Dagboek Suriname



Suriname

Dagboek van een reis

4 – 10 juli 2005

Door: Jan Luursema

Dag 1: vertrek en reis naar Paramaribo

Op de voor mij normale tijd (6.45 uur) liep de wekker af: tijd om op te staan. Na een verfrissende douche heb ik de laatste zaken ingepakt. Ook Harm was er vandaag vroeg bij. Hij gaat mij, samen met mijn schoonvader, wegbrengen naar Schiphol. Na enkele boterhammen en een kopje thee vertrekken we om 7.45 uur met de auto naar Schiphol. Al snel begrijpen we van de verkeersinformatie dat er files zijn. Vooral op de A2 tussen Utrecht en Amsterdam is het erg druk. Het zeer slechte weer is daar zeker debet aan. Na twee uur komen we aan op Schiphol en kan ik mij klokslag 10.00 uur melden bij de incheckbalie. Alles blijkt in orde en het reisbureau had al een plaatsje bij het raam gereserveerd. Overigens reis ik World Business Class en dan is de stoellengte en beenruimte 3 raampjes lang!

Om 10.45 uur was het boarding time, maar helaas. Het toestel was door het slechte weer te laat aangekomen en we hebben nu een 1 uur vertraging. Alles wordt een uurtje later. Om 13.15 uur gaat het vliegtuig, een Boeing 747 van Surinam Airways, taxiën. Op grote afstand zie ik op het panoramaterras mensen staan. Of Harm en mijn schoonvader er (nog) staan weet ik niet, de afstand is te ver. Ik zwaai wel, stel je voor dat ze mij met hun verrekijkers in de picture hebben. Vervolgens kiest het vliegtuig inderdaad de Zwanenburg baan en binnen korte tijd rijdt het toestel met wel 450 km over de startbaan. We komen los en zien nog een heel klein beetje Nederland. De A4 is inmiddels filevrij en de wolken komen snel. Ik zie nog net de kust en dan zijn het voornamelijk wolken. Boven Engeland breekt het wolkendek zo nu en dan en via Southampton bereiken we de oceaan. Nu is er onder me tot aan Suriname alleen nog maar zee!

Rond 16.30 uur lokale tijd landt het vliegtuig op Zanderij. Het blijkt niet meer als één vliegstrip en nog nat ook. Het regent ook in Suriname. En het is er druk…., alleen ons toestel is er. Met een busje naar de aankomst-, vertrekhal en douane. Na een stempeltje sta ik in Suriname. Ik wacht op mijn koffer, die wonderbaarlijk snel op de band ligt. Zeker het voordeel van Business Class vliegen en vervolgens naar buiten. Volgens afspraak word ik aangesproken door de architect, hij herkende mij van de foto van de AAG-site. En vervolgens over de enkelbaanssnelweg naar Paramaribo. Het is inderdaad wat ik had verwacht: tropisch, palmbomen en een grote variëteit aan bouwsels langs de weg. In ieder geval geen strepen op de weg, geen vangrail en ook geen files! Het is er wel groen, groen en nog eens groen. Hoeveel kleuren groen heeft God geschapen?

Na een ritje van ¾ uur en het passeren van Lelydorp (i.p.v. Lelystad) naderen we Paramaribo. De oude spoorrails langs de weg is weggerot, maar dan ook helemaal. Het is nu een fiets-,voet- annex zandpad. In Paramaribo geen hoogbouw, weinig verkeerslichten, geen viaducten en één grote brug over de Suriname-rivier, gebouwd door niemand anders dan …. Ballast Nedam. Wie kent ze niet? Het ponton dat gebruikt is ligt er nog, te koop of vergeten?.

Als einddoel vandaag Hotel Torarica, een prima plek om te zijn. Kamer 332 is gereed voor mij. Met airco, TV, bad en een bed. Dat is waar ik aan toe ben. Want het is voor mij gevoelsmatig inmiddels ruim bedtijd. Voordat het zover is, heb ik nog een eerste overleg met de heer Pinas, economisch directeur van het Vincentius Ziekenhuis. We maken op het terras wat afspraken, eten een hamburgertje en een cola. Voor de nodige caffeïne die ik tekort kom, vervolgens ga ik naar bed, even lekker slapen.

Dag 2: verkenning van het Vincentius Ziekenhuis

Het is nog niet licht of ik word wakker. Mijn Nederlandse klok en calvinistische instelling geeft aan dat het tijd is om wat te doen. Het is 6.00 uur (11.00 uur in Nederland) en ik start met een bad. Inmiddels is het licht en ga ik een wandelingetje maken. Het hotel ligt aan de Suriname-rivier en dus hoef ik niet ver te lopen. Een prachtige zonsopgang boven de rivier. Met de camera heb ik wat vochtproblemen. De airco in mijn kamer heeft het ding zo koud gemaakt dat als ik buiten sta, door de vochtigheid alles beslaat. Met wat blazen, poetsen en geduld! lukt het. Het worden mooie foto’s en ze geven het te verwachten beeld. Wat kan het leven fijn zijn.

Vervolgens maar eerst een ontbijtje met koffie, en natuurlijk met tropische vruchten. Wat het allemaal is weet ik niet, maar de grapefruit en papaja herken ik. Via de receptie, met de vraag hoe sluit ik mijn laptop op internet aan, ga ik terug naar mijn kamer. Vervolgens lukt het om met wat friemelen een internetverbinding te maken. Met de snelheid van 28.8 Kbyte, via een modem. Geweldig Eddy, het werkt en ook de VPN-connectie is zo gemaakt. Ik kan Outlook synchroniseren en wat mailtjes sturen. Geduld is wel nodig, want snel is anders. Zo’n langzame verbinding heb ik nooit gehad, ook 5 jaar geleden niet! Maar e-mailtjes sturen met zicht op de Suriname-rivier heeft ook wel wat. En Henk reageert direct, blijkbaar nog aan het werk deze middag.

Om 9.30 uur wordt mijn auto voorgereden en ook hier blijkt het een automaat. Makkelijk en zeker handig in het verkeer. Het is links rijden en ook het stuur zit links. Ik heb maar met één ding ruzie en dat is de richtingaanwijzer. Die zit namelijk rechts i.p.v. links. Maar ja, in Nederland gebruik ik die ook lang niet altijd.

Helaas haal ik het niet om rond 10.00 uur in ziekenhuis te zijn. Ik verdwaal wat en pik zo wat site-seeing Paramaribo mee. Het is rond 10.15 uur dat ik bij de poort sta en de bomen opengaan. Ik krijg een vaste parkeerplaats in de garage (paar palen met golfplaten) dan wordt de auto niet zo warm bij vertrek. Want daarna doet mijn airco het best wel.

Ik ga me nu eerst een beeld vormen van het ziekenhuis en spreek met de economisch directeur, het hoofd technische dienst en de architect en loop rond om van alles te bekijken. Het is er anders dan ik had verwacht. Via de telefoon had ik de indruk gekregen dat er wat problemen waren, maar dat het voor een deel dezelfde problemen waren als die in Nederland speelde! Mijn eerste indruk zijn meer de indrukken die ik uit de tropen ken: armoedig, veel ‘achterstallig onderhoud’ en installaties die bij ons het museum halen? Er is veel open (ventilatie, licht) en dat past ook bij de tropen. Het nieuwste deel van het ziekenhuis (1978) is volgens de lokale mensen een kopie van het oude Diakonessenhuis in Eindhoven. (Ik begrijp dat niet want het huidige ken ik en volgens mij is het gebouw van de SVVE (oud-Dommelhoef) de voorloper ervan?). In ieder geval is het slechts beperkt op de tropen ingericht (veel afgesloten) en veel gezakt. Airco problemen en …… nog veel meer. Ruimtegebrek? Ik vraag het me af. Er staat sinds de nieuwbouw (25 jaar geleden) een hele kinderafdeling leeg, die inmiddels een berging voor rommel is geworden. Het oude gedeelte heeft inderdaad een constructief probleem.

Op sommige plaatsen is in de beton de wapening niet zichtbaar. Nee nog sterker die is al helemaal weggerot! De BG is ontruimt. De 8-bedskamers zijn inmiddels aangepast tot 6-bedskamers met sanitair op de gang, gedeeld met ….. en zonder beugels of andere voorzieningen.

In Nederland zou de oplossing eenvoudig zijn. Code diep-diep-rood en dus sloop! Er is hier wel één groot voordeel en dat is de boekwaarde. Deze is namelijk 0,00. En dus is huisvesting geen aspect in het tarief, de NHC is zeg maar 0,00. Maar hoe dit op te lossen is, is dan wel een vraag?!

Rond 13.00 uur komen er wat broodjes en in de middag woon ik de directievergadering bij. Opnieuw een ervaring, wel wat anders als in Nederland. Ik doe wat een adviseur hoort te doen. Vragen, vragen, vragen en nog eens vragen. Er komt een rapport van het adviescentrum voor zorgvoorzieningen boven tafel: van 1993 tot 1997. Met namen als Wessels en Both. Een poging om vanuit de Nederlandse kennis een bijdrage te leveren. Het blijken goede adviezen, maar de realisatie is soms weerbarstig. Er is zeker nog geen Bouwcollege, hoewel de Wet Tarieven Gezondsheidszorg recent is goedgekeurd. Alleen de implementatie laat op zich wachten, want niemand weet hoe of …. Misschien wat andere prioriteiten. Ik vertel maar dat wij juist met de opheffing bezig zijn.

Rond 15.00 uur stoppen veel mensen met werken. Het wordt wel erg warm en het is tijd voor wat anders. Ik pak mijn auto en verken de stad en omgeving. Fort Zeelandia, met het beeld van Wilhelmina, het onafhankelijks-plein, het presidentieel paleis, Waterkant, vele houten gebouwen en niet te vergeten de grote kathedraal. Geheel opgetrokken van hout en met veel achterstallig onderhoud. Eigenlijk staat het op instorten en ik kan nog even naar binnen kijken. Het wordt ondersteund met hulpconstructies, steigers etc. Wel heel mooi om te zien zo’n houten kathedraal. Paramaribo staat erom bekend, zoveel houten gebouwen. Het blijkt zelf op de UNESCO lijst van wereld erfgoed te staan. Een klusje voor Rens?

Rond 17.00 uur ben ik terug in mijn hotel. Ik doe een tukje als beloning voor de vele indrukken. Er wordt wat vers fruit gebracht. Om 20.00 uur ga ik eten. Kip op verschillende manieren klaargemaakt. Lekker! Nog een kleine avondwandeling langs de Suriname-rivier, wat mail afwerken en vervolgens bedtijd. Ik ben er aan toe.

Dag 3: op bezoek bij de andere ziekenhuis en andere Hollandse herinneringen!

Na een prima nacht is het weer goed dag geworden. Om 6.00 uur een warm bad en zoals inmiddels traditioneel de ochtendwandeling langs de Suriname-rivier. Na de klok van zeven het ontbijt en vervolgens de e-mail afwerken. In Nederland blijkt iedereen hard aan het werk. Nog sterker, mijn dagboek is het onderwerp van de lunchbespreking in ’s-Hertogenbosch. Ik hoop dat het een aangenaam gesprek was: knipperlichtgedrag of zo iets? Als ik terug kom maar eens vragen. In ieder geval blijkt uit mijn mailbox dat het gelezen wordt en dat er behoefte is aan meer. Dus medewerkersgericht, zoals we zijn voldoe ik maar aan deze vraag. Lees verder het resultaat.

Om 9.00 uur word ik opgehaald. In gezelschap van enkele mensen met moeilijke namen, die anderen toch niet kennen, gaan we op pad. Vanochtend staan de andere drie ziekenhuizen op het programma. Ik wil me een beeld vormen van de situatie in Suriname. Om zo vergelijkingsmateriaal te hebben en een betere gesprekspartner te zijn, om vast te stellen of wat ik gezien heb wel representatief is voor Suriname. We gaan eerst naar het Diakonessenhuis, daarna naar het Academisch en tot slot naar Lands Hospital.

Het Diakonessenhuis is ook een particulier ziekenhuis net als Vincentius. Dat betekent dat er een stichting is die het bestuur verzorgd, de anderen zijn van de overheid. Het Diakonessenhuis is nauw verbonden met het missiewerk en heeft veel patiënten die uit de binnenland komen. Het ligt dan ook in het zuiden. Ook de grote Amerikaanse bauxiet firma stuurt daar haar personeel naar toe. Dat betekent dat er een ‘derde’ geldstroom is. Daar is dit ziekenhuis beter in dan de andere ziekenhuizen. Het komt mij over als één van de mooiere ziekenhuizen, hoewel? Een IC voor de kinderen is er niet, wel de ruimte maar niet de apparatuur. Daar is geen geld voor! Verder doe ik veel indrukken op, zoals opnieuw het klasse onderscheid en een geweldig tropisch idee voor de wachtruimte van de poli. Een Surinaams atrium: gewoon een goedkoop dakje over de binnentuin met veel ventilatie. Maar het ziet er wel heel leuk uit.

Het Academisch blijkt volop aan de weg te timmeren. Alleen de vaklieden zijn even weg. Bouwfonds pensioenfonds heeft een schenking van enkele miljoenen gedaan en ze zijn gestart. Maar of het af komt? De architect waar ik mee op stap ben, wás de architect, maar na de directiewisseling is het contract stopgezet. De aannemer zou het afmaken en ik begrijp dat er nu ook nog wat financiële problemen zijn. De indrukken die ik opdoe maken mijn beeld steeds completer. De CT-scan is gesponsord en de poli’s zijn hopeloos. Maar de mensen blijven komen, het gaat tenslotte om de specialist die het werk doet. Als die goed is, dan komt de rest ook wel ….

Aan Lands Hospital breng ik mijn laatste bezoek. Inmiddels behoorlijk bezweet, het is tenslotte rond het middaguur, bezoeken we enkele afdelingen. De Röntgen is door de Japanners geschonken en op de 3e klasse zijn enkele 10-bedskamers. Ze bestaan nog echt! Toch is in hetzelfde ziekenhuis ook een klasse 1, met een éénbedskamer, eigen kleurig sanitair, een zithoekje en een zuster voor de deur. Je weet maar nooit wat je nodig hebt. Toch verwacht de zuster dat de president de voorkeur geeft aan het buitenland.

Na al deze ziekenhuizen vervolgen we de reis naar het Vincentius Ziekenhuis. Dat was toch mijn doel en als ik daar op deze 2e dag rondloop blijkt de uitstraling veel genuanceerder. Eigenlijk valt het allemaal best mee. Het is er schoon, er is ventilatie en licht en er zijn mensen die graag patiënten willen verzorgen. Met het hele verpleegmanagement (afdelingshoofden) bespreek ik hun situatie. Een geweldig gesprek, gelukkig gewoon in het Nederlands. Zij vertellen over wat hen boeit in het ziekenhuis en ik vertel wat over de Nederlandse ziekenhuizen. Voor enkele zusters is een zusteroproep systeem nieuw! En voor iedereen draadloze telefoons waarmee je ook met een patiënt zou kunnen praten, komt wel heel bijzonder binnen …. Tijdens het gesprek komt de Suriname-Power in actie of beter gezegd, het stopt. In een heel gebied is geen stroom en ook het noodaggregaat blijkt niet te starten. Enkele mensen zitten vast in de lift. Ik hoop maar dat ze niet onderweg zijn naar de IC op de 1e verdieping. Het nieuwe hoofd TD doet pogingen om de zaak op te lossen. Na ½ uur komt er weer stroom. Gelukkig maar, de airco gaat ook weer zijn werk doen.

Tot slot nog een gesprek met de directie. Ik wissel mijn nieuwste inzichten uit en laat wat scenario’s de revue passeren. Kern van mijn betoog, net als in Nederland, ontwikkel een visie en werk aan de uitwerking. Laat je onderweg inspireren door wat je tegenkomt om waar nodig bij te sturen. Personeel en draagvlak is daarbij erg belangrijk. Voor een enkeling lijkt dit nieuw. Er zijn nog vragen over gebouwonderhoud. Waar gaat dat eigenlijk over als de medische apparatuur ontbreekt?

Rond 16.00 uur word ik afgezet bij mijn hotel. Zoals een Nederlander betaamt, gaat hij dan op expeditie. Ik pak mijn auto en duik het verkeer van Paramaribo in. Ik raak eraan gewend en blaas mijn eigen toontje mee. Mijn rij-ervaring uit Sri Lanka en Turkije komt van pas. Regels, hoezo? Eigenlijk geldt maar één regel( niet botsen. En daarmee zoek ik de brug van Ballast Nedam over de Suriname-rivier op. Een hele hoge grote betonnen brug, had Nellie daar niets mee te maken? Een heling van 6%, mijn auto trekt het net en vervolgens de glijbaan naar beneden. Het gaat goed. Vervolgens op zoek naar Nieuw-Amsterdam. Mijn TOMTOM werkt hier niet, is ook niet nodig. Bordjes met aanwijzingen zijn er ook niet, dus gok maar wat. Alle verharde wegen staan op de kaart en enkele delen daarvan blijken weggespoeld. Dus gewoon rechtdoor tot het zandpad en dan toch verder. Door de kuil, langs de plas en maar hopen dat ik niet vast kom te zitten. Ik ken dit van Sri Lanka, gewoon gas geven. Dit gaat vaak goed totdat de kuil te groot is. En daar ligt wat inschattingstalent. Ook dit keer gaat het goed, en een enkele keer voel ik dat de auto een bodem heeft, niet voor niets dus! Het lukt me om Nieuw-Amsterdam te bereiken en de restanten van de oude fort te zien. Veel is het niet, maar de kanonnen staan er nog. Ik moet daarna snel naar mijn hotel, want voordat het donker is, wil ik terug zijn en dat is rond 19.00 uur. Het lukt!

Ik neem een bad, schrijf in mijn dagboek en ga wat eten en daarna slapen. Morgen is er weer een dag.

Dag 4: specialisten aan het woord

Het is 6.00 uur in de ochtend, wake-up! Een nieuwe dag met nieuwe kansen. Het water is nat en warm en dat is maar goed ook voor mijn ochtendbad. Daarna het gebruikelijke ochtendritueel. Het water stroomt nog steeds door de Suriname-rivier en sinds gisteren weet ik dat de brug, die gebouwd is door Ballast Nedam, ongeveer 130 miljoen heeft gekost. Alleen welke valuta bedoeld zijn weet ik niet, waarschijnlijk zijn het de ouderwetse Hollandse guldens. Hoeveel nieuwe ziekenhuizen hadden daar niet voor gebouwd kunnen worden in Surinaamse dollars? En het pondje had nog jaren kunnen varen met een baantje voor een nu on- of minvermogende, zoals ze dat hier noemen.

Dit keer word ik niet opgehaald en ook vertrek ik niet. Het wordt namelijk tijd dat de specialist aan het woord komt en dat start met een rapportage van de praktisch en degelijk ingestelde AAG-adviseur. Dit keer ben ik dat zelf. Soms als je ervoor kiest om zelf te gaan, moet je zelf ook het werk doen. Het gevolg is een schrijf(tik)klus. Rond 11.00 uur ben ik voorlopig uitgetikt en besluit ik in de lobby van het hotel koffie te gaan drinken en eet een vleesbroodje, dit keer kip. De kip is geschikt voor alle geloofsovertuigingen. De ene eet geen rund, de ander geen varken, maar kip lust blijkbaar iedereen! Althans als die niet gevlogen is?

Daarna maar eens op zoek naar het kantoor van Surinam Airways. Er is een misverstand bij mij over het ticket. Ik dacht op zaterdag te vertrekken en op zondag aan te komen. Maar op het ticket staat mijn vertrekdatum op 10 juli en dat is mooi verkeerd. Ik wil naar huis! Maandagmiddag moet ik naar Den Helder, het leven gaat verder. Ik moet een weg volgen die gelukkig op mijn kaart staat en ik ken inmiddels de weg een beetje en ook aan het verkeer ben ik gewend. Gewoon doorrijden, niet botsen en met de stroom meerijden. Gaat het verkeerd, geef een klap op het stuur (dus toeter), kijk wat verbaasd om je heen als iedereen stopt en rij dan verder richting de plek die je wilt. Het is gelukt, zonder meer krassen op de auto te krijgen dan er al opzitten bereik ik het kantoor. Met nummertje 69 in de rij vanaf 67 is het zo geregeld. Zaterdagavond rond 19.00 uur komt een KLM Boeing mij ophalen. Voor een reisje naar huis, natuurlijk zonder bolletjes. Ook ken ik inmiddels de stoelnummers dus ik kies een plekje voor het raam met beenruimte lang tot zeer lang. Kan ik op de terugreis heerlijk mijn bedje opmaken.

Op de terugweg naar het hotel gaat het mis. Links – Rechts- Rechts – Links - …. - ….. Ik weet het niet meer. In de Domineestraat raak ik de weg helemaal kwijt, hebben die dat niet vaker? Achteraf blijk ik volstrekt in de andere richting te hebben gereden dan ik dacht. Dan gaat het mis. Gebeurt me dit vaker, dat iedereen het anders doet dan ik verwacht? Maar verkeerd rijden heeft ook zo zijn charmes. Ik bezoek een begraafplaats van de Hernhutters. Je weet misschien wel die mensen uit Duitsland die hier ook iets hebben gedaan. Ik weet niet wat, want ik zie dat er veel dood zijn.

Na een bezoekje aan een souvenirwinkeltje is het tijd voor de ware specialist. Om 12.30 uur heb ik een afspraak met het hele medische team van het ziekenhuis om te bespreken wat hun opvatting zijn. In ieder geval blijkt dat ze allemaal in Nederland hebben gestudeerd en gewerkt. Wat moet ik ze dan nog vertellen? We hebben wel een fijn gesprek en wisselen informatie uit. Er komen meer ideeën en bij mij begint het nu echt te borrelen. Ik zie steeds meer kansen met de huisvesting, wel na sloop natuurlijk! Maar een paar stenen kunnen wel blijven staan.

Als ik terug kom op mijn hotelkamer werk ik verder aan de rapportage. Ik bel naar huis en heb een gesprekje met Harm. Hij bleek achter de TV te zitten en mijn andere zoon achter het andere beeldscherm in huis. Wat moet een kind nog zonder scherm, je kunt het je niet meer voorstellen. Ook bel ik met mijn moeder. Als high-tech oma heeft ze me al diverse sms-jes gestuurd, super hé. Vervolgens lukt het mij, als high-tech zoon niet om deze te beantwoorden. Da’s niet cool hé? Er staat een instelling voor het servicenummer van de sms- centrale verkeerd in mijn toestel. Ik slaag er niet in om deze aan te passen, en handleidingen heb ik niet. Ik bel dus maar even ouderwets, dan kan zij ook weer rustig slapen vannacht. Wat hoor ik van haar? De wereld staat weer op z’n kop. In Londen blijkt een ontploffing te zijn geweest. Ik doe mijn TV en kan op CNN het laatste nieuws volgen. Maar hopen dat de vliegtuigen geen vertragingen hebben zaterdag.

Rond 19.00 uur check ik mijn e-mail, stuur de nieuwste zaken door en beantwoord diverse mailtjes. Ik excuseer me bij sommige mensen maar voor het tijdstip, want anders denken ze echt dat AAG’ers de hele nacht doorwerken en dat zal wel niet zo zijn.

Ook heb ik nogmaals contact met de top van het Bouwcollege (Tom Vroon en zijn secretaresse). Ik wil namelijk de bijlage van het rapport dat Wessels en Both namens het adviescentrum voor zorgvoorzieningen hebben opgesteld in mijn bezit krijgen. Ooit ook zo’n snoepreisje gedaan. Daar blijkt een inventarisatie in te zitten van het Vincentius Ziekenhuis. Tot op heden is het archief echter zo slecht toegankelijk dat het nog niet te achterhalen is. Ik ben benieuwd of ze het nog tijdig vinden. Het zal dan zeker niet digitaal zijn?!

Rond 20.30 uur is het tijd voor wat eten. Een biefstukje met friet. Lekker, maar gezond? De koffie na afloop maakt me weer voldoende wakker. Kan ik nog even in mijn dagboekje schrijven. Misschien moet ik een ‘weblog’ starten. Als er zoveel meelezers zijn, kan dat best leuk zijn. Maar wie betaalt deze uren dan of is dat AAG algemeen?

Inmiddels is het 22.30 uur. Morgen wordt een drukke dag. Nickerie staat op het programma en dat is 3 uur heen en 3 uur terug. In de tijd dat Wessel en Both er waren, konden ze er niet komen. Ik ben benieuwd naar de dag van morgen, dus welterusten allemaal.

Dag 5: op zoek naar de bijdrage van AAG!

Een nieuwe dag dus maar gauw opstaan. Het is 6.00 uur als de wekker meldt dat het tijd is om op te staan. Dit keer had ik de wekker weer nodig, anders lag ik om 8.00 uur misschien nog te pitten. Dat kan vandaag niet want er staat een hele lange reis gepland. Ik heb me voorgenomen om het project waarvoor AAG in december 2004 een bijdrage heeft geleverd te bezoeken. Dat is een lange reis van meer dan 250 km per auto, waarbij de wegen mogelijk van slechtere kwaliteit zijn dan de Hollandse snelweg. Ik heb met de architect afgesproken dat hij mee gaat. Altijd handig een lokale reisgenoot. We gaan in mijn car, een Toyota met airco, maar zonder cruisecontrol.

Om 7.15 uur vertrekken we vol goede moed. De benzinetank is vol en ik woel ons door het verkeer in Paramaribo. Dit keer rijden we in westelijke richting. Nadat we Paramaribo hebben verlaten, is de route eenvoudig. De volgende 240 km gewoon de asfaltweg aanhouden, de kuilen ontwijken, tegenliggers en al het volk dat op de weg loopt niet aanrijden. Verder de boodschap: let op de verkeersdrempels, het zijn er veel en dat hebben we geweten. Na afloop van de reis heb ik mijn uitlaat maar niet bekeken, ik verwacht zo plat als een dubbeltje.

De reis verloopt voorspoedig, geen file en gewoon doorrijden. Veel groen, palmbomen, bomen, gras, ……, ……, wat het allemaal is, dat weet ik niet. Wel de kleur, het is allemaal groen. Ook zien we veel vogels zoals de ‘stinkvogel’. Gewoon een aasgier die op de thermiek zweeft. Prachtig als je er 10-tallen bij elkaar ziet zweven. Ook reigers, alleen niet zo oud want ze zijn niet grijs maar wit.

Na verloop van tijd krijg ik dorst. Op zoek gaan naar de Shell-koffie heeft geen succes. Ik vind een snackbar en er is cola. Broodjes ontbreken, er zijn alleen kaaskoekjes. We nemen dus maar kaaskoekjes. De rekening is 8 Surinaamse dollars. Ik betaald met een biljet van 50 dollar, maar ze heeft niet terug. Mijn reisgenoot heeft een biljet van 10 dollar maar ook daar heeft ze niet van terug. Volgens mij heeft ze helemaal niets om terug te geven. Totdat we een zak pinda’s zien. Doe die dan maar!

Ik ga verder, neem onderweg wat foto’s, bezoek een kerkje, een begraafplaats. Neem wat foto’s van lokale ‘woningbouw’. We bereiken de Coppename-rivier. Een hele brede rivier en, met dank aan Ballast Nedam, een smalle lange brug die we snel kunnen nemen. Hoewel de brug al lang klaar is, is de bouwplaats nog overduidelijk zichtbaar. Het was waarschijnlijk te duur om de bouwketen mee te nemen. Dus het grijs-blauw (huiskleuren Ballast) staat er nog gewoon. Dat geldt ook voor auto’s, betonmixers, betonpompen. Van alles heb ik inmiddels zien rondrijden met nog het telefoonnummer van Van Grootel, dus 040 - …….

Ik verhoog het tempo van de auto, want er is nog een fors stuk te gaan. Het lukt, de kuilen worden minder, of ik zie ze niet meer. We passeren veel verlaten, niet meer onderhouden, plantages, vervallen woningen en nog veel meer. Toen ik een foto nam van een mooie maar zeer slecht geschilderde woning, sprak een vrouw mij aan. Ze vroeg of ik het verven ging sponseren. Ik vroeg haar wanneer zij de kwast zou pakken en dat was de verkeerde vraag……. Ik weet niet of het kwam omdat de woning van een regeringsfunctionaris was of dat het ergens anders mee te maken had.

Na het passeren van grote tot zeer grote rijstvelden, bananenplantages en veel meer, bereik ik rond 11.00 uur Nickerie. De tweede stad van Suriname met wel 30.000 inwoners. Zeg maar Elst qua omvang. Een geweldig dorp en zonder problemen vinden we het kantoor van WIN. De stichting die een belangrijke rol heeft in project waaraan AAG een bijdrage heeft geleverd. Ik vind de veldwerker Rob Mooij die nog even weg moet. Vervolgens kom ik in gesprek met een lokale medewerker en een stagiaire van de Universiteit van Amsterdam. We krijgen uitleg over WIN, ze verrichten geweldig werk in Nickerie.

Na ½ uur komt Rob terug. Hij vertelt me veel meer over zijn werkzaamheden, De Paus, MEE en de activiteiten die ze in Nickerie doen. En vrij snel stap ik bij hem in de auto en brengen we een bezoek aan het project. We zien de dagopvang van gehandicapte kinderen. We bewonderen de slaapverblijven en staan versteld van de wijze waarop gewerkt wordt. Rob heeft er echt veel verstand van en probeert ook daadwerkelijk een bijdrage te leveren die op langere termijn effect heeft. Er wordt veel met stagiaires gewerkt die daarmee ook een geweldige tijd hebben. Ervaringen opdoen en een bijdrage leveren. De coaching van Rob, vanuit zijn inspiratie voor het werk, is volgens mij heel erg belangrijk.

Nadat ik afscheid heb genomen bezoek ik de lokale chinees (soms wil de inwendige mens ook wat). Hierna staat de Zeedijk op het programma. Een echte dijk aan de Corentyne-rivier die bij Nieuw Nickerie in de oceaan uitkomt met aan de overkant Brits Guyana. Weer een land waarvan ik kan zeggen dat ik het ‘gezien’ heb. Ik raak de tel van het aantal landen inmiddels kwijt, met name mijn bezoeken aan Joegoslavia zijn lastig in aantallen weer te geven, het is maar net wat je als land rekent.

Tijdens mijn bezoek aan WIN heb ik de manager van het kindercentrum gesproken. Zij is vanuit de Paus gedetacheerd en wil met haar vriendin, die op bezoek is, het weekend naar Paramaribo. Ik bied hun een lift aan, waar ze graag gebruik van maken. Een airco-auto is veel beter dan een lokale mini-coach, en ik kan wat meer Surinaamse ervaringen horen.

De weg terug naar Paramaribo is even lang als de heenreis. Hoewel, …. Ik bezoek nog even het plaatsje Wageningen. Het blijkt werkelijk een dorp van niets te zijn. Ik kan er niet tanken, de benzine is op en mijn auto rijdt niet op diesel. Met de benzinemeter op E(mpty) bereik ik Totness. Ik laat de tank maar helemaal vol gooien. De schade blijkt 16 euro, een koopje. Giet de bolletjes maar vol. Hoewel in een bolletje kan beter wat anders.

Ik scheur verder en hoor regelmatig de uitlaat over de drempel schuren. Of zou het misschien het moterblok zijn? Zeker met 2 dames achter in de auto en Frits en ik voorin, liggen wij laag op de weg. Sommige kuilen blijken dieper dan je verwacht, althans als er water in staat en de reis gaat verder. In Paramaribo bezoeken we de school waaraan AAG ook een bijdrage heeft geleverd. Omdat ik me niet had voorbereid op dit bezoek en Frits het wel op de website had gelezen komt het op het programma. Het was goed om te zien, ik kan mooie foto’s van de kinderen maken.

Rond 18.00 uur ben ik terug op mijn hotelkamer. Ik neem wat koffie, kijk naar CNN, check de mail en bereid me voor op de avond. Vanavond ga ik samen met Frits (de architect) en zijn vrouw eten. Om 20.00 uur word ik opgehaald en we vertrekken naar een gezellig restaurant aan de Suriname-rivier. Ik eet soep en biefstuk en we bespreken vooral politiek. De verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Suriname bespreken we. Conclusie: als het aan de politiek ligt, wordt het nooit wat. Én, als je wat anders wilt, dan gaat er een generatie overheen.

Om 22.30 uur ben ik weer in mijn hote en rond ik het dagboek van dag 5 af. Ik zie aan mijn e-mail, dat het me lukt steeds meer ezers te krijgen. Mis ik dan toch een roeping?

Dag 6: de afronding en naar huis

Mijn laatste dag van de reis. Er staan diverse zaken op de mijn agenda. Naast de gebruikelijke zaken, zoals opstaan, tandenpoetsen, scheren moet er meer gedaan worden. Mijn spullen moeten weer in de koffer, ik moet de auto inleveren, uitchecken bij het hotel. Maar eerst wat anders. Ik heb toegezegd een ‘concept rapportage’ te presenteren aan de directie van het ziekenhuis. Gisteren heeft Josien de taalfouten uit de rapportage gehaald. Via de e-mail is op 28,8 Kbyte het rapport van 1 Mbyte van Suriname naar Nederland en teruggekomen. Het is prima gelukt en nu alleen effe afdrukken. Nou effe? Ik heb alleen een laptop en dus brand ik het bestand op een cd. Nu op naar het lokale office-center van het hotel. Ik krijg een sleutel en de start gaat goed. Het rapport wordt ingelezen en nu afdrukken maar. Na 3 bladzijden is het papier op, dat wordt zoeken, zoeken, zoeken. Het lukt de receptioniste om mij meer witte A4’tjes aan te leveren. Nog 12 bladzijden verder blijkt de inkt op. Dat is een lastiger probleem. Het hele hotel wordt afgezocht en na ½ uur is er de oplossing. Een nieuwe cartridge. Daarmee kan ik 3 exemplaren uit de printer krijgen.

Om 9.15 uur check ik uit en rij nog wat door de omgeving. Ik neem nog wat foto’s bij de waterkant en bewonder de vele houten woningen/gebouwen. Hoe mooi hebben ze het kunnen maken en hoe slecht kun je iets onderhouden. Het is cultureel erfgoed, maar daaraan is toch onderhoud nodig?

Om 10.00 uur start het overleg. Nou ja, 10.00 uur het is zaterdag! Dus rond 10.45 uur beginnen we. Ik vertel mijn resultaten, geef de rapportage (op papier en cd) en geef nog wat materiaal van het Bouwcollege, zoals bouwmaatstaven en het boek van de recente ziekenhuisprijsvraag. Mijn boodschap is, sloop het oudste deel. Ga niet op dezelfde plaats terugbouwen waarvan de functies zijn vervallen maar maak een nieuw ontwerp. Waarbij het volgens mij goed is rekening te houden met de resterende gebouwdelen en de knelpunten die er zijn. Natuurlijk rekening houden met de toekomst! Waarbij ik probeer om weg te dromen, want de financiële middelen zijn beperkt. Ik krijg het idee dat mijn advies overkomt en dat zij het herkennen en dat ze daarmee ook een stap verder komen, want het is op onderdelen anders dan ze verwacht hadden. Ze zien de voordelen die ik noem. Het is daarmee een succesvolle afronding van de week. Ik heb iets op papier, de klant heeft resultaat en ik heb een leuke week met een inspirerende ervaring. Tot slot krijg ik een cd’tje. Met daarop wat documenten van het Ministerie van Health Care. Hierop komt het rapport van het Adviescentrum voor.

Om 12.30 uur ronden we het overleg af en ga ik met de directie naar de buitensociëteit. We eten rijst met kip en keuvelen nog wat. We stellen samen vast dat de missie geslaagd is. Maandag worden de resultaten door de directie met het bestuur besproken. Ik ben reuze benieuwd naar de reacties. Het door mij aangegeven vervolg, richt zich op een ontwikkeling van een ‘eigen’ masterplan, waarbij wij voor coaching kunnen zorgen, als de klant dat wil. Ik geef dus aan dat een mogelijk vervolg van hun en niet mij afhangt. Tevens geeft ik aan dat bij een volgend bezoek het honorarium voor 1 week € 5.000,-- bedraagt en dat dit project exclusief reis- en verblijfkosten is. Deze kosten zijn bekend, want de afgelopen week hebben ze dat voor mij betaald. Deze zijn waarschijnlijk zo’n € 3.000,--.

Om 14.30 uur vertrek ik met chauffeur naar het vliegveld Zanderij. Onderweg stoppen we nog even bij het Goudlijntje. Een spoorlijntje die vroeger naar de binnen landen liep, waar je goud kon zoeken. Dat is er niet meer en de spoorbaan grotendeels ook niet. Er zijn alleen nog wat resten, wat oude wagons, een locomotief en dat is het. Ik neem wat plaatjes met mijn digitale wonder, het kost toch allemaal niets. Wie weet vindt iemand het leuk om het te zien. ¾ uur na vertrek uit de Buitensociëteit kom ik op het vliegveld aan. In de vertrekhal blijkt er een ‘klein’ probleempje. Het vliegtuig heeft wat vertraging. Nee het vliegtuig heeft ernstige vertraging. Voorlopig gaan ze uit van 4 uur vertraging. Dus dat wordt wachten.

Om 17.30 uur, dus na 2 uur wachten, kan ik inchecken. Dat gaat soepel, ik vlieg tenslotte Business Class. Speciale voorrang. Daarna op naar de douane, maar waar is die? Ik moet weer naar buiten en kom bij een andere deur. De douane is er nog niet! Daar sta ik dan, weer 1 uur wachten. Gelukkig sta ik onder een kap, want een tropische stortbui begint. Nou stortbui, het hoost, en hoost en hoost en ik vraag mezelf af of we blank komen te staan. Gelukkig is er niet zoveel bebouwing en zakt het water snel weg.

Rond 18.45 uur passeer ik de douane, mijn tassen worden gecontroleerd! Effe snuffelen zeg maar. Ze willen nog een kopie van mijn paspoort en boarding card. Veiligheidsmaatregelen? Daarna naar de lobby. Speciaal voor mensen die het kunnen en willen betalen, ik dus. Oh nee, het zit in het tarief van mijn Business Class. Het blijkt de beste van de wereld, en dat zeggen experts. Ik ontmoet wat mensen van Koop Tjuchem, die de hele wereld kennen. Met een ex-Ballast medewerker praat ik wat. Na even praten ontstaan de gezamenlijke bekenden. Ik word bijgepraat waar mijn collega’s uit mijn Sri Lanka tijd uithangen. Diversen zijn inmiddels ergens directeur. Sommigen thuis want die zijn met de VUT, anderen elders want de buitenlandactiviteiten van Ballast zijn gestopt. Of worden weer opgestart volgens insiders.

Om 20.30 uur hoor ik een aangenaam geluid. Er land een KLM Boeing vlak voor mijn neus. Zo groot is het niet op Zanderij.. Het lijkt me het juiste geluid. Hoewel …..om 21.15 uur komt het volgende bericht. Als gevolg van verscherpte veiligheidsmaatregelen kan er extra vertraging ontstaan. Het is dus opnieuw afwachten wanneer we kunnen instappen. In ieder geval zie ik de KLM Boeing voor mijn neus staan, en dat is ook het enige vliegtuig dat op Zanderij staat. Het gaat goed. Om 23.30 uur loeien de motoren en ga ik na wat hobbelen omhoog. Het diner kan beginnen: zalm, biefstuk en een taartje. Daarna rust. Althans een poging tot. Na bijna 9 uur vliegen naderen we Nederland en om 12.53 uur, lokale tijd, voel ik weer vaste grond onder mijn voeten. Ik ben terug in mijn eigen land. Rest de controle. Dit keer eerst fouilleren, daarna het paspoort, de handbagage, nogmaals het paspoort en in een afgesloten gedeelte mijn koffer pakken. Dat gaat snel met Business Class. Daarna opnieuw de handbagage en de koffer checken. Dan ben ik in de aankomsthal. Ik pak de trein en om 15.00 uur sta in Arnhem. Mijn gezin wacht me daar op.

Ik ben na 6 dagen met heel veel ervaringen weer thuis!

Het is zondag 10 juli 2004

Jan Luursema

................
................

In order to avoid copyright disputes, this page is only a partial summary.

Google Online Preview   Download