Toelichting



Professionaliseringsprojecten 2011

Professionaliseringsprojecten 2011

Uw professionaliseringsproject, onze ondersteuning

Wilt u in 2011 een professionaliseringsproject op uw school of in een netwerk van docenten uitvoeren? Dan kunt u ondersteuning aanvragen bij het Ruud de Moor Centrum (RdMC). Uw aanvraag dient uiterlijk 28 mei 2010 in ons bezit te zijn.

Hieronder treft u uitgebreide informatie over het RdMC, de voorwaarden en de procedure.

Wie kan een aanvraag indienen?

Instellingen die worden gefinancierd uit publieke middelen (scholen, opleidingsinstituten, non-profit organisaties) en de beroepsgroep.

Onder beroepsgroep verstaan we community’s, (op te richten) vak- en beroepsverenigingen, netwerken van docenten of kenniskringen (zowel schoolgebonden, regionaal als landelijk). Het is dus mogelijk een aanvraag in te dienen los van een school of andere organisatie.

Hoe biedt het RdMC ondersteuning?

Het RdMC voert het project samen met de aanvrager uit. Deze gezamenlijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid is van groot belang. Om die reden moet de aanvrager ook zelf in de vorm van personele inzet in het project investeren.

Projecten

Het Ruud de Moor Centrum (RdMC) van de Open Universiteit is een kennis- en expertisecentrum voor de professionalisering van docenten( op de werkplek. De focus ligt hierbij op professionaliseren in netwerken en in teams.

Het RdMC biedt (gratis) ondersteuning bij professionaliseringsvraagstukken van groepen docenten. Voor 2011 is hiervoor 37.000 mensuren aan expertise beschikbaar. Het RdMC maakt daarbij onderscheid tussen eenjarige en meerjarige projecten. De procedure, het aanvraagformulier en de voorwaarden voor meerjarige projecten zijn vanaf 20 maart op onze website te raadplagen. In onderstaande tekst vindt u informatie over de aanvraagprocedure voor eenjarige aanvragen, de voorwaarden, aanvraag- en handtekeningformulieren, criteria die worden gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen en de voorwaarden waaraan uw aanvraag moet voldoen.

Toelichting

Informele leeractiviteiten in teams of netwerken

Het RdMC richt zich niet op formele opleidingstrajecten en trainingen, maar op samenwerkend leren en leren in netwerken. De professionalisering van de groep docenten staat hierbij, in alle onderwijssectoren, centraal. Het leereffect is hierdoor efficiënter, effectiever en duurzamer. Dit informele leren vindt plaats in formele teams, kenniskringen en/of informele netwerken.

Overdraagbaarheid aan collega-docenten en andere scholen

De vraagstelling van een project dient verder te reiken dan het probleem of de vraag van een individuele docent, school of vakvereniging; de projectresultaten moeten van belang zijn voor en overdraagbaar zijn aan andere scholen. Het RdMC richt zich niet alleen op het oplossen van een lokaal probleem op een specifieke school, maar tracht uit de opgedane ervaringen conclusies te trekken over wat, waarom (evidence based) en waar werkt.

Projecten worden in dit verband als ‘pilots’ gezien waarin aanvrager(s) en het RdMC een aanpak ontwikkelen en uitproberen en de effectiviteit van die aanpak onderzoeken. Opgedane ervaringen en inzichten worden waar mogelijk gegeneraliseerd en interessant gemaakt voor het gehele Nederlandse onderwijs. Het RdMC stelt de resultaten en de instrumenten die in het kader van de projecten worden ontwikkeld gratis aan het werkveld ter beschikking.

Directe relatie met de dagelijkse praktijk

Projecten moeten praktijk gerelateerd zijn. Projecten waarbij de nadruk ligt op de omgeving van de school, ontwikkelingen op brancheniveau of het bijhouden van het eigen vakgebied, hebben daarom een duidelijk lagere prioriteit.

Vernieuwend en/of weerbarstig karakter

Het RdMC richt zich in de projecten niet op het ondersteunen van onderwijsactiviteiten die zich in de praktijk al bewezen hebben. Dergelijke vormen van ondersteuning worden door andere instellingen geboden, zoals onderwijsbegeleidingsdiensten, na- en bijscholingsinstituten en landelijke pedagogische centra. Projecten van het RdMC zijn vernieuwend en/of kenmerken zich door weerbarstige professionaliseringsvraagstukken.

Als expertisecentrum willen we steeds voorop staan waar het gaat om het signaleren, beproeven, ontwikkelen en stimuleren van vernieuwingen die rechtstreeks van invloed zijn op de professionaliteit van docenten. Eenmaal beproefd, volgt overdracht en zijn er andere partijen en partners die voor de implementatie in het onderwijs kunnen zorgen. Vernieuwing en exploratie vormen belangrijke criteria bij de beoordeling van projectaanvragen.

Inzet van ICT bij de vernieuwing van de beroepspraktijk

ICT kan een uitstekend hulpmiddel zijn om teams en netwerken van leraren bij hun ontwikkeling te ondersteunen. Het is een middel (en geen doel) om te komen tot vernieuwing en/of opschaling van activiteiten. Bij de Open Universiteit is veel expertise voorhanden op dit gebied. Het gebruik van ICT stelt uiteraard specifieke eisen aan de (lokale) ICT-infrastructuur van de aanvrager. De inzet van ICT maakt tijd- en plaatsonafhankelijke professionalisering van docenten mogelijk.

Activiteiten zijn direct te verankeren

Belangrijk is dat de vernieuwende activiteiten direct verankerd worden in de beroepspraktijk van docenten, scholen of verenigingen. Vernieuwingsprojecten uit het verleden hebben geleerd dat ze niet naast, maar in de beroepspraktijk en in schoolorganisaties gepositioneerd moeten worden. Bij de

projectaanvragen moet sprake zijn van actieve betrokkenheid van docenten in groepsverband (schoolteams, of docenten in bovenschoolse netwerken). Het spreekt vanzelf dat individuele docenten wel gebruik kunnen maken van de resultaten van de projecten of daarbij ontwikkelde instrumenten.

Versterking van de beroepsgroep docenten

Voor projecten vanaf 2011 geldt een voorkeur voor aanvragen die de positie van de beroepsgroep docenten (inhoudelijk) versterkt. Bijvoorbeeld het stimuleren van de kwaliteitsverbetering van docenten als professionals, of verbetering van het imago van het beroep en de professionele ruimte voor docenten.

Inhoudelijk kan een projectaanvraag gericht zijn op professionaliseringsactiviteiten die samenhangen met relevante onderwijsontwikkelingen, zoals die voortvloeien uit en verwoord zijn in kwaliteits- en innovatieagenda’s (bijvoorbeeld zorg en passend onderwijs, doorlopende leerlijnen, ICT). Anderzijds kan er sprake zijn van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van het duurzame ontwikkelproces van docenten. Daarbij kan ook een relatie worden gelegd met het bekwaamheidsdossier en beroepsregistratie.

Aanvraagprocedure

Hoe gaat de aanvraagprocedure in zijn werk?

1. De aanvraag

2. De beoordeling

3. Uitwerking projectplan

4. Definitieve acceptatie uiteindelijk projectplan

5. Overeenkomst

1. De aanvraag

De aanvraag bestaat uit twee delen: een aanvraag- en een handtekeningformulier. Beide delen dienen uiterlijk 28 mei 2010 in ons bezit te zijn.

Deel 1. Een aanvraagformulier

Download het aanvraagformulier. Let erop dat er drie verschillende aanvraagformulieren zijn: een formulier voor een eenjarige aanvraag vanuit door OCW gesubsidieerde instellingen, een formulier voor een eenjarige aanvraag vanuit de ‘beroepsgroep’ (een groep docenten) en een formulier voor een meerjarenaanvraag. Download het juiste aanvraagformulier en sla het formulier op in uw computer. Hierna kunt u het bewerken.

De beschrijving van het voorstel dient u te mailen naar vraagsturing@rdmc.nl. Per e-mail krijgt u een ontvangstbevestiging.

Deel 2. Een handtekeningformulier voor bij de aanvraag

Download het handtekeningformulier. Ook van dit formulier zijn er drie soorten: een handtekeningformulier behorend bij een eenjarige aanvraag vanuit door OCW gesubsidieerde instellingen, een formulier behorend bij een eenjarige aanvraag vanuit de ‘beroepsgroep’ en een handtekeningformulier voor een meerjarenaanvraag. Het handtekeningformulier moet worden ondertekend door de tekenbevoegde penvoerder van de aanvragende organisatie of door de vertegenwoordiger van de betrokken beroepsgroep. Dit handtekeningformulier dient u daarna per post te sturen naar:

Ruud de Moor Centrum

Open Universiteit

Dhr. R.E.H. Huntjens BAA

Hoofd Bedrijfsvoering

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

De formulieren voor een meerjarenaanvraag zijn vanaf 20 maart te raadplegen op onze website.

2. De beoordeling

Een interne beoordelingscommissie van het RdMC beoordeelt de aanvragen op basis van criteria die door de Programmaraad zijn vastgesteld. De Programmaraad beoordeelt in week 24 de ingediende aanvragen aan de hand van beslissingen van de interne beoordelingscommissie. De beoordeling door de Programmaraad leidt tot een:

- Positieve beslissing: de aanvrager wordt uitgenodigd een definitief en uitgewerkt projectplan te maken.

- Positieve beslissing onder voorwaarden: er worden specifieke voorwaarden aan de aanvraag gesteld, bijvoorbeeld clustering met andere aanvragen, voordat er een definitieve beslissing volgt.

- Afwijzing.

Alle aanvragers ontvangen in de tweede helft van juni schriftelijk bericht over de definitieve beoordeling van de Programmaraad.

Waarop worden de aanvragen beoordeeld?

Bij de beoordeling van de aanvragen spelen onder andere de mate waarin het project voldoet aan de volgende criteria een rol:

■ De aanvrager behoort tot de doelgroep van het RdMC. Zie ‘Wie kunnen een aanvraag indienen?’.

■ Groep docenten staat centraal, het project wordt uitgevoerd in en samen met teams, verenigingen en/of netwerken.

- Docententeams of -netwerken zijn bij het project betrokken (zowel direct als indirect);

- hoe kunnen andere scholen, groepen of netwerken bij het project betrokken worden.

■ De overdraagbaarheid van opgedane kennis en resultaten naar collega-docenten en andere scholen.

- De vraag en de resultaten zijn ook voor andere scholen van belang

- de mate waarin expertise, instrumenten of resultaten overdraagbaar zijn;

- draagt bij aan evidence based onderzoek.

■ Bijdrage aan de professionalisering van docenten in de dagelijkse beroepspraktijk.

- De nadruk ligt op professionalisering in pedagogisch-didactisch perspectief, een leven lang leren en/of team- en schoolontwikkeling;

- er wordt een bijdrage geleverd aan kwaliteits- en innovatieagenda’s van het onderwijs.

■ Er is sprake van vernieuwing van de onderwijspraktijk en/of oplossing van weerbarstige professionaliseringsvraagstukken.

■ Inzet van ICT-middelen (tijd- en plaatsonafhankelijkheid).

■ Activiteiten zijn direct in de beroepspraktijk te verankeren.

■ Bijdrage aan de versterking van de beroepsgroep.

■ Commitment van het management. Het management moet duidelijk commitment tonen om met het project aan de slag te gaan. Zij toont actieve betrokkenheid bij het project en zorgt voor inbedding van de resultaten in de eigen organisatie(s).

NB Dit criterium geldt niet voor aanvragen vanuit ‘de beroepsgroep’.

3. Vervolgtraject

De aanvragen met een positieve beslissing, al dan niet onder voorwaarden, dienen door de aanvrager vervolgens te worden uitgewerkt in een projectplan. Hiervoor volgen nadere richtlijnen. Bij het opstellen van het projectplan kunnen medewerkers van het RdMC ondersteuning bieden.

De uitgewerkte projectplannen dienen inclusief een samenvatting voor 15 oktober gerealiseerd te zijn.

4. Definitieve acceptatie projectplan

In de oktober volgt een laatste, interne controle van het projectplan: is het plan adequaat, conform de aanvraag ingevuld? Zo nodig vindt in overleg met de aanvrager(s) nog bijstelling plaats.

De projectplannen moeten uiterlijk op 10 december definitief zijn.

5. Overeenkomst

Na een definitieve beoordeling van het projectplan wordt tussen de aanvrager en het RdMC een overeenkomst gesloten met vermelding van bijzondere (juridische) voorwaarden die van toepassing zijn op het project: afspraken over de maximale omvang van de ondersteuning, de eigen inbreng van de aanvrager, intellectuele eigendomsrechten, verplichtingen ten aanzien van informatievoorziening, Public Relations, enzovoort.

Voorwaarden

Voor de aanvragen gelden de volgende voorwaarden:

■ De looptijd voor ondersteuning bij een project is een kalenderjaar; de ondersteuning wordt uiterlijk tot 31 december 2011 geboden.

■ De aanvrager behoort tot de doelgroep van RdMC.

■ Gevraagde RdMC-ondersteuning in het project ligt tussen de 1.000 en 2.000 uur.

Voor aanvragen vanuit de ‘beroepsgroep’ geldt een minimum van 200 in plaats van 1.000 uur.

■ De eigen bijdrage is minimaal 25 procent van de gevraagde inzet. Voor aanvragen vanuit de ‘beroepsgroep’ dient de eigen inzet aannemelijk te worden gemaakt. Voor andere aanvragen dient deze eigen inzet expliciet zichtbaar te zijn.

■ Aanvragers gaan akkoord met de bijzondere (juridische) voorwaarden voor professionaliseringsprojecten; hierin wordt onder andere geregeld dat het RdMC ontwikkelde materialen en instrumenten gratis ter beschikking stelt aan het onderwijsveld.

In april 2010 kunt u deze voorwaarden voor 2011 raadplegen op rdmc.ou.nl.

Instructies voor het aanvragen van RdMC-ondersteuning

door instellingen die door OCW worden gesubsidieerd

voor professionaliseringsprojecten 2011

Voor het aanvragen van ondersteuning moet u twee formulieren invullen:

1. Aanvraagformulier

Vul het aanvraagformulier in en stuur het per mail naar: vraagsturing@rdmc.nl.

Uw voorstel moet uiterlijk 28 mei 2010 ontvangen zijn bij het RdMC. Per e-mail krijgt u een ontvangstbevestiging.

2. Handtekeningformulier

Het separate handtekeningformulier moet ondertekend worden door een namens de aanvrager(s) tekenbevoegde persoon en per post worden verstuurd naar:

Ruud de Moor Centrum

Open Universiteit

Dhr. R.E.H. Huntjens BAA

Hoofd Bedrijfsvoering

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

Goedkeuring van een projectaanvraag kan pas plaatsvinden nadat het handtekeningformulier is ontvangen.

Aanvraagformulier

|Gegevens aanvrager(s) |

| | |

|Indien er meerdere aanvragers zijn: | |

|- onderstaande gegevens per aanvrager vermelden; | |

|- één aanvrager als penvoerder aanwijzen. | |

|Aanvragende instelling, organisatie, tevens |      | |

|penvoerder in geval van meerdere aanvragers | | |

|Soort onderwijs (sector) | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders       | |

|Naam aanvrager |      | |

|(tekenbevoegd namens de instelling/gezamenlijke| | |

|aanvragers) | | |

|Titulatuur |      | |

|Functie |      | |

|Postadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Bezoekadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Contactpersoon |      | |

|Telefoonnummer |      | |

|E-mailadres |      | |

|Website |      | |

|Brin- c.q. KvK-nummer |      | |

|Aantal medewerkers (in fte’s) |      | |

|Bij meer aanvragers: |

|Medeaanvragende instelling/organisatie |      | |

|Soort onderwijs (sector) | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders       | |

|Naam tekenbevoegde medeaanvrager |      | |

|Titulatuur |      | |

|Functie |      | |

|Postadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Bezoekadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Contactpersoon medeaanvrager |      | |

|Telefoonnummer |      | |

|E-mailadres |      | |

|Website |      | |

|Brin- c.q. KvK-nummer |      | |

|Aantal medewerkers (in fte’s) |      | |

|Voorstel |

|Titel voorstel: |      | |

|Looptijd project |Van       tot en met       | |

|N.B. De ondersteuning van het RdMC heeft | | |

|uitsluitend betrekking op het kalenderjaar 2011 | | |

|en eindigt uiterlijk op 31 december 2011. | | |

|1. Aanleiding en motivatie | |

|1.1 Geef aan wat de aanleiding is voor deze |      | |

|aanvraag. | | |

|1.2 Beschrijf de vraagstelling of |      | |

|probleemstelling die ten grondslag ligt aan het | | |

|project. Welk (verwacht) probleem rondom | | |

|professionaliseren wordt met de uitvoering van | | |

|het project opgelost? | | |

|2. Doelstelling(en) en resultaten |

|2.1 Beschrijf welke situatie u met het project |      | |

|tot stand wilt brengen. Een goede manier is om de| | |

|toekomst te beschrijven die tot stand komt nadat | | |

|het project is uitgevoerd. | | |

|2.2 Geef concreet de beoogde projectresultaten |      | |

|aan voor 2011. | | |

|2.3 In hoeverre heeft de onderliggende |      | |

|vraagstelling een generiek karakter waardoor | | |

|beantwoording van de vraag bijdraagt aan | | |

|expertiseontwikkeling. Welke resultaten acht u | | |

|overdraagbaar aan andere scholen? | | |

|2.4 Geef aan hoe het project bijdraagt aan de |      | |

|professionalisering van docenten op de werkplek. | | |

|En hoe deze bijdraagt aan de versterking van de | | |

|beroepsgroep. | | |

|2.5 Geef aan hoe activiteiten te verankeren zijn |      | |

|in de beroepspraktijk. Maak aannemelijk dat ze | | |

|samen met teams, verenigingen en/of netwerken | | |

|worden uitgevoerd. | | |

|3. Doelgroep en betrokkenheid leraren |

|3.1 Geef de primaire doelgroep van het project | leraren | |

|aan. |onderwijsondersteuners | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |opleiders | |

| |begeleiders in de school | |

| |anders, namelijk       | |

|Sector | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders, namelijk       | |

|3.2 Richt het project zich op een specifiek |      | |

|vakgebied? Zo ja, licht toe. | | |

|3.3 Hoe worden teams en/of netwerken van leraren |      | |

|bij de uitvoering van het project betrokken? | | |

|4. Activiteiten | |

|4.1 Beschrijf hoe u de doelstelling(en) en de |      | |

|resultaten (benoemd in punt 2) wilt realiseren. | | |

|4.2 Beschrijf per fase de projectactiviteiten en |      | |

|geef per fase aan in hoeverre er sprake is van | | |

|inhoudelijke, procesmatige en | | |

|onderzoeksactiviteiten. U kunt bijvoorbeeld de | | |

|fasering definitie, ontwerp/voorbereiding, | | |

|uitvoering, evaluatie gebruiken. | | |

|4.3 Geef aan wat de rol van ICT is in het |      | |

|project. | | |

|5. Afhankelijkheden |

|5.1 Sluit het project aan bij een eerder project |      | |

|of is het gekoppeld aan een ander project? | | |

|5.2 Lopen er andere subsidieaanvragen op dezelfde|      | |

|of aanverwante vraagstukken? | | |

|5.3 Hebt u contact met of krijgt u ondersteuning |      | |

|van een ander expertisecentrum of na- en | | |

|bijscholingsinstelling in relatie tot dit | | |

|project? | | |

|6. Rol management/verankering in de eigen organisatie(s) | |

|6.1. Beschrijf kort wat de rol van het management|      | |

|is bij het project en de verankering van de | | |

|resultaten in de eigen organisatie(s). | | |

|7. Gevraagde ondersteuning en eigen inzet | |

|7.1 Aan welke ondersteuning hebt u behoefte bij | ontwikkeling/ontwerp van instrumenten | |

|de uitvoering van het project. |advies/begeleiding | |

| |onderzoek | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |anders, namelijk       | |

|7.2 Geef een schatting van de gewenste |      | |

|ondersteuningsomvang in mensuren. | | |

| | | |

|N.B. Om te voorkomen dat er een groot aantal | | |

|kleine projecten ontstaan met versnippering van | | |

|de RdMC-inzet moeten projecten een dusdanige | | |

|omvang hebben dat de inzet vanuit het RdMC | | |

|minimaal 1.000 uur bedraagt met een maximum van | | |

|2.000 uur. Het project moet de aangevraagde | | |

|ondersteuning in mensuren rechtvaardigen. | | |

|7.3 Geef een beschrijving van de aard en omvang |      | |

|van de eigen inzet en maak deze expliciet | | |

|zichtbaar. | | |

| | | |

|N.B. De inzet vanuit uw eigen organisatie moet | | |

|minimaal 25% van de gevraagde | | |

|ondersteunings-omvang zijn. | | |

|8. Disseminatie van kennis en expertise |

|Geef kort aan hoe de projectresultaten een |      | |

|bijdrage leveren aan de verspreiding van kennis | | |

|en expertise die in het project worden | | |

|ontwikkeld. Met andere woorden: hoe wordt | | |

|bijgedragen aan de implementatie en distributie | | |

|van ontwikkelde instrumenten. | | |

Handtekeningformulier

instellingen gesubsidieerd door OCW

|Naam projectvoorstel | | |

|Onderstaande aanvragers verklaren akkoord te gaan met de zoals genoemd op onze website. | |

|Aanvragende instelling/organisatie, tevens penvoerder in | | |

|geval van meerdere aanvragers | | |

|Naam aanvrager | | |

|(tekenbevoegd namens de instelling / gezamenlijke | | |

|aanvragers) | | |

|Functie | | |

|Plaats | | |

|Datum | | |

|Handtekening | | |

|Bij meerdere aanvragers | |

|Medeaanvragende instelling/organisatie | | |

|Naam medeaanvrager | | |

|(tekenbevoegd namens de instelling) | | |

|Functie | | |

|Plaats | | |

|Datum | | |

|Handtekening | | |

Formulier na invulling en ondertekening door alle aanvragers, per post versturen naar:

Ruud de Moor Centrum

Open Universiteit

Dhr. R.E.H. Huntjens BAA

Hoofd Bedrijfsvoering

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

Instructies voor het aanvragen van RdMC-ondersteuning

door de beroepsgroep

voor professionaliseringsprojecten 2011

Voor het aanvragen van ondersteuning moet u twee formulieren invullen:

1. Aanvraagformulier

Vul het aanvraagformulier in en stuur het per mail naar: vraagsturing@rdmc.nl.

Uw voorstel moet uiterlijk 28 mei 2010 ontvangen zijn bij het RdMC. Per e-mail krijgt u een ontvangstbevestiging.

2. Handtekeningformulier

Het separate handtekeningformulier moet ondertekend worden door een namens de aanvrager(s) tekenbevoegde persoon en per post worden verstuurd naar:

Ruud de Moor Centrum

Open Universiteit

Dhr. R.E.H. Huntjens BAA

Hoofd Bedrijfsvoering

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

Goedkeuring van een projectaanvraag kan pas plaatsvinden nadat het handtekeningformulier is ontvangen.

Aanvraagformulier

|Gegevens aanvrager(s) |

| | |

|Indien er meerdere aanvragers zijn: | |

|- onderstaande gegevens per aanvrager vermelden; | |

|- één aanvrager als penvoerder aanwijzen. | |

|Penvoerder vak-/beroeps-vereniging, community |      | |

|dan wel naam van (op te richten) | | |

|stichting/vereniging | | |

|Soort onderwijs (sector) | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders       | |

|Naam penvoerder |      | |

|Titulatuur |      | |

|Functie/rol |      | |

|Postadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Bezoekadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Contactpersoon |      | |

|Telefoonnummer |      | |

|E-mailadres |      | |

|Website |      | |

|Voor stichting/vereniging KvK-nummer |      | |

|Aantal leden |      | |

|Gegevens medeaanvrager(s) |

| | |

|Bij aanvragen vanuit de ‘beroepsgroep’ heeft het de voorkeur dat meer dan één vereniging/stichting/community bij de aanvraag betrokken is. | |

|Betrokken vak-/beroepsvereniging, community dan wel|      | |

|naam van (op te richten) stichting/vereniging | | |

|Soort onderwijs (sector) | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders       | |

|Naam vertegenwoordiger |      | |

|Titulatuur |      | |

|Functie/rol |      | |

|Postadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Bezoekadres |      | |

|Postcode, plaats |      | |

|Contactpersoon vertegenwoordiger |      | |

|Telefoonnummer |      | |

|E-mailadres |      | |

|Website |      | |

|Voor stichting/vereniging KvK-nummer |      | |

|Aantal leden |      | |

|Voorstel |

|Titel voorstel: |      | |

|Looptijd project |Van       tot en met       | |

|N.B. De ondersteuning van het RdMC heeft | | |

|uitsluitend betrekking op het kalenderjaar 2011 | | |

|en eindigt uiterlijk op 31 december 2011. | | |

|1. Aanleiding en motivatie | |

|1.1 Geef aan wat de aanleiding is voor deze |      | |

|aanvraag. | | |

|1.2 Beschrijf de vraagstelling of |      | |

|probleemstelling die ten grondslag ligt aan het | | |

|project. Welk (verwacht) probleem rondom | | |

|professionaliseren wordt met de uitvoering van | | |

|het project opgelost? | | |

|2. Doelstelling(en) en resultaten |

|2.1 Beschrijf welke situatie u met het project |      | |

|tot stand wilt brengen. Een goede manier is om de| | |

|toekomst te beschrijven die tot stand komt nadat | | |

|het project is uitgevoerd. | | |

|2.2 Geef concreet de beoogde projectresultaten |      | |

|aan voor 2011. | | |

|2.3 In hoeverre heeft de onderliggende |      | |

|vraagstelling een generiek karakter waardoor | | |

|beantwoording van de vraag bijdraagt aan | | |

|expertiseontwikkeling. Welke resultaten acht u | | |

|overdraagbaar aan andere scholen? | | |

|2.4 Geef aan hoe het project bijdraagt aan de |      | |

|professionalisering van docenten op de werkplek. | | |

|En hoe deze bijdraagt aan de versterking van de | | |

|beroepsgroep. | | |

|2.5 Geef aan hoe activiteiten te verankeren zijn |      | |

|in de beroepspraktijk. Maak aannemelijk dat ze | | |

|samen met teams, verenigingen en/of netwerken | | |

|worden uitgevoerd. | | |

|3. Doelgroep en betrokkenheid leraren |

|3.1 Geef de primaire doelgroep van het project | leraren | |

|aan. |onderwijsondersteuners | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |opleiders | |

| |begeleiders in de school | |

| |anders, namelijk       | |

|Sector | po | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |vmbo | |

| |havo / vwo | |

| |mbo | |

| |lerarenopleiding | |

| |anders, namelijk       | |

|3.2 Richt het project zich op een specifiek |      | |

|vakgebied? Zo ja, licht toe. | | |

|3.3 Hoe worden teams en/of netwerken van leraren |      | |

|bij de uitvoering van het project betrokken? | | |

|4. Activiteiten | |

|4.1 Beschrijf hoe u de doelstelling(en) en de |      | |

|resultaten (benoemd in punt 2) wilt realiseren. | | |

|4.2 Beschrijf per fase de projectactiviteiten en |      | |

|geef per fase aan in hoeverre er sprake is van | | |

|inhoudelijke, procesmatige en | | |

|onderzoeksactiviteiten. U kunt bijvoorbeeld de | | |

|fasering definitie, ontwerp/voorbereiding, | | |

|uitvoering, evaluatie gebruiken. | | |

|4.3 Geef aan wat de rol van ICT is in het |      | |

|project. | | |

| |

|5. Afhankelijkheden |

|5.1 Sluit het project aan bij een eerder project |      | |

|of is het gekoppeld aan een ander project? | | |

|5.2 Lopen er andere subsidieaanvragen op dezelfde|      | |

|of aanverwante vraagstukken. | | |

|5.3 Hebt u contact met of krijgt u ondersteuning |      | |

|van een ander expertisecentrum of na- en | | |

|bijscholingsinstelling in relatie tot dit | | |

|project? | | |

|6. Gevraagde ondersteuning en eigen inzet | |

|6.1 Aan welke ondersteuning hebt u behoefte bij | ontwikkeling/ontwerp van instrumenten | |

|de uitvoering van het project. |advies/begeleiding | |

| |onderzoek | |

|(aankruisen wat van toepassing is) |anders, namelijk       | |

|6.2 Geef een schatting van de gewenste |      | |

|ondersteuningsomvang in mensuren. | | |

| | | |

|N.B. Om te voorkomen dat er een groot aantal | | |

|kleine projecten ontstaan met versnippering van | | |

|de RdMC-inzet moeten projecten een dusdanige | | |

|omvang hebben dat de inzet vanuit het RdMC | | |

|minimaal 200 uur bedraagt met een maximum van | | |

|2.000 uur. Het project moet de aangevraagde | | |

|ondersteuning in mensuren rechtvaardigen. | | |

|6.3 Maak aannemelijk dat betrokken docenten |      | |

|actief bijdragen en dat de totale omvang van hun | | |

|inzet minimaal 25% bedraagt van de gevraagde | | |

|ondersteuningsomvang van het RdMC. | | |

|7. Disseminatie van kennis en expertise |

|Geef kort aan hoe de projectresultaten een |      | |

|bijdrage leveren aan de verspreiding van kennis | | |

|en expertise die in het project wordt ontwikkeld.| | |

|Met andere woorden: hoe wordt bijgedragen aan de | | |

|implementatie en distributie van ontwikkelde | | |

|instrumenten. | | |

Handtekeningformulier ‘beroepsgroep’

|Naam projectvoorstel | | |

|Onderstaande aanvragers verklaren akkoord te gaan met de voorwaarden zoals vermeld op onze website. | |

|Penvoerder vak-/beroepsvereniging, community dan wel naam | | |

|van (op te richten) stichting/vereniging | | |

|Naam vertegenwoordiger | | |

|Functie/rol | | |

|Plaats | | |

|Datum | | |

|Handtekening | | |

|NB. Bij aanvragen vanuit de ‘beroepsgroep’ heeft het de voorkeur dat meer dan één vereniging/stichting/community het | |

|handtekeningformulier ondertekent en akkoord gaat met de voorwaarden. | |

|Andere betrokken vak-/beroepsvereniging, community dan wel | | |

|naam van (op te richten) stichting/vereniging | | |

|Naam vertegenwoordiger | | |

|Functie/rol | | |

|Plaats | | |

|Datum | | |

|Handtekening | | |

Formulier na invulling en ondertekening door alle aanvragers, per post versturen naar:

Ruud de Moor Centrum

Open Universiteit

Dhr. R.E.H. Huntjens BAA

Hoofd Bedrijfsvoering

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

( Met docenten bedoelen we onderwijsgevenden in het po, vo, mbo en lerarenopleidingen.

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download

To fulfill the demand for quickly locating and searching documents.

It is intelligent file search solution for home and business.

Literature Lottery

Related searches