.1.1.2. concept van het “Enig loket”).

Met dit concept van geïntegreerde formaliteit wil men komen tot het vereenvoudigen en rationaliseren van de stappen die burgers en “professionelen” (vooral notarissen) moeten ondernemen bij de Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Het realiseren van dit concept impliceert het opstarten van een werkprocedure en van een betaalproces waardoor de registratie- en hypotheekformaliteiten volgens een eenvormige procedure kunnen worden afgehandeld.

7 Authentiek kadaster

De AAPD wenst dat de opdracht van de Patrimoniumdocumentatie voorrang krijgt op de fiscale opdracht, maar de momenteel beschikbare gegevens hebben niet allemaal een juridisch karakter.

Die vaststelling heeft geleid tot het opzetten van een authentiek kadaster in het kader van het KADAU-project. Het doel is de rechtszekerheid van de documentatie te verhogen door de intrinsieke kwaliteit van die gegevens op te drijven, waardoor de gegevens vollediger en nauwkeuriger worden.

Op lange termijn zou dit “authentiek” kadaster evolueren naar een “juridisch” kadaster waarvan bepaalde gegevens bewijskracht zouden hebben en dus tegenover derden zou kunnen worden ingeroepen.

Om dit doel te bereiken, moet de AAPD:

- een “authentiek” kadaster doorvoeren waarvan de verzamelde gegevens beantwoorden aan toereikende kwaliteitsvereisten, waardoor het mogelijk wordt die gegevens als authentiek te beschouwen ten opzichte van de juridische documenten waaruit ze voortkomen, of als juridisch naargelang de specifieke aard ervan. Om het authentieke karakter van de gegevens te verzekeren, zal daarom gevraagd worden bij elke authentieke akte, als het voorwerp hiervan er zich toe leent, een landmeterplan te voegen met idealiter een tegensprekelijk PV van afpaling om dit plan te kunnen inroepen tegenover derden (“juridisch” kadaster).

– een systeem voorzien voor het beheer en de verbetering van de gegevenskwaliteit. Het beheer van die gegevenskwaliteit zal direct worden gekoppeld aan de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de bron die aan de basis ligt van het bijwerken van die gegevens.

– de kadastrale registratie van het openbaar domein realiseren om de kadastrale gegevens te vervolledigen.

8 Eenduidige identificatie (Unident)

Gezien de evolutie van haar opdrachten en de verwachtingen van haar partners voldoet de huidige identificatie en definitie van kadastrale objecten (meer specifiek, het perceel) niet meer om in te spelen op de behoeften van de Patrimoniumdocumentatie.

Daarenboven zijn bepaalde goederen niet geïdentificeerd (toekomstige of speciale goederen) en zijn andere onnauwkeurig geïdentificeerd (discrepantie tussen de situatie van de databank en de effectief bestaande situatie).

Om die gebreken weg te werken, werd besloten om het eenduidige identificatieconcept van elk onroerend goed, ook PUR genoemd, te introduceren. Dat houdt in dat een identificatie niet meer uitsluitend aan het perceel wordt toegekend.

Met PUR kan men objecten identificeren die niet kunnen worden weergegeven op het plan (appartementen) of die kleiner of groter zijn dan de percelen, kunnen er verbanden gelegd worden tussen verschillende objecten en kan men er waarden en rechten aan koppelen.

Die nood aan eenduidige identificatie steunt op de verbetering van de rechtszekerheid en op een betere samenwerking met de partners.

9 Voorafgaande identificatie (Precad)

In een authentieke akte zijn de identificatie (perceelnummer) en de exacte grenzen van het goed waarvan sprake in de akte niet altijd opgenomen. Ofwel is het goed niet gekend bij de Patrimoniumdocumentatie (toekomstig goed), ofwel gaat de akte over de wijziging van een gedeelte van het perceel. Het gevolg is een onderbreking van de rechtszekerheid, daar het nieuwe perceelnummer dat na het verlijden van de akte werd toegekend niet overeenkomt met de identificatie uit de akte.

Om de rechtszekerheid te verbeteren zal er een voorafgaand identificatieproces worden voorzien. Dit proces moet het onroerend goed waarop de transactie in de authentieke akte slaat op een eenduidige manier identificeren. Het PRECAD-project werd opgestart om die identificatie mogelijk te maken.

Er komt een procedure voor voorafgaande identificatie, dus voor een identificatieaanvraag van een onroerend goed die de akte voorafgaat. Het doelpubliek voor die procedure zal aanvankelijk bestaan uit notarissen en landmeters en waarschijnlijk uitgebreid worden naar alle spelers die in aanmerking komen voor het wijzigen van een onroerend goed, voor zover dat binnen de taken van de AAPD valt.

Op lange termijn is het perfect denkbaar om van de voorafgaande identificatie te evolueren naar een voorafgaande kadastrale registratie. Daardoor zou het mogelijk worden het goed te kadastreren vóór het verlijden van de akte.

10 Regels voor goed bestuur

Zoals in alle Belgische administraties zijn de principes van goed bestuur eveneens van toepassing voor de AAPD.

De regel van goed administratief bestuur slaat op de vaak redelijke principes waarop de betrekkingen tussen de administratie en de burgers gebaseerd moeten zijn: een gelijke behandeling van alle gebruikers, een vlotte afhandeling van de aanvragen, duidelijke en leesbare informatie, een hulpvaardige en beleefde houding en begeleiding van de gebruiker bij de afhandeling van zijn dossier.

Onder de bestaande normen vinden we: het conform toepassen van de rechtsregels, gelijkheid, rechtszekerheid, een redelijke wachttermijn, zorgvuldig beheer, het recht gehoord te worden, hoffelijkheid, …

2 Externe concepten

De AAPD leeft niet in een gesloten wereld en moet rekening houden met de volgende externe concepten:

- de principes van e-government

- de specificatie van het Open Geospatial Consortium

- de ISO-normen

- de Europese richtlijnen: INSPIRE, PSI, …

De lijst van de hierna vermelde concepten is niet volledig.

1 Principes van e-government

De basisprincipes van e-government (e-gov) werden vastgelegd in de samenwerkingsakkoorden van maart 2001 en september 2006 tussen de federale Staat en alle Gemeenschappen en Gewesten.

E-government is een manier om via de mogelijkheden van de moderne technologie, het internet en de nieuwe communicatiemedia (informatie- en communicatietechnologieën) de kwaliteit van de openbare diensten aan burgers en ondernemingen te verhogen.

De Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict) en de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging (DAV) zijn bevoegd voor het ontwerpen en doorvoeren van e-government.

E-government wordt beheerst door vijf principes; drie ervan kunnen de reeds voorgestelde concepten vervolledigen:

- het principe van de authentieke bron (al voorgesteld)

- het principe van de eenmalige verzameling (al voorgesteld)

- het principe van semantische interoperabiliteit:

de gegevens worden gezamenlijk gedefinieerd en gevalideerd en zijn dus uitwisselbaar tussen de verschillende beheersystemen van de diverse administraties.

- het samenwerkingsprincipe:

de beheerprincipes worden gezamenlijk vastgelegd. Alle spelers die bij de processen betrokken zijn, hebben een duidelijk inzicht in de toegevoegde waarde van de activiteiten waarvoor ze verantwoordelijk zijn bij het realiseren van hun gemeenschappelijk doel.

- het gebruik van de nieuwe informatietechnologieën:

die technologieën bieden de mogelijkheid nieuwe samenwerkingsmethodes te ontwikkelen en door te voeren en vergemakkelijken zo de projectuitvoering met minder kosten voor de administratie.

2 Specificaties van het OGC

De digitale verwerking van geografische informatie wordt gekenmerkt door de complexiteit van de gebruikte methodes en processen (verwerving, opslag, uitgave, enz.) en door de verscheidenheid aan IT- systemen die ze ondersteunen (beeldverwerkingsystemen, GIS, beheerssystemen voor databanken, CAD, enz.). Elk systeem is immers aangepast aan de specifieke toepassingen waarvoor het werd ontworpen en de toepassingen die rond die systemen opgebouwd werden, zijn geoptimaliseerd in functie van de systeemkenmerken.

Dit is erg vanzelfsprekend gezien de vele gegevensformaten die vandaag in gebruik zijn. Elk geografisch informatiesysteem heeft zijn eigen interne gegevensformaat (gewoonlijk fabrikantspecifiek en gesloten). Dit biedt voordelen qua prestaties, maar vormt een obstakel bij het delen van informatie.

Het OGC (Open Geospatial Consortium) vertegenwoordigt nu juist een initiatief dat tot doel heeft die obstakels uit de weg te ruimen; het beoogt het openen (compatibel maken) van de geografische informatiesystemen via gemeenschappelijke interfaces die volgens technische specificaties gedefinieerd zijn. Die specificaties, die men OGC Specifications noemt, vormen de tastbare resultaten en de concrete invulling van de OGC-concepten.

De technische objectieven van het OGC kunnen in drie interventiedomeinen worden ondergebracht: de eenmaking van de gegevensmodellen, de eenmaking van de diensten voor gegevensverwerking en de ondersteuning bij het delen van resources tussen de gebruikersgroepen.

3 ISO-normen

De internationale organisatie voor standaardisatie (of ISO) heeft als doel internationale normen op industrieel en commercieel vlak vast te leggen die ISO-normen worden genoemd.

De normen zijn gedocumenteerde akkoorden die technische specificaties of andere nauwkeurige criteria bevatten die bestemd zijn om systematisch te worden gebruikt als regels, richtlijnen of definitie van kenmerken om te waarborgen dat processen, diensten, producten en materialen geschikt zijn voor het gebruik ervan.

Deze normen dienen de belangen van het publiek in het algemeen wanneer deze als verbruiker en gebruiker handelt; ze zijn nuttig voor industriële en economische organisaties van alle aard, zowel in de publieke als in de privésector.

De normen die werden vastgelegd op het vlak van geografische informatie omvatten bijvoorbeeld: ISO 19115 met betrekking tot de geografische metagegevens, ISO 19109 voor het definiëren van twee modellen van geografische informatie-uitwisseling, ISO 19111 en 119112 met betrekking tot georeferenties, …

De 19115-norm: geografische metagegevens

Metagegevens zijn “gegevens over gegevens”, wat betekent dat ze effectieve gegevens beschrijven. Metagegevens over geografische gegevens beantwoorden de volgende vragen:

- wie: bron, verantwoordelijkheid, …

- wat: soort gegevens, inhoud, datum van verwerving, …

- hoeveel: aantal gegevens, statuut, …

- hoe: formaat, interface, …

De ISO 19115-norm structureert die metagegevens in de vorm van een abstract model (conceptueel model van de metagegevens). Dit model behelst:

- akkoorden en definities

- klassendiagrammen (UML)

- objectcatalogi (data dictionary)

Begin 2005 werd de ISO 19115-norm uit 2003 als Europese norm aangenomen.

4 Europese richtlijn INSPIRE

INSPIRE is een Europese richtlijn (Directive 2007/2/EC of the European Parliament and of the Council of 14 March 2007 ) die er naar streeft de algemene regels te bepalen die bestemd zijn voor het vastleggen van de infrastructuur voor geografische informatie in de Europese Gemeenschap, ten bate van de gemeenschappelijke milieureglementeringen en van de regels of activiteiten in de Gemeenschap die een impact kunnen hebben op het milieu. De INSPIRE-richtlijn werd van kracht op 15 mei 2007.

INSPIRE steunt op de geografische informatie-infrastructuren die door de lidstaten werden opgezet en toegepast. Die richtlijn benadrukt het belang van interoperabiliteit op informatievlak.

Die richtlijn bevat twee aspecten: de omzetting van de richtlijn in Belgische wetgeving (vóór 2009) en de implementatie ervan volgens een andere planning welke door de Commissie in de bijlagen bepaald werd.

In verband met de implementatie werd een nationaal overleg voorzien en werd een voorlopig Belgisch coördinatiecomité in het leven geroepen. Het gaat hier om een ontwerp van de coördinatiestructuur die door de richtlijn werd voorzien.

Tot vandaag werd nog geen nationale infrastructuur opgezet.

INSPIRE in België

De federale Staat is belast met de correcte omzetting en implementatie van de richtlijn ten opzichte van Europa.

Verschillende instellingen (regionaal, federaal en communautair), waaronder de AAPD, zijn betrokken bij INSPIRE.

De informatie die de AAPD zal verstrekken is nog niet helemaal definitief vastgelegd.

2 Projecten

CadGIS zal opgestart worden in de veronderstelling dat de hieronder vermelde projecten operationeel zijn of zullen zijn: STIPAD, DIM, URBAIN2, Euroboundaries, … inclusief de aanpassing van de nodige reglementering (PRECAD, afleveren van uittreksels door de archiefantennes, structuurstandaarden van de plans, communicatiestandaarden, …)

1 STIPAD

1 Definitie van het project

De opzet van het STIPAD-project is het implementeren van een informatiesysteem dat toelaat de taken en de gegevens van Kadaster, Registratie en Domeinen en Hypotheken te integreren. Het vormt het belangrijkste project in de modernisering van de Patrimoniumdocumentatie. Elk project dat in de entiteit Patrimoniumdocumentatie wordt ontwikkeld moet verplicht in dit project worden geïntegreerd en zich houden aan de concepten die ervan uitgaan.

Algemeen gezien zal dit systeem de informatie van de Patrimoniumdocumentatie moeten kunnen opvragen, beheren, bewaren en afleveren.

2 Doelstellingen van het project

Het businessobjectief van dit systeem bestaat erin de ambtenaren van de Patrimoniumdocumentatie een geïntegreerde tool te verschaffen die steunt op de nieuwe technologieën, wat hen toelaat hun verschillende taken op een optimale manier te vervullen.

De technische doelstelling van dit systeem is:

– de gegevens in één enkele gecentraliseerde database (PATRIS) te integreren. Door dit globaal en interactief beheer kunnen de gegevens in één keer worden verzameld. Dit veronderstelt één enkele bijwerking van de informatie, een rationalisatie van de gegevens en één enkele bron.

– de processen en de documentatie te informatiseren; dit betekent:

∙ de gegevens computergestuurd behandelen en verspreiden

∙ snelle en eenvoudige raadplegingen mogelijk maken op basis van de volledigheid van informatie.

De externe doelstelling van dit systeem is aan de talrijke potentiële gebruikers, zowel uit de openbare als uit de privésector, roerende en onroerende gegevens te verschaffen over de samenstelling maar ook over de waarde van het patrimonium van alle natuurlijke en rechtspersonen. Die gegevens moeten worden verstrekt in functie van de verleende machtigingen (IAM) en mits naleving van de regels ter bescherming van het privéleven.

Hieronder vinden we het STIPAD-schema:

[pic]

Bij de lancering van het Coperfin-plan werd een BPR (Business Process Reengineering) uitgewerkt om de verschillende opdrachten van de Administratie te verbeteren. Er werd een lijst van 7 transversale processen binnen de 5 pijlers van de Patrimoniumdocumentatie opgesteld. Die processen worden dikwijls aangehaald als de Coperfin-processen. In bovenstaand schema worden ze weergegeven als Process 11 tot 16 en Process RNF.

De beschrijving van de processen is te vinden op:



3 Stand van zaken

Het STIPAD-project ging in 2002 van start met het CETIC-rapport dat in 2004 werd gevolgd door de Patris-voorstudie.

Om een project van dergelijke omvang efficiënt te beheren, werd het in 3 clusters verdeeld.

– cluster A vertegenwoordigt de integratie van processen en gegevens van onroerende goederen. De implementatie is aan de gang; ze begon in januari 2006 en voorzien is dat alles rond moet zijn tegen oktober 2009.

– cluster B vertegenwoordigt de integratie van processen en gegevens van roerende goederen. Ze moet aan een aanbesteding worden onderworpen.

– cluster C vertegenwoordigt de complementaire integratie van processen en gegevens van overblijvende onroerende goederen: hypotheken op boten en de goederen van de SHAPE. Ze moet aan een aanbesteding worden onderworpen.

Anderzijds werd STIPAD opgedeeld in 5 subprojecten die onderling niet onafhankelijk zijn:

– WB, staat voor Werkbeheer; dit vertegenwoordigt de Coperfin-processen

– Patris vertegenwoordigt de patrimoniale databank

– BvED, voor Beheer van Elektronische Documenten

– Patrimoniumbeschrijving: vertegenwoordigt de persoonlijke gegevens die nodig zijn voor de Patrimoniumdocumentatie

– Notariaat: vertegenwoordigt een samenwerkingsproject met de Koninklijke Federatie van Notarissen.

De processen zijn op dit ogenblik nog niet operationeel; hun verschillende interacties met CadGIS worden toegelicht in het document “Strategie en methodologie voor integratie in STIPAD” en worden beschreven via de processen die aan het project gekoppeld zijn.

4 PATRIS

PATRIS is de naam van de patrimoniale databank en vormt een van de subprojecten van STIPAD. Ze wordt op dit ogenblik uitgebouwd.

De AAPD bevindt zich in een situatie waarin elke ‘oude’ entiteit momenteel nog gebruik maakt van haar eigen opslagsystemen.

De doelstellingen van het Patris-subproject zijn de volgende:

– analyse van de bestaande databanken

– aanmaak van een nieuwe databank (PATRIS)

– kwaliteitscontrole en migratie

2 BeSt Address

BeSt moet een nationaal systeem voor het coderen van adressen op punt stellen dat zal worden gebruikt voor alle federale, gewestelijke en lokale toepassingen. De overheden maar ook de burgers zullen kunnen gebruik maken van dezelfde adressen, die gedecentraliseerd worden beheerd met gedeelde verantwoordelijkheid in functie van de bevoegdheden.

De operationele doelstellingen van het BeSt Address-project bestaan in het harmoniseren van de gebruikte referenties voor de adressen, onder meer door aanbevelingen te formuleren over de gegevensmodellen en de referentie van straten en huisnummers in stand te houden volgens een Belgische standaard, dankzij een platform voor gegevensuitwisseling tussen de partners.

Meerdere spelers nemen deel aan dit project: de initiatiefnemers zijn de gemeenten die wettelijk verantwoordelijk zijn, de beheerders zijn de 3 gewesten en de ondersteunende entiteit is de FOD Fedict.

De partners die toegang zullen hebben tot het uitwisselingsplatform zijn de gemeenten, de gewesten, de FOD Fedict, het NGI, de AAPD, het vroegere NIS, de Post en de Veiligheidsdienst van de FOD Binnenlandse Zaken.

Buiten de partners zijn er geen andere directe gebruikers. Gebruikers uit de openbare en de privésector moeten echter de mogelijkheid hebben om:

– hun gegevens over een straatnaam of een adres na te zien

– de straatcodes en/of de adressen te verkrijgen die gekoppeld zijn aan personen, bedrijven, gebouwen of elke andere “adresseerbare” informatie in functie van hun toepassingen.

Dit project is nog niet voltooid, maar is nog aan de gang. Op dit ogenblik beschikt de AAPD over de adresgegevens (alfanumerieke gegevens) waarvoor een omzetting naar de BeSt-gegevens nodig is. In functie van de vorderingen van het BeSt-project zal die omzetting vóór, tijdens of na de implementatie van CadGIS plaatsvinden.

3 Urbain 2

Het logische vervolg op het operationele Urbain 1-project over het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen was het Urbain 2-project. De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging heeft de Orde van Architecten, de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie en de Patrimoniumdocumentatie opgedragen om de administratieve procedures voor stedenbouwkundige vergunningen te vereenvoudigen. Daarna werden de gewesten en de gemeenten bij dit initiatief betrokken, waaruit het nieuwe concept URBAIN 2 is ontstaan.

URBAIN 2 kan worden omschreven als de eenmalige verzameling van stedenbouwkundige en patrimoniuminformatie bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.

De architecten vormen het startpunt van de workflow, daar ze de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen indienen. Vervolgens krijgen de verschillende partners (de Orde van Architecten, de gemeenten, het vroegere NIS, de gewesten en de AAPD) de nodige informatie via de vastgelegde workflows.

Opmerking: het beheer van de stedenbouwkundige vergunningen is een regionale bevoegdheid, zodat de workflows per gewest verschillen. Daarom zal het nodig zijn een gemeenschappelijk platform op te zetten via een webapplicatie.

De informatie-uitwisseling tussen de verschillende partners zal gebeuren via een webservice en via een webinterface voor het raadplegen van de gegevens.

4 EuroBoundaries

Het EuroBoundaries-project is erop gericht een reeks internationale referentiegegevens met ETRS89-coördinaten met betrekking tot de grenzen en erkend door de verschillende Europese landen aan te maken. Een IT-model (Swisstopo) werd ontworpen voor het beheer van de gegevensset.

Op basis van dat model heeft de AADP een intern model uitgewerkt. De bedoeling hiervan is:

– het verzamelen, structureren en inzetten van relevante informatie en gegevens met betrekking tot de nationale grenzen.

– het leveren van een selectie van gegevens volgens het internationaal model. Op basis van het interne model werd door de AAPD een webtoepassing ontwikkeld. Die toepassing wordt gebruikt voor het invoeren en bijwerken van gegevens en zal aanvankelijk intern kunnen worden geraadpleegd door de ambtenaren van de AAPD.

Dit project wordt in het AS-IS-document toegelicht.

5 Osiris

Het OSIRIS (Organisation of Statistic’s Information for Research by Institutions and Scientist’s) project is een programma voor de valorisatie van de statistische informatie van de AAPD met het oog op onderzoek.

1 Verantwoording

Buiten het interne gebruik in het kader van de huidige opdrachten kunnen de AAPD-gegevens moeilijk worden benut. Sommige wetenschappelijke instellingen doen regelmatig een beroep op de beschikbare statistische gegevens, maar die worden slechts in beperkte mate gebruikt.

Daarenboven verwacht men in de toekomst meer omvangrijke aanvragen. Het organiseren van de tienjaarlijkse telling van de bevolking en de woningen via rondvragen is immers niet langer verplicht, waardoor de nodige informatie in de verschillende bestaande databanken zal worden opgezocht.

2 Te verrichten realisaties

Door het installeren van een OSIRIS-uitwisselingsinterface is een geformaliseerde valorisatie van de verspreiding van statistische en gedepersonaliseerde gegevens naar de wetenschappelijke wereld mogelijk. Dit OSIRIS-platform zou voor de wetenschappelijke wereld nieuwe onderzoeksmogelijkheden kunnen scheppen, waarbij de resultaten regelmatig worden bekendgemaakt.

Intern zal dit platform de AAPD helpen om haar opdrachten van dienstverlening en informatieverspreiding efficiënter te laten verlopen.

3 Integratie in de interne projecten

Het OSIRIS-project ligt volledig in lijn met de modernisering van de openbare diensten en de implementatie van de patrimoniale databank zal worden gerealiseerd via het PATRIS-subproject.

Om deze doelstelling te bereiken en gezien de rijkdom en grote diversiteit van de gegevens, acht de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie het nodig om:

– de inhoud van haar databanken bruikbaar te maken als statistische tools (definities, rangschikking in klassen …),

– te onderzoeken of geen nieuwe variabelen kunnen worden aangemaakt op basis van de reeds beschikbare gegevens, met het oog op beslissingsondersteuning bij het beheer van het grondgebied in brede zin.

Daarom zal de uitbouw van de interface in het STIPAD-project worden geïntegreerd. Die interface zal aan de databank worden toegevoegd voor het verspreiden en gebruiken van informatie door de academische wereld. De exacte rol van het GIS in die interface moet nog worden vastgelegd.

Onderstaande afbeelding stelt het vereenvoudigde schema van de gegevensuitwisseling voor :

[pic]

6 Wijzigingen van de reglementering

De wijzigingen op het vlak van organisatie, functies en processen die zich momenteel voordoen in het kader van het Coperfin-plan en van de uitbouw van een geïntegreerd systeem binnen de AAPD, gaan gepaard met wijzigingen die moeten worden doorgevoerd op het vlak van de wetgeving zelf.

Een ontwerp tot kaderwet werd aan de Minister voorgelegd. Het beoogt de nodige fundamenten voor Geïntegreerd Beheer te leggen. Het betreft:

– het statuut van de hypotheekbewaarders;

– de identificatie van de goederen (met inbegrip van de voorafgaande identificatie)

Dit ontwerp tot kaderwet schept de mogelijkheid om alle vereiste reglementaire wijzigingen via Koninklijke Besluiten door te voeren. Op termijn zouden die reglementaire wijzigingen gaan over de volgende begrippen:

– de identificatie van het goed moet precies, ondubbelzinnig en genormaliseerd gebeuren. Dat vereist het gebruik van genormaliseerde identificatiecodes tussen de verschillende pijlers en komt overeen met de introductie van het begrip PUR.

– die identificatiewijziging zal ook invloed hebben op het bepalen van het kadastraal inkomen. Momenteel wordt het vastgelegd per perceel; in de toekomst zou het kunnen steunen op de PUR.

– De voorafgaande identificatie is een nieuw begrip binnen de AAPD. Die bestaat erin het kadastraal perceel dat op het kadastraal plan wordt vermeld, bij te werken vóór het opstellen van de akte. Dit houdt in dat elk goed dat deel uitmaakt van een akte, een eigen identificatiecode moet hebben die wordt aangevraagd alvorens de akte op te stellen en die in de akte wordt gebruikt. Dit betreft dus goederen die geen identificatiecode hebben, zoals de kavels in een verkaveling, de verdeling van percelen, de herverkaveling, …

7 DIM

Het DIM (Document Input Management) project is een globaal project van de FOD Financiën dat betrekking heeft op het elektronisch beheer van alle documenten.

Op dit ogenblik bestaat er al een toepassing met de naam Dominique. Dit is een gecentraliseerd en geïntegreerd systeem voor Elektronisch Documentenbeheer (EDB). In het kader van het DIM-project zal het EDB gemigreerd worden om op een evenwichtige en samenhangende manier in de bestaande oplossingen geïntegreerd te worden. Dat alles zal moeten gebeuren in functie van de vorderingen van de geïntegreerde STIR- en STIPAD-projecten.

3 Partnerschappen

Om tot een kwaliteitsvolle gegevensuitwisseling tussen de verschillende partners te komen, zullen met hen akkoorden moeten worden afgesloten en zal een degelijk partnerschapbeheer moeten worden voorzien; Het concept van “authentieke” gegevensbron krijgt hier een belangrijke plaats, want het vormt het basisprincipe van de partnerschappen. Iedereen staat in voor zijn eigen gegevens en voor het beheer ervan. Daardoor worden dubbele gegevens weggewerkt en worden de taken verdeeld.

Daarentegen is het uitwerken van akkoorden een werk van lange adem. Misschien zal het niet mogelijk zijn om vanaf het begin van de CadGIS-implementatie tot een volledige samenwerking met de partners te komen.

De lijst van partners is niet volledig en moet in de toekomst nog worden bijgewerkt. Ook de verantwoordelijkheden liggen op dit ogenblik nog niet duidelijk vast.

We kunnen hier de volgende partners vermelden: de gewesten, het NGI, landmeters, notarissen, gemeenten, het vroegere NIS, privébedrijven en andere administraties.

1 De gewesten

De drie gewesten vormen essentiële partners voor de AAPD; hun eigen referentiebestanden zullen worden opgenomen in de externe AAPD-gegevens.

De behoeften van de 3 gewesten hebben betrekking op:

– de maximale beschikbaarheid van de patrimoniumgegevens

– de compatibiliteit van die gegevens met de gewestelijke gegevens en toepassingen (hetgeen een betere geografische superpositie en een gemeenschappelijk objectenwoordenboek vereist)

– uitwisselingen van bijwerkingsgegevens (win-win)

De gewesten zijn opgenomen in de URBAIN 2- en INSPIRE-projecten maar ook in de Strategis-commissie. Het gaat hier om een commissie die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de AAPD, het NGI, de 3 gewesten en Fedict en tot doel heeft de acties van de partners te coördineren voor het verzamelen, beheren en verspreiden van patrimoniuminformatie alsook een informatienetwerk op te zetten in een geest van samenwerking en gedecentraliseerde en gedeelde verantwoordelijkheid (zie AS-IS-document). De technische aspecten worden in werkgroepen onderzocht: bijvoorbeeld de geometrische verbetering van het plan in samenwerking met de gewesten, de samenstelling van een gemeenschappelijk woordenboek (adressen, gebouwen, …)

2 NGI

In juli 2004 werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het NGI voor het ontwikkelen van een federaal geografisch informatieplatform. Met die samenwerking wil men de geografische informatie beter benutten. In dit stadium gaat het om een intentieverklaring tot samenwerking.

Het NGI is vertegenwoordigd in de STRATEGIS-commissie en is betrokken bij de implementatie van het INSPIRE-project.

3 Landmeters

Landmeters zijn belangrijke partners voor de AAPD.

Plannen van landmeters en topografische opmetingen leveren gegevens op die in het toekomstige CadGIS moeten worden geïntegreerd. Een partnerschap voor gegevensuitwisseling is absoluut noodzakelijk voor beide partijen. Dit partnerschap wordt op dit ogenblik vastgelegd in een overeenkomst.

De overeenkomst is een akkoord tussen de Landmeter-Expert en de AAPD. Dat akkoord is facultatief en volstrekt niet bindend om het beroep van Landmeter-Expert uit te oefenen.

Met die overeenkomst verbindt de Landmeter-Expert er zich toe de plannen op te stellen volgens normen die de administratie in staat zullen stellen om ze optimaal te benutten, zowel op juridisch als op technisch vlak. Als tegenprestatie verbindt de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie er zich toe hem de toegang te verlenen tot een gedeelte van haar documentatie.

Anderzijds vertegenwoordigen de vereiste normen minimumcriteria inzake kwaliteit en presentatie.

De vereiste normen zijn drieërlei:

– technisch: communicatie van de coördinaten van de punten die op het plan vermeld staan om de geometrie ervan gemakkelijk terug te vinden en om het te koppelen aan het percelenplan.

– juridisch: de identificatie van de betrokken partijen is duidelijk aangegeven en indien mogelijk zal hun handtekening opgezocht worden om de informatie in juridische lagen onder te brengen.

– documentair: een kopie van het plan zal worden ondergebracht in de AAPD-archieven en worden geregistreerd in de “Landmeterplan”-databank die online kan worden geraadpleegd.

Dankzij de bestaande Samenwerkingsovereenkomst tussen de AAPD en de landmeters zal men de huidige diensten kunnen uitbreiden: raadpleging van het kadastraal plan op het internet, beheer van specifieke aanvragen, raadpleging van de databank van de landmeters en informatie-uitwisseling, alfanumerieke kadastrale informatie, …

Momenteel zijn ruim 1.000 landmeters-experten geconventioneerd (op een totaal van 2.000 landmeters-experten ingeschreven op het officiële tableau van de Federale Raad van landmeters-experten dat wordt bijgehouden door de Middenstand).

4 Koninklijke Federatie van Notarissen

Het opstarten van een partnerschap tussen de AAPD en de KFBN (Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen) is gepland in het kader van het Notariaat-project, dat als subproject van STIPAD werd gecreëerd.

De KFBN staat in voor de ontwikkeling en de implementatie van haar eigen interface in zijn omgeving. Volgende dienstverlening zal waarschijnlijk vereist zijn:

– raadpleging van de patrimoniumgegevens;

– aanvraag van certificaten of “patrimoniale” uittreksels;

– aanvraag van voorafgaande identificatie en van een eenmalige identificatie van een of meer onroerende goederen;

– het voorzien van een markering die aantoont dat het onroerend goed in behandeling is;

– controlemodule om de geldigheid van de akte te controleren.

De lijst is niet volledig maar bevat de basisdiensten ten behoeve van het notariaat.

5 Gemeenten

Gemeenten hebben een reële behoefte aan AAPD-gegevens. Vandaag krijgen ze van de AAPD de kadastrale legger van hun gemeente op cd-rom en een percelenplan op cd-rom en op papier om de kadastrale informatie ervan te kunnen raadplegen. Later zullen ze over die functionaliteit kunnen beschikken in de vorm van een internettoegang. De AAPD is niet wettelijk verplicht om die informatie aan de gemeenten te verstrekken.

De gemeenten staan in voor de stedenbouwkundige vergunningen en bouwvergunningen, het toekennen van straatnamen, huisnummers, …De URBAIN 2- en BeSt Address-projecten zullen hen toelaten om die gegevens gemakkelijker te beheren. De gemeenten zijn partners in die projecten. Ze zijn bij Koninklijk Besluit verplicht om alle fysieke eigendomswijzigingen mee te delen aan de AAPD.

De Verenigingen van Steden en Gemeenten

De contacten met de gemeenten worden geregeld via de Verenigingen van Steden en Gemeenten (3 gewestelijke verenigingen) die als belangrijkste opdracht hebben de gemeenten te helpen bij het vervullen van hun taken ten dienste van de burgers.

Rollen van de Vereniging van Steden en Gemeenten ten opzichte van de AAPD:

– steden en gemeenten doen dienst als technisch expert op meerdere vlakken.

– ze zijn een erkend gesprekspartner voor de inleidende besprekingen bij het opstarten van een nieuw project met betrekking tot verschillende gemeenten (multilateraal).

6 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (voormalig NIS)

Een samenwerkingsakkoord met de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (het vroegere NIS) wordt op dit ogenblik uitgewerkt.

Via het Osiris-project (valorisatieprogramma voor statistische informatie van de AAPD met het oog op onderzoek, beschreven onder punt 6.2.5) zal de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie beschikken over een koppeling met het Osiris-platform. De Patrimoniumdocumentatie heeft het immers nodig geacht:

– de inhoud van de databanken bruikbaar te maken als statistische tools

– na te gaan of er geen nieuwe variabelen kunnen worden aangemaakt op basis van reeds beschikbare gegevens, met het oog op beslissingsondersteuning voor het beheer van het grondgebied in ruime zin.

De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie is eveneens partner op het vlak van het INSPIRE-project.

Tussen de behoeften van de AAPD op het gebied van gegevens van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie vinden we de statistische buurten.

7 Privébedrijven

Privébedrijven kunnen AAPD-partners worden voor bepaalde informatie die voor hen specifiek is.

We denken hier aan:

– Fluxys, Elia (er bestaat vandaag een akkoord), NMP, …voor het beheer van ondergrondse bezittingen

– het spoorwegnet van de NMBS

– De Lijn, de STIB en de TEC voor het openbaar vervoernetwerk

– …

8 Andere administraties

Fedict (FOD voor Informatie- en Communicatietechnologie) treedt op als partner, daar hij instaat voor het ontwerp en de implementatie van e-government. Meer bepaald heeft hij als taak e-governmentprojecten voor de federale administratie voor te bereiden, uit te werken en te begeleiden.

Andere Federale Overheidsdiensten (FOD Binnenlandse Zaken, FOD Mobiliteit en Transport, …) en programmatorische diensten (BelSPO, KMI, …) kunnen in de toekomst eveneens partners worden.

Gegevens

1 Algemeen

In het kader van haar opdrachten moet de AAPD gegevens gebruiken, beheren en raadplegen die ofwel intern zijn, ofwel afkomstig zijn van externe gegevensbronnen. De strategie van de AAPD met betrekking tot gegevensbeheer bestaat erin zich toe te leggen op zijn "core business" (beheer van de documentatie over onroerende en roerende goederen) en de concepten van de "authentieke bron" en "only once" te hanteren.

De AAPD hoeft zich enkel te belasten met het beheer van gegevens waarvan ze de " authentieke bron" is en van de gegevens waarvoor geen enkele externe (authentieke) gegevensbron kon worden bepaald of waarvoor de beschikbare gegevens niet voldoen aan de vereiste criteria (kwaliteit, beschikbaarheid, periodiciteit van de bijwerking, …) voor de werkzaamheden van de AAPD.

De gegevens die afkomstig zijn van externe bronnen moeten het voorwerp kunnen uitmaken van een wijzigings- of verbeteringsvoorstel vanwege de AAPD aan de partner die er de authentieke bron van is. Dat zal het geval zijn wanneer een incoherentie of vergissing wordt vastgesteld door een ambtenaar. Dat voorstel kan worden verwezenlijkt via een rechtstreekse toegang tot de externe gegevens, of eventueel tot een afspiegeling van die externe gegevens bij de AAPD.

Dit hoofdstuk is gewijd aan de beschrijving van de gegevens en bestaat uit 2 hoofdgedeelten: de gegevens die specifiek zijn voor de AAPD en de externe gegevens die ze in het kader van haar opdracht gebruikt. Elk hoofdgedeelte is op zijn beurt onderverdeeld in 2 subcategorieën in functie van het alfanumerieke of ruimtelijke karakter van de gegevens. De alfanumerieke kenmerken van de gegevens worden behandeld in het STIPAD-project en de ruimtelijke kenmerken in het CadGIS-project.

2 Gegevens die specifiek zijn voor de AAPD

De gegevens in dit gedeelte betreffen alleen de entiteiten die de AAPD heeft geïdentificeerd als objecten waarvan de ruimtelijke kenmerken intern moeten worden beheerd. Die objecten vertonen alfanumerieke kenmerken en ruimtelijke kenmerken; in dit hoofdstuk werd ervoor geopteerd om in eerste instantie de diverse objecttypes – deel "Inventaris van de gegevens" – voor te stellen, hun kenmerken zullen vervolgens ofwel in het "alfanumérieke" gedeelte ofwel in het “geografische" gedeelte worden gedetailleerd.

Anderzijds worden documenten die afkomstig zijn van externe of interne partners eveneens als specifieke gegevens van de AAPD beschouwd en zullen ze in het systeem worden geïntegreerd;

1 Inventaris van de gegevens

De gegevens werden opgedeeld in verschillende "gegevenssets". Die gegevenssets beantwoorden aan een logische groepering van de gegevens in functie van hun thematiek.

1 Gegevensset “Onroerende goederen”

De AAPD wordt momenteel beschouwd als authentieke bron voor de onroerende goederen. Die goederen kunnen in 3 grote types worden onderverdeeld: terreinen, gebouwen en materieel en gereedschap. Voor haar interne behoeften moeten die types van goederen ofwel in unitaire entiteiten (PUR) worden onderverdeeld, ofwel op logische manieren worden gegroepeerd: kadastrale percelen, exploitatie-eenheden, appartementsgebouwen, enz.

De elementaire entiteit die wordt gehanteerd voor het beheer van de gegevens over onroerende goederen is de PUR: Patrimonial Unit of Real estate.

De andere soorten objecten die door de AAPD worden beheerd, stemmen overeen met:

– ofwel een specialisatie van die entiteiten:

∙ PUR-terrein;

∙ PUR-deel terrein;

∙ PUR-gebouw;

∙ PUR-deel gebouw

– ofwel een logische groepering van die entiteiten:

∙ exploitatie-eenheden,

∙ kadastrale percelen (het kadastraal perceel blijft een specifieke entiteit uitmaken)

|Object |Omschrijving |

|PUR |De patrimoniumentiteit is elk onroerend object of gedeelte daarvan dat noodzakelijk is om de |

| |opdrachten van de AAPD uit te voeren. |

|PUR-terrein |De PUR-terrein is de PUR met betrekking tot het erf. |

|PUR-deel terrein |De PUR-deel terrein is een onderdeel van de PUR-terrein dat voor fiscale behoeften werd aangemaakt |

| |(bv.: onteigende en niet-afgebakende zone – perceelzone die gedeeltelijk door een polder wordt |

| |ingenomen). |

|Perceel |Het kadastraal perceel wordt omschreven als een eigendomseenheid bestaande uit een onroerend goed of|

| |een geheel van onroerende goederen die, binnen éénzelfde kadastrale administratieve |

| |territoriumeenheid, bijdragen tot eenzelfde aanwending of bestemming en waarvoor een eenvormigheid |

| |van rechten geldt. |

|PUR-gebouw |De PUR-gebouw is de PUR met betrekking tot het gebouw |

|PUR-deel gebouw |De PUR-deel gebouw is een onderdeel van een PUR-gebouw. Voorbeeld: een appartement in een |

| |flatgebouw. |

|Litera |De litera vertegenwoordigt een van de opgedeelde delen van een gebouw in een schattingsdocumentatie |

|Eigendomsgrenspaal |Paal die de grens van een eigendom aangeeft |

2 Gegevensset ”Administratieve zones van het land”

Het beheer van de administratieve zones van het land is een van de specifieke opdrachten van de AAPD. Het omvat onder meer het beheer van de bijhorende grenspalen. Deze problematiek houdt gedeeltelijk verband met het Euroboundaries-project.

Hierna volgt een niet-exhaustieve lijst van administratieve zones die door de AAPD moeten worden beheerd:

|Object |Omschrijving |

|Gemeente |De gemeente is de kleinste administratieve onderverdeling van het Belgisch grondgebied. |

| |België is verdeeld in 589 gemeenten die het hele grondgebied bestrijken. |

|Provincie |Het Vlaamse en het Waalse Gewest zijn verdeeld in 10 provincies bestaande uit gemeenten. Het |

| |Brussels Hoofdstedelijk Gewest is niet verdeeld in provincies maar enkel in gemeenten. |

|Gewest |Het land is verdeeld in 3 gewesten. Dit begrip houdt verband met het territorium; de gewesten zijn |

| |samengesteld uit de gemeenten. |

|Land |Het land vertegenwoordigt het grondgebied van de Belgische Staat. |

|Administratieve grenspaal |Paal die de grens van een administratieve zone (gemeente, provincie, gewest of land) aangeeft. |

4 Gegevensset “Administratieve of technische zones van de AAPD”

Voor de behoeften op het vlak van waardering en beheer en voor de verdeling van de territoriale bevoegdheden is het grondgebied opgedeeld in subgedeelten: divisie, sectie, zones voor de bepaling van de onroerende waarden, enz.

|Object |Omschrijving |

|Administratief beheer: | |

|Centrum |De pijler Opmetingen & Waarderingen is verdeeld in 10 centra verspreid over het land die het |

| |kadastraal plan beheren en de waarderingen uitvoeren. |

|Antenne |Of team. De antenne is een onderverdeling van de centra. |

|Technisch beheer: | |

|Afdeling |De gemeenten zijn verdeeld in kadastrale afdelingen. Ze vertegenwoordigen de vroegere gemeenten. |

|Sectie |De kadastrale afdelingen zijn onderverdeeld in kadastrale secties. |

|Planblad |De kadastrale secties zijn onderverdeeld in kadastrale planbladen die het basisnetwerk van het land |

| |uitmaken. Ze bevatten de kadastrale percelen/gebouwen. |

|Situatie |Zone voor de bepaling van de onroerende waarden |

|Polder en watering |Een polder is een kunstmatige grondoppervlakte waarvan het niveau lager ligt dan het zeeniveau. |

| |Watering heeft betrekking op het netwerk van grachten en ontwateringsinstallaties bestemd voor het |

| |droogleggen van laagveen, vochtige of vaak onder water staande zones in kustvlakten onder |

| |vloedniveau (polders). |

| |Die zones maken het voorwerp uit van een specifieke berekening voor het bepalen van de kadastrale |

| |inkomens. |

|Kadastrale Plaatsnaam |Afgebakende zone die een weinig uitgestrekte en niet altijd bewoonde plaats vertegenwoordigt die een|

| |plaatsnaam draagt. Ze onderscheidt zich van gehuchten die door de gemeenten en de namen in |

| |samenwerking met de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie worden beheerd. |

| |In Best zal elk gehucht een adres bezitten. |

|Vast punt |De vaste punten zijn de punten vermeld in het kadastraal referentiebestand die dienen als referentie|

| |voor het verbeteren van het percelenplan. |

2 Alfanumerieke kenmerken

Een groot gedeelte van de objecten die in de bovenstaande gegevenssets vermeld staan, zijn opgenomen in het PATRIS-gegevensmodel – zie STIPAD-project. Dat model is beschikbaar in het document ProjectReportUni_Patris_package.html en zal ongetwijfeld moeten worden aangepast.

Die aanpassing betreft:

– De toevoeging van nieuwe objecten,

– De aanpassing van bestaande objecten

1 Onroerende goederen

|Object |Alfanumerieke beschrijving |

|PUR |De KPur-klasse vertegenwoordigt de PUR en de beschrijving ervan bevindt zich in KPurDescription. |

| | |

| |KPurRelation vertegenwoordigt de relatie die tussen de verschillende PUR’s bestaat. Bijvoorbeeld: het|

| |gebouw “is gelegen” op een terrein, een appartement “is in” een flatgebouw, … |

| | |

| |KDenomination: met deze klasse kan een PUR worden benoemd. Een PUR kan verschillende courante |

| |benamingen hebben. De benaming stemt overeen met een woonplaatsnaam. Een flatgebouw kan meerdere |

| |woonplaatsnamen hebben. |

| | |

| |KBijkomendInformation vertegenwoordigt de referenties naar informatie die niet in Patris opgeslagen |

| |is. Het betreft bijvoorbeeld foto’s, landmeterplans, … Het zal de datum, de beschrijving, … bevatten.|

| |Er is geen historiciteit voorzien, elke nieuwe informatie wordt toegevoegd aan de lijst van bestaande|

| |informatie, zonder schrapping. |

| | |

| |KInformationGeographique vertegenwoordigt de koppeling met CadGIS. |

|PUR-terrein |De KTerrain-klasse vertegenwoordigt de PUR-terrein. De beschrijving ervan bevindt zich in |

| |KTerrainDescription. |

| | |

| |KSurface: met deze klasse kan de oppervlakte van een terrein-PUR worden bepaald. Ze vertegenwoordigt |

| |de theoretische oppervlakte van het vroegere perceel. |

| | |

| |KNonBati groepeert KDeelTerrain en KTerrain. |

|PUR-deel terrein |De klasse KDeelTerrain vertegenwoordigt de PUR-deel terrein. De beschrijving ervan bevindt zich in |

| |KDeelTerrainDescription. |

| | |

| |KDeelTerrain kan aan één slechts KTerrain worden gekoppeld. |

| | |

| |KNonBati groepeert KDeelTerrain en KTerrain. |

|Perceel |De KParcelleCadastrale-klasse vetegenwoordigt het kadastraal perceel. |

| | |

| |De KParcelleCadastraleInformation-klasse omvat de koppeling tussen de aanvullende informatie over het|

| |perceel en de tabel van bijkomende informatie die men over een perceel kan verstrekken. |

| | |

| |Met de KParcelleCadastraleDescriptionVlan-klasse kan een kadastraal perceel worden afgebakend. Elke |

| |nieuwe beschrijving gebeurt via een proces. Elke beschrijving stemt overeen met een nieuwe invoer met|

| |een nieuwe ID. |

|PUR-gebouw |De KBatiment-klasse vertegenwoordigt de PUR- gebouw en KBatimentDescription de beschrijving ervan. |

| | |

| |KBatimentDescriptionVersion |

| | |

| |KConstruction groepeert KBatiment en KDeelBatiment. |

|PUR-deel gebouw |De KDeelBatiment-klasse vertegenwoordigt de PUR-deel gebouw en KDeelBatimentDescription de |

| |beschrijving ervan. |

| | |

| |KDeelBatiment kan aan slechts één KBatiment worden gekoppeld. |

| | |

| |KDeelBatimentDescriptionVersion |

| | |

| |KConstruction groepeert KBatiment en KDeelBatiment. |

|Litera |Met de KLitera-klasse kan een deel van een PUR worden beschreven tijdens waarderingsproces 12.2. |

| | |

| |Die informatie wordt bewaard op het niveau van de KLiteraDescription en vervolgens opgenomen in de |

| |KliteraDescriptionVersion-historisatie: |

| |Met de KLiteraDescription-klasse kan de tijdens een waarderingsproces 12.2 verrichte beschrijving van|

| |een litera worden gedocumenteerd. Een "LiteraDescription" wordt aan slechts één litera gekoppeld en |

| |vertegenwoordigt de laatste versie van de beschrijving van de litera. |

| |KLiteraDescriptionVersion: bevat alle opeenvolgende beschrijvingen die aan dezelfde litera zijn |

| |gegeven. Een "LiteraDescriptionVersion" wordt gekoppeld aan het waarderingsdossier: een aantal |

| |LiteraDescriptionVersion worden gebruikt voor een bepaalde PUR die in een 12.2-dossier wordt |

| |gewaardeerd. |

|Eigendomsgrenspaal |De eigendomsgrenspaal heeft geen alfanumerieke voorstelling – hij bestaat dus niet in Patris. |

2 Administratieve zones van het land

|Object |Alfanumerieke beschrijving |

|Gemeente |De gemeente wordt in Patris beschreven door de KCodeNisCommune-klasse. Ze omvat voornamelijk de |

| |NIS-code en de naam van de gemeente. |

| | |

| |De (theoretische) oppervlakte van de gemeente is een van de vereiste gegevens. Momenteel is ze |

| |gebaseerd op de som van de oppervlakten van de afdelingen van de gemeente, verbeterd met een factor.|

| |Dat gegeven zal in Patris moeten worden voorzien. |

| | |

| |De taalcode kan worden gevonden via de KCodeRegimeTaal-klasse. |

| | |

| |De code van de provincie die momenteel in CadMap bestaat, kan worden gevonden via een koppeling |

| |tussen de gemeenten en de provincies. |

|Provincie |Momenteel bestaat er geen “provincie”-object in Patris. We stellen voor een object met de volgende |

| |kenmerken aan te maken: |

| |Unieke identificatiesleutel |

| |Code van de provincie |

| |Naam van de provincie |

| |… |

|Gewest |Momenteel bestaat er geen “gewest”-object in Patris. We stellen voor een object met de volgende |

| |kenmerken aan te maken: |

| |Unieke identificatiesleutel |

| |Code van het gewest |

| |Naam van het gewest |

| |… |

|Land |Momenteel bestaat er geen “land”-object in Patris. We stellen voor een object aan te maken met de |

| |kenmerken die gekoppeld zijn aan degene die in de structuur van het Euroboundaries-project zullen |

| |worden vastgelegd. |

|Administratieve grenspaal |Momenteel bestaat er geen “administratieve grenspaal”-object in Patris. We stellen voor een object |

| |met de vereiste kenmerken aan te maken.  |

3 Administratieve en technische zones van de AAPD

|Object |Alfanumerieke beschrijving |

|Administratief beheer: | |

|Centrum |Momenteel bestaat er geen “centrum”-object in Patris noch in CadMap. We stellen voor een object met |

| |de volgende kenmerken aan te maken: |

| |Unieke identificatiesleutel |

| |Nummer van het centrum |

| |Adres |

| |Verantwoordelijke(n) |

| |Telefoon, fax |

| |Specialiteit(en) |

| |Aantal ambtenaren |

| |… |

|Antenne |Momenteel bestaat er geen “antenne”-object in Patris. De aanmaak ervan is voorzien, waarvoor we de |

| |volgende kenmerken voorstellen: |

| |Unieke identificatiesleutel |

| |Nummer van de antenne |

| |Adres |

| |Verantwoordelijke(n) |

| |Telefoon, fax |

| |Specialiteit(en) |

| |ambtenaren |

| |… |

|Technisch beheer: | |

|Afdeling |De afdeling wordt in Patris beschreven aan de hand van de KCodeDivisionCadastre-code, die |

| |hoofdzakelijk bestaat uit de code van de afdeling, de gemeente waarvan ze deel uitmaakt en de |

| |beschrijving ervan. |

| | |

| |De (theoretische) oppervlakte van de afdeling is een van de vereiste gegevens. Momenteel is ze |

| |gebaseerd op de som van de oppervlakten van de percelen van de afdeling, verbeterd met een factor. |

| | |

| |De taalregeling van de afdeling wordt in Patris voorgesteld door KcodeTaalRegime. |

|Sectie |In Patris stelt “tSect” de sectie voor in de KParcelleCadastrale-klasse. |

|Planblad |In Patris stelt “tPlnBlad” het planblad voor in de KInformationGeographique-klasse die zal dienen om|

| |de koppeling met CadGIS aan te maken. |

|Toestand |In Patris is een toestandsvariabele voorzien voor de berekening van het kadastraal inkomen |

| |(huurwaardebasis in 1975). |

| | |

| |Er zullen twee bijkomende situatievariabelen moeten worden voorzien: huurwaarde op actuele datum en |

| |handelswaarde. |

| | |

| |Anderzijds zullen ook de begrippen kantoor, normaal gebouw en appartementen voor die 3 |

| |situatievariabelen moeten worden voorzien. |

|Polder en watering |In Patris bevat de tabel KCodePolWa de lijst van de verschillende polders en wateringen van elke |

| |kadastrale afdeling. |

| | |

| |Het veld lnkKCodeDivisionCadastre: via deze link kan worden bepaald op welke kadastrale afdeling de |

| |polder en watering voorkomt. Die informatie (de kadastrale afdeling) en de identificatiecode van de |

| |polder (KCodePolWa) zullen naderhand worden gebruikt om het kadastraal inkomen aan de hand van de |

| |referentietabellen te bepalen. |

|Plaatsnaam |Momenteel bestaat er geen “plaatsnaam”-object in Patris. We stellen voor een object met de volgende |

| |kenmerken aan te maken: |

| |Unieke identificatiesleutel |

| |Code van het plaats |

| |Naam van het plaats |

| |… |

|Vast punt |Momenteel bestaat er geen “vast punt”-object in Patris. Er zal een analyse over de behoefte en de |

| |kenmerken ervan moeten worden verricht. |

3 Geografische kenmerken

Een van de doelstellingen van CadGIS bestaat erin te beantwoorden aan de problematiek van het lokaliseren en identificeren van objecten die door de AAPD worden beheerd of gebruikt. Het is dan ook essentieel om te bepalen voor welk van die verschillende objecten “geolokalisatie” vereist is voor de werkzaamheden van de AAPD en hoe nauwkeurig de geometrische beschrijving van die objecten moet zijn.

Door er opnieuw van uit te gaan dat een GIS altijd een model van de realiteit weerspiegelt, stelt het een onvolmaakt subgeheel van die realiteit voor. Een subgeheel omdat men niet alles kan voorstellen, zodat men moet kiezen welke geografische entiteiten relevant zijn. Onvolmaakt omdat men de realiteit altijd moet vereenvoudigen.

Daarom blijkt het primordiaal om na te gaan welke geografische entiteiten relevant zijn voor de taken van de AAPD en in hoeverre de realiteit moet worden vereenvoudigd voor de voorstelling (de geometrische omschrijving) van die entiteiten.

Dit hoofdstuk verschaft elementen om die vragen te beantwoorden in de vorm van:

– een inventaris van de entiteiten die relevant zijn voor de AAPD;

– de geometrische beschrijvingsgraad van de objecten;

– de nauwkeurigheidsgraad bij het lokaliseren van de objecten.

Referentiesysteem:

Alle geografische gegevens zullen van een geografische referentie moeten worden voorzien in het officieel Belgisch geografisch coördinatenstelsel, terwijl de coördinaten in het oorspronkelijke coördinatenstelsel tevens zullen moeten worden bewaard.

Kenmerken van de geografische objecten:

1 Onroerende goederen

In eerste instantie zullen die eenheden worden aangemaakt op basis van de geometrische beschrijvingen die momenteel worden gebruikt in het kadastraal percelenplan (perceel- en gebouwlagen). Daarna (tijdens het bijwerken) zullen die beschrijvingen moeten worden afgestemd op de gemeenschappelijke definitie die door de AAPD en zijn partners werd opgesteld.

|Object |Geometrische beschrijving |

|PUR |De PUR is een abstracte klasse zonder ruimtelijke voorstelling. |

|PUR-terrein (B CaPa) |De PUR-terrein is een deel van het grondgebied dat het perceel op het percelenplan voorstelt. Die |

| |geometrie zal worden gereconstrueerd op basis van de gegevens van het kadastraal percelenplan – B |

| |CaPa-laag. |

| |Opmerking: we moeten beschikken over de oppervlakte (aard, inhoud, …), de grenzen (mandeligheid, |

| |technische en juridische kwaliteit, …), de hoogtepunten (kwaliteit, grenspalen, …) |

|PUR-deel terrein |Momenteel wordt niet overwogen om een ruimtelijke voorstelling van dit object te voorzien. |

|Perceel |De ruimtelijke voorstelling van het perceel gebeurt via het PUR-terrein (B CaPa) object dat |

| |overeenkomt met het perceel. |

|PUR-gebouw |Deze geometrie zal worden gereconstrueerd op basis van de gegevens van het kadastraal percelenplan – |

| |B CaBu-laag (aangemaakt volgens de IGM-regels). Bij die migratie zullen alle gebouwen (B CaBu) die op|

| |een perceel (AS IS) aanwezig zijn, aan slechts één PUR-gebouw worden gekoppeld. |

| |Opmerking: we moeten beschikken over de oppervlakte (type, …), de grenzen (mandeligheid, technische |

| |en juridische kwaliteit, …), de hoogtepunten (kwaliteit, …) |

|PUR-deel gebouw |Momenteel wordt niet overwogen om een ruimtelijke voorstelling van dit object te voorzien. |

| Litera |Subgedeelte van een gebouw dat met het oog op waardering is aangemaakt. |

| |Voorbeeld: hoofdgedeelte = "litera A" + veranda = "litera B" |

2 Administratieve zones van het land

|Object |Geometrische beschrijving |

|Gemeente |De gemeente is een deel het grondgebied dat ruimtelijk wordt voorgesteld op basis van de catalogus |

| |van algemene lijnen (GeLi), waarvan het type overeenkomt met GeLiTy = MU in CadMap. In haar |

| |eenvoudigste gedaante vormt de gemeente een gesloten veelhoek, maar in haar meest complexe gedaante |

| |kan ze bestaan uit meervoudige vlakken of veelhoeken. In de vlakken kunnen er zich gaten en gaten in|

| |gaten bevinden. |

| | |

| |Aangezien het gaat om een administratieve grens, is de technische maar vooral juridische kwaliteit |

| |van de grenzen en hoogtepunten een bijzonderheid die voor dat object absoluut noodzakelijk is. |

|Provincie |De provincie is een deel van het grondgebied bestaande uit gemeenten. De ruimtelijke voorstelling |

| |ervan zal worden gemaakt op basis van de gemeentegrenzen, zoals hierboven beschreven. |

| | |

| |Aangezien het gaat om een administratieve grens, is de technische maar vooral juridische kwaliteit |

| |van de grenzen en hoogtepunten een bijzonderheid die voor dat object absoluut noodzakelijk is. |

|Gewest |Het gewest is een deel van het grondgebied bestaande uit gemeenten. De ruimtelijke voorstelling |

| |ervan zal worden gemaakt op basis van de gemeentegrenzen, zoals hierboven beschreven. |

| | |

| |Aangezien het gaat om een administratieve grens, is de technische maar vooral juridische kwaliteit |

| |van de grenzen en hoogtepunten een bijzonderheid die voor dat object absoluut noodzakelijk is. |

|Land |Het land vormt het volledige nationale grondgebied. De ruimtelijke voorstelling ervan zal worden |

| |gemaakt op basis van de gemeentegrenzen, zoals hierboven beschreven. |

| | |

| |Aangezien het gaat om een administratieve grens, is de technische maar vooral juridische kwaliteit |

| |van de grenzen en hoogtepunten een bijzonderheid die voor dat object absoluut noodzakelijk is. Het |

| |bepalen van de grenzen en hoogtepunten ervan maakt deel uit van het EuroBoundaries-project dat |

| |momenteel op stapel staat en dat uiteindelijk zal uitmonden in een geometrisch én wettelijk geheel |

| |van referentiegegevens. |

3 Administratieve en technische zones van de AAPD

|Object |Geometrische beschrijving |

|Administratief beheer: | |

|Centrum |Het centrum vormt het deel van het grondgebied dat het binnen de AAPD zelf beheert. Dit object |

| |bestaat nog niet, het zal moeten worden aangemaakt op basis van de antennes of afdelingen waaruit |

| |het bestaat. |

| | |

| |Het zal worden weergegeven door de grenzen van de polygoon en door een punt dat het adres van het |

| |centrum zelf voorstelt. Dat biedt de mogelijkheid om thematische kaarten aan te maken in functie van|

| |diverse alfanumerieke en ruimtelijke criteria over het centrum. |

|Antenne |De antenne vormt het deel van het grondgebied dat het binnen de AAPD zelf beheert. Dit object |

| |bestaat nog niet, het zal moeten worden aangemaakt op basis van de divisies waaruit het bestaat. |

| | |

| |Het zal worden weergegeven door de grenzen van de polygoon en door een punt dat het adres van de |

| |antenne zelf voorstelt. Dat biedt de mogelijkheid om thematische kaarten aan te maken in functie van|

| |diverse alfanumerieke en ruimtelijke criteria over de antenne. |

|Technisch beheer: | |

|Afdeling |De afdeling is een deel van het grondgebied en wordt ruimtelijk voorgesteld op basis van de B |

| |CaDi-laag, die momenteel de kadastrale afdeling in CadMap vertegenwoordigt. In de catalogus van |

| |algemene lijnen voldoet de afdelingsgrens aan het type GeLiTy = DI. |

|Sectie |De sectie is een deel van het grondgebied en wordt ruimtelijk voorgesteld op basis van de B |

| |CaSe-laag, die momenteel de kadastrale sectie in CadMap vertegenwoordigt. In de catalogus van |

| |algemene lijnen voldoet de sectiegrens aan het type GeLiTy = SE. |

|Planblad |Een planblad is een deel van het grondgebied en wordt ruimtelijk voorgesteld op basis van de B |

| |CaSh-laag, die momenteel het kadastraal blad in CadMap vertegenwoordigt. |

| | |

| |Aangezien het gebruik van het begrip planbladen nog vereist zal zijn in CadGIS, zullen de grenzen |

| |moeten worden aangemaakt. De planbladen, die zich momenteel in CadMap bevinden, vormen afzonderlijke|

| |bestanden. |

|Situatie |De situatie is een deel van het grondgebied dat wordt gebruikt om onroerende waarden te bepalen. Dit|

| |object bestaat nog niet en zal dus moeten worden aangemaakt. |

|Polder en watering |De ruimtelijke voorstelling van de polders en wateringen gebeurt op basis van de catalogus van |

| |algemene lijnen (B GeLi), waarvan het type voldoet aan GeLiTy = PW in CadMap. |

|Plaatsnaam |De Plaatsnaam is een deel van het grondgebied en wordt ruimtelijk voorgesteld op basis van de |

| |catalogus van algemene lijnen (B GeLi), waarvan het type voldoet aan GeLiTy = PL in CadMap. |

|Vast punt |Momenteel bestaat geen “vast punt”-object in CadMap. Dit object zal moeten worden aangemaakt. |

3 Gegevens gebruikt door de AAPD

De AAPD moet gebruik kunnen maken van informatie die niet in rechtstreeks verband staat met haar documentatie maar noodzakelijk of gewoon nuttig is om haar diverse taken uit te voeren.

Die informatie moet in de eerste plaats worden verkregen van de leverancier van de gegevens: de authentieke bron als ze bestaat, de eigenaar van de gegevens of van de leverancier die het best aan de behoeften van de AAPD voldoet. Als die gegevens niet kunnen worden verkregen van een externe leverancier of als de beschikbare gegevens niet voldoen aan de behoeften van de AAPD, moeten die gegevens worden beheerd door de AAPD (aanmaak, bijwerking, beheer, …).

Om die gegevens correct te kunnen gebruiken, moet de AAPD er toegang toe hebben (zie Verzameling van terreingegevens – 8.2 en Verwerving 8.3) en de gegevens die haar ter beschikking worden gesteld correct kunnen interpreteren. Die inlichtingen worden normaal gezien door de leverancier in zijn gegevenscatalogus verstrekt. Als die informatie niet voorhanden is, zal de AAPD de overeenkomstige metagegevens zelf moeten aanvullen.

Die catalogus voor de externe gegevens moet de AAPD in staat stellen om:

- te weten te komen welke bronnen haar ter beschikking worden gesteld;

- te bepalen of ze op afdoende wijze aan haar behoeften voldoen. Men moet er het antwoord vinden op de belangrijkste vragen over de inhoud en structuur van de gegevens, over de geldigheid, betrouwbaarheid en potentiële toepassingen ervan en over de manier van handelen om er toegang toe te krijgen

1 Referentiebestanden van het NGI en van de gewesten

Het NGI en de gewesten hebben, elk van hun kant, verschillende referentiebestanden aangemaakt die de AAPD kunnen benutten:

|Object |Omschrijving |

|NGI |databank en topografische kaarten van het NGI |

|URBIS |Brussels Urban Information System omvat alle geografische en alfanumerieke databanken die specifiek |

| |zijn voor het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |

|PICC |Projet Informatique de Cartographie Continue vormt de grootschalige topografische basiskaart van het|

| |Waalse Gewest. |

|PPNC |Het Plan Photographique Numérique Communal is een orthofotoplan in kleur dat het volledige Waalse |

| |Gewest bestrijkt met een reeks van 3.664 beeldbestanden: die rechthoekige bestanden van elk 5 km² |

| |worden naast elkaar geplaatst volgens een assemblagerooster dat identiek is aan dat van de platen |

| |van het NGI. |

|GRB |Grootschalig Referentie Bestand, ontwikkeld door het Vlaamse Gewest. |

|Orthofoto’s |Orthofoto’s zijn luchtfoto’s waarvan de systematische vervormingen werden gecorrigeerd (die |

| |vervormingen zijn het gevolg van de centrale projectie, het reliëf en het feit dat de as van de |

| |opnames niet perfect verticaal is). Orthofoto’s kunnen onder meer worden gebruikt als |

| |basisinformatie en voor de opmeting van percelen. |

| |Die gegevens zijn afkomstig van het NGI en van de gewesten. |

2 Adressen

Er is een tekortkoming op het niveau van de authentieke bronnen voor adressen in België. Er bestaat immers geen exhaustieve catalogus van straten en wegen van het land. Het Rijksregister, bijvoorbeeld, heeft alleen betrekking op de straten waar bewoners zijn aangegeven en biedt niet de mogelijkheid om elke straat geografisch te lokaliseren, waardoor verwarring kan ontstaan als meerdere straten van één gemeente dezelfde naam hebben. In deze context werd het BeSt (Belgian Street) project op touw gezet.

3 Wegennetten

De AAPD heeft een wegennet nodig om hetzij de geografische opzoeking van een adres, hetzij de lokalisatie per adres of de geocodering te vergemakkelijken. De assen en straatnamen evenals de ruimtelijke voorstellingen ervan moeten beschikbaar zijn in het GIS.

Om aan die behoefte te voldoen kan de AAPD een beroep doen op een van de reeds beschikbare leveranciers op de markt om het gebrek aan “authentieke bronnen” te verhelpen. Die leverancier zal de alfanumerieke en ruimtelijke gegevens moeten bijhouden en regelmatige bijwerkingen moeten voorzien.

Om een volledige alfanumerieke en ruimtelijke oplossing te bekomen, denken we dat men over verschillende unieke bronnen moet beschikken. Naargelang van de behoeften van de AAPD wat de nauwkeurigheid en gedetailleerdheid betreft, zullen ze moeten worden gecombineerd omdat ze niet allemaal de volledige voorstelling van de straatassen bevatten. De volgende gegevensbronnen zijn mogelijk: BeSt, CRAB, NGI en de Atlas der buurtwegen.

4 Hydrologische netwerken

Om een volledige alfanumerieke en ruimtelijke oplossing voor het hydrologisch netwerk te bekomen, denken we dat men over verschillende unieke bronnen moet beschikken. Naargelang van de behoeften van de AAPD wat de nauwkeurigheid en gedetailleerdheid betreft, zullen ze moeten worden gecombineerd omdat ze verschillende voorstellingen bevatten (assen, oevers, …).

De volgende gegevensbronnen zijn mogelijk: NGI (HYDRONET-netwerk en Atlas der waterlopen).

5 Administratieve gegevensets

|Object |Omschrijving |

|Atlas der waterlopen |De atlas der onbevaarbare waterlopen beschrijft de oppervlaktewaterlopen die onderworpen zijn aan de|

| |wet op de onbevaarbare waterlopen, dus ten aanzien waarvan de beheerder, die hij identificeert, |

| |beheersverplichtingen heeft, en ten aanzien waarvan ook de aanwonende verplichtingen heeft. Hij valt|

| |onder provinciale bevoegdheid. |

| |De atlas der onbevaarbare waterlopen werd in de jaren ’50 door de gemeenten samengesteld. Hij bevat |

| |documenten die de waterlopen en bijhorende kunstwerken kunnen beschrijven: algemene plannen per |

| |gemeente, beschrijvende tabellen en detailplans. Momenteel vormt hij het referentiedocument voor de |

| |beheerders van de waterlopen. |

| | |

| |In Wallonië staat momenteel een project voor de digitalisering van het volledig hydrografisch |

| |netwerk op stapel. Het is gebaseerd op de NGI-kaarten en zal conform zijn aan de bestaande atlas. |

|Atlas der buurtwegen |Een openbare weg behoort tot de buurtwegen indien hij is ingeschreven in de atlas der buurtwegen. |

| |Die atlas bevat de plans en kenmerken van de buurtwegen. Hij valt onder provinciale bevoegdheid. |

| | |

| |De wet van 10 april 1840 op de buurtwegen verplichtte tot het samenstellen van een atlas der |

| |buurtwegen in elke gemeente, waardoor er een eigendomsrecht van het wegennet tot stand kwam ten |

| |gunste van de gemeenten en waardoor die wegen onverjaarbaar werden zolang ze van openbaar nut |

| |blijven. |

| | |

| |De atlassen worden bewaard door de betrokken gemeente- en provinciebesturen. Ze bestaan uit een |

| |algemene kaart, detailplans op schaal 1/2.500 en tabellen waarin de kenmerken zijn vermeld (lengte, |

| |breedte, verantwoordelijke voor het onderhoud, …). |

| | |

| |De wetgever voorzag het bijwerken van de documenten niet. Sommige gemeenten hebben ze gescand en |

| |soms van geografische referenties voorzien, maar op dat vlak is er geen eenvormigheid. |

|Natura 2000-zones |Natura 2000 is het Europees netwerk van beschermde gebieden. |

|Regionale en gemeentelijke |De verordenende bestemmingskaarten hebben onder meer tot doel de bodembestemmingen te bepalen |

|verordenende bestemmingskaarten |(Gewestplannen, ROP’s, RUP’s, …). |

|… | |

4 Kadastraal referentiebestand

Het kadastraal referentiebestand is een reeks gegevens die door de AAPD zijn aangemaakt en/of verzameld om de voorstelling van het kadastraal percelenplan te verbeteren en de oorsprong en kwaliteit van de elementen van het kadastraal plan te registreren. Het zal onder meer bestaan uit elementen die afkomstig zijn van het kadastraal referentiebestand AS-IS.

5 Diverse documenten

Verschillende documenten afkomstig van partners moeten binnen de eigen gegevens van de AAPD kunnen geïntegreerd worden.

Het verwervingssysteem wordt uiteengezet in punt 8.3 van de Functionaliteiten en verwerkingen. Die documenten zullen eerst geregistreerd moeten worden, waarna ze conform zullen worden gemaakt en aan een kwaliteitscontrole zullen worden onderworpen. Het controleren en conform maken verschilt in functie van het soort document.

Het gaat om de volgende documenten:

|Document |Beschrijving |

|Topografische opmeting |Met topografische opmetingen bedoelt men zowel opmetingen door externen (metingen door landmeters |

| |uit de privésector, metingen door overheidsdiensten, enz.) als door de diensten van de AAPD. |

|Fotogrammetrische opmeting |CadGIS moet het document afkomstig van een reconstructie van fotogrammetrische vluchten kunnen |

| |beheren (met uitsluiting van de reconstructie zelf). |

|Rastergegevens |Met rastergegevens bedoelt men foto’s, orthofoto’s, ingescande plannen, ... |

|Landmeterplan |De landmeters behoren tot de bevoorrechte partners van de Patrimoniumdocumentatie. Ze spelen een |

| |vooraanstaande rol bij de verzameling van geografische informatie op het terrein. De door de |

| |landmeter verzonden informatie, een topografische opmeting of een meting, neemt diverse vormen aan: |

| |papieren plan als bijvoegsel bij een akte, een door de AAPD gestandaardiseerd bestand (ASCII, |

| |LandXML, GML, …), een vectorplan (DWG, DXF, DC, …). Deze documenten moeten door de |

| |Patrimoniumdocumentatie kunnen worden gerecupereerd om ze op te nemen in haar systeem. |

| | |

| |Die documenten zullen op twee manieren worden gebruikt: |

| |Archivering als bewijsstuk voor een mutatie in een mutatiedossier; |

| |Gebruik voor het bijwerken van informatie (zie bijwerkingsfunctionaliteiten in Bijwerking 8.5). De |

| |topografische opmeting of de meting van de landmeter kan worden beschouwd als betrouwbare bron voor |

| |het bijwerken van onroerende objecten. De informatie van de opmeting moet kunnen worden benut in de |

| |tools voor het bijwerken van geografische informatie. Momenteel leveren de landmeters aan de AAPD |

| |een tekstbestand dat de coördinaten van de opgemeten punten bevat. In het kader van haar |

| |samenwerking zou de AAPD willen evolueren naar een gestandaardiseerd uitwisselingsformaat |

| |(vectorbestand, LandXML, GML, Interlis, …) dat de verwerkingen door haar ambtenaren achteraf tot een|

| |minimum zou beperken. |

|Architectenplan |De architecten zijn eveneens partners van de Patrimoniumdocumentatie. Hun plans worden door de |

| |deskundigen gebruikt bij de waardering van onroerende goederen. Net zoals landmeterplans nemen |

| |architectenplans verschillende vormen aan (papier, pdf, vector, …), al dan niet gestandaardiseerd. |

|Schets van de wijzigingen |De schetsen van de wijzigingen zullen de volgende elementen bevatten: |

| |Pdf |

| |Vectorinhoud (onder meer om eventueel wijzigingen aan te brengen aan een schets bij de weergave van |

| |de meetcijfers, enz.) |

| |Mogelijkheid om ze online te gebruiken |

| |Historiek van de logs |

6 Conceptueel model en gegevenscatalogus

1 Gegevensmodel

De AAPD wenst te beschikken over een gegevensmodel voor de ruimtelijke gegevens die zullen worden gebruikt in CadGIS, zoals reeds het geval is voor de alfanumerieke gegevens in PATRIS in het kader van het STIPAD-project.

Het gegevensmodel zal de analyse van CadGIS over de gegevens moeten aanvullen door alle entiteiten met hun attributen en relaties in een schema voor te stellen. Het model synthetiseert dus de lijst van entiteiten en hun attributen door ze te verrijken met de bestaande verbanden tussen die entiteiten met betrekking tot de logische en thematische groeperingen (groepering in informatielagen), de topologische verbanden tussen de objecten (relatieve plaatsbepaling van de objecten ten opzichte van elkaar), de logische verbanden, de integriteitvereisten, domeinen en andere …

Het conceptueel model stelt de gegevensarchitectuur voor zonder rekening te houden met de technische aspecten, met de problemen inzake distributie, opslag en archivering, met de prestaties noch met de gebruikersinterfaces.

2 Gegevenscatalogus

De AAPD is als gegevensleverancier verantwoordelijk voor de documentatie ervan in een gegevenscatalogus die alle aangemaakte gegevens inventariseert en beschrijft. Deze catalogus bevat alle metagegevens die de inhoud, het type, de aard, de ruimtelijke referentie, de kwaliteit, de beschikbaarheid en andere kenmerken van de gegevens beschrijven.

De catalogus moet zodanig worden ontworpen, dat:

- de informatie over de bron (formalisering van de beschrijvende kenmerken, gestandaardiseerde voorstelling, …) en de bron zelf gemakkelijk toegankelijk zijn;

- de bron op lange termijn “traceerbaar” blijft (oorsprong, aanmaakprotocol, opeenvolgende wijzigingen, …);

- een beter inzicht in de gebruiksbeperkingen en valorisatie van de bron (inhoud, betrouwbaarheid, frequentie van de bijwerkingen, gebruiksdomein, …)wordt verworven;

- een permanente beschrijving mogelijk is van alle gegevens waarover de AAPD beschikt en van de te nemen maatregelen om eventuele tekortkomingen te verhelpen en redundanties te vermijden.

De structuur van die catalogus moet voldoen aan de geldende normen (momenteel ISO 19115).

Functionaliteiten en verwerkingen

1 Principes

Het nieuw in te voeren systeem zal een aanvulling moeten vormen op de processen die in het kader van COPERFIN werden ontwikkeld en tijdens de studie van het geïntegreerd verwerkingsysteem STIPAD werden geconsolideerd. De eerste fase van de studie over de functionaliteiten zal erin bestaan de vooraf vastgelegde processen aan te vullen om rekening te houden met het beheer van de geografische informatie. Met het oog hierop zullen de interfaces van de STIPAD-processen en van andere projecten, zoals DIM (beheer van inkomende documenten) en DOROTHEE (beheer van uitgaande documenten), … moeten worden aangepast.

De voorkeur gaat uit naar servertoepassingen, tenzij niet is voldaan aan de vereiste criteria (kwaliteit, prestaties en andere). De verschillende functionele blokken van CadGIS kunnen webgebaseerde of desktop (pc) modules zijn. De opzet bestaat erin die modules zo toegankelijk mogelijk te maken via internet of intranet. Door de modulaire opbouw van de functionaliteiten van CadGIS zullen de modules die in een eerste fase desktop-based zijn, in een latere fase vervangen kunnen worden door webbased modules zodra de technologie dit toelaat. Het gaat om modules die een aanzienlijk netwerkverkeer genereren.

Uiteraard zal het systeem moeten voldoen aan alle standaarden die door de FOD zijn vastgelegd en gebruik moeten maken van de tools die in de andere projecten (enig dossier, STIPAD, DIM, … - zie 6.1. & 6.2. projecten en concepten) werden onderzocht en ontwikkeld.

CadGIS moet elke gebruiker in staat stellen om een incoherentie te melden (markeren). Die markering moet in STIPAD een proces van nazicht/verbetering van het betrokken gegeven op gang brengen. Die functionaliteit komt in de volgende punten aan bod onder de naam Warnings.

2 Verwerving van terreingegevens

Voor het verwerven van gegevens op het terrein beschikken de diensten van de AAPD over GPS en theodolieten. Het downloaden van de ruwe data van de diverse apparaten zal gebeuren door gebruik te maken van de software die door de leveranciers van die apparaten wordt verstrekt. Elk toestel hanteert zijn eigen methode om de gegevens in ASCII-formaat te structureren.

Het is noodzakelijk om in CadGIS een module te voorzien om de ruwe data van het terrein per type van toestel in te laden. Daarom is het van essentieel belang om een tool te ontwikkelen voor de omzetting van de verschillende formaten ruwe data in een standaardstructuur die klaar is om in CadGIS of in een CAD-programma te worden geïmporteerd.

Het moet mogelijk zijn om de gegevens na te zien, te verbeteren, te importeren/exporteren, er berekeningen op uit te voeren en de historiek ervan bij te houden. Na de verwerking van de ruwe data zullen ze visueel moeten worden weergegeven in een systeem dat CAD-functionaliteiten biedt om de opmetingen te kunnen finaliseren in een gedetailleerde minuutschets.

3 Verzameling

De functionaliteiten voor het verwerven van informatie stemmen overeen met alle functionaliteiten waarmee nieuwe documenten, nieuwe informatie of nieuwe gegevens in het systeem kunnen worden geïntegreerd. Alle verwerkingen, namelijk de voorlopige invoer, het conform maken en de kwaliteitscontrole, zijn erin begrepen. Wanneer die verwerkingen voltooid zijn, wordt de informatie als “bron” opgeslagen.

De gegevens waarop dit hoofdstuk betrekking heeft, zijn opgesomd in punt 7.5 (Diverse documenten).

[pic]

1 Voorlopige gegevensinvoer

De gegevens moeten worden opgeslagen met het oog op het later gebruik ervan, onder meer in geval van bijwerkingen. Zo moet de AAPD beschikken over een ruimte voor tijdelijke opslag (“in”-box in bovenstaand schema) waar de gegevens die voortvloeien uit externe of interne opmetingen worden bewaard in afwachting dat ze worden verwerkt.

Die invoer moet gedocumenteerd zijn en moet de registratie van metagegevens bevatten welke toelaten het document, de bron, de kwaliteit, de verwijzingen van het betrokken dossier te identificeren, enz

Opmerkingen:

– De opslag van dossierstukken via scanning maakt het voorwerp uit van het “DIM”-project van de FOD, dat betrekking heeft op de scaninterface en de documentenopslag. Het systeem moet een aanvulling vormen op de STIPAD- en DIM-projecten door de interface aan te passen of er een nieuwe voor te stellen waarmee informatie kan worden verstrekt over de vereiste kenmerken voor de Patrimoniumdocumentatie: naam van de landmeter, datum, enz (zie databank van de landmeterplans).

– De opslag van een bewijsstuk in een mutatiedossier is normaal gezien voorzien in het STIPAD-project.

2 Conform maken met de catalogus en kwaliteitscontrole

De gegevens die in de “in”-box opgeslagen zijn, moeten eventueel conform de catalogus worden gemaakt. Die functionaliteit omvat:

– een conformiteitstest;

– de tools waarmee de gegevens kunnen worden aangepast om ze conform te maken (bijvoorbeeld, opschonen van AutoCAD-bestanden);

– kwalilteitstests:

∙ volledigheid van de informatie

∙ samenhang van de informatie (met inbegrip van de plaatsbepaling van het extern plan op het percelenplan – bv.: voorafgaande identificatie)

∙ eventuele geautomatiseerde verbetering

– de invoer in de “bronnen”-box.

Opmerking:

Een plan dat niet conform of van ontoereikende kwaliteit is, zal in bepaalde gevallen (bv.: voorafgaande identificatie) worden geweigerd en naar de auteur teruggestuurd worden. Het benutten van die weigeringsmogelijkheid vereist een aanpassing van de STIPAD-workflow (zie deliverable “Strategie en methodologie voor integratie in STIPAD”).

3 Catalogus van externe gegevens

De AAPD moet toegang hebben tot externe gegevens via verschillende communicatiekanalen: web map service, web feature service, directe verbinding, …

Die verschillende toegangsmethoden, maar ook de gegevens zelf, moeten worden gedocumenteerd in een dienstencatalogus en een gegevenscatalogus.

4 Beheer – administratie

1 Monitoring

De systeembeheerders moeten beschikken over tools waarmee ze de activiteit van het systeem op infrastructuur- en applicatieniveau kunnen controleren. Die tools moeten mogelijkheid bieden tot het opsporen van fouten, automatische of halfautomatische interventieprocedures, een interface voor het raadplegen van de activiteit en de gegenereerde fouten, …

Die monitoring zal moeten gebeuren op de volgende niveaus:

– Controles op het niveau van de infrastructuur

Een van de verantwoordelijkheden van de ICT-supportdienst betreft het beheer van de monitoring van zijn infrastructuur. Ze beschikt over een centraal HP OpenView-platform voor toezicht en beheer, dat de operaties, het netwerk, internet, de prestaties en de opslag omvat. Dat toezicht is 24 uur per dag en 7 dagen per week voorzien.

– Controles op het niveau van de CadGIS-toepassing

Voor de controles op het niveau van de operabiliteit van de CadGIS-software zoals de databank, de webservice, enz. is de ICT-supportdienst verantwoordelijk. Daarvoor kunnen verschillende op de markt beschikbare tools worden gebruikt.

– Controles op het niveau van de CadGIS-businesskennis

De controles die businesskennis vereisen, vallen onder de verantwoordelijkheid van de AAPD-GIS-cel die belast is met het beheer van het businessaspect van het GIS (zie beschrijving in punt 5.2.1).

2 Onderhoud

Het onderhoud moet de volgende operaties omvatten:

– Beheer van de updates van versies: de mogelijkheid moet bestaan om automatische updates uit te voeren van de nieuwe versies van software die op het netwerk van de AAPD zijn geïnstalleerd, ongeacht of ze webgebaseerd of client-server zijn.

– Onderhoud van de databank:

∙ Back-up: de AAPD moet de back-up van geografische en alfanumerieke gegevens beheren. Ze moet zich ook belasten met de synchronisatie tussen alle verschillende datasets die in gebruik zijn. Het risico van discrepanties tussen de alfanumerieke en geografische gegevens is heel groot als de back-up niet precies op hetzelfde moment gebeurt. De geldigheid van de informatie is in dat geval totaal niet meer verzekerd.

∙ Restore: de AAPD moet zijn databank op elk moment kunnen herbouwen in geval van een “crash” of om welke andere reden ook. Bij het gebruik van een back-up moet de mogelijkheid bestaan om alle operaties van na de laatste back-up terug te halen (tijdelijke beveiligde invoer van toevoegde/gewiste/gewijzigde gegevens in de databank).

– Beheer van de softwarelicenties: de mogelijkheid moet bestaan om op elk moment te weten hoeveel licenties op het netwerk van de AAPD geïnstalleerd en in gebruik zijn. Het licentiesysteem moet van het “floating license” type zijn, wat betekent dat de licentie niet aan een persoon of een computer gekoppeld mag zijn. Dit biedt de gelegenheid om meer licenties dan het aangekochte aantal te installeren aangezien het gaat om een systeem waarbij de licenties worden berekend op basis van het aantal gelijktijdige gebruikers.

– Controles van de kwaliteit en integriteit van de (alfanumerieke en geografische) gegevens, met inbegrip van het beheer van de door de gebruikers gemelde incoherenties.

– Replicatie van vooraf ingevoerde scenario’s – tests van de werking, van de werkvolumes, van nieuwe configuraties, …

3 Rapportering

De rapportering heeft tot doel controlemiddelen voor een efficiënt beheer van het systeem te verstrekken. Het zal van groot belang zijn om te bepalen welke KPI’s (Key Performance Indicators) in het kader van de studie van CadGIS vereist zijn.

Met rapporteringstools zullen (automatische of manuele) rapporten kunnen worden gegenereerd. Statistische behoeften zijn onder meer: aantal verbindingen, aantal updates, transacties per gebruiker, transacties per type, aantal objecten, statistieken over de databank, …

4 Profielen

Een situatie waarin een groot aantal interne en externe personen toegang hebben tot het systeem vergroot het risico van misbruik. Daarom is het noodzakelijk om gebruikersprofielen vast te leggen waarmee de toegang tot de informatie en de na te leven regels kunnen worden bepaald. Ook zal de internettoegang die aan burgers, partners en instellingen wordt verleend, strikt beveiligd moeten worden om de toegang tot privégegevens te beperken.

Het IAM (Identity Access Management) project beheert de toegangsrechten van de gebruikers. Het voorziet een geconsolideerde en uniforme aanpak voor het beheer van de identificatie en autorisatie van interne en externe gebruikers, en laat toe om efficiënte oplossingen voor het beheer van de identificatie, legalisatie en autorisaties te ontwikkelen. Het einddoel is het beheer van de toegang van alle gebruikers tot alle systemen en toepassingen die nodig zijn om hun functie uit te oefenen. De integratie met het IAM-project, de analyse van de profielen en de dimensionering zijn in het CadGIS-project vervat.

De gebruikersprofielen zullen moeten worden onderworpen aan een analyse voordat de toegangen van CadGIS worden geïmplementeerd. Het is absoluut noodzakelijk om te beschikken over een parameter per rol en per toepassing, want eenzelfde persoon kan een consultatieve rol voor toepassing A maar een beheerdersrol voor toepassing B hebben.

De aanmaak van een unieke persoonlijke login zal de mogelijkheid bieden om:

– zeker te zijn dat de geschikte persoon de toegelaten acties uitvoert.

– een goed inzicht te hebben in de wijzigingen die worden verricht door personen, centra, enz.

– de traceerbaarheid te verbeteren van acties die op de gegevens worden uitgevoerd.

– interne statistieken op te stellen en te analyseren over het gebruik van kadastrale gegevens.

– de veiligheid van de informatie en het systeem te verhogen.

– opzoekingen over de historiek van de transacties te doen.

– specifieke problemen over de gegevens op te sporen.

De authentificatie wordt dus beheerd door de tools van IAM en de profielen moeten vastgelegd en beheerd worden door de AAPD-GIS-cel.

5 Beheer van de transacties

Het basisprincipe van gegevenswijzigingen die in het GIS worden doorgevoerd, is dat ze in het kader van een transactie gebeuren. Dit is essentieel voor een goed onderhoud van de kadastrale gegevens omdat het toelaat om de historiek van de percelen te beheren en te raadplegen. Het editeren en bijwerken van de kadastrale gegevens wordt gekenmerkt door het feit dat het transacties van het lange type zijn die doorgaans als transactieprocessen op basis van taken worden gemodelleerd.

Men zal dan ook moeten beschikken over tools om al die transacties (met inbegrip van de bijhorende operaties en gebeurtenissen) te beheren en te controleren. Het moet mogelijk zijn om:

– te zoeken naar lopende transacties, intrekkingen, …

– analyses te verrichten, statistieken te trekken

De statistieken zullen de ontwikkeling van specifieke programma’s vereisen die eventueel gebaseerd zijn op de standaard reportingtools.

6 Beheer van de databank

De AAPD moet ook beschikken over een tool voor de eerste lading van grote hoeveelheden gegevens die van een partner afkomstig zijn. Die gegevens dienen goed gedocumenteerd te zijn. De tool moet het mogelijk maken om de vereiste tabellen en verbanden tussen de gegevens te genereren en ze te importeren. De mogelijkheid zal bestaan om ruimtelijke wijzigingen of bewerkingen te doen. Vastgelegde bewerkingen zullen in een workflow bewaard worden om ze in de toekomst te kunnen hergebruiken of verbeteren. In het updateproces moet de tool toelaten om objecten van de themalaag waarin gewerkt wordt toe te voegen, te wijzigen en te verwijderen.

Als de AAPD in de toekomst nieuwe gegevens nodig heeft voor bijkomende thematische lagen, zal hetzelfde principe en dezelfde tool worden gebruikt om die taak uit te voeren.

Op regelmatige tijdstippen moet de AAPD op basis van de gegevens analysefuncties kunnen opstarten en statistieken kunnen trekken met als doel de opslag van gegevens in de tabellen, de aanmaak van alfanumerieke en ruimtelijke indexen, de query’s, de views, enz. te optimaliseren.

7 Beheer van de gegevens- en dienstencatalogus

De AAPD moet beschikken over functionaliteiten waarmee de catalogus van interne en externe gegevens en diensten kan worden beheerd. Dat omvat het beheer van genormaliseerde metagegevens en van verbindingen.

8 Archivering

Er dient een archivering op lange termijn te worden voorzien van sommige gegevens zoals de fiscale versie (momenteel op 1 januari) in een standaardformaat dat in de toekomst kan worden teruggehaald. Het “GML”-formaat lijkt logisch omdat het zo open mogelijk is en grafische objecten kan bevatten.

5 Bijwerking

1 Principes

Zeven principes beheersen de updateoperaties.

1e principe – Updateprocedure

De functionaliteiten moeten het mogelijk maken om alle basisstappen van de procedure voor het updaten van de gegevens te doorlopen, namelijk:

– Aanloggen in een STIPAD-dossier;

– De referentiedocumenten aan het STIPAD-dossier koppelen;

– Gebruik maken van de referentiedocumenten die in het STIPAD-dossier zijn opgenomen;

– Bepalen op welke objecten de wijzigingen van toepassing zijn;

– De wijzigingen doorvoeren (deze stap wordt in de volgende punten uiteengezet in functie van het soort gegevens);

– De wijzigingen onderwerpen aan een controle en een eventuele validatie;

– Eventuele fouten opsporen en melden (elke update van de databank wordt voorafgegaan door een kwaliteitscontrole van de gegevens wat betreft hun samenhang, integriteit, topologie, … en eventueel door een validatie door een andere ambtenaar).

– De eventuele fouten verbeteren (door opnieuw gebruik te maken van de functionaliteiten voor het "doorvoeren van de wijzigingen" met een aangepaste workflow die tevens specifieke functionaliteiten voor foutbeheer omvat);

– De in de databank door te voeren wijzigingen archiveren (voorbeeld: opsporing van verwijderde, toegevoegde of gewijzigde objecten);

– De databank bijwerken.

2e principe - ACID

Het updaten van de documentatie moet voldoen aan de hieronder toegelichte VCAD-concepten:

– Versnippering (Atomic)

Een update komt overeen met een losstaande werkeenheid. Ofwel worden alle voorziene wijzigingen in het kader van de update uitgevoerd, ofwel geen enkele.

– Coherentie (Coherent)

Wanneer ze wordt goedgekeurd, mag de update de integriteit van de gegevens binnen het systeem niet in het gedrang brengen. Als een update de gegevens van een bestand wijzigt, moet de samenhang ervan dezelfde zijn vóór en na de validatie van die update.

– Afzondering (Isolated)

Wanneer verscheidene updates tegelijk worden uitgevoerd, dienen de wijzigingen die elk van hen doorvoert van elkaar te worden afgezonderd. Door het afzonderen van gelijktijdige updates kan de databank worden gewijzigd terwijl de interne samenhang ervan toch behouden blijft, net alsof de updates op een sequentiële manier zouden verlopen.

Wanneer een gebruiker via een update toegang krijgt tot gegevens, worden die gegevens vergrendeld en vervolgens ontgrendeld als de update ten einde loopt.

– Duurzaamheid (Durable)

Zodra de update is gevalideerd, worden alle wijzigingen definitief in het systeem. Zelfs als het systeem uitvalt, blijven ze behouden. Een update wordt nooit verwijderd, maar kan wel worden ingetrokken (vóór validatie) of gewijzigd (na validatie) door een latere update.

3e principe - Documentatie

Alle updates moeten worden gedocumenteerd (logbestanden van de opeenvolgende operaties die op de gegevens worden verricht).

4e principe - Historiek

Bijhouding van de historiek:

– van de verwerking (datum van update van de databank)

– van de geldigheid (juridische geldigheid)

5e principe – Onderlinge afhankelijkheid

Bepaalde processen kunnen onderling afhankelijk zijn. Dit betekent dat bepaalde updates van gegevens updateworkflows van andere gegevens met zich meebrengen: ofwel wordt het proces onderbroken om het tweede proces mogelijk te maken, ofwel activeert het proces het opstarten van een ander updateproces.

Voorbeelden van onderlinge afhankelijkheden:

– De update van percelen op een onzekere gemeentegrens vereist eventueel een nazicht van die grens, en andersom;

– Bij de tussenkomst van een deskundige (procedure voor het tekenen van litera’s)

– Bij een voorafgaande identificatie (voorstel tot voorafgaande kadastrale registratie)

– Bij een herverkaveling

6e principe – STIPAD-integratie

De functionaliteiten voor het updaten van grafische elementen zullen moeten worden geïntegreerd in de updateprocedures van de overeenkomstige alfanumerieke elementen in STIPAD.

Voorbeeld: in de STIPAD-procedures is voorzien dat PUR’s en percelen zouden worden voorbehouden bij voorafgaandelijke identificatie. Die status “voorbehouden” wordt gewijzigd in “verwerking” tijdens het gebruik van de voorbehouden PUR’s en percelen. Dankzij die “verwerkings”-fase kunnen de grafische en alfanumerieke updateprocedures worden uitgevoerd.

Die alfanumeriek-grafische integratie zal worden onderworpen aan een grondige studie in het kader van de aanbesteding van CadGIS en wordt gedeeltelijk behandeld in het document “STIPAD-integratie” van deze voorstudie.

7e principe – Warnings

Elke interface moet beschikken over tools waarmee opmerkingen over vastgestelde afwijkingen kunnen worden ingevoerd (redlining + typologie + commentaar + datum + handtekening). Het toevoegen van die “warnings” moet de aanmaak van een STIPAD-dossier voor de behandeling van incoherenties activeren.

2 Wijzigingen aan onroerende goederen in het kader van een mutatie

Deze functionaliteit betreft, in de algemene updateprocedure, de vereiste operaties voor het wijzigen van percelen, PUR’s (terreinen en gebouwen), litera’s en eigendomsgrenspalen.

1 Beschrijving

Alle bestaande functionaliteiten van CadMap CMGL (zie document AS-IS) en bijkomende functionaliteiten die in de CadGIS-studie moeten worden geanalyseerd, zullen beschikbaar moeten zijn om de volgende specifieke stappen te kunnen doorlopen:

– Selectie en vergrendeling van de bij te werken objecten,

– Terughalen van de brongegevens:

∙ landmeterplan;

∙ voorafgaande identificatie;

∙ kadastraal of extern referentiebestand (orthofoto’s, URBIS, PICC, GRB, NGI, …);

∙ litera aangemaakt tijdens de schatting (de tekenaar haalt het door de deskundige opgesteld schattingsschema (= litera) op – zie functionaliteiten “Onroerende waarderingen” – 8.11);

∙ architectenplan;

∙ enz.

– Interpretatie en integratie van de brongegevens;

– Gebruik van constructietools, toevoegen/verwijderen/wijzigen van bestaande objecten;

– Beheer van identificatiecodes (PUR’s en percelen);

– Bepaling van de oppervlakten

Samenstellen van het berekeningsboek (de oppervlakten worden bepaald op basis van kadastrale regels die rekening houden met de oppervlakten die in de eigendomstitels vermeld staan, met de reële en gemeten oppervlakten en met de kwaliteit ervan);

– Samenstelling en opmaak van de archiveringdocumenten (levend – online):

∙ Schets (het principe van de AS-IS-procedure dat erin bestaat de updates van het percelenplan samen te vatten in een “wijzigingsschets” blijft behouden in CadGIS)

∙ Gedetailleerde vergroting,

∙ Extractie van de gebruikte zone van de referentiestelsels,

∙ Eventuele andere bijgevoegde documenten (raster + vector + metagegevens + logs + …).

Twee principes moeten worden nageleefd:

– Het CadMap-principe om de gebruiker (tekenaar) in een sturende omgeving te plaatsen (workflow geïntegreerd in de toolboxen) blijft behouden.

– De registratie van de afhankelijkheden tussen objecten (uitbouw van een punt ten opzichte van andere – relatieve plaatsbepaling van de objecten).

2 Gebruik

Deze functionaliteit zal worden gebruikt door elke ambtenaar die de functie van tekenaar bekleedt.

Aantal updates (huidige situatie): 100.000 schetsmutaties per jaar. Uitgaande van de behoeften in termen van plankwaliteit bestaat de kans dat dit aantal fors zal toenemen.

3 Wijzigingen aan de administratieve zones van het land

Deze functionaliteit moet het bijwerken mogelijk maken van:

– Administratieve zones (provincies, gemeenten, gewesten)

– Landsgrens

– Grenspalen van de administratieve zones (en de metagegevens van onder meer het Euroboundaries-project)

1 Beschrijving

Het updaten van deze zones moet geïnspireerd zijn op de functionaliteiten die voor de landsgrenzen voorzien zijn in het Euroboundaries-project (tools voor het beheer van documenten en metagegevens).

Alle bestaande functionaliteiten van CadMap CMGL die voor de administratieve grenzen en grenspalen voorzien zijn (zie document AS-IS) en bijkomende functionaliteiten die in de CadGIS-studie moeten worden geanalyseerd, zullen beschikbaar moeten zijn om de volgende specifieke stappen te kunnen doorlopen:

– Selectie en vergrendeling van de bij te werken objecten;

– Ophalen van de brongegevens:

∙ Topografische opmetingen;

∙ Landmeterplan;

∙ Kadastraal of extern referentiebestand (orthofoto’s, URBIS, PICC, GRB, NGI, …);

∙ PV’s van afbakening van gemeentelijke of andere grenzen;

∙ enz.

– Interpretatie en integratie van de brongegevens;

– Gebruik van constructietools, toevoegen/verwijderen/wijzigen van bestaande objecten;

– Beheer van de identificatiecodes (Euroboundaries en andere);

– Bepaling van de oppervlakten

De bepaling van de oppervlakte van de gemeenten die voorheen in CADNET werd verricht, moet in CadGIS worden overgenomen en aangepast;

– Samenstelling, opmaak en beheer van de archiveringsdocumenten (levend – online);

∙ PV’s van afbakening;

∙ Brondocumenten (vroegere PV’s van afbakening, enz.);

∙ Schetsen (het principe van het AS-IS-procédé dat erin bestaat de updates van het percelenplan samen te vatten in een “mutatieschets” blijft behouden in CadGIS);

∙ Extractie van de gebruikte zone van de referentiebestanden;

∙ Eventuele andere bijgevoegde documenten (raster + vector + metagegevens + logs + …).

2 Gebruik

Deze gegevens zullen worden bijgewerkt door gespecialiseerde ambtenaren, zodat het gebruik ervan beperkt blijft.

De gemeentegrenzen worden nagezien/gewijzigd in het kader van:

– herverkavelingen;

– aanvragen van de gemeentelijke overheden;

– geometrische verbeteringen (continu maken, opsporen van incoherenties ter gelegenheid van de bijwerking van percelen, enz.);

– wijzigingen tussen gemeenten (krachtens een nieuwe wet);

– EuroBoundaries (uitbreiding van het project omdat EuroBoundaries de gemeente-, provincie- en landsgrenzen zal omvatten).

4 Wijzigingen aan de technische zones en de administratieve zones van de AAPD

Deze functionaliteit moet het bijwerken mogelijk maken van:

– Technische zones van de AAPD (afdelingen, secties, bladen, …)

– Plaatsnamen

– Situaties (inzake schattingen)

– Polders en wateringen

– districten van de AAPD (centra en antennes)

1 Beschrijving

– De functionaliteiten die voor de administratieve zones van het land werden ontwikkeld, volstaan voor het beheer van de afdelingen, secties, polders en wateringen en plaatsnamen.

– De "situaties" zullen manueel en periodiek worden aangepast.

– De administratieve districten worden vastgelegd op basis van de kadastrale afdelingen.

2 Gebruik

Deze gegevens zullen worden bijgewerkt door gespecialiseerde ambtenaren, zodat het gebruik ervan beperkt blijft.

5 Wijzigingen aan het kadastraal referentiebestand

Deze functionaliteit moet het bijwerken mogelijk maken van de gegevens die in het kadastraal referentiebestand moeten worden opgenomen:

– De opmetingen die door de AAPD zijn verricht

– Het resultaat van het toekennen van geografische referenties aan de plans van de partners (landmeters, overheidsdiensten, enz.)

– Gemeentegrenzen en nationale grenzen

– Percelenplan voortvloeiend uit een herverkaveling

Het updaten van het referentiebestand staat los van het verbeteren van het percelenplan. Het bijwerken van het referentiebestand is voltooid wanneer het aangevuld is en de koppelingen tussen de vaste punten van het referentiebestand en de equivalenten ervan op het percelenplan zijn aangebracht (het percelenplan moet nog worden verbeterd in functie van die koppelingen – zie punt 8.6 “Verbetering”).

1 Beschrijving

De functionaliteiten die in de CadGIS-studie moeten worden geanalyseerd, zullen beschikbaar moeten zijn om de volgende specifieke stappen te kunnen doorlopen:

– Selectie en vergrendeling van het werkgebied in het referentiebestand;

– Ophalen van de brongegevens:

∙ Topografische opmetingen;

∙ Landmeterplans;

∙ Herverkavelingplans;

∙ referentiebestand (orthofoto’s, URBIS, PICC, GRB, NGI, …);

∙ PV’s van afbakening van gemeentelijke of andere grenzen (onder meer PV’s met betrekking tot grensverdragen en wijzigings-PV’s over grensinspecties);

∙ Fotogrammetrische opmetingen;

∙ Enz.

– Interpretatie van de brongegevens:

∙ Selectie van de relevante gegevens;

∙ Toekenning van geografische referenties;

– Tools voor het opmaken van een plaatsbepalingsfiche (voor bepaalde vaste punten, indien nodig);

– Selectie en vergrendeling van het werkgebied op het percelenplan (voor het maken van koppelingen tussen de vaste punten van het referentiebestand en de equivalenten ervan op het percelenplan);

– Aanmaak en beheer van vaste punten;

– Tot stand brengen van koppelingen tussen het kadastraal referentiebestand en het percelenplan;

– Samenstelling, opmaak en beheer van archiveringsdocumenten (levend – online):

∙ Verslag van de toekenning van geografische referenties (onder meer voor de geconventioneerde landmeter);

∙ Brondocumenten;

∙ Eventuele andere bijgevoegde documenten (raster + vector + metagegevens + logs + …) …

2 Gebruik

Deze gegevens zullen bijgewerkt worden door gespecialiseerde ambtenaren van de DGOAP (beheerder van het referentiebestand), zodat het gebruik ervan beperkt blijft.

Aantal (huidige situatie): 20.000 te behandelen/van geografische referenties te voorziene documenten per jaar.

6 Wijzigingen aan de kopieën van externe gegevens

De AAPD moet kunnen instaan voor het beheer van de kopieën van externe gegevens die ze benut en waarvan ze een kopie voor eigen gebruik bewaart. Dat beheer omvat functionaliteiten om verbeteringen aan de beheerder van de authentieke bron voor te stellen en om die kopieën te synchroniseren met de updates die door die beheerders zijn gemeld.

7 Samenvattend schema van de updateprincipes van CadGIS

Dit schema is een voorbeeld van een update in CadGIS.

[pic]

6 Verbetering

1 Geometrische verbetering van het percelenplan

Geometrische verbetering bestaat erin dat de geometrie van het percelenplan op basis van het kadastraal referentiebestand wordt verbeterd. De principes die in sectie 8.5.1 worden beschreven, zijn mutatis mutandis van toepassing op deze sectie.

1 Beschrijving

Alle functionaliteiten waarmee de volgende specifieke stappen kunnen worden doorlopen zijn vereist:

– Selectie en vergrendeling van de te verbeteren objecten;

– Ophalen van de brongegevens:

∙ Kadastraal referentiebestand (koppelingen percelenplan-referentiebestand)

∙ Externe referentiebestanden (orthofoto’s, URBIS, PICC, GRB, NGI, …);

– Aanpassing aan het percelenplan op basis van de brongegevens, in functie van businessregels en rekening houdend met de afhankelijkheden tussen objecten (zie punt 8.5.2 “Wijzigingen aan onroerende goederen in het kader van een mutatie”):

– Gebruik van constructietools, toevoegen/verwijderen/wijzigen van bestaande objecten;

– Bepaling/nazicht van de oppervlakten;

– Samenstelling, opmaak en beheer van de archiveringsdocumenten (levend – online):

∙ Schetsen;

∙ Verslag van de wijzigingen;

∙ Extractie van de gebruikte zone van de referentiebestanden;

∙ Eventuele andere bijgevoegde documenten.

2 Gebruik

Deze verbeteringen zullen worden doorgevoerd door gespecialiseerde ambtenaren van de DGOAP.

2 Verbetering van de visuele kwaliteit van het percelenplan

Verbetering van de visuele kwaliteit bestaat erin dat de leesbaarheid van de informatie die in het percelenplan is vervat (plaatsing en oriëntatie van perceelnummers, enz.) wordt verhoogd wanneer ze niet automatisch kan worden gewaarborgd bij het publiceren ervan.

De geometrie en identificatie van onroerende goederen en administratieve en technische zones is hier niet aan de orde.

1 Beschrijving

Alle functionaliteiten waarmee de volgende specifieke stappen kunnen worden doorlopen zijn vereist:

– Selectie en vergrendeling van de te verbeteren objecten;

– Gebruik van tools voor het verbeteren van bestaande objecten.

2 Gebruik

Deze functionaliteit zal worden benut door elke ambtenaar die de functie van tekenaar bekleedt.

7 Correctie

De beheerder van de databank moet beschikken over een functionaliteit waarmee hij de (geografische en alfanumerieke) gegevens direct kan verbeteren. Die verbetering moet in een open context kunnen gebeuren. Het systeem moet een spoor bijhouden van alle wijzigingen die volgens de eerder beschreven documentatie- en historiekprincipes zijn doorgevoerd.

8 Incoherenties

CadGIS moet elke gebruiker in staat stellen om een incoherentie te melden of te markeren. Die markering moet in STIPAD een proces van nazicht/verbetering van het betrokken gegeven opstarten.

Deze functionaliteit wordt in verschillende functionaliteiten vermeld onder de naam Warnings.

9 Ruimtelijke analyses

Het personeel van de AAPD moet beschikken over de mogelijkheid om eenvoudige of complexe query’s over de (interne en externe) databanken uit te voeren en om de resultaten ervan te benutten:

– in de vorm van thematische kaarten;

– in de vorm van gegevensuitvoer;

– in de vorm van onroerende schattingsrapporten;

– voor het risicobeheer;

– voor het prestatiebeheer;

– enz.

10 Verspreiding – communicatie – raadpleging

1 Algemene principes

Het volgende dient te worden voorzien:

– Toegang tot de gegevens en diensten via een catalogus (zowel voor interne als externe gegevens/diensten);

– Al dan niet aanpasbare “standaard” legende’s en lay-outs naargelang het geval (voorbeeld: “kadastraal percelenplan”);

– Gelijktijdige toegang tot interne gegevens en diensten alsook tot externe gegevens en diensten (overeenkomstig OpenGIS®-specificaties zoals GML, WMC, WMS, WFS, OpenLS, …);

– De webservices moeten rekening houden met de specificaties van de OpenGIS® Web Service Common;

– Gelijktijdige en gecoördineerde toegang tot grafische en alfanumerieke gegevens (verbanden in twee richtingen), waaronder toegang tot de gegevens van STIPAD

Voorbeelden:

∙ Landmeterplans;

∙ Architectenplans;

∙ schattingsfiches;

∙ Kadastrale leggers;

∙ Elementen van het STIPAD-dossier;

– Beperkte en eventueel aan de identificatie van de gebruiker aangepaste toegang (persoonsgebonden profiel en/of machtigingen

– Gratis toegang en betalende toegang (online betaling of abonnement) – Het beheer van de betalingen moet geïntegreerd zijn in het STIMER-project;

– Automatisch beheerde koppeling met de externe gegevens en diensten;

– De gegevens moeten in verschillende coördinatenstelsels visueel kunnen worden weergegeven;

– Gegevens afkomstig uit verschillende coördinatenstelsels moeten gelijktijdig kunnen worden afgebeeld;

– De archieven (STIPAD-dossiers, schetsen, landmeterplans, …) moeten kunnen worden geraadpleegd;

– Elke interface moet beschikken over tools waarmee opmerkingen over vastgestelde afwijkingen kunnen worden ingevoerd (redlining + typologie + commentaar + datum + handtekening). Het toevoegen van die “warnings” moet de aanmaak van een STIPAD-dossier voor de behandeling van incoherenties activeren.

– Gebruik: er moet worden voldaan aan de interne behoeften, namelijk van de ambtenaren van de AAPD, en de externe behoeften, namelijk van partners, burgers en andere overheidsdiensten, wat betreft het aantal gebruikers en hun gebruiksfrequentie.

2 Raadpleging van de catalogus van gegevens en diensten

– De catalogus moet op het internet en het intranet kunnen worden geraadpleegd

– De metagegevens moeten genormaliseerd zijn

– De dienst voor het raadplegen van de catalogus van gegevens en diensten moet ten minste de regels van de OpenGIS® Catalogue Service implementeren.

– …

3 Extractie van gegevens uit het systeem

– De extractie moet kunnen gebeuren via:

∙ de beheerder van de databank;

∙ een internet-intranet geobrowser

– Download van gegevens die geëxtraheerd zijn op basis van online gegenereerde of vooraf geregistreerde query’s (standaard of gepersonaliseerd).

– Overdracht (on the fly) in een van de vooraf bepaalde standaardformaten (GML, ESRI, AUTOCAD, MICROSTATION, …) en in het gekozen coördinatenstelsel.

– …

4 Publicatie via WMS en WFS

Het betreft hier de publicatie van geografische gegevens in vector- en/of rastervorm. Die publicatie moet gebeuren volgens de normen van:

– OpenGIS® Web Map Service (WMS)

– OpenGIS® Web Feature Service (WFS)

5 Publicatie van lokalisatiediensten

Het betreft hier de publicatie van lokalisatiediensten op basis van kadastrale en patrimoniale codes (bijvoorbeeld op basis van perceelnummers, PUR’s, enz.).

Deze publicatie moet gebeuren volgens de normen van de OpenGIS® Location Services (OpenLS).

6 Raadpleging van gegevens via een internet-intranet geobrowser

– Functionaliteiten voor:

∙ Legende’s;

∙ Navigatie;

∙ Selectie (ruimtelijke en/of alfanumerieke query’s);

∙ Lokalisatie (xy, kadastrale codes, adressen, …)

– Afdruk (lay-out, toevoegen van titel en commentaar, PDF of printer, …)

– Koppeling met STIPAD (bv.: SP4)

– …

7 Samenstelling van thematische kaarten

Visuele weergave, verwerking en afdruk van de resultaten van de query’s waarvan sprake in bovenstaand punt 8.7 “Ruimtelijke analyses” (met inbegrip van alle functionaliteiten van de raadpleging).

Sommige gestandaardiseerde thematische kaarten zullen op internet in de vorm van webservices worden gepubliceerd.

8 Afdruk van gestandaardiseerde cartografische producten

De AAPD moet op geregelde tijdstippen een aantal gestandaardiseerde cartografische producten leveren (bijvoorbeeld kadastraal percelenplan). Daarom moet ze beschikken over functionaliteiten die haar in staat stellen om:

– Bestanden drukklaar te maken (platen, patronen, lay-out, …);

– Die bestanden te beheren;

– In grote hoeveelheden of in precieze gevallen af te drukken;

– De distributie te beheren;

– …

11 Onroerende waarderingen

1 Schattingsschema

De deskundigen van de AAPD moeten beschikken over tools waarmee ze de schattingsschema’s volgens de volgende procedure kunnen opstellen:

– Aanloggen op een STIPAD-dossier;

– De referentiedocumenten (architectenplan, foto, vroegere schattingsdocumentatie) aan het STIPAD-dossier koppelen;

– Gebruik maken van de referentiedocumenten die in het STIPAD-dossier zijn opgenomen;

– Bepalen op welke litera’s de wijzigingen van toepassing zijn;

– Het schattingsschema opstellen of wijzigen:

∙ Tools voor bestandsverwerving: ophalen en opschonen van een vectorbestand (topografische opmeting verricht door de AAPD, architectenplan in dxf, dwg, …) en ophalen van een scanbestand

∙ Tekentools: standaard CAD-tools (snap, vectoren, loodlijnen, krommen, enz.) en objecttekeningen op basis van een beeldachtergrond

∙ Bepalen van oppervlaktes en litera’s;

∙ Koppeling tussen de objecten van de tekening (litera’s) en het detail van de berekening van het kadastraal inkomen en van de beschrijving van het goed (coëfficiënten, m2-waarden, tekstbeschrijving, …) die in STIPAD-opgenomen zijn;

– De wijzigingen onderwerpen aan een controle en een eventuele validatie;

– Eventuele fouten controleren en melden;

– Eventuele fouten verbeteren;

– De wijzigingen archiveren (invoer van de litera’s in het STIPAD-dossier).

2 Dienst voor ruimtelijke bevraging

Voor schattingsdoeleinden moet CadGIS functionaliteiten ter beschikking stellen die het mogelijk maken om:

– De resultaten van alfanumerieke query’s (STIPAD, URBAIN, LOCOSTAT-ECL) visueel weer te geven

– Query’s te verrichten die alfanumerieke gegevens met grafische gegevens combineren door visualisatie-, afdruk- en productiemogelijkheden te bieden:

∙ Rekening houden met het mathematisch model van de lokalisatie van goederen;

∙ De vergelijkingspunten in een zone/gebied terugvinden;

∙ …

3 Beheer van situaties

CadGIS moet de AAPD een beslissingsondersteunende functionaliteit ter beschikking stellen die de deskundigen in staat stelt om de situaties op het vlak van waarderingen te bepalen en aan te passen.

De effectieve aanpassing van de situaties wordt behandeld in het bovenstaande punt 8.5.4 “Wijzigingen aan de technische zones en de administratieve zones van de AAPD aanbrengen”.

Conclusies

Een GIS-systeem dat perfect ingebed is in het geïntegreerd verwerkingssysteem van de Patrimoniumdocumentatie zal tal van positieve wijzigingen teweegbrengen die perfect aansluiten op de doelstellingen van de AAPD.

Het gebruik van een geïntegreerd systeem in plaats van niet-gekoppelde programma’s die dubbele ingaven vereisen, zal het werk van de ambtenaren vergemakkelijken en efficiënter maken. Dat zal de AAPD in staat stellen om het hoofd te bieden aan de evolutie en de toename van de opdrachten en meer diensten aan de burgers te bieden.

Een groot aantal gelijktijdige gebruikers zullen toegang krijgen tot het geïntegreerd systeem en zullen aan het plan werken en het tegelijk raadplegen. Die toegang zal niet alleen worden toegekend aan de ambtenaren van de AAPD, maar ook aan de burgers, partners en andere instellingen. Daardoor wordt het delen van georuimtelijke informatie een feit, met een minimale inspanning.

Door die openheid zal de communicatie binnen de AAPD zelf en met alle externe spelers doeltreffender worden. Ze zal de efficiëntie van de dienstverlening aan de burger verhogen dankzij de verkorting van de termijnen tussen de bijwerking en de beschikbaarheid van de informatie.

Het principe van “authentieke” bron vereist dat elke partner de gegevens beheert waarvoor hij verantwoordelijk is. De taakverdeling die voortvloeit uit de openheid van het systeem zal een vermindering van het nodige aantal personen voor het onderhouden en bijwerken van de gegevens tot gevolg hebben.

Kwaliteitsverbetering is een streefdoel van de Patrimoniumdocumentatie die wenst te evolueren naar een authentiek kadaster. Het wegwerken van (alfanumerieke en geografische) gegevensredundantie en het delen van verantwoordelijkheden ten aanzien van de gegevens doordat elke partner de zijne beheert, zal het mogelijk maken om de kwaliteit ervan te verhogen dankzij het gebruik van het geïntegreerd systeem.

De interoperabiliteit van het systeem en het gedeelde beheer van gegevens tussen diverse verantwoordelijke partners zal de mogelijkheid bieden om over geactualiseerde informatie te beschikken. Als men op elk moment en onverwijld over up-to-date gegevens beschikt, verhoogt de kwaliteit ervan.

Het gebruik van de GIS-technologie zal toelaten om de efficiëntie van het bijwerken van het kadastraal plan te verhogen door het aantal te blokkeren gegevens tijdens een lopende wijzigingsverrichting te beperken. Dankzij die technologie zal men ook over actuele en dus kwaliteitsvolle gegevens beschikken.

Een schaalbaar GIS opgebouwd rond de nieuwste technologieën zal worden ontwikkeld met behulp van servertoepassingen waarbij de klemtoon ligt op webgebaseerde versies. Die aanpak maakt ook een vlotte toegang mogelijk voor alle interne en externe gebruikers. Het systeem moet zodanig ontworpen zijn dat het toelaat om de toepassingen in functie van de technologische evolutie te laten evolueren.

Het door te voeren systeem voldoet aan de ICT-standaarden van de FOD Financiën. Het onderhoud van het systeem (back-ups, netwerkbeheer, veiligheid, …) zal gemakkelijker zijn dan in een configuratie met heterogene systemen. Het toegangsbeheer is heel belangrijk omdat de gegevens een cruciaal kapitaal vertegenwoordigen en enkel toegankelijk mogen zijn voor gebruikers die de vereiste rechten bezitten.

Aanvullende documenten op de Conceptuele Analyse beschrijven de behoeften van de AAPD op het niveau van CADGIS in verder detail. Het betreft:

– Migratiestrategie en -methodologie (van CADMAP tot CADGIS)

– Strategie en methodologie voor integratie in STIPAD

– In de FOD Financiën te implementeren technische architectuur van het GIS

– In de FOD Financiën te implementeren functionele architectuur van het GIS

-----------------------

OSIRIS

AG Statistiekeneseueees

Raadpleging

STIPAD

[pic]

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download